Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Don't ever look back. ~

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1Don't ever look back. ~ Empty Don't ever look back. ~ wo 19 okt - 6:45

Sultan

Sultan
VIP

Ravena





Grijze, bijna zwárte wolken vormde een grote deken over het gebied, gedonder was in de verte al hoorbaar en echode over het héle gebied. Angstaanjagend, maar aan de andere kant deed het hem ook vrij weinig. Zijn ogen waren groot, zochten naar een veilige schuilplaats; daar zou hij wachten tot het ergste van de onweersbui voorbij getrokken was. Met een opgeheven hoofd draafde hij voort, ritmisch klonken zijn hoeven tegen de modderige ondergrond, wat overigens de schuld van de regen was. Álles was nat, modderig en glad.
De eerste druppels vielen naar beneden, het was de zoveelste keer in deze week dat het onweerde en ondertussen had hij er schoon genoeg van. Maar goed, wat deed je eraan? Met een chagrijnig gezicht stampte hij voort door de modder, spetters van zand plakte tegen zijn buik en droogde daar vervolgens op, om een aantal dagen er tegen aangeplakt te blijven tot het eindelijk goed weer was om een heerlijk bad te nemen. Sultan zocht nog steeds naar een schuilplaats, zodra hij een geschikte plaats had gevonden nestelde hij zich tussen de vier enorm bomen die nog wél bladeren hadden. Niet veel, maar dan had hij tenminste een beetje beschutting. Desondanks de bladeren die hem moesten beschutten, kwam de regen er toch doorheen en werd zijn vacht al snel nat. Ja, dat had dus óók geen nut. Dat was het nadeel van de herfst, de bladeren vielen van de bomen waardoor je weinig beschutting had als dit weer op komst was. Al snel keek hij even kort naar de grote donkere plakkaat die over het gebied hing. Hmpf, hij was nérgens veilig en droog. Vooral niet in het bos, waarom besloot hij dan ook hierheen te gaan als hij de wolken al zag? Misschien dat hij het ook wel een beetje zelf uitlokte, maar nu moest hij maar eens een plek vinden waar hij wél een beetje droog was. Oké, dit had dus echt géén zin. Een droge plek vinden in de herfst?
Na een tijdje rond gedwaald te hebben, kwam hij al snel tot de conclusie dat dit niet ging werken. Hij was nu al toch zeiknat, dus dan kon hij beter naar een véilige plek zoeken dan naar een schuilplaats, dat had voor nu meer zin. Sultan strekte zijn hals even, sloot zijn ogen en liet de dreunen van de donder even tot hem doordringen. Het werd steeds erger, de lucht was zo goed als zwart en het was pikkedonker, ondanks het pas laat in de middag was en de vogels normaal nog hun vrolijke melodieën floten en Sultan als een vrolijk, jong hertje tussen de bomen door huppelde. Damn, wat had hij toch een hekel aan dit koude en natte weer, het zorgde er echter voor dat vele gebieden niet eens meer begaanbaar waren. Vooral de gebieden waar een hele berg sneeuw lag, daar was het dan íjskoud en glad. Niet dat je er dan niet heen kon gaan, maar Sultan bleef er dan liever uit de buurt.
Zodra hij zichzelf tussen een paar bomen had geduwd, keek hij naar de bliksem die af en toe het héle gebied verlichtte, waarna de enorme donder de grond deed schudden. Sultan deed een stap naar achter, zuchtte eens diep en liet zijn hoofd zakken, waarna hij zijn lichaam ontspande en zijn ogen sloot. Éventjes heerlijk ontspannen.

http://twilightgame.actieforum.com

2Don't ever look back. ~ Empty Re: Don't ever look back. ~ wo 19 okt - 7:21

Ravena

Ravena
VIP

Waar was ze? Waar was ze? Waar was Amenia? Waar o waar? De zwarte merrie had haar al de hele dag niet gezien, ze brieste zacht. Straks was er iets gebeurd. Ja, de merrie was wel zeker bezorgd om de raaf. Ze bleven altijd bij elkaar. Het was raar dat de raaf opeens weg was. Heel raar. Ach, ze zou wel op jacht zijn. De merrie moest zich niet zo zorgen maken, maar stel dat ze haar niet meer terug kon vinden? Nee, dat kon niet. De raaf, kon de merrie zelfs vinden in duizenden zwarte paarden. Dan zou het ook wel lukken in dit gebied. Snel ging ze verder met zoeken, ze keek overal. De vogel kon toch niet ver weg zijn? Nee, ze zou nooit heel ver weg van de merrie scheiden. Maar wat als ze er genoeg van had? Ja, dan was ze weer alleen. Dan ging ze weer eenzaam door het leven. Nooit eens gezelschap. De merrie kon nu drie woordjes zeggen, ze had ff geen behoefte meer in oefenen. Ja, natuurlijk iedere dag zei ze de drie woordjes wel even. Dat kostte niet zo veel moeite, maar ze had geen zin om complete nieuwe woorden te gaan leren. Later… Nu eerst zoeken. Misschien zou het helpen als ze de naam zei. Wie weet… ’’Goedendag.’’ Zei ze heel even. ’’Ravena.’’ Zei ze dat was haar naam. En toen kwam de raaf. ’’Amenia.’’ Niks, geen reactie. Ze zou het harder moeten zeggen, maar eerst zoeken. Misschien was de raaf wel gewond, wist zij veel. De blaadjes kraakte onder haar voeten, en donkere wolken vormde zich. Ze waren asgrijs, bijna zwart. Sinister was het. Verdomme ging het ook nog eens regenen. Dikke druppels gleden langs haar lichaam naar beneden. Ja, ze had het allang geroken. Dat het ging regenen. Maar altijd hoopte ze weer, dat het een misverstand was. En dat ze iets anders had geroken wat meestal niet zo was.

Al snel begon het ook te stormen. Ze schudde haar zelf uit. Steigerde hoog, hinnikte hard. Waar was die raaf. ’’AMENIA!’’ Schreeuwde ze hard, boven het lawaai van de onweer uit. Opeens verscheen er een raaf in de verte, zal dat er dan zijn. Ze vloog wel op de zwarte merrie af, ze keek toe, hoe de raaf versnelde. Het waaide best hard. De raaf ging tussen haar oren zitten De roos bleef zitten. Maar de veer achter de roos, en achter haar oren waaide sinister. Alsof het elk moment kon wegvliegen, wat het natuurlijk niet deed. Maar dat maakte even niets uit. Het zat al zo lang vast. Sinds ze veulen was, de roos was een geschenk van haar ouders. Er zaten twee scherpe puntjes aan, aan de onderkant. Die hadden haar hoofd doorboord, en de wonden waren nu dichtgegroeid, waardoor de roos ervoor altijd zou zitten. De veer zat ook vast, maar het was een raadsel hoe dat kwam. Heel veel in het leven van de zwarte merrie was een raadsel. Waarom kon ze nog maar drie woordjes zeggen? Waarom kon ze zo slecht zien en horen? Hoe kon het dat de veer vast zat? Waarom kreeg zij een wonder uit de natuur, de raaf. Hoe kon het dat zij een kudde leidde? Zoveel vragen duizelde door haar hoofd heen. Zoveel… Te veel, veel te veel. En op alles wou ze een antwoord, ze wist alleen dat ze niet op alles een antwoord zou kunnen krijgen. Sommige dingen waren geheim. Het waren wonders, Ravena was een geschenk uit de hemel. Dat was zeker, hoe kon het anders dat zij dat allemaal had? En toch nog leefde? Hoe kon het dat zij had overleefd als veulen, in deze toestand. Terwijl de meeste veulens dan zouden sterven? Dat, was zeker wel een wonder. Misschien kwam het daardoor, misschien kwam het door het feit, dat ze al zoveel doorstaan had, dat ze wist, dat ze de rest ook zou overwinnen. Ze hield moed, ze gaf niet op, als vele paarden deden. Ze vocht terug, vocht door. Totdat zij had gewonnen, ze zou nooit opgeven. Ze zou doorgaan. Doorgaan met alles. Ze zou ooit haar legers kunnen trainen. Dan zou ze haar zus kunnen terug pakken, de schoft. De schoft die had beloofd dat ze geen kant zou kiezen, niet neutraal, niet slecht, niet goed. Alles bij elkaar, en ze werd toch goed. Dat.. Was een schande. Die merrie was geen wonder, ze was een ramp. Een ramp… Bij de zwarte merrie haar gebied, haar leefplek, moest je geen beloftes breken. En dat wist de merrie heel goed, de witte merrie. Eagles was haar naam. De zwarte merrie had ook een naam, natuurlijk. Ravena, ze kreeg die naam, toen ze de raaf had gevonden. De raaf die nu tussen haar oren zat, zoals zo vaak. Ravena glimlachte bij al die gedachtes, ja zij mocht niet zeuren. Ze had een geweldig leven. Ondanks haar vermogen om te zien, haar vermogen om te horen. Had ze een prachtig leven. Ja, Ravena was heel blij met haar leven.

Langzaam kwam er een geur binnen in haar neusgaten. Zoals altijd zal het wel een tijdje duren, voordat het paard naderde. Dat was altijd zo. Ravena zal vandaag even helpen, omdat ze in zo’n goed humeur was. Normaal zal ze gewoon stil gaan staan, en af wachten. Maar dit keer draafde ze aan. Uiteindelijk sprong ze over tot een elegante galop. De raaf vloog achter haar aan. De veer wapperde mee, en de roos, die zat als altijd stil. Snel zag ze het paard in haar gezichtsbeeld. Ze ging over in draf. En stopte toen voor het paard. De raaf vloog even een rondje om hen heen. Tot haar genoegen zag ze dat de hengst een arend had. En weer tot haar genoegen, vloog Amenia erna toe. Ravena grinnikte even om het schouwspel. Keek toen naar de hengst, knikte even. En opende haar mond om iets te zeggen. ’’Goedendag.’’ Zei ze, haar stem geluid puur, melodieus, zuiver maar ook mysterieus. Daarna wachtte ze geduldig af op een reactie van de hengst, terwijl ze keek naar de twee vogels. Amenia, vond het zo te zien wel interessant om ook eens een vogel te zien die een paard volgde. Ze keek de hengst aan. En knikte even naar boven. Om de hengst het schouwspel ook te laten zien. Als hij het nog niet had gezien.

~Wil je wel even de laatste alinea lezen~

3Don't ever look back. ~ Empty Re: Don't ever look back. ~ wo 19 okt - 7:57

Sultan

Sultan
VIP

Het klaarde op, in de verte kwam eindelijk blauwe lucht aan en de regen werd geleidelijk minder terwijl het gedonder wegvaagde. Met zijn oren naar voren keek hij naar de schim vanuit de lucht, die steeds dichterbij kwam en vervolgens langs hem landde. Zijn arend, die hij nogsteeds geen naam had gegeven. Kort knikte Sultan naar het dier, de regen was opgehouden en het gedonder was enkel nog in de verte hoorbaar, voor de rest was het opgeklaard. Plassen en modder was het gene wat de regen achtergelaten had, Sultan was drijfnat en de regendruppels gleden van zijn vacht naar beneden. Hij schudde zijn lichaam uit, gaapte een keertje en deed een aantal stappen naar voren. Een soppig geluid maakte zijn aanwezigheid bekend, álles was modderig en nat terwijl grote druppels van de takken naar beneden gleden, om zich vervolgens samen te smelten met de rest van het water dat op de grond lag. Het was smerig, maar aan de ene kant vond hij het zó geweldig om te zien. Hoe het weer ineens om kon slaan en zo'n bende achter kon laten. Niet dat hij ervan hield, dat écht niet.
Sultan schraapte een enkele keer met zijn hoef over de doorweekte grond, een overvloed van insecten was er nu zéker wel. Door het vochtige weer en de regen kwamen er verschillende wormen naar boven en bij elke stap die je nam zag je er wel eentje tussen de gekleurde bladeren kruipen. Vliegjes en kleine muggen verveelde hem, Sultan schudde een keertje nuffig zijn zwarte hoofd en beet een keertje richting de zwerm kleine beestjes. Niet dat dát hielp, maar dan had hij er tenminste iets aan próberen te doen. Zuchtend sloeg hij zijn staart tegen zijn nog steeds natte lichaam, hoorde wat voor harde klets er ontstond maar voelde er lichamelijk vrij weinig van. Het zál ook wel, nu wilde hij gewoon even opdrogen en naar een dróóg gebied, al was dat vrij moeilijk te vinden de laatste weken. Alsof Dream Horses getroffen werd door een of andere non-stop regenperiode of zo.
Sultan haalde zijn neus een keertje goed op toen hij een geur dacht te ruiken, spitste onmiddellijk zijn oren om enige geluiden op te vangen. Zijn neusgaten waren wijd gesperd, namen de geur nog eens een keertje extra in zijn op en vervolgens veranderde hij van koers, ging het geluid achterna en versnelde zijn passen, waardoor hij de schim al snel op zijn netvlies zacht verschijnen. Sultan hield halt, kantelde zijn hoofd een tikkeltje zodra hij zag dat deze merrie een ander dier bij zich had, zo te zien óók een vogel. Snuivend deed hij één stap naar voren, zag hoe het zwarte beest van de merrie op hem afkwam en vervolgens naar zijn Arend vloog. Grinnikend keek hij hoe de twee om elkaar heen vlogen, kennis maakte en vervolgens weer rustig waren. De merrie sprak, Sultan knikte een keertje en glimlachte vaagjes. Ze had een bloem in haar manen, die zo te zien goed bleef zitten; zelfs na een regenbui!
`Hallo.` Begroette hij haar vervolgens terug, zijn oren waren naar voren gericht en de glimlach rond zijn lippen was íets breder geworden, wat waarschijnlijk niet zichtbaar was. Hij was echter nog een tikkeltje humeurig van de enorme onweersbui, hij had er zo'n hekel aan. Een tikkeltje verbaasd keek hij de merrie aan, waarom had ze eigenlijk een bloem in haar manen? Sultan had het echter nog nooit gezien, hij snapte ook niet helemaal hoe ze die daar had gekregen; maar het kón blijkbaar. Nadat hij een stap dichterbij de merrie gedaan had, liet hij zijn blik pas over haar lichaam glijden en kwam tot de conclusie dat deze merrie waarschijnlijk goed was, want anders had hij haar nóóit zo vrolijk en kalm begroet. Slechte paarden kwamen altijd met de originele zinnetje; Wie ben je, of wat doe je hier? Hij háátte het, dat vertelde hij ze dan ook met plezier! `Mijn naam is Sultan.` Klonk er vervolgens uit zijn mond, het was echter altijd wel makkelijk om te weten met wie je aan het praten was.

http://twilightgame.actieforum.com

4Don't ever look back. ~ Empty Re: Don't ever look back. ~ do 20 okt - 3:59

Ravena

Ravena
VIP

Zij was niks voor niks Ravena, zij was vernoemd naar het machtigste paard dat ooit in hun gebied had geleefd. Die heette ook Ravena, en haar raaf was vernoemd naar de raaf van dat paard Amenia. De merrie liet een klein spoor achter in de lichte modder die er lag, niet echt veel. Maar door al de regen lag het er nu wel. Toch hoorde je de blaadjes knisperen en kraken als ze erop stond. Gras was er weinig, en als het er was, zat het onder de modder, en was het compleet vies, en/of nat geregend. Dan maar even geen eten, dat hield ze vast wel uit. Even zou toch geen kwaad kunnen? Of wel, vast en zeker niet. Ze ging er heus niet dood aan ofzow. Nu even verder met oefenen, wat zou ze nu gaan oefenen? Hmm.. Misschien, mijn raaf? En mijn naam? Ja, ja dat was een goed idee. Om te beginnen met mijn. Het ging natuurlijk al iets sneller en gemakkelijker. Maar ze deed meestal maar per dag een of twee woordjes. Nu nam ze er wel drie. Ze zou er zeker ook veel langer over doen. Maar ach, dat hoorde bij Ravena. Ze zou altijd doorzetten, nooit opgeven. Ze zou doorgaan tot dat ze het haalde. Ze zou ooit weer kunnen praten. Niet meer alleen die drie woordjes zeggen, als ze de afgelopen weken had gedaan. En ze had er ook zo hard voor geoefend. Nu kon ze het. En haar stemgeluid was werkelijk prachtig. Melodieus, puur, zuiver maar toch iets mysterieus met zich dragend. Net als haar lichtelijk mysterieus, veel aan haar was immers een mysterie, haar bloem, hoe kon die blijven zitten? Ja, daar had zij het antwoord op. En die veer hoe kon die dan blijven zitten? Hoe kon dat dan weer? Hoezo, kon zij niet praten? Slecht horen? Slecht zien? En waarom kon ze dan nog steeds een kudde leiden? Waarom leefde ze nog? Terwijl de meeste, dan dood zouden gaan? En maar ongeveer tien het zouden overleven? Waarom zij? Waarom werd zij verkozen? En de raaf, die altijd bij haar was. Haar zelfs hielp in gevechten? Kortom, zij. Ja, Zij, was misschien wel een geschenk uit de hemel. Net als al die andere negen paarden. Misschien wel. Wie weet.

Langzaam kwamen haar oren naar voren, hehe, het was nu al vijf dagen later dat werd tijd. ’’Mijn raaf, Amenia.’’ Ja, ja mensen, je hoorde het. Ze kon een zin zeggen! EEN HELE ZIN! Oké, nu nog die andere zin. Dit was wel echt bullshit. Crap… Waarom duurde dit zo lang, ze had gewoon vijf dagen gedaan over een zin. VIJF DAGEN ZEG IK JE! Dat is toch gewoon erg. En nu deed ze zeker ook vijf dagen over die andere zin, erg veel toon verandering had ze nog niet. Eigenlijk helemaal niks, niks noppes nappes. Maar goed dat deed er eigenlijk niks toe, hoe lang het ook duurde. Want zoals ze was, was ze ook. Eigenwijs, slim, charmant, en met een abnormaal hoog doorzettingsvermogen. Jep, dat was Ravena. Gewoon lekker zichzelf, altijd. Een beetje slecht, een beetje goed, een beetje neutraal. Alles door mekaar gegooid. Gewoon lekker anders, dat was wel leuk ook een keer iets anders. Niet dat eeuwige slecht, wat vol zat met wannabes, of dat eeuwige goed. Met die paardjes die altijd vrolijk deden, en nooit eens ruzie maken, nou ja zo dacht Ravena erover. En dan had je nog die neutrale, de paarden die geen kant kozen. Whahahaha, domme beesten. Natuurlijk koos je een kant, je koos de kant neutraal, hoe geniaal was dat. Ravena lachte even hard en hatelijk. Geen wonder dat ze een hekel had aan neutrale, geen wonder. Als je geen kant koos was je als Ravena, niet slecht, niet goed, niet neutraal. Gewoon alles door elkaar. Neutraal, was toch werkelijk een kant. Ja ja mensen, neutrale waren officieel dom verklaart door Ravena. Domme beesten, vond Ravena ze. Oké, dat was nu wel duidelijk gemaakt. Ravena galoppeerde aan, geklapwiek van vleugels werd hoorbaar, en steeds werd er een deel van haar lijf over meestert door de schaduw van de raaf. Het was een prachtig beest, met een raar mysterieus randje om zijn lijf. En net als Ravena, een geschenk uit de hemel. In ieder geval, zo dachten ze er in haar gebied over. Zo dachten ze er allemaal over. En bij Ravena moest je geen beloftes breken, zoals haar naïeve zus had gedaan, pfff. En nu… Nu zou ze boeten, voor alles wat ze gedaan had, en het meeste voor het breken van een belofte. Ravena zal haar legers trainen, en op haar kudde afsturen. Ja zeker, zij had ook een groot leger, groter dan die van Ravena. Maar zeg nou zelf, hoe wou zij haar verslaan? Als zij allerlei gespierde paarden had, die perfect getraind waren, die krachtig waren, allemaal wijze paarden. Allemaal paarden met veel ervaring. En zij, haar zus kwam aanzetten met dieren die nooit getraind werden? Zo ging het er immers aan toe in haar gebied, zo ging het eraan toe met de goede. Die trainde niet, anders was je raar. Was je eigenlijk gewoon neutraal, of slecht. Zonder kant, zonder kant was je vrij om te doen wat je wilt. Daarom koos Ravena daar ook voor. Daarom…

Langzaam kwam de schim in het zicht, de vogels lieten elkaar al met rust. En de raaf was weer tussen haar oren gaan zitten. Om even te rusten. Ze keek de pikzwarte hengst aan. Ze was haarzelf, charmant, mysterieus, en raar, ze was anders dan alle andere paarden. Zelfs als je de bloem zag. Dat was toch wel echt anders. En de veer dan, die was ook heel anders. Ze bekeek de arend van de hengst. Die haar raaf inmiddels ook al met rust had gelaten. Daarna liet ze de hengst maar spreken, liet hem uitpraten. Zo beleefd als ze was. Zo onbeleefd als ze kon zijn. Het was net in het bos, en blubberig. Haar prachtige, elegante benen zaten onder de modder. En vol afkeer keek ze erna. Aha, hoe heette deze hengst nou? Ze had zijn zin niet gehoord? Hoe moest ze dat nou weer uitleggen, ze probeerde. ’’Sorry, ik hoorde je niet wat zei je? Slechte oren weet je wel.’’ Floepte er opeens uit. Ravena steigerde hoog, hinnikte schel. Wel… Als ze iets heel graag wou kon ze het. Dat zeiden haar ouders altijd. Het had gewerkt, Ravena kon praten. Maar misschien was dat de andere keren niet. Wie weet. Ravena glimlachte breed. ’’Mijn naam, Ravena.’’ Zei ze uiteindelijk om de stilte te verbreken. Daarna dacht ze eens na, ja ze kon haar raaf ook beter even voorstellen. ’’Mijn raaf, Amenia.’’ Zei ze er achter na, met haar melodieuze, mysterieuze, pure, zuivere stem. Maar ook iets sinister zat erin.

~Alleen de laatste alinea gaat over haar ontmoeting met Sultan, de rest is ze in gedachte verzonken clown~

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum