Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Red drops in the white snow.

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Condor

Condor

Het regende onderaan in het dal; dikke druppels vonden hun plaats naar beneden en bedekten de grond in de vorm van plasjes. Bovenop de berg, waar bijna geen leven wezen kwam en al hélemaal geen paard, waar rotsen met ijsmutsen 's morgens blinkten in de zon, waar eeuwige sneeuw lag. Boven sneeuwde het. Het was grijs, donker. In de verte was een zwarte schim te zien. Zijn hoofd hing laag, zijn lippen krulden om tot een pijnlijke grimas. Zijn ogen waren gesloten en hij sjokte voort. Elke keer als hij zijn benen een millimeter van de grond optilde schoof er een beetje sneeuw uit. Tegen zijn voorhoofd en voorbenen zat een plakkaat sneeuw geplakt. Hij voelde alleen die vreselijke pijn. Zijn brein was één groot gapend zwart gat, langzaam bijkomend van de heftige dagen die de hengst achter de rug had. De realiteit begon tergend langzaam tot hem door te dringen. en die was gewelidg maar aan de andere kant vrselijk. Hoe erg verlangde hij wel niet naar zijn moeder, Kharrea? Hij wilde smachtte naar de trotsheid in haar stem waarneer hij vertelde over de veldslag die hij had gewonnen De sneeuwvlokjes prikten als naaldjes tegen zijn lichaam aan. Hij slofte in de automatische stand verder. Maar waar in vredesnaam moest hij nu zoeken? Hij kende DH alleen uit verhalen, en hij wist zich geen raad met deze toestand. Het was hier verschrikkelijk koud en de sneeuw prikte in zijn wonden waardoor die niet wilden helen. Waar, oh waar was Kharrea?
[Sorry voor het enorm korte post maar heb het nogal druk met alles,, & Kharrea]

Kharrea

Kharrea

Bruine vacht had zich ingeruild voor witte smurrie. Kharrea haatte sneeuw verschrikkelijk. Nog een reden waarom Aquilla veel beter was, daar was amper of geen sneeuw. Ze wist dat ze veldslag onderhand wel bijna gedaan moest zijn. Haar zoon leidde de kudde dus moest het geen probleem vormen. Hij was een goed getraind paard. Daarom had ze hem zelf getraind. Faithfull, zijn vader, had totaal geen inspraak gehad in het opvoeden van zijn zoon. Kharrea had grootse plannen met het jonge dier. 3.5, zo oud moest hij nu ongeveer zijn. Kharrea trotseerde de sneeuw, zodat ze dichter bij de grens kon raken. In de verte zag ze een donkere schim en keek op. Ze gooide haar hals trots in de hoogte en ging over in een draf. Ze ging langzaam vooruit maar bereikte de schim toch. Ze was verbaasd toen ze zag dat het haar zoon was. Ze keek hem aan en knikte zachtjes. "Condor, mijn zoon. Hoe was de veldslag?" Vroeg ze rustig aan hem. Ze was ongeveer even groot als hem maar slanker gebouwd.

sorry voor korte post. Heb weinig tijd.

Condor

Condor

I'm coming home
I'm coming home
Tell the world I'm coming home
Let the rain
Wash away
All the pain of yesterday
I know my kingdom awaits and
They've forgiven my mistakes
I'm coming home
I'm coming home
Tell the world I'm coming home

De harde wind die er stond bracht zijn manen en staart, die een kleur zo zwart als de nacht hadden, mee omhoog alsof ze hem ervan overtuigden dat boven in de hemel alles veel fijner was. Het was een grijze dag; de sneeuw die als naaldjes tegen zijn donkergrijze vacht aan prikten maakte duidelijk zicht ommogelijk. Hij draaide zijn oren om het suisende geluid afkomstig van de wind te vermijden achteruit. Het leek wel of hij nieuwe kracht kreeg. Nieuwe kracht van iets bovennatuurlijks, iets wat de jonge hengst niet kon beschrijven. Hij boog zijn behoorlijk gespierde hals en blies zijn ingehouden adem uit, waardoor zijn neusvleugels uitzetten en de warme lucht witte wolkjes in de avond maakte. Hij stapte stevig door. Waar naartoe wist hij zelf ook niet, misschien naar de plek waar zijn moeder was. Hij had altijd al respect voor de donkerbruine merrie voor alles wat ze deed. Condor was zijn moeder dankbaar toen ze hem de leiding over een groepje paarden gaf. Hij trainde ze -net zoals zijn moeder hem trainde- en creërde daardoor een sterk leger. Nadat de veldslag was gewonnen waren ze allemaal een andere kant opgegaan. Misschien ontmoetten ze elkaar in de toekomst wel weer een keertje. Hopelijk. Er was er slechts één die was heengegaan; hij had alles gegeven en een waardig leven geleid. Daarom had Condor hem aangenomen als Béta, als linkerhand. Samen waren ze een team die de goedzakjes trotseerden. Na maanden van training die zó zwaar was dat hij een paar levens had gekost, bereikten ze eindelijk hun doel: Ze hadden de veldslag gewonnen.

Zo liep de jonge hengst verder, in gedachten verzonken. Hij snoof eens de frisse avondlucht op, die zo koud was dat hij prikte in zijn neus. Echter bracht die wind nog een andere geur mee. Een geur die hij uit duizenden herkende, een geur waar hij naar smachtte. Kharrea. Met een ruk vloog zijn strakke, elegante hoofd omhoog gedragen door een sterke nek. Doordat het zo grijs was was waarschijnlijk alleen de witte neus van de jonge hengst te zien. Zijn aszwarte ogen gleden over het grijze landschap, tot er uiteindelijk een schim zijn gezichtsveld betrad. Eindelijk. Hij wilde zo snel als zijn benen hem konden dragen op zijn moeder af galoperen, de wind voelend in zijn manen en staart en de pijn en kou negerend. Hij hield zich in. Toch was hij enigszins zenuwachtig, wat als zijn moeder hem niet herkende of niet tevreden was met het resultaat? Toen hij aan die gedachten moest denken werd het wit van zijn ogen even zichtbaar en werden zijn bewegingen strakker. Hij snoof alweer, de geur werd sterker en ook kon hij nu duidelijk de conturen van zijn moeders gespierde maar slanke lichaam herkennen. Ze ging over in een drafje, en Condor liet zijn hoofd al wat lager zakken als teken van respect en begroeting. Van buiten zag hij er even kil en toonloos uit als altijd. De wereld kon hem geen reet boeien. Maar vanbinnen kolkte hij, pompte de adrenaline door zijn aderen en klopte zijn hart als een bezetene. Ze stond stil voor zijn neus. Onmerkbaar liet hij zijn aszwarte ogen over haar donkerbruine lichaam heen glijden. Ze was niks veranderd. Misschien een beetje gespierder geworden, maar dat was het. Ze knikte. "Moeder" Klonk zijn stem zacht, als fluisterende woorden die in de stilte van de nacht verdwenen. In zijn donkere ogen, die haar opgewekt maar moe en gebroken aankeken, was een tinteling te zien. Meteen begon ze over de veldslag en spontaan verscheen er een waterig glimlachje rond zijn lippen, die hij niet meer voelde door de kou. "De veldslag is goed verlopen, moeder. We hebben hem gewonnen en slechts één man verloren" Antwoordde hij kil en emotieloos. Maar er was zeker een ondertoon van respect en trots in te horen.

Kharrea

Kharrea

Ze zag hoe haar zoon was uitgeput. Ergens deed het haar iet, diep vanbinnen. Moest dat haar moedergevoel voorstellen? Ze wist dondersgoed dat ze niet zijn biologische moeder was, al zou ze het hem nooit vertellen. Ze zag hem als haar eigen zoon. Als hij halfdood ergens zou liggen zou ze voor hem vechten als haar eigen zoon. Lichtjes snoof ze eens. Ze stapte langs hem op en duwde me haar neus het grootste deel van de sneeuw van zijn hals en rug af. De wondes konden haar niets schelen, daar werd hij sterk van. Hij moest alleen niet onderkoelen. "Kom." Zei ze enkel en draaide haar langzaam om. Het sneeuwde nog steds en Kharrea kreeg het op haar zenuwen van het witte spul. Even hielt ze halt en schudde ze haar lichaam uit. Haar vier benen gingen mee in de beweging maar ze bleef recht staan. Je zag niet aan de merrie dat ze uitgeput was, uitgeleefd. Ze wist dat haar tijd sneller zou komen dan ze zou willen. Ze had ergens zo'n gevoel, waarom wist ze niet. Ze zou de oorlog verleven, daar was ze zeker van. Ze wist dat Condor niet haar laatste veulen zou worden. Ze zou nog een veulen baren, haar allerlaatste. Na cain en Ryu zou ze nog een veulen baren. Ze wist dat ze het waarschijnlijk niet zou overleven. Daarom zou ze het er eerst met Condor over hebben. Hem vragen of hij ook voor het veulen zou zorgen. Ze wist dat ze hem meteen een zware opdracht zou geven, maar wel eentje dat hem een echte hengst maakte. "Goed gedaan. Welk paard zijn we verloren? Je hebt ze nu toch een vrijheid gegunt?" Vroeg ze aan hem. Paarden die voor hen hadden gevochten kregen de kans op hun vrijheid terug. Wouden ze in de kudde blijven konden ze na een maand ofzo terug komen. Ze moesten de tijd krijgen om de te herstellen. Zo konden ze meteen terug gaan trainen als ze terug in de kudde kwamen. Zo merkte je ook meteen dat Kharrea niet werkte met vaste leden. Enkel de paarden die rechterhand waren en hoge rangen bleven permanent bij de kudde. Ze had een goed georganiseerde kudde. Even keek ze hem aan waarna ze weer voor haar uit keek. Haar donkere ogen hadden die ijskoude, moordende en kille blik. Condor was het al gewend van haar. Hij kende haar niet anders. Ze had haar oren tegen haar schedel aan gedrukt. Kharrea had nog steeds die trotse houding en zag er nog even sterk uit als vroeger.

Condor

Condor

Het suisende geluid bleef maar aanhouden. Langzaam kwam de jonge, sterk maar slank gebouwde hengst weer een beetje op adem. Zijn wonden prikten hels. De pijn drong als een kogel zijn hersenen binnen, vooral de grote bijtwond in zijn borst prikte toen er sneeuw tegenaan vloog. Hij volgde strak alle bewegingen die zijn moeder maakte, en hij draaide zijn hoofd langzaam naar toe toen hij de warme neus van zijn moeder over zijn hals en rug voelde gaan. Nu pas besefde hij hoe koud het wel niet was. Als ze niet snel in beweging kwamen of een grot zochten, zouden ze allebij onderkoeld raken en ingesneeuwd raken. Zijn spieren waren op, kapot. Maar zijn kracht lag niet in zijn bewegingen. Nee, zijn kracht was mentaal. Het steeds maar door blijven pushen in je hoofd, niet toegeven aan je vermoeidheid en pijn. Precies zoals Kharrea hem had opgevoed. Hij sloeg zijn sprieterige, pikzwarte staart tegen zijn grijze achterhand aan waardoor er heel even een tikkend geluid te horen was, dat evensnel als het gekomen was weer verdween met de wind mee. Hij zette zich in beweging achter zijn moeder aan. Hij voelde hoe de spierpijn hem betrad maar negeerde het gevoel.

Wat hem vroeger al op was gevallen, was dat hij nooit zijn vader had gekend en niet erg op zijn moeder leek. Vroeger dacht hij dat hij gewoon meer op zijn vader leek. De laatste tijd dacht hij er echter meer aan. Hij durfde het bijna niet in zijn hoofd te halen dat hij 'geadopteerd' was. Snel zette hij die gedachtes weer uit zijn hoofd en richtte zich tot de donkerbruine merrie. Ze was niks veranderd, echter was er minder dat vuur in haar blik. Het leek wat uitgedoofd omdat ze ouder werd. Ze zou nu zo'n acht jaar zijn, als Condor even rekende. Hij schudde de ijskoude witte poedersneeuw van zich af terwijl hij naar de vraag van zijn moeder luisterde. "Bedankt. We zijn de witte verloren, een sterke hengst die ik als Béta had aangenomen. Hij heeft een waardig leven geleid en was een voorbeeld voor elk paard" Zijn borst sprong wat naar voren van trotsheid toen hij dacht aan de hengst. Het was zijn beste vriend geweest, maar De dood is het avontuur van je leven.

Kharrea

Kharrea

Kharrea stapte rustig door. Haar zoon zou dit wel volhouden, daar was ze zeker van. Kharrea was een paard van weinig woorden dat toch vurig uit kon halen. Toen ze jonger was vocht ze om het minste beetje, iets wat ze haar zoon niet zou aanleren. Ze realiseerde zich nu pas dat hij zijn vader maar een keer had gezien. Hij kon het zich gewoon niet meer herinneren. Haar maakte het niet uit. Hij moest zijn vader niet kennen om een goed leven te hebben. Kharrea moest hem enkel nog bijbrengen dat je niet om het minste beetje moest gaan vechten, je lichaam werd er enkel ouder van. Iets wat je dus echt niet wou. Kharrea wist hoe vreselijk het was als je lichaam ouder was als je geest. Ze had er veel over nagedacht. Kharrea wandelde een grot in en schudde haar nogmaals uit. Ze zag hoe haar zoon afzag. "Ga liggen." Zei ze kortjes tegen hem. Toen hij eenmaal lag zuchtte ze eens. Ze wist welk paard hij bedoelde. Het was een goed sterk paard geweest, een groot verlies. Ze liet zich langzaam door haar benen zakken en ging langs hem liggen. Ze legde haar hals even over de zijne heen. Zo kon hij een beetje opwarmen. Ze had vroeger langs hem gelegen en voor haar was het haast een gewoonte dat ze een aanraking accepteerde van haar zoon. Uitgeput sloot ze haar ogen even. Toen ze ze weer opende hefte ze haar hoofd op. "Condor. Ik heb nagedacht." Begon ze op die koude toon. Ze kwam rustig recht en keek hem aan. Ze was trots op haar zoon. "Ik ga niet lang meer leven. Ik wil nog een veulen. Het laatste wat ik zal verwezenlijken. Maar... Ik wil dat jij het opvoed. Wanneer ik drachtig zal worden weet ik nog niet. Maar het zal zo zijn. Ik ga niet het laatste deel van mijn leven een nutteloos doorbrengen. Dan sterf ik liever terwijl er nog iets nuttigs uit voort komt." Sprak ze rustig verder. Ze wist niet hoe Condor hierover zou denken. Daarom sprak ze er nu met hem over. Zo zou hij niet voor vreemde dingen komen te staan. Zou hij niet ineens een klein mormel naast zijn dode moeder zien liggen. Kharrea wist dat het nog een paar jaar weg was, die tijd zou ze met haar zoon doorbrengen.

Condor

Condor

In het holst van de nacht, want het was nacht geworden net zoals het weer morgen werd, was in de verte een groot gapend zwart gat te zien. Condor wist dat dit een grot moest voorstellen, een hol in de aarde. Hij sjokte achter zijn moeder aan. Ze beveelde hem te liggen en hij maakte dankbaar gebruik van haar bevel. Hierbinnen was het sneeuwvrij en windstil, waardoor de gevoelstemperatuur een stuk omhoog ging. Hij schudde zich opnieuw uit en klapte langzaam door zijn benen, die aanvoelden als ijsblokjes. Zijn moeder was warmer en er ging een rilling over zijn ruggengraat toen hij de hals van zijn moeder over die van hem voelde. Hij zuchtte en sloot even zijn ogen. Zo lagen ze een tijdje toen zijn moeder nogal serieus begon. Hij wendde zijn hoofd naar haar toe en zijn oortjes schoten behoorlijk nieuwsgierig vooruit. Wat was er aan de hand? Zijn aszwarte ogen keke onderzoekend naar de merrie voor haar. Haar stem klonk akelig serieus. Iets wat hij van vroeger nog wel kende, maar deze keer was het toch anders. Zijn moeder begon te praten. Condor luisterde opgetogen, maar hoe meer Kharrea zei, hoe meer zijn oren begonnen te hangen. Kharrea was een waardige moeder en het kwam behoorlijk hard aan bij Condor dat ze zei dat ze niet meer wilde leven. Op het eerste ogenblik had Condor echt geen zin om voor zo'n veulen te zorgen, maar later dacht hij over de woorden na. Hij zuchtte terwijl hij met zijn antwoord begon.

"Kharrea, moeder. De dood is een avontuur na je leven, en u heeft me geleerd er niet voor terug te deinsen. Ik heb respect voor uw keuze, al zal het nog een paar jaar duren voordat u het pad van de dood inslaat. Als u een klein duiveltje in uw buik heeft zal ik er voor zorgen, moeder. Ik zal het opleiden tot een sterk paard, net zoals u dat met mij heeft gedaan. Ik moet u bedanken dat u deze verantwoordelijkheid op mij heeft geschoven." De woorden verlieten zijn keelgat langzaam, alsof hij bang was dat zijn moeder hem niet zou verstaan. De twijfel was weggetrokken. Hij leek vanbuiten kil, maar binnen in hem deed het pijn. Het duurde nog een paar jaren, maar Condor wilde dat het niet gebeurde.

Kharrea

Kharrea

Kharrea zag hoe hij nieuwschierig zijn oren even had gespitst. Ze zag ook hoe ze meer en meer weer gingen hangen hoe verder ze kwam met wat ze uitkraamde. Ergens had ze verwacht dat hij zo zou gaan reageren. Ze was tenslotte zijn moeder die hier over zelfmoord aan het spreken was. Voor een paar luttele seconden stond er een tevreden glimlach op haar gezicht. Ze knikte enkel en staarde even voor haar uit. De sneeuwstorm woedde nog steeds over het land heen. "Ik zal er voor zorgen dat je geen last met dat kleine mormel zal hebben. Enkel de beste hengst zal het waardig zijn. Het zal nog een paar jaar duren. Ik ben nog niet versleten." Onbewust legde ze de nadruk op Nog in haar laatste zin. Haar ijskoude, moordende toon bevatte deze keer wat meer vurigheid. Ze snoof een geur op en grijnsde valsjes. Ze hees haar staart ietsjes trotser in de lucht en deed een paar stappen naar voren. Vanuit de witte sneeuw kon je niet zien, maar Kharrea wist wel degelijk dat ze er waren. Vreemden die een schuilplaats zochten, ze zouden tevergeefs verder trekken als ze hun geuren zouden ruiken. Ze schuurde met haar schouder tegen de rand van het hol aan. Haar geur werd meegesleurd door de woeste wind. Ze zouden hier nog een tijdje vast gaan zitten. Waarschijnlijk zouden ze hier de nacht door brengen. Al had Kharrea te veel energie om nu al te gaan slapen. "Rust goed uit. Zodra je terug fatsoenlijk op je vier benen kan staan gaan we verder." Zei ze tegen haar zoon. Het was hier een niemandsland en er was niets te bleven. Zo lang dat hij zou herstellen van de oorlog die hij had gehad zou Kharrea bij hem in de buurt blijven. Over hem waken zodat hem niets zou overkomen. De wind sleurde aan haar manen maar kregen ze niet los. Sneeuw dwarrelde langs haar gezicht weg. Ze had haar oren tegen haar schedel aan gedrukt en genoot van het helse weer. Normaal was ze hierdoor gewoon verder gegaan, door de duistere nacht, door de sneeuwstorm. Ze deinsde voor niets terug, dat had ze haar zoon ook geleerd. Kharrea was helemaal niet bang voor haar dood, ze wist toch dat hij zou gaan komen. Ze moest alleen nog de perfecte hengst vinden, eentje die durfde te dansen met de duivel. Eentje die de dans overleefde. Diegene die dat zou doen zou de eer krijgen een nakommeling te hebben van haar. Kharrea had haar bloedlijn altijd zorgvuldig gekozen. Daarom hoopte ze op een merrie, eentje die net zo kieskeurig was als zij als het kwam op veulens aan. Ze wist dat Condor op dat gebied niet heel kieskeurig moest zijn. Hij zorgde er maar voor dat er genoeg dieren met hun bloed doorleefden. Al was het neit haar eigen zoon, hij draagde perfect bloed en dat wist Kharrea. Hij was beter als haar bloedeigen zoon. Condor was een goed gebouwde hengst waar je amper fouten zag in zijn bouw.

Condor

Condor

Er verscheen weer wat vuur in de stem van zijn moeder, waar Condor blij mee was. Dit was echt het teken dat ze nog niet versleten was, dat ze nog vuur in haar ziel en hart had en dat ze door bleef strijden. Nee, het was nog niet afgelopen met Kharrea. Ook de jonge donkergrijze hengst met de spierwitte neus kreeg hier kracht van. Hij snoof zijn adem uit, die witte wolkjes in de nacht vormde. Omdat zijn moeder voor nog meer waardig nageslacht wilde zorgen, had hij zich voorgenomen hetzelfde te doen. Het enige wat hij moest doen was een geschikte merrie uitzoeken, stevig gebouwd en met het karakter van de duivel zelf. Met zijn bouw en uiterlijk was het niet erg moeilijk een jonge merrie te krijgen. Uiteindelijk zou ze dronken worden, dronken van verliefheid en dan kon hij zijn klusje klaren. Dat alles zou niet meer dan een paar dagen duren, of langer voordat ze hengstig werd. Vervolgens verlaatte hij de merrie weer. Haar veulen zou opgroeien en getraind worden, precies als Kharrea deed. Hij wendde zich tot de lichtbruine merrie en luisterde naar haar woorden, kil en emotieloos als altijd. "Bedankt moeder, u weet dat ik weinig tot geen ervaring met veulens heb. wel heb ik jarenlange training gegeven dus ik kom er wel mee uit de voeten" Antwoordde hij. Hij kreeg steeds meer respect voor haar keuze, want de dood recht in haar ogen aankijken durfden maar weinigen. hij knikte op haar volgende woorden. Een goede hengst uitkiezen was nog niks, en hij zou er niet in kunnen meehelpen mede dankzij het feit dat hij hier, in DH, geen één hengst kende. "De tijd gaat snel moeder. Sneller dan u verwacht. Toch zal het inderdaad nog een paar jaar duren." Antwoordde hij simpel. Hoe snel was de tijd wel niet voorbij gegaan terwijl hij gezag over zijn kleine kudde had? Het waren de beste jaren van zijn leven. Nu had hij alle hengsten, 9 welgeteld, hun welverdiende vrijheid gegeven. "Ik ben sterk. Voor u het weet zijn mijn wonden geheeld" Antwoordde hij. De wind drong in de grot, waardoor zijn manen en staart in het rond vlogen. Behalve het oorverdovende geluid van de wind die rond de kieren en spleten in de grot vloog, was er niks te horen. Hij bleef een tijdje met gesloten ogen liggen, denkend aan de toekomst. Hij zag het nog echt voor zich; Een sterke hengst met een veulen aan zijn zijde, zijn halfbroer of halfzusje. Hij wilde de hengst die zijn moeder ging dekken zéker ontmoeten/

Kharrea

Kharrea

De sneeuw dwarrelde op hoog tempo neer. De donkere lucht was grijzig zwart. Een windvlaag kwam de grot binnen. Kharrea's manen vlogen naar achteren net als haar staart. Rustig draaide ze haar om. Haar hals trots geheven. Een nieuw tijdperk zou aankomen, oudere paarden moesten vervangen worden. Dat wist Kharrea goed genoeg. Zelf had ze ook nooit iets met oude paarden te maken willen hebben. Ze was nu nog wel niet oud maar achter een jaar of vijf vond ze zichzelf te oud om nog waardig te leven. Je botten gingen verslijten, ze reageerde trager. Ze werd gewoon te oud om nog waardig te leven volgens haar. Ze zou nooit een kudde betreden omdat ze niet meer alleen kon leven. Ze zou niemand ten last zijn. Dan pleegde ze nog liever zelfmoord. Dat was ze ook zo aan het plannen. Achter een jaar of vijf zou ze zich laten dekken. Nog tijd zat volgens haar. Ze lachtte eens sarcastisch toen hij een opmerking maakte. "Ik had nog nooit een veulen opgevoed voor jij kwam. Je moet geen ervaring hebben. Gewoon luisteren naar je instinct." Zei ze tegen hem. Ze ging een stukje naast hem liggen zodat ze hem nog aan kon kijken. Ze ging bewust dichter bij de uitgang liggen. Als er dan iemand zou komen zouden ze eerst langs haar moeten voordat ze bij haar zoon konden komen. "Dan vertrekken we morgenvroeg, nog voor de zon op is." Zei ze tegen hem. Ze sloot haar ogen en de ijskoude, moordende blik verdween achter haar oogleden. Ze was moe en het zou een korte nacht worden. Als condor slim was zou hij gaan slapen en uitrusten.

[flutje sorry]

Condor

Condor

De wind trok aan zijn sprieterige, pikzwarte manenbos alsof ze hem ervan wilden overtuigen dat het buiten de grot veel fijner was, maar na een tijdje gaf de wind het op en begon wat af te zakken. Het bleef echter sneeuwen buiten, de lucht was zo grijs als de vacht van Condor. Hij luisterde naar de woorden van zijn moeder en knikte instemmend. Hij zag het nog niet echt voor zich hoe zijn moeder op de grond lag te veulenen. "U heeft gelijk moeder. We overnachten hier." Stemde hij in. Waarschijnlijk zouden ze beiden niet lang slapen maar Condor had ook niet zo veel rust nodig. eigenlijk was hij voortdurend in beweging, en dan vooral 's nachts. hij snoof en drapperde zijn gespierde grijze hals om die van zijn moeder. Als ze lkaar niet warm zouden houden zou er weinig van hun terecht komen. Hij lag nog een tijdje naar de lege duisternis voor zich te staren, toen gaf hij eindelijk toe aan zijn moeheid en viel in slaap.

Kharrea

Kharrea

Kharrea voelde de warme hals van haar zoon en legde haar hoofd neer. Ze sloot haar ogen weer maar viel niet echt in slaap. Ze dommelde af en toe in maar niet voor lang. Kharrea sliep altijd erg weinig. Ze rustte meer uit inplaats van te slapen. Ze had voor het laatst echt geslapen een week ofzo geleden. Toen had ze een erg veilige plek gevonden, ergens diep in de oude black rose gebieden. Die geboden waren verlaten, alle black roses waren verdwenen. Ze was naar de groten gegaan, ergens ver weg, achter de stromende rivier. Daar had ze een lange tijd kunnen slapen. Ze had toen veel te lang geslapen maar was super fit geweest. Nu was ze ook weer ergens aan haar grens. Binnenkort zou ze weer een lange nacht slapen. Zo ging het elke keer weer. Condor sliep al terwijl ze uitkeek over de vallende sneeuw. Het ging steeds minder hard sneeuwen tot het ophield. Het werd kouder en het begon harder te vriezen. Kharrea stond even recht en wandelde achter Condor. Ze legde haar achter hem neer en ging dicht tegen hem aan liggen. Ze legde haar hals over de zijne heen en briestte eens zachtjes. Ze sloot haar ogen en rustte zachtjes. Tegen het einde had ze toch een uurtje of 3 echt geslapen. Iets wathaar echt deugd deed. Ze stond recht en rekte haar strame spieren eens uit. Ze duwde met haar neus tegen Condor zijn nek aan. Haar blik was nog even moordend als eerst. "Opstaan, we gaan verder." Zei ze op dezelfde toon tegen hem.

Condor

Condor

De bevelende stem van zijn moeder trok hem uit zijn rust. hij had niet geslapen, want dan hadden ze de kans 's nachts aangevallen te worden door lynxen of andere dieren. Hij snoof en drukte zich met moeite overeind. Zijn spierpijn werd erger, maar Condor had geleerd de pijn te negeren. Hij sjokte achter zijn moeder aan. Buiten was het nog donker, maar het zou niet lang meer duren voordat de zon opkwam. Hij sloeg zijn zwarte staart eenmaals tegen zijn achterhand aan. Waarschijnlijk liepen ze richting de warmere gedeeltes van DH, maar de grijze hengst wist het niet zeker. Hij moest zijn benen echt vooruit trekken, en na een tijdje lukte het beter en werd de pijn minder. Zwijgend hield hij zijn blik op de horizon gericht terwijl hij naast de bruine massa liep.

Kharrea

Kharrea

Kharrea stapte op een rustig tempo. Haar spieren moesten losser worden voor ze door zou gaan stappen. Veel spreken deed ze niet, enkel het hoognodige sprak ze. Woorden waren niet nodig om dingen te laten weten. Condor kon goed genoeg aan haar zien wat ze wou. Met de tijd dat haar spieren losser kwamen begon ze een iets hoger tempo aan te nemen. Kharrea was geen merrie die stil bleef staan. Haar donkere oren had ze tegen haar schedel aan gedrukt. Kharrea ging haast rechtstreeks naar de drakenberg. Ze klauterde langs een smal, stijl bergpad omhoog. Het weer was hier niet veel beter maar ze moesten het voorbij. Een vogel schrok op toen het haar hoeven hoorde. Hier en daar groeide een eenzaame bloem. Kharrea zag hoe een bij eten zocht in een bloem. Zolang het dier meer niet de moeite deed om bij haar in de buurt te komen. Dan maakte dat kleine zoemende beest kennis met haar staart. Ze keek even om naar Condor, hij moest alles maar inprenten zodat hij hier de weg snel kende. Dat ze niet de hele tijd bij hem moest rondhangen.

[bij]

Condor

Condor

Hij plantte zijn hoeven zorgvuldig in de witte sneeuw. Het bergpaadje dat ze insloegen was behoorlijk dun, en het kronkelde alle kanten op. Verveeld sloeg de donkergrijze hengst zijn staart een keer tegen zijn behoorlijk gespierde achterhand aan, terwijl zijn hals in een lichte krul zat en zijn hoofd tegen zijn borst aanplakte. Een groep bijen zoemde rond de veelgekleurde, kleine bloemetjes die met hun kopjes boven de sneeuw staken. Hij zette expres zijn zwarte hoeven op de bloemen, draaide een keer met zijn hoeven en het enige wat overbleef was een hoopje gekleurd spul, met hier en daar een geplette bij ertussen. Opeens schoot hem wat te binnen. Lang geleden, voordat hij in Dh was aangekomen, had hij van een paar anderen gehoord dat een vreselijke goede hengst de halfbroer van zijn moeder was. Verontwaardigd snoof hij, zijn adem vormde witte damp in de vroege morgen. Waarom wist hij dit niet? Zijn bewegingen werden strakker, terwijl hij zwijgend achter de kont van zijn moeder aanstapte. Zijn hoofd ging even fier omhoog. "Moeder" Begon hij. Er was een rauw randje aan zijn stem te horen, en hij siste de woorden haast tussen zijn tanden uit. "Waarom heeft u me nooit verteld dat een goede hengst, Sultan genaamd, uw halfbroer is?" De naam 'Sultan' sprak hij met spot en walging uit.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum