Met zijn donkere hoeven grenzend aan de oever van de rivier, gleden zijn ogen schichtig door de kassen waartoe ze gebonden waren. Het was een aparte tijd voor de grotendeels zwarte hengst. Sinds hij de hengstenkudde waar hij een tijd mee rondzwierf verlaten Mwoa, verlaten? had, had hij een behoorlijk afstand afgelegd. Dit zou een tijdelijke rustplaats zijn, Dreamhorses . De verhalen over dit gebied werden tot ver voorbij de grenzen verteld, gefluisterd, sommige met een vorm van trots. Andere terwijl er een pisril door het lijf van de verteller gleed. En die laatste verhalen waren de enige die hem interesseerden, de enige die hij met enige vorm van aandacht had aangehoord. De enige waarbij de verteller hem niet dódelijk hadden verveeld. Zo vol in de zomer stikte het rondom de rivier van de muggen en vliegen, irriterend rond zijn lijf. Op zoek naar het beste plekje om hun levensmiddelen uit hem te zuigen, een felle slag van zijn staart joeg ze voor enige tijd weer weg. Maar helaas niet lang genoeg. In het weerspiegelende water viel zijn overgrote witte deel van zijn hoofd op, (ont?)versiert met littekens. Herinneringen aan een verleden gevuld met geweld, en hij had net nooit geschuwd. Een sluwe scheve grijns speelde rond zijn lippen terwijl zijn oren een spel speelde met de omgevingsgeluiden. Het ruizen van het rivierwater, een zachte bries die door de omliggende bomen gleed. Allemaal achtergrond geluiden die werden onderdrukt door de gedachten en stemmen in zijn hoofd. Soepel bewoog zijn hoofd richting de grond, een paar donkere ogen keken aandachtig naar het voorbij razende water voor zijn hoeven. Zonder te twijfelen stak hij zijn lippen het verkoelende water in en nam gulzig enkele slokken, geen moment denkend aan welke vorm van levend wezen hem kon passeren. Angst was niet voor hem gemaakt. Mijn god angst was als de dood voor hem. Terwijl het water van zijn lippen droop grinnikte hij om zijn eigen gedachte. Voor een gebied waar het volgens de verhalen moest bruisen van het leven oogde het behoorlijk doods. In feite dus vrij geschikt voor hem, maar om nou niemand tegen te komen waarbij hij zijn toch al overvolle maar weliswaar briljante ideeën kon uiten was ook zo saai. Tijd om op zoek te gaan naar gelijkgestemden.
En met dat idee zette hij zijn slanke lichaam in beweging, hij was niet de grote bonk spieren die je zou verwachten van een jonge hengst. En toch had hij al menigeen op hun knieën gedwongen. Korte flitsende beelden van de spectaculaire gevechten die hij had gevoerd, aangevoerd, bedwongen en afgedwongen had. De grijns van niet van zijn lippen te slaan, nooit, iets wat bij de meeste een vreemd en ongemakkelijk gevoel veroorzaakte. Beter nog, de eerste die er geen rillingen van zou krijgen moest hij nog tegen komen. Liet hij nou op zoek zijn naar diegene. Met zijn ogen gericht op het bos voor zich zette hij krachtige ruime passen over de ongelijke grond rondom de rivier. Soepel rolde de spieren onder zijn dunne vacht, ingespeeld op de beweging van de hengst, ingesteld op iedere onverwachte move die kon komen. Bijna alsof zijn geest en lijf al een goede 4 jaar met elkaar opgescheept zaten, gheh de grinnik rolde over zijn lippen, een bars geluid in de wegvallende stilte van het bos. “Kom maar kom maar kom maar” volgde haast betuttelend, en dat meende hij. Kóm. Máár.
En met dat idee zette hij zijn slanke lichaam in beweging, hij was niet de grote bonk spieren die je zou verwachten van een jonge hengst. En toch had hij al menigeen op hun knieën gedwongen. Korte flitsende beelden van de spectaculaire gevechten die hij had gevoerd, aangevoerd, bedwongen en afgedwongen had. De grijns van niet van zijn lippen te slaan, nooit, iets wat bij de meeste een vreemd en ongemakkelijk gevoel veroorzaakte. Beter nog, de eerste die er geen rillingen van zou krijgen moest hij nog tegen komen. Liet hij nou op zoek zijn naar diegene. Met zijn ogen gericht op het bos voor zich zette hij krachtige ruime passen over de ongelijke grond rondom de rivier. Soepel rolde de spieren onder zijn dunne vacht, ingespeeld op de beweging van de hengst, ingesteld op iedere onverwachte move die kon komen. Bijna alsof zijn geest en lijf al een goede 4 jaar met elkaar opgescheept zaten, gheh de grinnik rolde over zijn lippen, een bars geluid in de wegvallende stilte van het bos. “Kom maar kom maar kom maar” volgde haast betuttelend, en dat meende hij. Kóm. Máár.