Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Paint the big black holes.

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1Paint the big black holes. Empty Paint the big black holes. za 13 aug - 21:16

Celebrían

Celebrían
VIP

De hanen kraaiden, lieten weten dat ze er waren. Langzaam ontwaakte het land. Werd de donkere lucht als maar lichter; nu pas kon men de met wolken bezaaide hemel goed aanschouwen. Wilde dieren –herten, konijnen, vogels, vossen en ander grut- renden in het rond. Op weg naar voedsel of waterbronnen. De wind leek de slaap uit zijn ogen te wrijven, rekte zich uit en begon zijn lange –ochtendwalm- adem uit te blazen om de wereld zo van beweging te kunnen voorzien. ~Een nieuwe dag was begonnen.
Geeuwend sjokte de vreemd gekleurde merrie naar een bestemming die alleen zij interessant vond. Haar ogen keken leeg voor zich uit, leken niets te zien, maar hielden ondertussen iedere beweging in de gaten. Een rommelend gevoel in haar mag deed haar wenkbrauwen fronsen. Mogelijkerwijs was de prooi die ze de avond hiervoor had gegrepen toch niet zo goed bevallen. Ietwat groenig werd haar gelaat naarmate de tijd verstreek- hoewel ze het bloed met smaak wist te verorberen, was het vlees blijkbaar niet zo’n succes. Haar neusgaten sperden zich open, happend naar lucht kreunde ze en sloeg ze met haar achterbeen naar haar buik. ’Verdómme. Stelletje malloten. Achterlijke bananen. Idiote aardappelstaafjes..’ Scheldend en vloekend werd haar reis vervolgd, terwijl ze hier en daar een hap gras nam om zo het vlees te kunnen verteren. Welke dwaas had het ook bedacht om vlees te gaan eten?
Het ochtendlicht werd langzaam over het hele land verspreid. Beginnend in het oosten, strekte het zich uit over de rest van de wereld. Het gras was nat, zand was met water verzadigd en zo was er modder ontstaan. De regen van de afgelopen nacht had enkele delen doen overstromen. Enerzijds was dat zeer hinderlijk, anderzijds zorgde het ervoor dat de zwakkelingen onder ons het loodje hadden gelegd waardoor er meer plaats was voor de sterkeren. Haar mondhoek kwam iets omhoog, een groene glinstering verscheen in haar ogen. Als een jager die een prooi in de smiezen had gekregen. Al was dat –tot haar grote spijt- niet zo het geval. Weliswaar had ze de aanwezigheid van een ander opgemerkt, maar of het een prooi zou zijn? Hoogstwaarschijnlijk niet. Zijn geuren vertelden haar andere dingen. De wind fluisterde zijn naam in haar oren. Híj was een móordmachine die voor niets of niemand aan de kant week.
Geruchten hadden de ronde gedaan. Roddels werden door alles en niets verspreid. Een vreemd soort nieuwsgierigheid brandde in haar hart ~ Hij kon niet zijn zoals alle anderen, het was simpelweg onmogelijk. Iemand met zíjn verleden, móest een broeder van haar zijn. Een broeder uit het kwaad. Haar tanden werden bloot gegrijnsd toen hij opdoemde uit de donkere schaduwen. Haar houding thans met enige nonchalance gevuld. ’Ik vroeg me al af of ik je eens zou ontmoeten, Cobrazarao.’ Luchtig was haar stem. Schíjnbaar geïnteresseerd vuurde ze de woorden op hem af.

~COBRAAAAAAAAaaaaaaa... AWESOMENESS

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

De stilte dwaalde rond de zwarte hengst. Geen enkel wezen durfde een woord uit te brengen. Zijn roodbruine ogen gleden verveeld voor zich uit. Zoekend naar iets interessant. Maar alle interessante dingen waren al lang gevlucht. Cobrazarao was na maanden weer op vakantie in Dream Horses. Hij had Zephyr bij de kudde gelaten zodat Cobrazarao zijn plannen hier verder kon uitwerken. Dream Horses was weer geweldig actief... niet echt dus. Het was natuurlijk winter en vele bereiden zich voor. Er bleken twee slechte kuddes rond te daveren. Wat gek, hij heeft ze nog niet eens opgemerkt. Het zal vast wel een miezerige kudde zijn. Met zijn leger verpletterde hij Dream Horses met gemak. Maar hij wilde zijn paarden niet verspillen. Hij aast op andere landen. Grotere en betere. Cobrazarao was altijd een winnaar geweest. Hij kreeg steeds macht en het bleef maar groeien. Nu wilden veel paarden hem verslaan. Ze zien Cobrazarao als een soort trofee. Een bewijs dat ie veel machtiger is. Maar het is tot zijn spijt niemand gelukt hem te verslaan. Wat zou het fijn zijn om een grote rivaal te hebben. Natuurlijk had hij die mormel van een Boets. Maar ze was nooit zo geweldig geweest. Ze kon hem alleen maar uitschelden en vernederen. Dat was het enige dat haar beste kant was. En dan hadden we Amiya. Dat was tot nu toe de beste rivaal geweest. nou ja, Veel last had hij nu ook weer niet van haar. Eigenlijk was het op dat vlak een saai leven. De hemel was bezaaid met wolken. Wat hij prima vond. Hij hield liefst van een donkere sfeer. Na uren stilstaan kwam de hengst weer tot leven. Zijn gespierde lijf begon te spannen. Zijn grote hoeven schopten de aarde de lucht in. Zijn oren stonden zoals altijd naar achteren gericht. Dat was een signaal van -Blijf uit de buur- Maar zoals altijd zijn de paarden zo onwijs dom dat ze het negeren. Maar dat had hij graag. Zijn hobby was levens nemen. Hij verplaatste zich in de schaduwen. De bedden van bladeren verraden zijn aanwezigheid. Maar ook zijn sterke geur waarschuwde de slachtoffers meteen. Zijn lange dikke manen hingen als behang op zijn hals. En zijn staart moest hij bijna meeslepen. Cobrazarao was helaas niet zo'n lief en aangenaam paard. Het was echt een rotzak die alleen van haat volle dingen hield Natuurlijk dankzei zijn ouders, en voorouders. Opeens hoorde hij de vreemdste scheldwoorden klinken. Het was al duidelijk een merrie die stond te zagen. Dat verbaasde hem niets. Typisch merrie's. Die waren geboren zagers. Al gauw had Celebrían gezelschap van de hengst. Hij had haar al op het oog terwijl die nog zat te schelden als gek. Maar het duurde niet lang voordat ze hem ontdekte. De rot wind verraadde hem. ’Ik vroeg me al af of ik je eens zou ontmoeten, Cobrazarao.’ Klonk een stem. Het verbaasde hem niet toen ze hem bij zijn nam noemde. Iedereen kende wel Cobrazarao. O, wee als ze hem niet kende. De grote fries verscheen en had de merrie al helemaal onderzocht. Hij had dan ook al lang door dat ze last had van haar spijsvertering. Wat hem eigenlijk niet zo boeide. Zijn neusgaten waren wijd open en zijn houding was dreigend en gevaarlijk. Cobrazarao was onvoorspelbaar. Maar hij was nieuwsgierig naar deze merrie die hem blijkbaar graag wilde ontmoeten. Cobrazarao was het niet gewoon dat iemand hem wilde ontmoeten. " Fijn voor jou mij te ontmoeten." Zei Cobrazarao met een droge toon. Hij was altijd zo'n vervelend karakter geweest. "Met wie heb ik te maken?" Vroeg Cobrazarao neutraal. Zijn stem was zwaar. En zo luid. Zijn ogen bleven op de hare gericht. Haar ogen hadden geen kans om van de zijne te ontsnappen.

Flutjeeeeuuu T.T

Celebrían

Celebrían
VIP

Hoe je het ook wendde of keerde; erg logisch zat ze niet in elkaar. Wanneer je verwachtte dat ze zou toehappen, weigerde ze of sloeg ze je aanbod botweg af. Een glimlach speelde met haar lippen op momenten dat anderen op het punt stonden om in huilen uit te barsten. Trots groeide in haar, als anderen tot op het bot gekrenkt en vernederd waren. En euforie wist haar te sieren wanneer ze haar slag geslagen had. Een frisse wind waaide vanuit het noorden. Bracht informatie, maar bovenal koude met zich mee. Een verveelde blik was voor enkele momenten zichtbaar in haar oren. Het waren vaak dezelfde geruchten ~ zelden kon ze iets interessants vernemen. Wat dus betekende dat dit moment een zeldzaam moment was.
Luchtig tilde ze haar hoofd iets op. Een nietszeggende beweging waarmee ze haar houding toch wist te veranderen. Haar oogleden trilden. Knepen iets samen om hem beter in zich op te nemen. Ze boog niet voor hem. Had geen onderdanig gevoel nu ze hem zag. En ondanks alle gerúchten die de ronde deden, wist ze níets over hem. Onwetend was zij. Zij was zich daar bewust van. En dat feit maakte dat zij álles wist. Dat zij beschikte over het vermogen om te dénken. Iets wat tegenwoordig niet iedereen kon zeggen. Nonchalance vulde haar ogen. Nam beslag op haar houding en regelde haar bewegingen. Had het nut om te doen alsof ze beter was? Had het zín om te pretenderen dat ze hem de baas kon? Respéct was iets dat ze opeiste bij velen. Weinigen hadden het genoegen om hier niet toe gedwongen te worden. En zo ook hij.
Haar lippen bewogen. Veranderden van een smalle streep naar een glimlach die haar ogen nét niet bereikte. De bomen luisterden. Bladeren ritselden. Nérgens kon ze ongestoord haar gang gaan. Ergernis droop van haar staart. ’Noem mij Celebrían, Cobrazarao, op momenten dat je mijn naam uitspreken zal. Heb het lef om die naam te gebruiken en vul zelf in welke delen van je geest ik in beslag zal nemen.’ Het was mogelijk dat ze géen deel van zijn geest innam. Iets wat zeer begrijpelijk was. In zijn geval. Haar stem was licht. Liet niets blijken van haat, verderf of dood. Toch sprak haar blik boekdelen. Stelde ze een klein deel van haar ziel aan hem bloot. Zwijgend zou zij hem inlichten met informatie die mogelijk van nut zou zijn. ’Omwille van het feit dat jij grootste daden hebt verricht, mag ik-hopelijk- aannemen dat je over een intelligentie beschikt die groter is dan de gemiddelde persoon hier in dit land. Vandaar dat ik hóop dat je begríjpt wat mijn denkidealen zijn.’ Ze glimlachte opnieuw. Dit keer haar tanden bloot. Wat hij had kunnen zien in haar ogen, stopte ze nu weer veilig weg. Er vanuit gaand dat hij het snapte. Woordenloze conversaties kónden van groter nut zijn dan woordvolle gesprekken die vaak leidden tot nonsens.


~
Ik heb geen zin om lange posts te schrijven Paint the big black holes. 11631

4Paint the big black holes. Empty Re: Paint the big black holes. zo 14 aug - 23:51

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

Cobrazarao bleef versteend staan. Het enige waar hij zich nu op richtte was de merrie. Het was altijd interessant om steeds vreemden te ontmoeten en zich ermee vermaken. Hij keek op toen deze merrie begon te spreken. Noem mij Celebrían, Cobrazarao, op momenten dat je mijn naam uitspreken zal. Heb het lef om die naam te gebruiken en vul zelf in welke delen van je geest ik in beslag zal nemen.’ Wijze woorden... waren de eerste gedachten die door hem schoot. Hij hield zijn mondhoeken strak naar beneden en begon zijn zware lichaam in beweging te zetten. Hij begon rustig rond de merrie te stappen. Om haar beter te bekijken wat voor bouw ze had. Maar Cobrazarao werd steeds door haar woorden afgeleid. Zijn staart begon heen en weer te zwiepen. Een koude bries blies zijn manen overhoop. Wat hem totaal niet deerde. De merrie toonde geen greintje respect of iets wat er op leek. Maar dat kon Cobrazarao geen balen schelen. Hij had genoeg paardjes die dat deden.Maar als hij beledigt word dan is dat een ander verhaal. Want daar had hij zo'n hekel aan. Uiteindelijk stond hij weer voor de merrie stil. Haar naam was zo moeilijk om uit te spreken. Weer volgde de volgende woorden. ’Omwille van het feit dat jij grootste daden hebt verricht, mag ik-hopelijk- aannemen dat je over een intelligentie beschikt die groter is dan de gemiddelde persoon hier in dit land. Vandaar dat ik hóop dat je begríjpt wat mijn denkidealen zijn.’ Cobrazarao snoof luid. " Natuurlijk beschik ik dat. Anders zou ik niet zo'n succes hebben. Daar heb je nu eenmaal hersens voor nodig." De merrie was hem een raadsel. Af en toe leek ze er een schijnheilige uit en dan weer veranderde ze in zo'n mottig ding. Hij kneep zijn ogen fijn. Hij liet geen greintje emotie zien. Dat gunde hij haar tot nu toe nog niet. "Wat wil je Celebrían?" Vroeg Cobrazarao. Hij had geen zin om zijn tijd te verspillen met een gezellig gesprekje. Hij hoorde al genoeg geklets van merries op zijn territorium. Hij kreeg er stilaan hoofdpijn van dat hij steeds meer dames hun levens moesten ontnemen. En dat is natuurlijk zo'n grote zonde. Want zei moesten voor meer hengsten zorgen! Zijn kudde moest groeien. Om zo nog sterker te worden. ja Cobrazarao wilde steeds meer. Zijn dorst naar macht werd nooit gestild. Cobrazarao had geen flauw benul wie dit was. Zijn brede hals begon sierlijk te krullen. Overal was er wel een litteken of verse wonden op zijn vacht geschreven. Opeens dacht hij weer eens naar zijn hartelijke broeder. Sorgango. Die mormel is weer eens verdwenen. Hoe hard Cobrazarao het haatte om het toe te geven. Sorgango was zeer gespecialiseerd in verstoppertje spelen. Okeee Cobrazarao had ook nog niet zijn best gedaan om zijn broer te vinden. Hij was veel te druk bezig.Zijn duivelse ogen loerden naar alle kanten. Zijn lange grote oren waren nog steeds scherp. Hier en daar hoorde hij geritsel.


Fluutje alleen maar Blabla xD

Celebrían

Celebrían
VIP

De wereld bewoog. Bleef bewegen. Veranderde. En zij stond stil. Bevroren. Niet in staat om zich te verroeren. En toch leek ze te veranderen. Want het was de blik in haar ogen die de sfeer kon bepalen. Ook hij bewoog. Zijn benen bewogen. Zijn hoeven kwamen neer op verschillende plaatsen rondom haar. Nauwlettend hield ze hem in de gaten. Schijnbaar ongeïnteresseerd volgde ze hem. Afwachtend en toch vol vertrouwen. ’Wat maakt dat de aarde draait? Wat zorgt ervoor dat er een verschil is tussen goed en kwaad? En wie kan beamen dat dat verschil er werkelijk is?’ Met diezelfde zilveren stem waarmee ze áltijd vreemde, schijnheilige vragen afvuurde, stelde ze hem deze vragen. Wellicht zou hij begrijpen dat de antwoorden er niet wérkelijk toededen. Enkel het feit of hij er over zou nádenken of niet zou voor haar al genoeg betekenen. Haar snuit werd in de lucht geheven, zoekend naar de juiste geuren. Nieuwsgierig naar wat de wind haar vertellen zou.
Weldra zou de zon hoger aan de hemel staan. Zou ze in staat kunnen zijn om een drinkplaats te vinden. De vreemde kronkel in haar maag was nog steeds aanwezig. Even vertrok haar gezicht, maar zeer spoedig wist ze het weer in de plooi te trekken. Het bloed was te verdragen. Het vlees niet. Men moest onderzoeken om te kunnen concluderen. Al vielen die onderzoeken zo nu en dan dusdanig tegen. Echter had ze geen spijt dat ze het had geprobeerd. Het had mogelijkerwijs ook góed kunnen uitpakken.
’Ik vermoed dat dat geen antwoord was op je vraag..’ sprak ze toen, met gefronste wenkbrauwen en een bedenkelijke blik die in haar ogen was geslopen. Zijn vraag had een licht vleugje ironie doen doorklinken in enkel haar oren. Want zij wist exact wat ze wilde. En zou het ook krijgen. Op welke manier ze er ook bij moest komen. ’Wat zijn je plannen, grote zwartvacht? Wanneer zal de dag aanbreken dat zowel jouw als mijn troepen zullen vechten? Aan elkaars schouder staan als broeders van het kwaad?’ Haar blik werd doordringender. Ze boorde haar zwarte ogen in de zijne, op zoek naar het antwoord dat ze wilde hebben. Hij had een leger. Kon vechten en aanvoeren tegelijk. Bovendien kon hij als zijnde onsterfelijk worden beschouwd. Zijn naam zou eeuwig in ieders verstand gepeuterd blijven. Nooit vergeten en altijd gevreesd worden. En zo zou het ook zijn met de hare. Wellicht kenden paarden haar onder een andere naam. Nooit zou haar leven vollédig uitgeleefd zijn. Een nieuwe glimlach deed haar lippen bewegen bij de gedachten aan haar onsterfelijkheid en met haar ogen vol triomf keek ze hém opnieuw aan.

~insgelijks Paint the big black holes. 11631

6Paint the big black holes. Empty Re: Paint the big black holes. do 18 aug - 21:47

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

Zijn hals boog lenig. Met zijn kin bijna tegen de borst. Hij mocht dan wel een breed lijf hebben. Hij kon ook lenig zijn. Zijn grote oren waren een beetje schuin gericht. Maar nog steeds tot aan zijn schedel gedrukt. Zijn rood bruine ogen zijn nog steeds in die van de merrie gedrukt. De merrie antwoordde met zo'n vraag die leek niet te beantwoorden te zijn. ’Wat maakt dat de aarde draait? Wat zorgt ervoor dat er een verschil is tussen goed en kwaad? En wie kan beamen dat dat verschil er werkelijk is? Weerklonk even in zijn hoofd. Maar hij dacht maar even diep na over de vraag. Hij wilde zich niet druk maken over die vraag die niet nuttig is. Het voed alleen je nieuwsgierigheid. Het interesseerde hem geen bal waarom de aardbol draaide. Dat was nu eenmaal zo. En het verschil tussen goed en kwaad was zo simpel als het maar kon zijn. "Kwaad en goed verschillen veel. Het kwaad is iets dat op de aardbol plots is verschenen. Het voed zich alleen met alle slechtheid die er bestaat. Hij haat, hij houd niet van, het wenst je nooit het beste geluk. Goed daar in tegen houd van, het wenst je al het geluk toe, het helpt je graag en dat soort onzin. Het verschil is duidelijk." Voor de rest wilde hij niet meer aan die onnodige vraag denken. Hij begreep zelfs niet waarom hij de moeite deed.
De merrie hief haar hoofd omhoog en snoof naar de geuren die de wind bracht. Cobrazarao deed niet veel moeite en bleef gewoon staan zoals hij daarvoor stond. Hij merkte weer dat de merrie haar gezicht weer een aanwijzing toonde. Cobrazarao keek uiteindelijk weer even op toen de merrie haar stem weer eens liet horen. ’Ik vermoed dat dat geen antwoord was op je vraag..’ Cobrazarao kneep zijn grote duivelse ogen fijn. "Wat denk je zelf." Antwoordde hij bot. Ook hij merkte dat de zon steeds hoger en hoger op de hemel aan het klimmen was. ’Wat zijn je plannen, grote zwartvacht? Wanneer zal de dag aanbreken dat zowel jouw als mijn troepen zullen vechten? Aan elkaars schouder staan als broeders van het kwaad?’ Dat leek er meer op. Eerst dacht hij goed na. Er kronkelde een glimlach rond de twee mondhoeken. " Ik deel graag mijn plannen met een mede slechtheid. Maar waarom zou ik jou mijn grootse geheimen met jou delen? En noem mij Cobrazarao. Ik heb het niet zo voor lullige bijnamen." Gromde Cobrazarao snuivend. " Troepen? Bezit jij troepen?" Het was natuurlijk wel zeer interessant als iemand ook troepen bezat en bij hem wou aansluiten. Maar voor hij deze merrie accepteert wilde hij eerst onderzoek plegen. Want de wereld zat vol verraders. En ook al heeft het met slechtheid te maken haatte Cobrazarao het als het op hem word gebruikt. Hij zelf verraadde wel vaak. Hehehe... :) Hij had nu wel aandacht op de merrie. Omdat ze hem nu met verrukkelijke woorden zijn aandacht heeft getrokken. Dit was zeer interessant. Hij hoopte dat deze merrie niet loog. Want als hij het te weten zou komen was haar bestaan al voor ze het wist verdwenen.

Celebrían

Celebrían
VIP

Ze was niet onder de indruk van hem. Weliswaar was hij groot, imposant, had hij een interessant karakter en wist hij –dat had hij immers zojuist bevestigd- wat hij deed. Een glimlach sierde haar gezicht voor de zoveelste maal. Liet zien dat ze zijn aanwezigheid waardeerde, maar dat ze niet voor hem boog. Wat zijn antwoorden waren op haar vragen, kon haar niets boeien. Al had hij een lezing van anderhalf uur gegeven, dan nog was ze erbij in slaap gevallen. ~Haar eigen geest was te langgerekt op momenten die vergelijkbaar waren met deze. Ze kon zichzelf niet vertrouwen. Dus waarom zou ze dat kostbare gedeelte aan een ander schenken? Toch kon ze een smalende blik in haar ogen niet geheel verbergen toen ze zijn verwarring voor enkele seconden kon waarnemen. Ze was vreemd. Ze was apart. Ze was ongrijpbaar. Héérlijk was het om anderen in verwarring te brengen. Om hun leven voor één maal doen afwijken van de normale gang van zaken. Zodat ze, in plaats van dat ze het pad altijd rustig volgden, een andere weg insloegen om zo obstakels tegen te komen die ze normaliter nóóit zouden zien. ’Ik vrees dat ik je zal noemen zoals ik dat zelf wens te doen, Grote zwartvacht. Wellicht zal ik je enkel op deze manier kunnen herinneren.. Mócht je het geluk hebben dát ik je werkelijk waar kán herinneren..’ Onschuld en luchtig was haar stem. Haar woorden waren, gepaard met een nonchalante houding, niet aanvallend. Noch waren deze bedreigend of onserieus bedoeld. Integendeel; ze hield niet van grappen maken. ~Al was een dosis humor op z’n tijd niet geheel ongewenst.
De spot was duidelijk in zijn stem te horen toen ze hem –in vertrouwen- had verteld dat ze troepen bezat. Natuurlijk klonk het vreemd. Zij, als vreemd gekleurd paard. Rare woorden kronkelden uit haar mond. Zeldzame hersenspinsels huisden in haar hoofd. Waarom zou hij haar überhaupt moeten geloven? Hoogstwaarschijnlijk kon zij zichzelf nauwelijks geloven. En toch was níéts van haar verhalen gelogen. Zat er níéts bij dat géén waarheid was. ’Het zijn niet zomaar troepen, m’n lief. Het zijn zíj die aan mijn zijde hebben mogen vechten. Zíj die nooit zullen rusten voordat de wereld in de handen van de eeuwige Duisternis is.. Van de Dood en de Duivel en van diegenen die het bloed van de twee machtigste leiders in hun aderen hebben stromen.’ Met spanning werd haar stem gevuld. Fonkelend was de groene glinstering in haar ogen. Verlangend naar de dag dat gerechtigheid zou vallen. ’Zij zullen hier nóóit komen vóór mijn teken. Hedendaags slaan zij hun slagen in onnoembare landen die waarschijnlijk onbekend klinken in de oren van de dwazen die hier wonen..’ mompelend en geërgerd beëindigde ze haar zin. Het verlangen naar bloed werd weer groter. Ze wílde dit land uitroeien en bezaaien met de elementen die het land konden heersen. Zonder dat er ruzie kwam. Zodat háár kant zou kunnen leven, voor áltijd. ’Maar voor die dag mag aanbreken, moet álles tot in de púntjes georganiseerd zijn zodat geen onnodig verlies hoeft plaats te vinden.’ Knikkend dacht ze na over deze woorden. Het kon haar niets schelen of iemand sneuvelde. Verdriet zou zij niet hebben. Toch was het jámmer als ze een trouw lid verloor. Zulk soort personeel was moeilijk te vinden tegenwoordig. Ze eisten hoog salaris in deze maatschappij.

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

Cobrazarao moest zich steeds inhouden. De merrie was een zeer vreemd geval. En hoe meer ze steeds begon te spreken. Hoe meer hij zich aan ergerde. Hij snoof af en toe luid. Zijn geur overmeesterde de omgeving. Het was een onwijs sterke aroma. De geurigste bloemen zouden zelfs van deze stank verliezen. Er was een vleugje geïrriteerde wonden geur. Maar het waren oude wonden die genazen. Er was geen teken van nieuwe wonden. typisch, hij zat in DreamHorses. Een zwakke plek met zwakke lummels die alleen irritant waren. Zijn grote hoeven waren stevig in de grond gedrukt. Het leek wel of de aarde zijn gewicht amper konden dragen. Cobrazarao had een hekel aan grofe paarden die dachten dat ze alles aan konden. Cobrazarao was niet bereid zich zo te laten te behandelen. Hij was daar veel te trots en machtig voor. Zijn haat bracht hem de nodige kracht. En als hij zijn bijzondere woede aanval kreeg waren zijn slachtoffers zeker diep in de problemen. Zijn grootte slimme ogen bleven op de merrie gericht. Hij luisterde steeds aandachtig naar haar antwoorden. Ze sprak voor hem een vreemde taal. ’Ik vrees dat ik je zal noemen zoals ik dat zelf wens te doen, Grote zwartvacht. Wellicht zal ik je enkel op deze manier kunnen herinneren.. Mócht je het geluk hebben dát ik je werkelijk waar kán herinneren..’ Cobrazarao kneep zijn ogen weer tot spleten. "Heb je dan zo'n kort geheugen? Als je mij vergeet dan heb je pas echt een probleem. Zwartvacht slaagt op niets." Gromde Cobrazarao. "Zoals ik al zei, ik hoef die bijnaam niet. Je kunt mij zo benoemen als je niet bij mijn aanwezigheid bent. Als je mijn eisen niet respecteerd ben ik bang dat ik jou ook dan niet zoal respecteren. Mijn naam is Cobrazarao. En zo zal zal het blijven." Cobrazarao begon echt zijn geduld te verliezen. Cobrazarao begon zich te verplaatsen tussen de bomen. Nog steeds met zijn blikken op haar gericht. Weer sprak deze merrie. ’Het zijn niet zomaar troepen, m’n lief. Het zijn zíj die aan mijn zijde hebben mogen vechten. Zíj die nooit zullen rusten voordat de wereld in de handen van de eeuwige Duisternis is.. Van de Dood en de Duivel en van diegenen die het bloed van de twee machtigste leiders in hun aderen hebben stromen.’ Cobrazarao keek op en dacht diep na. Het waren zeer waardevolle woorden die ze prijs gaf. Maar of zij de waarheid sprak. Hij vertrouwde de zaak niet helemaal. "Werkelijk? Jij bezit zo'n troepen?" Cobrazarao zijn stem begon zeer scherp te worden. Hij stapte weer eens een rondje rond de dame en bekeek haar grondig. [i] "Waarom dienen deze troepen jou? En waarom wil jij aan mijn zijde strijden? Ik heb nog nooit van jou gehoord. Dus je zult vast wel een reden hebben waarom je van het slachtpartij wilt mee genietend. En de zwakke soort van de wereld vernietigen. Dream Horses is maar een klein stipje op deze wereld. Bewoond door dwazen." Zijn stem was loeihard. Hij deed ook geen moeite het te verzachten. Na een paar dagen was hij van plan om terug naar zijn kudde te keren. Om daarna het volgende deel te veroveren. En dat gaat een hele klus worden. Zijn territorium was al zo groot dat hij al veel van zijn trouwe dienaren als beta benoemde en ze over zijn territorium te verspreiden zodat zij er voor zorgde dat de vijand niet kon binnendringen. Cobrazarao had veel in zijn bezit. En steeds wilde hij meer en meer. Vele kuddes gingen verloren of gingen vluchten. Wat hij natuurlijk echt zwak vond. Er waren zelfs kuddes van hun territoriums gevlucht waar hij nog niet van plan was te aanvallen. Maar het is wel duidelijk dat hij gevreesd is. En dat hij geen genade toonde. Hij heeft veel bloed op zijn lippen geproefd. Van alle leeftijden. Alles ging eraan. De hemel begon te kleuren. Spoedig werd het donker. Dan ging Cobrazarao weer verder nadat hij het gesprek gedaan was met deze merrie. Even kwamen zijn vlijmscherpe tanden tevoorschijn. Het had veel vlees doorboord. Cobrazarao zelf zou nooit proberen vlees te slikken. Hij was dol op moorden maar was niet gestoord om vlees te eten. Dat vuile werk liet hij liever over aan de aaseters. Hij keek heel even op toen de merrie nog wat zij. Daar knikte hij alleen maar op.

Celebrían

Celebrían
VIP

Ze besloot om dat wat ze al eens eerder hadden besproken, te laten rusten. Wat hij zei, accepteerde ze en zou ze –hopelijk- onthouden. Ze zou in ieder geval haar ‘best’ proberen te doen. Een aparte glimlach had haar ogen doen vlammen. Haar lippen samengeperst tot een smalle streep. Kijkend naar de hengst, hem observerend. Wachtend tot de juiste woorden haar brein zouden binnenstromen om deze met hem te kunnen delen. Opnieuw liep hij een cirkel rondom haar. Bestuderend en voorzichtig. Maar toch zonder aarzelingen. Ogenschijnlijk stond ze het toe. Maakte ze zich niet druk om het feit dat hij haar bestudeerde. Toch spraken haar ogen boekdelen. Kil en hard boorden ze de hare in de zijne. Zonder zich te generen. Zoekend naar antwoorden die enkel zíj zou kunnen vinden. Wétend dat hij die antwoorden daadwerkelijk had. Wellicht zou hij ze niet bewust geven.
’Waarom zou ik jóu leugens op de mouw spelden, Cobrazarao? Dacht je wérkelijk dat ik dacht jou te kunnen beïnvloeden met praatjes die onwaar zouden zijn?’ Koud was haar stem nu. Fluisterend en kil, vuurde ze deze woorden stuk voor stuk met kracht op hem af. Even schudde ze haar hoofd, was ze misschien wel een beetje teleurgesteld omwille van het feit dat hij zó over haar dacht. Haar naam had hij enkel in zijn ergste nachtmerries kunnen horen. Als hij écht zou hebben geluisterd naar de wind die in zijn oren blies, had hij haar vaker kunnen horen. Vaker met haar te maken kunnen hebben gehad. Zijn leven zou anders beïnvloed kunnen zijn. Misschien had hij andere stappen gezet. Maar voorlopig was het alleen maar góed dat hij haar nooit eerder had ontmoet. De verwarring was groot, evenals zijn ongeduld. Wat, in haar ogen, zeer begrijpelijk was. Ook zijzelf begreep regelmatig niets van de gehele situatie. ’Dit is zeerzeker de eerste keer dat je me tegenkomt in jouw leven. Wellicht is het ook de laatste keer, maar zolang wij op deze aardbodem tezamen zijn in dit land, zul je me vaker zien opdoemen in jouw gezichtsveld.’ Koel en kort glimlachte ze. Weliswaar een glimlach die niet geméénd was. ’Deze troepen staan volledig onder mijn commando en zullen opdagen wanneer het tijd is om op te draven. Die tijd is nu nog niet aangebroken. We zullen moeten wachten.’ Even laste ze een pauze in. Haar neusvleugels trilden toen ze haar longen vol lucht zoog om met vastberaden en harde stem verder te kunnen gaan. ’Om te kúnnen heersen, moet je met meerderen zijn. Met jouw leger kan de hele wereld platgewalst worden. Eens zal de dag komen dat we samen ten strijden moeten gaan. Ook onze tegenstander rekruteert zich. Wellicht niet op een manier als de onze, maar ook zij kunnen vechten.. Nóóit zal ik onder jouw commando staan. Zal ik als een schoothond naar jou luisteren. En toch zal ik enkel mijn troepen aanvoeren. Zal ik de jouwe met geen vinger aanraken ~zij zijn geheel jóuw zorg en zullen enkel naar jouw mogen luisteren.’ Het was nu háár beurt om een cirkel rondom hem te kunnen stappen. Om hém te onderzoeken, nauwkeurig en op haar gemak. Om meer over hem te weten te kunnen komen, al luisterend naar de wind en de bomen die op hun beurt vele nuttige bijdragen konden leveren. ’Deze ontmoeting is slechts een kennismaking, Cobra. Mogelijkerwijs kom ik je vaker tegen. Ik hoop dat je nadenkt over mijn woorden en mijn aanbod. Je bent een groot vechter. Koester die gift.’

10Paint the big black holes. Empty Re: Paint the big black holes. ma 22 aug - 0:42

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

Even wist de stilte zich te bemoeien. Beiden paarden dachten over de juiste woorden die ze zo meteen bekend zullen maken. Hoe meer deze merrie sprak hoe meer het hem begon te interesseren. Hij heeft nooit eerder zo'n wezen tegen gekomen. Geen slechte merrie heeft ooit zo prachtig gesproken. Cobrazarao stond uiteindelijk weer stil. Zijn ijskoude karakter was steeds zichtbaar. Geen emoties meer te zien. Hij was een kei om zijn gezichtsuitdrukkingen te verbergen. Natuurlijk heeft hij dat nog niet uitgevoerd. Zijn grote ogen bleven die van de merrie grepen. Hij merkte steeds dat ze moest glimlachen. En haar karakter van haar oog gaven ook vele aanwijzingen die nuttig konden zijn. Cobrazarao was een grote reus. Waarschijnlijk groter dan de Shire. Hoe hij aan die hoogte is geraakt is iedereen een raadsel. Maar Cobrazarao zijn nakomelingen kregen het bijna allemaal met zich mee. Zijn oog ging het meeste naar zijn eerstgeborenen. Zephyr. Die was het meest volmaakt. Hij zal in hem leven. Hij merkte dat Celebrían haar aandacht ook veel naar de wind en de omgevingen gingen. Wat ze allemaal uitspookte was hem een raadsel. Maar hij had geen zin naar een grote dosis uitleg wat ze allemaal aan het doen was. Uiteindelijk weerklonk ze haar ijskoude stem. ’Waarom zou ik jóu leugens op de mouw spelden, Cobrazarao? Dacht je wérkelijk dat ik dacht jou te kunnen beïnvloeden met praatjes die onwaar zouden zijn?’ Cobrazarao liet een valse glimlach op zijn mond kronkelen. "Je weet maar nooit. Er zijn zo'n paarden die hun tijd daar wel in willen steken. Met onnodige leugens. En ik ben niet iemand die iemand met zulke waardevolle info snel geloofd." Klonk zijn luide stem, die veel verschild met die van Celebrían. Haar stem leek nu te veranderen in een koude toon. Weer klonk haar stem in zijn oren. Hij keek weer aandachtig op. ’Dit is zeerzeker de eerste keer dat je me tegenkomt in jouw leven. Wellicht is het ook de laatste keer, maar zolang wij op deze aardbodem tezamen zijn in dit land, zul je me vaker zien opdoemen in jouw gezichtsveld.’ Cobrazarao begreep wat ze nu aan het zeggen was. " Waarschijnlijk... zullen we elkaar tegen komen. Maar die ontmoetingen zullen zeer zelden gebeuren want mijn kudde heeft me nodig. Ik zal hier maar af en toe verschijnen. En dan algauw weer in duisternis verdwijnen." Antwoordde Cobrazarao. De stilte had geen tijd meer om te overheersen. De merrie sprak algauw weer. ’Deze troepen staan volledig onder mijn commando en zullen opdagen wanneer het tijd is om op te draven. Die tijd is nu nog niet aangebroken. We zullen moeten wachten.’ Zijn ogen staarden even voor zich uit. Het lijkt er al duidelijk op dat deze twee paarden dezelfde ideeën leken te beschikken. Maar voordat Cobrazarao nog maar iets kon uitbrengen van woorden ging de merrie al weer verder.’Om te kúnnen heersen, moet je met meerderen zijn. Met jouw leger kan de hele wereld platgewalst worden. Eens zal de dag komen dat we samen ten strijden moeten gaan. Ook onze tegenstander rekruteert zich. Wellicht niet op een manier als de onze, maar ook zij kunnen vechten.. Nóóit zal ik onder jouw commando staan. Zal ik als een schoothond naar jou luisteren. En toch zal ik enkel mijn troepen aanvoeren. Zal ik de jouwe met geen vinger aanraken ~zij zijn geheel jóuw zorg en zullen enkel naar jouw mogen luisteren.’ Terwijl ze haar zegje deed begon ze rond hem te cirkelen. Cobrazarao toonde geen angst en hield zich groot. Zijn ogen keken dreigend naar de merrie. Hij staat het toe dat zij ook hem eens beter mocht bekijken. Maar zijn oren schreeuwen waarschuwend dat ze niet te dicht mag komen. Want Cobrazarao hield niet van te dichte contact. Dat had alleen zijn partner gemogen. En ook zij werd gewaarschuwd. Eigenlijk kon hij ook zonder Celebrían Dream Horses aan. Maar ja, het was altijd handig om toch wel meer macht te bezitten. Cobrazarao moest bij die gedachten vals grijzen. De laatste woorden van de merrie weerklonken. ’Deze ontmoeting is slechts een kennismaking, Cobra. Mogelijkerwijs kom ik je vaker tegen. Ik hoop dat je nadenkt over mijn woorden en mijn aanbod. Je bent een groot vechter. Koester die gift.’ Cobrazarao keek even weg en dacht na. " Je weet wel iemand te overtuigen. Celebrían. Goed, als ik eens tijd heb om deze miezerig stuk grond plat te trappen met mijn troepen verwittig ik je eerst en zal je uitnodigen om te vergaderen en zo. Maar nu heb ik daar geen tijd voor. Ik heb mijn kudde beloofd eerst nog andere stukken te stelen." Weerklonk zijn oer luidde stem. Dit was hem een zeer genoegen deze dame te mogen ontmoeten. Dit was een nuttig gesprek.

11Paint the big black holes. Empty Re: Paint the big black holes. ma 22 aug - 4:28

Celebrían

Celebrían
VIP

Ze was hem niet per toeval tegengekomen in het donkere woud. Haar hoeven hadden niet per toeval bijna hetzelfde pad betreden als hij al eerder had gedaan. Ze was hem niet gevolgd, maar had hem proberen te vinden. Onbewust. Een glimlach had haar gelaat doen sieren toen ze wist wie ze op het spoor was. Toen ze wist dat ze naar hém op zoek was ~een onbekende wiens naam echter wel al wekenlang door haar hoofd maalde. Hij was niet onbekend in dit land. Nooit zou zijn roem volledig vergaard zijn. Men durfde niet voluit over zijn naam te spreken. En toch hoefde hij niet aangesproken te worden met “Jeweetwel” zoals dat ging in het wereldberoemde Harry Potter verhaal waarvan ook zij, Celebrían, van op de hoogte was. Zacht verschoof ze haar gewicht. Haast onmerkbaar schreed ze naar een andere zijde van de Grote Zwartvacht. Op afstand, weliswaar. Ze was niet vollédig achterlijk. ’Goedgelovig zijn is een eigenschap die vaker tot nadelige dan voordelige gevolgen heeft geleidt.’ Ze knikte een keer toen hij haar vertelde waarom hij het niet had geloofd. Waarom hij aan haar getwijfeld had. Een feit dat ze hem deze keer vergaf.
De troepen waren verzameld. De klok werd geluid. Langzaam zou alles in beweging komen. Nauwkeurig en met veel precisie. Zonder te aarzelen en ook niet met teveel overmoed. En tijdens hun tocht naar de grote veldslag, werd alles dat hen in de weg stond, netjes opgeruimd. Zonder al teveel sporen achter te laten.
’Woordenloze conversaties zijn meestal het nuttigst. Ik vraag je om die keer dat het nodig is, te luisteren naar het gefluister van de wind. Eens zal een dag aanbreken dat jouw naam er in weerklinkt. Weet dan dat het tijd is voor een nieuwe ontmoeting.’ Diep boorde ze haar zwarte ogen in de zijne. Zoekend naar tekenen of hij het zou accepteren. Tot ver in zijn ziel doordringen, lukte haar niet. Hóefde ze ook niet. En misschien wílde ze het zelfs niet. Hij was wie hij wás. Níets of niemand kon daar iets aan veranderen. Hoogstwaarschijnlijk wílde ook iemand iets aan hem veranderen. Het was niet nodig. Op deze manier –de huidige manier van handelen- kon hij krijgen wat hij hebben wilde. Zonder al teveel moeite te doen. Enkel zijn brein deed wat het moest doen. Denken. Met veel nauwkeurigheid. Het was een vereiste als je grootse plannen had. Want dat was wat hij had; Grootse plannen. ’Ik denk dat we er beide diepongelukkig van zullen worden wanneer wij elkaar vaak ontmoeten. Het is niet goed voor de geordende geest om dezelfde wezens te vaak weder te zien. Het maakt dat men de ruimte die hij nodig heeft om te kunnen nadenken, verkleint en zo dus uiteindelijk verliest.’ Vastberaden klonk haar stem, zilverachtig. Hij was gedurende dit gesprek al vaak veranderd. Evenals haar houding en de glimlachen die haar gezicht om de beurt sierden. Haar geest was ongrijpbaar en wilde vrij zijn. Wat maakte dat veranderen mógelijk was. ’Voor nu zeg ik “Tot Ziens”, Cobrazarao. Ik ben er namelijk zeker van dat wij nog niet heengegaan zijn vóór onze volgende ontmoeting.’ Na die woorden kwam haar lichaam in beweging. Draaide ze zichzelf langzaam om nadat ze zich had uitgerekt en op haar dode gemak stapte ze van hem weg. In gedachten verzonken.

~Jij nog een post en dan het topic uit? Of niet?Meow

12Paint the big black holes. Empty Re: Paint the big black holes. ma 22 aug - 5:48

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

De laatste woorden weerklonken van de merrie. Hij luisterde zwijgend naar haar zegje. Hierbij knikte hij alleen maar. Af en toe dacht hij erover na. Maar hij hield zijn stem vastklemmen in zijn keel. Hij snoof af en toe. ’Woordenloze conversaties zijn meestal het nuttigst. Ik vraag je om die keer dat het nodig is, te luisteren naar het gefluister van de wind. Eens zal een dag aanbreken dat jouw naam er in weerklinkt. Weet dan dat het tijd is voor een nieuwe ontmoeting.’ Knikte. "Dan zal ik dat dan wel horen. Mijn oren staan altijd scherp." Cobrazarao keek achter zich toen gekraak weerklonk. Hij vermoede dat Same hierheen is gekomen met een groepje om Cobrazarao terug te vragen. Hij kon de paarden hun geuren ruiken die enkele mijlen ver waren. Het was al duidelijk dat zijn vrije dagen erop zaten. Ze hadden hem nu weer eens nodig. Uiteindelijk net als hij van plan was om te vertrekken was zij dit ook van plan. Cobrazarao zijn scherpe ogen wierpen een sterke blik op de merrie toen ze een andere kant op ging langs hem. Hij knikte. "Goed, Voor nu zal ik lange tijden weer verdwijnen, niet bereikbaar. Volkomen verdwenen uit de wereldbol. Tenzij je mijn naam fluistert. Dan zal ik weer uit de donkerste schaduwen verschijnen. Tot de volgende ontmoeting." Weerklonk zijn luide koude stem. Hij stapte een paar passen naar achteren totdat hij verdween onder in de schaduwen. Even kon je een glinstering van zijn ogen zien. Daarna verdween hij compleet.
____________________________________________________________________________

Cobrazarao trof Same en een klein groepje warrior's. Er zijn kuddes van plan om The Blood Horses territorium aan te vallen. Cobrazarao was nodig om zijn troepen naar de overwinning te slepen. Hun terug keer duurde 3 dagen. Zonder te rusten, drinken of eten. Zijn zoon heeft de aanvallers buiten gehouden. En ook al een groot deel vijandelijke troepen verjaagt. De moordlustige oorlog duurde 3 dagen. Toen vluchten de vijandelijke troepen toen ze de hoofd van hun alfa aantroffen. Verslagen vluchten ze de duisternis in. Angstig afwachten totdat de duivelse hengst hen zouden pakken. Want ze konden geen kanten meer op. Geen van hen werd gespaard. Maar stierven eervol omdat zij het lef hadden om Cobrazarao zijn hel probeerde te vernietigen. Maar tot hun spijt zijn ze gefaald de goede paarden te redden van deze eindeloze ellende. De ellende die maar niet ophield met levens stelen en hun woongebied ontnemen. Cobrazarao pronkte met de overwinning. Hij had er weer grond bij. Bij zijn terug keer werd hij warm verwelkomd door zijn kudde. Iedereen was trots op de ware leider. Niet moeilijk ook. Zij konden van zijn macht mee genieten. Ze hoefden hem alleen maar te eren. Zo niet, tja ik denk wel dat je dan weet wat er met die zou gaan gebeuren. Niet goed aller sinds.


- even wat fantasie laten werken xD anders had ik een zielig postje ^^-

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum