Het was lang geleden dat de kleine zwarte merrie voor het laatst voet op deze bodem had gezet. De woestijn, een plaats die ze zowel haatte als liefhad, was de afgelopen weken haar thuis geweest. Niemand kwam per ongeluk op visite, en degene die toch hadden besloten spontaan langs te komen, waren al even snel weer verdwenen. Verdwenen of, zoals Nar met een lichtelijk sadistisch ondertoontje dacht, gesmolten in de zon.
Ondanks de welkome eenzaamheid en cactussap dat nooit op leek te raken, had de ex-Horcrux leidster besloten dat het goed was om weer eens een andere schaduw dan degene die haar continu weer op te zoeken. Rivierwater zou waarschijnlijk ook een stuk beter smaken dan cactussap, wat de merrie zo onderhand al behoorlijk de neus uitliep.
Nar was zich bewust van het feit dat zo gauw ze haar plek van prachtige sociale isolatie zou verlaten ze vermoedelijk ook weer andere vierbenige paarden, pony's en van die gevallen die ergens tussenin zweefden maar zichzelf wel tot hetzelfde diersoort rekenden - Nar kon het negen van de tien keer slecht met dat soort figuren vinden. Wonder boven wonder hadden diezelfde gevallen die ergens tussenin zweefden maar zichzelf wel tot hetzelfde diersoort rekenden ook gigantisch de pest aan de Schedelmerrie zelf.
Het ruisende water kwam al dichterbij. In eerste instantie had de pony haar oortjes gedraaid, maar naarmate het geluid uiteindelijk luider werd haar oren al weer wat teruggedraaid. Ze was tot nu toe nog geen andere knollen tegengekomen en deed een schietgebedje om te voorkomen dat dat anders zou gaan lopen.
De meeste paarden of paardachtigen waren kuddedieren, maar toen Nar keek wat zich allemaal in die categorie bevond, had ze al snel geconcludeerd dat zij daar vermoedelijk niet bij hoorde en een van de weinige solitaire paarden zou zijn en dus een "apart" paard of een buitenbeentje. Nar noemde het zelf nooit zo. Buitenbeentje of "apart" met een ondertoon had toch een negatieve bijsmaak, de term uniek paste daarom veel beter bij haar.
Nar schudde haar kop, waardoor de schedel om haar hoofd heen ratelde. Lomp sjokte ze over het gras heen, dichter naar het bulderende water toe. Hier en daar vloog een vogel op of tjilpte een verenbal in de verte. Nar schonk er weinig aandacht aan.
Wajow, een ander paard? De zwarte merrie wilde al aanstalten maken om rechtsomkeert te maken. Het laatste waar ze vandaag aan toe was. De zon had al geprobeerd een gat in haar zwarte vacht te branden, de vliegen zoemden hier in dit bebosde deel van Dream Horses om haar heen alsof ze oprecht probeerden haar lek te steken en nu kwam daar nog een andere, totaal ongewenste pony, bij op.
Wauw, wat een dag.
Nar mompelde dan ook geen begroeting tegen het paard anders dan "Verdult, er is dus toch nog leven hier," en liet vervolgens haar kop in het water zakken. Onbeleefd smakte ze een keer en schudde haar kop. De schedel ratelde. Voorzichtig wierp de zwarte pony een blik achterom: Beter maakte hij geen opmerking over haar schedel en hield hij zich gewoon stil zoals een goed paard betaamde te doen.
Maar goed. Voor zover Nar het kon zien was dit niet het type paard dat netjes zijn snufferd hield, maar het type dat overal en nergens veel te veel naar "gezelligheid" en "sociale activiteiten" zocht.
Wat een dag.
[ Mwehhhh, ik hoop dat je er iets mee kan ]