Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

If I die young bury me in satin

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Celebrían

Celebrían
VIP

Fluitend leefde ze zichzelf uit op de openvlaktes. Haar lichaam bewoog zich soepel en zo nu en dan gooide ze haar kont de lucht in. Een bok werd gevolgd door een wilde hoofdbeweging en haar staart en manen wapperden mee op het ritme van de wind. Terwijl het bloed nog aan haar lippen kleefde en de groenachtige zweem in haar ogen nog niet was teruggekeerd, voelde ze zich jonger en vrolijker dan ooit. Alsof ze nooit een moord gepleegd had. Een koele glimlach krulde haar lippen, haar lippen die ze normaliter tot een smalle streep samengeperst had. Leedvermaak, was het beste vermaak. Een strenge wind waaide uit het oosten, maar ze voelde de koude niet. Het was alsof haar voeding ervoor zorgde dat er nieuwe warmte door haar lichaam stroomde, ditmaal levendiger en sterker dan ooit. Sneeuw stoof op van de grond terwijl ze er overheen raasde als een gek, voelend hoe haar spieren zich rekten en strekten en hoe haar ledematen tot allerlei bewegingen gedwongen werden. Bewegingen die de laatste tijd niet zo vanzelfsprekend waren. Ze gedroeg zich als een veulen, van een afstand was niet te bepalen of zij de Dood of de Vreugde aanbad. Een geheel onschuldige mist leek neergedaald te zijn in haar hoofd, zich niet realiserend dat Hij kon zien wat ze deed. Een regelmatig geroffel klonk en overstemde zijn angstige ademhaling. Haar fonkelende zwarte ogen boorden zich diep in de zijne en terwijl ze hem met haar lichaam dwong te blijven staan, liet ze haar snuit sensueel over zijn hals heen glijden. Snuffelde in zijn manen, beet ze zacht in zijn oren. Zwijgend ging ze haar gang, kwam hij dichterbij zijn ondergang, en zij dichter bij de overwinning. En ze hoefde niets te zeggen. Zonder woorden kon ze hem de stuipen op het lijf jagen ~ zijn angst werd veroorzaakt door de onheilspellende stilte. Het roffelende geluid van de regen, de donkere wolken die het zonlicht geen doorgang boden. Ze likte langs haar lippen terwijl een schel gelach haar keel verliet. Het was haast krankzinnig te noemen. Háást. Niet volledig. Haar lichaam zorgde voor de juiste dosis elegantie om het niet zo te kúnnen noemen. De blik in haar ogen maakte dat je het niet zo zou dúrven noemen. Haar lichte manen in het felle zonlicht, zorgden voor een soort lichtkrans die zich rondom haar uitspreidde.
Ze danste over de velden heen, zigzagde tussen de bomen door. Wat uiterlijk betreft niet gelijkend aan iemand die voor zijn eigen plezier paarden doodde om er zelf beter van te worden. Elegantie en gratie sierden haar. Van geluk kon zij spreken. Macht was hetgeen dat ze wilde hebben. En wat zij wilde, zou zij krijgen. Ze bekommerde zich niet om het feit dat het tijd zou kosten. Wie weet vond zij de macht die zij zocht niet in dit land. In haar achterhoofd hield zij de gedachte dat haar troepen zich niet op aarde vonden. De macht over hetgeen dat anderen niet beschrijven konden, had zij wel degelijk in haar bezit. Een glimlach sierde haar gezicht, terwijl ze met haar hoeven vlak voor een klein meertje stopte en zo tot stilstand kwam. Langzaam liet ze haar hoofd zakken, nam ze enkele slokken van het koele water. Wetend dat iemand haar naderde. Ze was zich van alle kleine details die zich rondom haar bevonden, bewust.

~ Komt binnen, Ô grote vreemdeling AWESOMENESS
Iedereen mag posten. Yay

Destroyer

Destroyer

If I die young bury me in satin Desinsane
Traag bracht de grote hengst zijn hoofd naar beneden. Nam hierbij met zijn ijsblauwe ogen de grond nauwkeurig op. Snoof de geuren van het woud op. Sneeuw had de wereld in een witte jas gehuld. Niet zozeer iets wat hij als onprettig beschouwde aangezien hij uit een van de koudste streken kwam. Was ooit uit het noorden vertrokken en sindsdien had hij alleen maar rondgetrokken. Was door vele verschillende streken getrokken. Had verschillende paarden ontmoet. Het was interessant geweest. Uiterst informatief. Onder zacht gesnuif hier hij zijn hoofd wat op. Tot net boven borst. Liet zijn ijsblauwe ogen daarbij over de omgeving glijden. Er was zojuist een paard voor hem gepasseerd. Niet alleen de geur die hier nog in de buurt was vertelde hem dat maar ook de sporen in het dunne laagje sneeuw dat de grond bedekte. Sneeuw. Met een mond die tot een strakke streep vertrokken was keek hij naar het witte goed dat het landschap bedekt had. Liet zijn ijsblauwe ogen langs de bomen glijden. Leuk was anders. Het voedsel was al schaars geweest waardoor hij genoodzaakt was geweest een andere hengst te moeten doden omdat die op zíjn plek aan het grazen was geweest. Domme zet. Ja dat was maar weer gebleken. De pure witte sneeuw. Eens zo wit nu bedekt met bloed. Helderrood bloed dat in een spoor naar beneden droop. Uit het levenloze lichaam van de donkerbruine hengst liep. Niet dat hij er zelf geheel ongehavend van af gekomen was. Over zijn schouder liep een grote wond waar wat bloed uit kwam en horizontaal over zijn neusbrug liep ook een kras. Elke keer wanneer er een druppel naar beneden rolde en uiteindelijk op zijn neus terecht kwam schudde hij eens met zijn hoofd om die weer te verwijderen. Het was gewoon hoogst irritant. Hij draaide zijn hoofd eens achterom om naar het lichaam van de ander te kijken. Snel genoeg zouden hongerige prooidieren komen en het karkas opvreten. Enkel de botten over laten. Lichtjes trok hij zijn mondhoeken omhoog in een grijns. Het leven van iemand ontnemen gaf hem altijd een gevoel van, voldoening. Een soort bevrediging. Zorgde voor een moment rust in zijn hoofd. Bij het horen van een dusdanige vrolijk gelach draaide hij zijn hoofd richting de bron van het geluid. Nu was zijn indicatie van vrolijk totaal verschillend van het normale paard dat hier rond liep maar toch. In zijn oren klonk het vrolijk. Alsof de ander zojuist voor het eerst en sneeuw had gezien. Of een ontzettend leuk verhaal had gehoord. Dacht in die trant. Destroyer snoof eens en bracht zijn barokke lichaam toen in beweging. De invloeden van zijn vader duidelijk terug te zien in zijn hele wezen. Hoewel hij toch een slag sierlijker was. Eleganter dan een fries. Statiger dan een Andalusiër. Lange benen waar aan het einde lichte beharing aan zat. Dikke, gewelfde manen die langs een statige, gespierde hals vielen. Van de tweeling was hij degene die het meest op vader leek. Met zijn ravenzwarte vacht en helblauwe ogen zou men hem als een kopie aanzien. Alleen was hij version 2.0. Een verbeterde versie van zijn vader. Vond hij dan. Zijn ego was hij nog altijd niet verloren. Was en bleef het zoontje van een toenmalige kuddeleider. Ook al was het zijn ‘geliefde’ zuster die de kudde overgenomen had hij zou zich er nooit bij voegen. Hij. Onder een ander staan? Zelfs als de wereld ten einde ging nog niet. En al helemaal niet onder háár. Wie hij zag als een verschoppeling. Hoorde er in zijn ogen niet bij. Was het niet waardig familie genoemd te worden. Laat staan zijn zuster. Dat zou hij ook van niemand willen horen. Maakte hem link. Want hoe rustig en kalm hij nu leek. Hij had een tweede persoonlijkheid. Die wanneer het rood voor zijn ogen werd en zich volkomen liet gaan. Om op te gaan in de dood van de ander. Heerlijk. Besloot uiteindelijk zijn stappen ruimer te maken toen de verschijning van een palomino kleurig paard aan zijn beeld verscheen. Hief zijn hoofd trots terwijl hij rustig tussen de bomen vandaan kwam. Had haar aanwezigheid al langer bemerkt. Elegantie. Overduidelijk. Liep op haar af terwijl ze van het water dronk van het meertje waarvoor ze zojuist gestopt was. Had hem vast en zeker in de gaten. Moest gewoon. Toch liep hij door. Alsof ze er niet stond en bracht enkele meters van haar vandaan zijn hoofd naar beneden om met gesloten ogen een slok van het koude water naar binnen te werken. Opende zijn ogen daarna weer. Bracht tergend langzaam zijn hoofd omhoog en keek haar toen aan. Met een bijna vriendelijke blik. [b>”Heb je wat te vieren dat je zo blij bent mijn beste?” sprak hij koeltjes met zijn ruwe stemgeluid. Het was noch vriendelijk. Noch vol haat. Het bevatte gewoon niets. Helemaal niets.
Even inkomen sawry x3

Celebrían

Celebrían
VIP

De koele, heldere en verfrissende waterbron friste ook haar geest op. Liet de dwaze gedachten verdwijnen en zorgde ervoor dat ze in het hier en nu bleef. Zowel lichamelijk als geestelijk. Voor een moment sloot ze haar ogen en liet ze zichzelf leiden door de Hogere macht. Door Hem. Hij die alles van haar wist. Haar zwakke en sterke kanten. Van haar lievelingskleur tot grootste irritatiefactor. Hij wist het allemaal. En terwijl zijn voetstappen duidelijker hoorbaar werden, en ze zijn ademhaling zeer goed kon horen, hield ze de nonchalante, onwetende houding vast. Weigerend te laten merken dat ze hem had opgemerkt. Terwijl ze er van overtuigd was dat hij niet achterlijk was; hij zou ongetwijfeld weten dat het omhulsels waarin zij leefde, pure schijn was. Vanuit haar ooghoeken had ze hem bestudeerd. Had ze zijn lichaam kunnen beschouwen, wist ze precies hoe hij eruit zag. De roestige geur van vers bloed drong tegelijk met zijn aanwezigheid haar neusgaten binnen en even werd de fonkeling in haar ogen feller. Het verlangen naar het rode spul dat haast gelijk stond aan het leven, werd nooit gestild. Altijd zou ze zichzelf ermee willen voeden- bloed zorgde voor een geweldig gevoel van voldoening dat niet door anderen geëvenaard kon worden.
Een klap. Een ijselijke gil. De geluiden stierven weg terwijl zij wachtte. Want Hij zou hem komen halen. Zijn geest was voor Hem, het bloed en ander stoffelijk overschot, was voor haar. Ze sloot haar ogen terwijl ze genoot van haar prooi. De laatste eer die hij aan haar kon bewijzen ~ze toonde spijt noch berouw. Meedogenloos ging zij te werk. Geen enkel schuldgevoel besloop haar. De wind liet rimpels in het water verschijnen en haar spiegelbeeld werd vervormd. Een vreemde afbeelding zag ze beneden haar en haar wenkbrauw fronste zich haast onmerkbaar. Mompelend in zichzelf bewoog ze haar ledematen. Stapte ze naar voren en naar achteren, draaide ze haar lichaam een kwartslag. Zich niet bekommerend om het feit dat de zwartvacht haar aanschouwde. Schijnbaar geïnteresseerd hief ze haar hoofd op toen zijn woorden door de lucht galmden. Het was alsof een onnoembare substantie had gesproken –aan de zwartvacht was niet te zien dat hij zijn lippen bewogen had. Noch kon ze opmerken dat hij zijn stembanden geluid had laten maken. Een brede grijns sierde haar gezicht en ze liet haar hoofd iets zakken. Damp kringelde op vanaf zijn vacht en gefascineerd keek ze toe hoe het opsteeg en in het niets leek te verdwijnen. ’Degenen die het leven kunnen waarderen zoals het is, hebben elke dag iets te vieren, maar begrijp me niet verkeerd, naamloze zwartvacht. Want wanneer ik iets te vieren heb, heeft dat goede redenen. De dag van het einde is nabij, het zal niet lang meer duren voordat ik terug naar huis kan gaan om het nieuws te brengen, waarna ik mijn geliefde onderdanen het bevel kan geven al wat ons pad kruist, te doden.’ Zweverig was haar stem, haar stembanden leken niet zeker te weten of ze de woorden die haar brein had gevormd, daadwerkelijk moesten produceren. ’Voor nu, echter, neem ik genoegen met het feit dat ik ben wie ik ben. En dat is sowieso een feestje waard, nietwaar?’ Haar geest was ongrijpbaar en ontembaar. Nooit zou ze zichzelf overtuigend kunnen beschrijven. Of hij haar woorden zou begrijpen en zou waarderen, was aan hem. Meer kon ze niet doen om zijn vraag te beantwoorden.


Owhyeah. Celebbie's vaagheid Yay

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum