Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

One last time ~

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1One last time ~ Empty One last time ~ vr 29 jul - 11:18

Céto

Céto

Just give me one more day
To say goodbye
Because now you’re back
And I’ll have to go
Is this the end or the beginning
Life is so precious
So don’t close your eyes
To the beautiful things
Promise me, promise me
You will never let go



“Ik dacht dat jij wel een betere tegenstander zou zijn”
Een stomp tegen zijn zij.
Bloed drupte uit zijn neus.
“Waarom vecht je niet meer zwakkeling?”
Machteloosheid werd de baas.
Hoe sterk hij ook probeerde te zijn.
“Je bent een verliezer. Hoor je me?”
Hij geloofde het niet.
Hij kende liefde.
“Altijd zo’n grappenmaker geweest. Wie lacht er nu broertje?”
De laatste klap.
Toen was hij weg.

Na een lange tijd begon hij weer iets te voelen, een tinteling, van grassprietjes die in zijn vacht prikten. Het enige wat hij zag was een zwarte diepte, hij wist niet meer of zijn ogen dicht zaten of open waren. De zwartwitte hengst had zich nog nooit zo zwak gevoeld. Alles was heel vaag, hij kon niet meer helder nadenken, wist niet eens waar hij was. Toen hij probeerde te beweging voelde hij een steek in zijn maag. Dit was niet goed. Hij rook de geur van gras gemengd met bloed, er klonk vogelgezang en het geluid van stromend water. Na een tijd stil te liggen, half beswusteloos, begon hij zijn benen weer te voelen. Hij voelde het bloed door zijn lichaam vloeien, de warme adem uit zijn neus. Céto opende zijn ogen, hij zag alleen wazige vlekken, maar daarna herkende hij zijn omgeving. Hij lag midden in een dal, een vallei. Niet ver in de buurt stroomde een beekje. Er was een opvallende rode kleur te zien, tussen het gras, duidelijk bloed. Hij was in een gevecht verzeild geraakt… Opeens voelde hij zich enorm schuldig. Geen idee waar dit gevoel plotseling vandaan kwam, maar het was een verschrikkelijk gevoel, het overheerste zijn lichamelijke klachten. Hij probeerde zich op zijn conditie te focussen, probeerde te bewegen en overeind te komen, maar het lukte niet. Nog nooit had hij zich zo zwak gevoeld, zo machteloos. Ging hij dood? Nee, niet nu, niet nu, hij wou nog niet dood, hij moest dit overleven. Niet alleen voor zichzelf. Zijn ogen scanden alle bewegingen in zijn omgeving, hij wist zijn hoofd te keren, maar nergens was iemand te bekennen. Hij had geen kracht om te schreeuwen of zelfs maar iets te zeggen, het leek alsof zijn stem verdwenen was, het enige wat uit zijn keel vandaan kwam was een schel gefluister. Men, hij voelde zich oud, alsof hij tweeduizend jaar opgesloten had gezeten in een donkere grot. Coktail, waar was ze, hij had haar nodig, zo hard nodig. Altijd. Zonder haar was alles saai en nutteloos. Ze betekende de wereld voor hem. Als hij dood ging moest hij haar nog een keer - Ach nee, hij ging niet dood! Praat jezelf geen onzin in Céto. Een ontzettende pijnlijke steek schoot door zijn hele lichaam, net op het “goede” moment. In zijn buik zat een hele diepe wond, in zijn nek waren gigantische schaafwonden aangebracht, zijn benen waren zeer beschadigd. Als het bloed zo door zou stromen, zou het niet goed komen. Maar daar dacht de hengst niet meer aan. Hij verzamelde al zijn kracht en moed voor één laatste hinnik, aan Coktail, zijn liefde, zijn merrie, de mooiste van de hele wereld waar hij altijd plezier mee had. Zijn dude, beste mattie de luxe… Toen sloot hij zijn ogen, denkend aan de hele wereld, wat anderen op dit moment zouden meemaken. Op een vreemde manier begon hij nu alle kleine dingen in het leven te waarderen. Typisch hoor. Maar hij wou niet zielig zijn, hij was dondersgelukkig, en trots. Even leek het er op dat hij weer een beetje helder kon nadenken, de herinneringen van de momenten voor hij hier laag kwamen langzaam naar boven. Een schok ging door hem heen toen het kort leek alsof zijn broer weer voor hem stond, hem recht in zijn ogen aan keek. Alles wat hij had gezien, was haat en leegte. Ralmunde… Het was hem geweest, zijn eigen broer… Maar dat was ook logisch, het klonk hard, en dat was het ook, maar er was niemand die hem meer haatte. Céto had zijn broer altijd genegeerd, maar nu kwam zijn broer weer helemaal terug in zijn gedachten. Ralmunde was van kleins af aan een pechvogel geweest, werd al gauw depressief en werd zelfs gek. Nu wist hij waar dat schuldgevoel vandaan kwam. Hij had nooit beseft dat het op dit kon uitlopen. Wat was hij een lafaard geweest, hij had zijn broer nooit geholpen of gesteund. Als hij het opnieuw kon doen was het zo anders gegaan… Alles wat hij zich herrinerde van het gevecht tussen hem en Ralmunde, waren de woorden die hij had gesproken, en de laatste keer dat hij hem zag, toen hij wegliep zonder achterom te kijken. Ralmunde wist dat Céto het niet zou overleven. Het was zijn bedoéling geweest, zijn bedoeling… Even dacht hij dat hij iemand hoorde, zou het Coktail zijn? Eigenlijk moest ze hem niet zo zien… Misschien had hij haar beter niet kunnen roepen… Dan was hij in haar herinnering gebleven zoals hij was. Hij moest vluchten voor haar, voor dat ze hem zo ontdekte. Maar het lukte hem niet om op te staan. “Coktail nee, je mag me zo niet zien…” Fluisterde hij, maar het was onhoorbaar. Ergens had hij een ontzettend verlangen om nog een keer in haar vrolijke, sprankelende ogen te kijken, nog een keer haar een neusje te geven en met haar te lachen. Maar dat was op deze manier toch niet mogelijk. En naast dat verlangen had hij het verlangen om te leven. Misschien was dat verlangen, samen met Coktail, het enige wat hem nog uit deze situatie zou kunnen redden…

[Hoezo overdreven zielig en dramatisch :’]
[ Alleen de allerliefste Coktail graag <3
En olifanten zijn ook welkom 8D]



Laatst aangepast door Céto op za 30 jul - 9:48; in totaal 1 keer bewerkt

2One last time ~ Empty Re: One last time ~ za 30 jul - 8:07

Coktail

Coktail

Coktail struinde wat rond op de top van één van de bergen die de vallei vormde, die onder haar lag. Al kon ze daar op dit moment niets van zien; Bomen omringden haar en ze worstelde zich opgewekt door het struikgewas heen, ‘pardon’ mompelend toen ze een mooie bloem het leven benam doordat haar hoeven de stengel knakten, alleen ontbrak het spijtgevoel in haar stem. Tsja, als ze elke bloem die ze niet levend overliet op haar pad uitgebreid haar excuses aan moest bieden, dan kon ze maar beter niet door de bloemenvelden gaan lopen, want dan kwam ze nooit meer aan de overkant. Bovendien was ze hun soortgenoten, de wilgentakken, die laatst haar manen nog in een wild vogelnest hadden veranderd, nog niet vergeten. Dus, dan mochten die haar eerst maar eens wat meer respect gaan betonen, dan zagen ze wel verder.
Ja, Coktails gedachtegang was niet volledig logisch te verklaren, maar het was haar eigen gedachtegang, en ze had wel eens aan gekkere dingen gedacht. Iglohuizen op de sneeuwvlakte met schoorstenen bijvoorbeeld, dus als je dan over je sociale contacten met de lokale flora denkt, dan is dat nog niet eens zó gek, toch?
..Toch?
Anyways, Coksel verkende dus de vallei en omstreken, huppelde wat rond, sniffelde wat hier en snuffelde wat daar, bleef enkele seconden staan om naar de mooie lucht van vandaag te kijken, alles z’n gangetje, niets gehaast. Het was gewoon een normale dag in Coktailland. Onder Coktailland verstaan wij de plek waar Coks op dat moment staat. Ze wist niet dat haar geliefde, haar sterke bonte geval de berg af beneden in de vallei in doodsnood lag. Nog niet. Als ze dat geweten had, dan was ze nu al beneden geweest. Iets dat in luttele seconden ging gebeuren. Ze spitste haar oren en hief haar hoofd op, haar lichtgrijze ogen dwaalden nieuwsgierig rond de omgeving toen ze een hinnik die aan haar gericht was hoorde. Direct gooide ze haar hoofd achterover en hinnikte lang en helder terug. In eerste instantie kwam die blije glimlach op haar gezicht die ze speciaal bewaarde voor Cétterd. Niemand kon beter, cooler, grappiger, charmanter, überawesomeër zijn dan Cét, en een leven zonder haar mattie kon ze zich niet voorstellen. Dat was een depri gedachte die niet in Coks blije hoofd thuishoorde, en waarom zou ze er aan denken? Op dit moment was alles in Coks leven sunshine and rainbows, en eigenlijk was het dat altijd wel geweest, alleen was het pas perfect geworden toen ze de zwartbonte hengst weer ontmoette. Toen was het compleet geweest.
Maar direct maakte de blije glimlach plaats voor een lichtelijk bezorgde uitdrukking op haar gezicht, haar neusje rimpelde terwijl ze de hinnik mentaal opnieuw afspeelde in haar gedachten. Er was iets mis, de hinnik miste zijn vertrouwde klank volume, want één van de dingen die de twee gemeen hadden was dat ze beide bij enthousiasme en blijheid hun stem en diens volume nog maar moeilijk konden controleren. Wat resulteerde in uitroepen die heel DH kon horen. Maar Coks had direct door dat er iets mis was; Ze kende de hengst veel te goed om het niet door te hebben. Dit resulteerde in een Coktail die direct van haar plaats kwam en van de berg af sjeesde. Dat was nog riskant aangezien ze niet over de kop wilde gaan en inplaats van rennend koprollend de berg af wilde komen. Alhoewel, zou dat sneller zijn..? Nee Coks, hij heeft niks aan je als je met een gebroken been aan komt zetten, hield ze zichzelf streng voor. Ondertussen begon haar hart harder te bonzen, terwijl allerlei scenario’s zich in haar hoofd afspeelde, waar allemaal dramatische dingen in gebeurden. Bezorgdheid overspoelde haar, ondertussen bleef ze zich voorhouden dat er echt niks gebeurd kon zijn. Straks rende ze regelrecht op Cét af, waarbij ze bijna tegen hem aan zou knallen, en ze zouden door elkaars manen woelen en lachen om de bezorgdheid van een paar minuten geleden. Ja, zo zou het gaan. Toch konden deze innerlijke geruststellingen haar niet kalmeren en haar slanke benen gingen zo snel als ze konden, terwijl ze tegelijkertijd een beroep deed op al het evenwichtsgevoel dat ze bezat. Uiteindelijk kwam ze uit de begroeiing op de berg geracet, en zag het riviertje voor zich schitteren. Het eerste wat ze opmerkte was de verschrikkelijke geur van vers bloed. Het tweede was de gevlekte gestalte die bewegingloos tussen het roodbevlekte gras lag. “Cét? Céto?” bezorgdheid en angst om het leven van haar mattie klonken in haar stem door, maar ook een flinke portie ongeloof. Dit kon gewoon niet waar zijn. Haar ogen verwijdden zich, ze hapte naar adem en leek even een hartstilstand te krijgen, terwijl ze slippend tot stilstand kwam. Nee, nee, nee. Nee, niet Céto, niet haar mattie. Hij was toch niet..? Maar toen hoorde ze een zacht geluidje, en besefte dat het zijn lichte ademhaling was, en dat hij zacht enkele woorden fluisterde. “Coktail nee, je mag me zo niet zien…” Ze snelde naar hem toe. “Cét!” het klonk paniekerig en ze duwde haar neus heel voorzichtig en zachtjes tegen zijn wang aan. Ze slikte geschrokken toen ze zag hoe toegetakeld hij was, hoe ernstig de verwondingen waren die zijn lichaam bedekten, en hoe het scharlakenrode bloed er nog steeds uit stroomde. Ze legde haar wang kort tegen de zijne. “Je mag niet dood gaan, Cét! Ik heb je nodig, onze olifant heeft je nodig!” zei ze paniekerig, en kort rolde een snik over haar lippen. Toen besefte ze dat snikken hem niet zou helpen. Ze tilde haar hoofd weer op en vocht de tranen, die haar zicht dreigden te bedwelmen, weer terug. Ze moest nu meteen iets doen, hij was nog te redden, hij moest gewoon nog te redden zijn. Ze weigerde te geloven dat dit het einde was. “Volhouden, Cét. Ik ben zo terug.” Fluisterde ze, en toen draafde ze weg. Er stond nu een nieuwe blik in haar ogen: Een vastberadenheid die beloofde dat de merrie er alles aan zou doen om haar partner te helpen. De paniek was weggevaagd door deze vastberadenheid, die nu brandde als een vuur in haar ogen. Ze had wel eens gehoord van een soort mos dat kon helpen om het bloeden van wonden te stelpen. Ze wist niet zeker of het hier ook zou groeien, maar het was haar laatste hoop, en daar klampte ze zich aan vast. Ze moest zich inhouden om niet te gaan galopperen, haar vlotte draf liet haar voelen alsof ze in slowmotion liep. Maar harder gaan dan dit zou niet slim zijn, omdat ze op die manier het mos misschien zou missen. Haar ogen schoten over de planten, haar hoeven gingen zonder dat ze erbij na hoefde te denken in hetzelfde tempo door; Daar lette ze al niet meer op. Het enige wat nu telde was dat mos vinden en het naar Cét brengen. Haar ogen leken even op te lichten toen ze iets groenigs en pluizigs zag, dat onder een boom groeide; Het mos voldeed precies aan de beschrijving die ze ooit gehoord had! Zo snel ze kon plukte ze het spul, ze droeg zoveel ze kon weer terug naar de gevlekte gestalte die op de grond lag. Plotseling schoot haar een idee te binnen; Ze moest eerst de wonden schoonmaken natuurlijk. Dus pakte ze wat mos in haar mond, droeg het naar het riviertje en dompelde het onder. Toen kwam ze weer terug en depte ermee de grootste wonden van Cét, waaronder de grote wond op zijn zij. "Dit kan even pijn doen, maar het moet." mummelde ze tussen het mos door. In plaats van een paniekerige Coktail was er nu een verzorgende, doelgerichte Coktail.
Toen ze dat gedaan had pakte ze de rest van het mos, dat dus niet zo veel meer was. Ze legde het op de grootste wonde en sjeesde er weer vandoor om nieuw te halen, dit keer kon ze wel galopperen omdat ze de plek waar ze het vandaan haalde wist. Even later kwam ze weer terug bij Cét, en legde het mos nu ook op enkele andere grote wondes. Met haar neus duwde ze het goed aan om het bloeden te stelpen, eerst bij de wonde in zijn zij, daarna bij de andere. Ze murmelde een zacht geluidje, iets dat klonk zoals; "Het komt wel goed..schatje-iemand hier heeft de roosvicé reclame gezieeen~" Ze hoopte maar dat dit zou helpen, zonder Céto overleefde ze hier echt niet. Ze wilde niet eens denken aan de pijn die dat zou veroorzaken.

Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum