De nacht was, zoals meestal, donker. Aan de duistere hemel was de nieuwe maan niet te zien. Toch was het een verrassend heldere nacht. De wolven die de gisteren over het land getrokken waren, hadden zich inmiddels weer uit de voeten gemaakt en gaven de sterren de kans te stralen.
Nar vroeg zich in stilte af waarom ze nog wakker was op dit uur van de dag, maar ze kon niet zeggen dat ze het vervelend vond. Vaak duurden de uren dat de zon scheen haar te lang; een zwarte vacht in een felle zon was geen fantastische combinatie, zeker niet in de zomer wanneer de zon erop gebrand leek te zijn haar vachtje in vuur en vlam te zetten.
De nacht daarentegen gaf haar het idee dat ze onzichtbaar door het veld kon trekken. De meeste andere dieren verkeerden in een diepe slaap en waren ergens ver weg in Dromenland. Inmiddels was het al lang genoeg geleden dat Nar zelf echt fijn gedroomd had - meestal waren haar nachten of middagen, het lag er maar net aan wanneer de kleine pony in slaap gevallen was, droomloos. Nar had "geen" idee waardoor het zou komen en weet het in stilte aan haar gebrek aan fantasie.
Overdag was het hier een gierend warm martellandschap voor zwarte beesten, 's nachts koelde het hier af tot een ijzige koelte die Nar juichend tegemoet zag. Tegen de middag, wanneer de zon zijn hoogtepunt bereikte, wist ze niet hoe snel ze weg moest trekken naar de dichtstbijzijnde boom of onderdak, met als gevolg dat ze met enige regelmaat in het zand gesprongen was. Fata Morgana's, of luchtspiegelingen, waren hier niet zeldzaam. De zwarte merrie had na haar idee al vaak genoeg in het zand gebeten om dat in ieder geval te kunnen bevestigen.
Een snuit vol zand was niet alles, dus nu hield Nar het meestal op voorzichtig dichterbij trippelen en voorzichtig haar snufferd uit te steken om even te voelen of de boom of het kleine meertje echt was.
Ondanks de beroerde middagen, had Nar het prima naar haar zin in de woestijn. Zeg nou zelf: Een grote zandbak waar geen hond kwam en ieder beest zich uit de voeten maakte was toch ideaal voor een asociaal wezen zoals Nar?
Nar voelde zich ietwat suffig worden en schudde een keer met haar hoofd. Waarschijnlijk werd ze nu echt slaperig, want het leek alsof er een ander geval aankwam. Wel, dat was zeldzaam.
"Welja, ik dacht dat ik de enige was die gek genoeg was op rond dit tijdstip door een zandbak heen te trekken, maar ik heb me ongetwijfeld vergist," zei Nar geprikkeld terwijl ze regelrecht naar het paard keek dat vanuit de verte dichterbij kwam.
[ OEFFFFF, ik moet er wel weer inkomen :'D ]
Nar vroeg zich in stilte af waarom ze nog wakker was op dit uur van de dag, maar ze kon niet zeggen dat ze het vervelend vond. Vaak duurden de uren dat de zon scheen haar te lang; een zwarte vacht in een felle zon was geen fantastische combinatie, zeker niet in de zomer wanneer de zon erop gebrand leek te zijn haar vachtje in vuur en vlam te zetten.
De nacht daarentegen gaf haar het idee dat ze onzichtbaar door het veld kon trekken. De meeste andere dieren verkeerden in een diepe slaap en waren ergens ver weg in Dromenland. Inmiddels was het al lang genoeg geleden dat Nar zelf echt fijn gedroomd had - meestal waren haar nachten of middagen, het lag er maar net aan wanneer de kleine pony in slaap gevallen was, droomloos. Nar had "geen" idee waardoor het zou komen en weet het in stilte aan haar gebrek aan fantasie.
Overdag was het hier een gierend warm martellandschap voor zwarte beesten, 's nachts koelde het hier af tot een ijzige koelte die Nar juichend tegemoet zag. Tegen de middag, wanneer de zon zijn hoogtepunt bereikte, wist ze niet hoe snel ze weg moest trekken naar de dichtstbijzijnde boom of onderdak, met als gevolg dat ze met enige regelmaat in het zand gesprongen was. Fata Morgana's, of luchtspiegelingen, waren hier niet zeldzaam. De zwarte merrie had na haar idee al vaak genoeg in het zand gebeten om dat in ieder geval te kunnen bevestigen.
Een snuit vol zand was niet alles, dus nu hield Nar het meestal op voorzichtig dichterbij trippelen en voorzichtig haar snufferd uit te steken om even te voelen of de boom of het kleine meertje echt was.
Ondanks de beroerde middagen, had Nar het prima naar haar zin in de woestijn. Zeg nou zelf: Een grote zandbak waar geen hond kwam en ieder beest zich uit de voeten maakte was toch ideaal voor een asociaal wezen zoals Nar?
Nar voelde zich ietwat suffig worden en schudde een keer met haar hoofd. Waarschijnlijk werd ze nu echt slaperig, want het leek alsof er een ander geval aankwam. Wel, dat was zeldzaam.
"Welja, ik dacht dat ik de enige was die gek genoeg was op rond dit tijdstip door een zandbak heen te trekken, maar ik heb me ongetwijfeld vergist," zei Nar geprikkeld terwijl ze regelrecht naar het paard keek dat vanuit de verte dichterbij kwam.
[ OEFFFFF, ik moet er wel weer inkomen :'D ]