Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Just meet another horse and not me #

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Anaïs

Anaïs

Haar hoeven sloeg ze tegen de grond. Het kraakte onder haar hoeven en de sneeuw werd helemaal verbrijzeld. Haar donkere ogen waren strak op de grond gericht en geen enkele emotie was dan ook te vinden in haar blik. Ze had hier geen zin meer in. De sneeuw werd teveel en de koude ook. Het begon vaker te vriezen en nog meer sneeuw was onderweg. Soms viel het mee en had ze het helemaal niet koud, maar de wind was het probleem. Ze hield gewoon niet van de rillingen die ze voelde als ze het koud had. Ze bibberde natuurlijk wel niet echt, maargoed. De merrie schudde met haar hoofd en liep verder. Het kraakte nog steeds enorm hard onder haar hoeven. Ze was bijna een jaar oud. De tijd vloog. Als dat nog sneller ging was ze drie jaar en zou ze eindelijk de kudde van haar moeder overnemen. Ze zou haar moeder vermoorden en alles zou van haar zijn. Op dit moment was zijzelf nog machtiger, slimmer en sterker. Dat was speciaal. Daar kon de witte merrie niet overheen. Ze was verdoemd. Ze stond op de lijst van doem. Of hoe je dat ook noemde. Ze stond op haar lijst om te vermoorden, al duurde dat nog wel een tijd. Ze grijnsde vals bij de gedachte en liep terwijl verder. In dit gebied was ze ook nog niet geweest, maar het leek cooler in de winter. De bomen die er stonden waren kaal en zouden het ook koud hebben. Ze konden doodgaan. Niet dat Anaïs het wat kon schelen. Ze vond het gewoon lijken op de goedzakken zonder eten nu. Ze konden elk moment doodvallen en daar had zij geen problemen mee. De jonge merrie snoof luid en een onbekende geur drong alweer haar neus binnen. De merrie rolde met haar ogen. Kom op hé, ze liep rond en kwam meteen iemand tegen. Ze had echt geen zin in een gesprek. Ze kon roepen ga een ander paard leren kennen, maar niet mij. Toch hield ze haar mond. Wie weet ging het meevallen. Als het Kay ofzo was dan. Ze snoof en stopte onder een boom. Al gaf het helemaal geen schaduw en beschutting. De boom was groot, maar alleen een stam met takken en geen enkel blad. De boom was besmeurd met de sneeuw. Het was zoals gif. Ze haatte het en wilde het zo goed mogelijk vermijden, maar dat ging natuurlijk weer niet. Pech had ze. Anaïs sloeg met haar zwarte staart heen en weer terwijl ze voor haar uitstaarde. Wachtend op het onbekende paard. Benieuwd wie het deze keer was.

Rebirth

Rebirth

Hoewel hij sinds zijn geboorte al in Dream Horses leefde had hij nog nooit eerder voet, beter gezegd hoef, in dit gebied gezet. Of hij hier bij toeval nooit terecht was gekomen of dat zijn ouders dit gemeden hadden wist hij niet, maar in zijn kinderjaren had hij vaak zat alleen met Destroyer rond geploegd, zonder acht te slaan op waar ze heen gingen en wie of wat ze tegen kwamen. Het had de tweeling allemaal niet kunnen schelen, zolang ze hun lolletje maar hadden. En dat lolletje kon met andere paarden zijn, met sterke verhalen die ze elkaar als veulens hadden opgehangen, met andere bosdieren of natuurlijk met elkaar. Hoe vaak hadden ze elkaar niet aangevlogen omdat ze een meningsverschil moesten uitvechten? Uiteindelijk kwamen ze meestal toch wel tot een oplossing die de middenweg bewandelde, de tweeling was en zou altijd gewaagd aan elkaar zijn. Maar hoe kon dat ook anders? Beiden hadden ze exact dezelfde chromosomen in hun lijf zitten, hun genen waren identiek. En toch waren ze verschillend. Niet alleen qua karakter maar er waren ook kleine uiterlijke dingen op te merken. Zo had Rebirth een bruin rechteroog en links een blauw oog en was het in Destroyer zijn geval precies andersom. Het maakte hen uniek en tegelijkertijd hoorde ze ook bij elkaar, omdat ze exact het tegenovergestelde van elkaar hadden. De gedachten aan zijn tweelingbroer zorgde ervoor dat zijn mondhoeken werden opgetrokken tot een grijns. Het was alweer een tijdje geleden sinds hij hem voor de laatste keer had gezien, en hoe het überhaupt was gekomen dat ze uit elkaar waren gegaan wist hij niet. Wat hij wel wist was dat ze beide nooit een stap buiten het land hadden gezet waar ze geboren waren, waar hun vader een lange tijd als symbool voor de duisternis himself had gediend. Die tijd was voorbij. Azacar zijn tijd was voorbij. Maar dat betekende dat zijn twee enige waardige zoons –Rebirth kon het mormel dat zijn vader had verwekt bij een gevangen genomen merrie niet echt als een broertje accepteren – nu de kans hadden te laten zien uit welk hout ze gesneden waren. En als het aan hem lag zou dat zeker gebeuren. Vandaar dat hij ook op zoek was gegaan naar Destoyer. Maar in plaats van de geur van zijn broer bereikte een geur van een merrie hem. Iedereen kon dat verschil onderscheiden, beide hadden hun typische geur. En wat hem betreft roken merries vele malen lekkerder dan alle hengsten bij elkaar, ze hadden iets wat hem wel beviel, wat hem tot hen aantrok. Want ja, de jonge gitzwarte hengst hield van merries. Niet in de zin van houden van en lief en klef gezwijmel, maar meer in het idee van speeltjes, gezelschap en hij vond ze vooral een leuk tijdverdrijf.

Dat de merrie die hij naderde familie van hem was, gezien hun bloedlijnen was hij haar oom en was ze voor hem een nichtje, dochter van zijn oudere zus Deina. Rebirth had nooit goed contact gehad met de witte merrie, kende haar ook verder niet. Van al zijn broers en zussen, en Azacar had toch zeker een stuk of zeven nakomelingen, kon hij alleen echt goed overweg met Destroyer. Voor de rest was hij nauwelijks met de anderen opgegroeid, had nooit de kans gehad ze te leren kennen. Daarnaast waren er leeftijdsverschillen, andere moeders en wist hij veel wat allemaal. In ieder geval niets bevorderlijks voor een goede broer-zus relatie. En vandaar dat hij deze jonge merrie ook niet kende, hoewel er wel duidelijk trekken te zien waren in haar uiterlijk die een groter deel van zijn familie beroerden. Want een kleine familie was het ook allemaal zeker niet. Wat zijn lijnen betreft waren die nog niet verder doorgevoerd, hij had geen merrie opgezadeld met zijn nageslacht, tot nu toe nog niet in ieder geval. Als het aan hem lag zou hij er zoveel op de wereldbol hebben rondlopen dat overal incest in verwerkt zou moeten zijn omdat ze anders gewoon uitstierven. Maar dan zou hij op een lopende band wel duizenden merries af moeten gaan, en dat was nu ook weer niet iets waar Rebirth op zat te wachten. Het eeuwige leven had hij ook al niet, helaas.

Met kalme ritmische stappen was hij de merrie genaderd. Zijn ogen –links een blauwe en rechts een bruine– waren op haar gericht en scanden haar lichaam en keurde het zonder te weten wat ze van hem was. En toch zou de waarheid hem niet doen terugdeinzen, wat zou hem dat nu kwaad doen? Rebirth snoof eens, waarbij zijn oren een korte draai beweging maakte om de omgeving te controleren. Hij had geen zin in een katachtige die een ritje op zijn rug kwam maken. Op een meter of tien afstand hield hij halt, hief zijn hoofd een stukje en spande de spieren in zijn hals zo waardoor hij deze lichtjes krulde. Echt een macho was hij niet, hij wist dat hij niet onverslaanbaar en de opperheerser was, maar laten zien wat hij in huis had was wel iets dat de jonge Warlander graag deed. Anderen mochten hem best wel van zijn beste kant zien. Wat ze daar vervolgens mee deden was iets dat ze zelf moesten bepalen. ”Hallo daar” klonk zijn zware, barse stem terwijl hij haar kort maar bondig begroette. Hij hield niet zo van een eindeloos durende stilte, eentje die drukkender werd naar mate geen van beide het initiatief nam te starten. Echter zou de volgende zet aan haar zijn, en hij zou daar kampjes op wachten.
Hell is empty and all the Devils are here.

Anaïs

Anaïs

De donkere kijkers bespeurden het gebied. Het interesseerde haar niet wie er aan zou komen. Ze had geen zin in een groot gesprek dus praten zou ze niet teveel doen. Dat mocht die andere doen. Een geur drong haar neus binnen en meteen kon ze het geslacht hengst er wel uithalen. Ze rolde met haar ogen toen de geur steeds dichter kwam. Hij was duidelijk wel op weg naar haar. Oké, wat maakte het uit. Langs de ene kant kon het hier nog interessant gaan worden. Haar blik gleed opzij toen ze hoefstappen hoorde. Niet hard, maar ze was slim genoeg om het te kunnen horen. Haar blik gleed over de zwarte Fries hengst die in aantocht was. Hij was nog jong, maar voor zijn leeftijd redelijk groot en stevig gebouwd. De geur die rondom de hengst hing was zwak, maar wel herkenbaar. Ze bekeek hem nog eens goed en een grijns sierde haar jonge lippen. Hij begroette haar kort met zijn zware stem en stopte met lopen. Hij had zijn zinnen helemaal op haar gezet. Hij was iets van plan, of hij wilde weten wie ze was. Ze wist wel wie hij was. Nog een broer van haar zus. Hoeveel familie had ze nog hier? Ze had gehoopt dat een groot deel verdwenen was. Anaïs bekeek hem nogmaals goed om een naam te kunnen plakken, maar dat was niet zo makkelijk. Ze was de laatst geborene en ze kende nog niet zoveel familie. Haar eigen broers en zussen kende ze wel, maar de broers en zussen van haar moeder niet. Ze had er wel wat over gehoord, maar niet bepaald veel of genoeg om te kunnen weten wie hij was. "Ook hallo voor jou. Vertel me je naam, hengst. Ik wil weten wie je bent, nu." Haar stem, luid en duidelijk, liet merken dat ze niet met haar liet sollen. Ze was zo. Ze zou voor familie dan ook niet veranderen. Als ze iets wilde, zorgde ze ervoor dat ze het wist. Haar staart sloeg heen en weer terwijl haar donkere ogen strak op de hengst gericht waren. Haar blik toonde niet veel, alleen dat ze stiekem een kleine interesse in de hengst had. Vooral omdat hij familie bleek te zijn. Hoe meer zielen, hoe meer vreugde. Zo kon ze haar moeder veel beter gaan uitschakelen. Zeker als ze een grote band kreeg met de andere familieleden. Deina was verdoemd. Ze zou sterven en niet meer heersen. Anaïs grijnsde breed bij die gedachte, maar zodra de hengst weer begon te spreken veegde ze deze weg. Haar ene oor stond naar voren gericht om al zijn woorden te kunnen opvangen.

Rebirth

Rebirth

De jongvolwassen merrie bleek een behoorlijk pittige tante te zijn, eentje die nergens omheen draaide en wilde dat alles ging precies zoals ze wilde. Nou, dat kon ze dus mooi vergeten. De duidelijke overeenkomsten waren zichtbaar, ook voor hem waren ze niet te missen. Echter wist hij niet wie van zijn halfzussen –zijn enige halfbroer was namelijk nog te jong om alweer vader te kunnen zijn– allemaal al veulens gebaard hadden nadat ze hen eerst negen maanden had gedragen. Oké, het was niet nieuws dat Deina al nageslacht had rondlopen, maar zijn oudste zuster was ook degene geweest met wie hij het minst goed overweg had gekund. Daarvoor had ze zichzelf altijd te hoog geacht en gedaan alsof hij minder was. Ja, ze was ouder, maar dat betekende niet zozeer ook beter. En de jonge merrie voor hem bleek precies dat zelfde idee te hebben. Zo moeder zo dochter, al wist hij dat nog niet met zekerheid te zeggen. Dat zou ze eerst met woorden of een bepaalde gezichts- of lichaamsuitdrukking moeten bevestigen, tot die tijd konden ze van elkaar niet de ware identiteit achterhalen. En al zou hij weten dat hij haar oom was zou er voor hem niets veranderen. Hij zou er niets aan over houden dus waarom zou hij zich anders richting haar opstellen, ze was geen familie die dichtbij hem stond, de enige die dat wel stond was Destroyer en tot op dit moment had niemand anders dat privilege weten te behalen. Toen hij jonger was geweest hadden zijn beide ouders ook nog wel een plaatsje gehad, maar het had niet lang geduurd voordat hun moeder out-of-the-picture was en zijn vader had ook wel betere dingen te doen gehad dan zich met zijn twee puberende zonen bezig houden. Vandaar dat ze hun heil bij elkaar en bij anderen hadden gezocht, bij anderen in de zin van vermaak en eerder bij foute maken wijze lessen opdoen dan dat hun ouders hen wat verteld hadden. En al spelende wijs had de tweeling geleerd. Nu ze beiden volwassen hengsten waren en die fase voorbij was waren ze op zoek naar andere speeltjes, ander tijdverdrijf. Voor Rebirth waren dat vooral merries, hij kon er wel van genieten om ze met lieve, charmante woordjes om te turnen en ze vanuit het niets achter te laten. Liefde kende hij nog niet, dat was hem nog niet overkomen, en zoals hij nu tegen het leven aankeek verachtte hij ook niet dat dat wel zou gebeuren. Niemand had nog bewezen zijn aandacht waard te zijn.

Terwijl ze haar woorden uitsprak legde hij zijn oren iets wat naar achteren, zonder ze plat te drukken, om haar duidelijk te maken dat haar woorden hem niet bevielen. Menig ander zou in lachen zijn uitgebarsten vanwege haar houding, totaal niet passend bij haar nog onontwikkelde lichaam. Ze was jong, nog niet eens volwassen, maar had een bek waar je u tegen kon zeggen. Toch vond Rebirth het niet grappig. De gitzwarte Warlander snoof eens luid, maar zijn houding bleef even kalmpjes als daarstraks toen hij kwam aangelopen. Zijn halflange manen lagen warrig over zijn hals, met hier en daar een klit of ander teken van gebrek aan uitpluizen. Maar ja, daar kon hij zelf toch ook niet bij en daarnaast had het ook wel wat. Zo lang het hem maar niet hinderde als de klitten te groot werden. ”Ken je plaats, dochter van mijn zuster. Oom en U zijn voldoende voor jou om mij mee aan te spreken” antwoorde hij haar, haar bevelende toon en bijna kinderlijke manier van spreken negerend. Als ze nu nog zijn naam wou weten zou ze dat uit hem moeten slaan, en hij zou niet over zich heen laten lopen door een nichtje die ook nog eens bijna de helft van zijn leeftijd had en een merrie was. Het was nu eenmaal een bewezen feit dat het lichaam en de bouw van hengsten optimaler ontwikkeld waren om een gevecht te leveren, dat was bij evolutie zo ontstaan. Het leven van merries was vele malen vrediger hoog in de bergen van de zilveren staat Nevada. Hengsten streden om elkaar om het bezit van merries, en die laatst genoemde rende alleen maar weg achter hun hoofdmerrie aan waarop ze vertouwden. Dat was immers altijd diegene die hen in veiligheid bracht. Wat Rebirth betreft mochten de meeste merries zich wel weer naar dat idee schikken. Ze moesten weer weten wat hun plaats in de maatschappij was; het onafgebroken op de wereld zetten van de veulens van hun leider. Of dat nu beviel of niet. In zijn geval zou het dan een gedeelte zijn die zijn nageslacht zou dragen, de andere helft zou van zijn tweelingbroer zijn. Want zoals het altijd was geweest; ze deelden alles met elkaar.
Hell is empty and all the Devils are here.

Anaïs

Anaïs

Luid gesnuif was duidelijk te horen in de stilte tussen beide paarden. Van zowel de merrie als de hengst. Hij was anders dan de paarden die ze ooit tegengekomen was. Ze vond hem irritant, maar als ze hem aan haar kant wil hebben moest ze respect tonen. Dat deed ze altijd, maar ze zou niet overdrijven. Ze was slimmer dan paarden dachten. Ze wist heus wel wat ze moest doen met een familielid, maar nu nog niet. Eerst moesten ze zelf ook maar respect leren verdienen. Anders mochten ze samen rotten met haar moeder. Anaïs had al grootse plannen bedacht. Nog een jaar en alles zou van start gaan. Fawn, de machtige leidster van Valkyrie zou vast wel willen meedoen. De jonge merrie was alweer goed in zichzelf bezig. Ze snoof geïrriteerd van de gedachten en richtte haar weer op de zwarte hengst. Haar donkere ogen gleden nog eens van hoofd tot teen. Hij leek duidelijk wel op de pikzwarte Fries. Ze had veel over die hengst gehoord, maar ze had hem nog niet gezien. Dat zou ook niet meer gebeuren. Ze schudde haar hoofd eens en hoorde al snel zijn woorden. Hij leek haar lastig te vinden. Haar gedrag beviel hem niet. Pech dan. Hij moest eerst maar eens tonen dat hij respect kreeg. Zijn woorden gleden door haar gedachten. Oom en U? Wat dacht hij wel niet? Ze koos zélf wel wie ze met U aan zou spreken en dat was zoals Cobrazarao. Hij had genoeg respect aan haar getoond en zij ook terug aan hem. Hij verdiende die woorden, maar haar oom niet. En oom was ook nog eens een idiote naam. Ze lachte. Vals, alsof ze een heks was. Ze keek hem uitdagend aan en sloeg eens met haar staart heen en weer. "Je zal een beetje respect moeten tonen als je wil dat ik je met U behandel. Grote machtige hengsten krijgen die van mij, jij niet. En wil je zo graag oom genoemd worden? Ik vind het nogal een idioot woord. Idioot, net als mijn moeder en jou zus." Opnieuw moest ze vals grinniken na de woorden. Ze was jong en kon vals zijn. Ze kon wel eens kinderachtig doen, maar dat was normaal voor een jonge merrie. Ze wilde gewoon weten hoe die hengst in elkaar zat. Als hij genoemd wilde worden als een idioot en erop wilde lijken moest hij dat maar doen. Ze kon veel meer respect tonen met zijn naam. Ze snoof kort en luid en sloeg met haar hoef tegen de grond. Ze drukte haar oren in haar nek en nog steeds had ze die uitdagende valse blik in haar donkere ogen. Dit was haar karakter nu eenmaal. Veranderen deed ze niet. Zeker niet voor hém.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum