Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Ik neem je mee | SoulSpirit

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1Ik neem je mee | SoulSpirit Empty Ik neem je mee | SoulSpirit vr 27 apr - 8:37

Zipke

Zipke

Een prachtige, elegante, zilvergrijze hengst stapte over het strand. Hij liet hoefafdrukken achter in het lichte zand. Na een minuut waren de afdrukken weer verdwenen door de wind ,die hem wegvoerde. Hij schudde met zijn manen en keek naar de horizon, naar de zon die langzaam naar het diepte punt van zijn dag zakte. Hij brieste en bleef staan om van het geweldig mooie uitzicht te genieten. Hij zuchtte en genoot van de rust die het landschap en de omgeving hem gaf. Het zachte ruisen van de zee, het snerpende zand onder zijn hoeven, de lekkere zee lucht. Hij sloot zijn ogen, het geluid van kraaiende meeuwen verdween naar de achtergrond. De warmte omringde zijn gedachten en maakte hem in een soort van ‘trance’. Hij opende zijn licht blauwe ogen weer en keek met een dromerig gezicht het landschap rond. Hij zuchtte nog eens en stapte verder het strand op.

Zijn lange zijde zachte manen en staart deinde op de zachte wind. Hij blies zachtjes ,een aantal vogels vlogen op de wind. Hij zag een kleine kokmeeuw op de zee rusten. De zee was rustig op het mooiste punt van de dag. Hij keek naar de nu roze lucht, het deed hem denken aan de dag voor de storm in het normale land. Die dag was het zulk geweldig weer geweest. Maar de dag erna….. het weer was in één klap omgeslagen. Het regende, het onweerde, hagelde ,alles. Hier voelde hij zich vrij, voelde zich goed. Hij was hier op zijn plaats, hij was hier gelukkig op de één of andere manier. Hij was altijd alleen, maar altijd gelukkig geweest. Hij schudde zich uit, en stapte langzaam het water in. Hij bleef door de branding stappen, langzaam verruimde hij zijn –toch al ruime pas- passen en draafde met elegante passen aan. Hij brieste en draafde door het water. Het water spatte hoog op, hij werd er zeiknat en blij van. Zijn vacht werd donkerder gekleurd door het water wat op zijn vacht neerdaalde.

Plots rook hij een naderend paard. Hij kon niet bepalen wie het was, of dat hij diegene al kenden. Wachtend op zijn bezoeker stopte hij met draven en rechte zijn hals. hij stak zijn neus in de lucht en wachtte gespannen op het naderende paard…..

Kát

Kát

Grote, stevige doch sierlijke passen maakte ze, haar benen brachten haar over het zware zand van de strand.
Twee saffieren waren gericht op de prachtige, oranje halve cirkel aan de horizon; ‘het einde van de wereld.’ Daar waar de wereld niet meer verder ging, maar die stopte niet, de horizon, die was eeuwig, eeuwig durend, voor altijd.
Plots merkte ze een aanwezigheid, ze spotte een grijze dot en dacht kort na, langer was niet nodig om te weten dat deze persoonlijkhed nog niet bekend was bij haar. De merrie verplaatste zich naar de onbekende verschijning en eenmaal het dier bereikt bekeek ze het, nam het in zich op en brieste kort na één rondje om het heen te hebben gelopen.
,,Buenos Díaz señor.” Sprak de merrie die daar ineens was verschenen. ,,De naam is Spirit, SoulSpirit.” Grijnsde breed.
,,En wie is dit hier dan, hengst?” Vroeg ze nieuwsgierig terwijl ze kort haar neus bij de grijse manen hield en de onbekende geur opsnoof. Vreemd was ze ja, maar als je haar eenmaal kende dan moest je dat wel weten, jammer dat deze hengst nog niet wist welke schim die de naam SoulSpirit bij zich droeg hij voor zich had.
Nieuwsgierigheid raasde door haar sierlijk gevormde lichaam. Ze had hier en daar meer dan ‘gewone’ en ‘simpele’ gelaatstrekken, maar bijzondere dingen; elegante benen waren normaal maar die van haar ondersteunden haar spieren die haar sterk maakten maar niet dik.
Ze was niet een grote merrie, zeker niet, haar hele geschiedenis was begonnen in de bergen waar het zeer moeilijk was om aan veile, vlakke plekken te vinden met verse stukken gras, en ze moest het bovenal alleen doen, zonder zus of ouders...Maar terug naar de hengst- hoe zou hij heten?

Zipke

Zipke

Keek Soulspirit met een schuin oog aan. Hij kende haar niet. Één van de weinige die hij niet kenden. Hij was best bekend met de namen van paarden. uit de normale wereld ,verbeterde hij zichzelf. Hij zuchtte zachtjes en zei toen:
,,SoulSpirit..hm die naam heb ik nooit eerder gehoord….mooi…Ik ben Zipke”
Hij wist dat zijn naam nou ook niet vaak voor kwam en hij wist dat hij niet echt een angstaanjagende naam had, maar hij was soms best gevaarlijk. Alleen wilde hij dat niet uiten. Hij had geen grote hekel aan slechte paarden, maar het waren ook niet zijn favoriete gezelschap. Hetzelfde gold voor de echt goede paarden, hij was wat….. tsja … hij was anders dan andere. Hij was niet slecht noch goed. Hij was wie hij was.

Zipke keek uit over het prachtige strand. Hij schudde zich uit. Even leek zijn vacht nog zilverder dan anders. Hij was erg groot, sterk, gespierd en bovenal had hij een mooie appelschimmel kleur. Hij was niet normaal, hij was raar. Raar… ja dat was hij zeker. Maar eerlijk gezegd kon hem dat wienig schelen. Het kon hem eigenlijk helemaal niks schelen wat andere van hem vonden. Zo was hij altijd al geweest.
,,Zeg eens SoulSpirit,, wat doe jij hier, op deze prachtige plek?”
hij keek de merrie aan en brieste nog eens. Hij schudde met zijn manen en schraapte met zijn voorbeen over de grond. Hij maakte diepe kuilen in het zand. Het zand was hier zacht en mul. Het kraakte een beetje onder zijn hoeven.

De wind blies door zijn manen en liet het zand met stevig dotten op stuiven. Het zand prikte een beetje in zijn ogen en maakte zijn zicht slechter. Maar hij wilde zich niet omdraaien om zich naar het zand toe te keren. Hij schudde alleen het zand uit zijn vacht, manen en staart en blies het uit zijn neusgaten. Hij rechte zijn rug en keek afwachtend naar de merrie.

Kát

Kát

De kleine, donkere merrie schudde met haar zwarte manen en zwiepte met haar lange staart. Telkens weer moest ze haar benen omhoog tillen als ze weer verder en verder in het nattige zand zakte.
,, Ah, oké. Aangenaam dan, Zipke.” Haar ogen waren constant gericht op de zilveren verschijning voor haar. ,, ja, dat kan kloppen. Min ouders wouden origineel doen. Kan gebeuren hé.
Ze zag dat de hengst was afgeleid door de locatie en zag hoe de zon op zijn grijze vacht schitterde.
,,Wat Ik hier doe? Mh, wat niet? Ademen, staan, me irriteren aan de kleine rot vliegjes- serieus, wat voor nut hebben ze?-, een gesprek samen hangen met een zilveren hengst die ik enkele tellen geleden heb ontmoet, kort samengevat; ik doe maar wat.” Sprak ze grijnsend.
,, En jij dan hengst? Wat doe jij op deze zonnige dag?” Nieuwsgierig staarde ze naar het jonge paard en grijnsde.

Zipke

Zipke

,,Ja ik heb ook haat aan die vliegjes…”
Hij keek de merrie half grijnzend aan ,de grijns verdween al weer snel. Hij lachte vrij weinig de afgelopen dagen,…nou ja dagen….meer sinds hij in DreamHorses rond trok. Hij hield niet van eenzaam alleen door de eindeloze sneeuwvlakten trekken. De eindeloze horizon die trok tot aan de laatste rand van de aarde. Tot de goden hem van ons zicht onttrokken. Ja, hij geloofde in goden. En ja, hij was raar, was anders dan andere, maar daar kon hij toch niks aan doen? Wie waren al die paarden die hem hadden proberen te veranderen sinds zijn geboorte? Wat hadden hun over hem te zeggen? Vrij weinig. Hij was nooit goed genoeg geweest, nooit. Hij was altijd het buitenbeentje, het pispaaltje! Alle problemen waren zijn schuld! Die vreselijke eerste jaren… hij had er soms nog nachtmerries van! Maar terug in de realiteit, hij keek gespannen naar de merrie en zei, als antwoord op haar vraag:
,,Wat ik hier doe? Nou het alle daagse…”
Zijn aarzeling was te voelen in de warme lucht. Het zachte briesje blies door zijn manen. Vrolijk danste zijn manen op de muziek van de wind. Hij nam het voor om vrolijker tegen andere te doen. Hij zou minder aan het verleden gaan denken, gewoon…genieten van het leven. Die vier kleine woordjes zeiden genoeg over zijn voorafgaande leven. Hij was nooit geliefd geweest, waardoor hij nooit van het leven genoot. Hij probeerde zich aan zijn afspraak te houden en niet voortdurend aan zijn verleden te denken. Hij kon het niet. Hij was zwak, hij was een wrak. Ook al liet hij dat zo min mogelijk merken. Een slim paard dat door zijn masker heen kon kijken zou het zien. Alle opgesloten gevoelens, die hij nooit liet lopen. Alle opgesloten gedachten, die hij verborg voor alles en iedereen.
Vol spanning keek hij naar de zee. De golven die zacht op en neer deinde leken hem te kalmeren. Hij zuchtte tevergeefs.
Hij wende zijn blik af en keek de merrie verontschuldigend aan. Zijn blik liet hij vervolgens weer over het water glijden. Hij moest zich in houden, dacht hij zuur.

Kát

Kát

De vochtigheid leidde haar af en maakte haar benauwt en met een diepe zucht schudde ze met haar manen, ze moest naar de zee, gelukkig was die een paar meter verderop. Kort staarde ze naar de hengst en grijnsde.
Zou het hem boeien? Na, wat maakt het uit? Zonder gêne draaide ze zich om en galoppeerde naar de koele zee en de frisse wind die er vanaf kwam.
Het water spatte omhoog toen haar hoeven er tegen aan kletterden, het frisse blauw maakte haar borst, manen en benen nat.
De merrie hinnikte luid en voelde koelte door haar lichaam razen. Met wijd open staande neusgaten bleef ze stil staan in de zee terwijl de golven tegen haar aan sloegen.

Zipke

Zipke

Schrok van de plotse bewegingen van de merrie.
Hij aarzelde nog geen seconde en galoppeerde met een bloedgang achter de merrie aan.
Hij hinnikte even hard terug, hij galoppeerde met grote sprongen door het verkoelend water.
Plots was hij de merrie kwijt, geschokt keek hij om zich heen.
Hij stopte snel en keek achterom
De merrie was tot stilstand gekomen.
Hij schudde zijn nu natte manen van zijn hals en stapte op haar af

Kát

Kát

Een kleine verschijning in het verkoelende zoute blauw stond doodstil en grijnsend naar de jonge, zilveren hengst te staren en na een keer hoog te hebben gesteigerd en met haar voorbenen te hebben gemaaid kwam ze weer neer en hinnikte nog een keer luid naar de schimmel.
Wild schudde ze met haar lange, zwarte manen en draafde op haar plaats waardoor het water onbeheersbaar omhoog spatte en de golven tegen haar aan sloegen.
Twee saffieren waren strak gericht op het andere dier waarmee ze dit frisse bad deelde, met wie ze de warme wind deelde op deze mooie lente- dag.
Zonder nog één keer helder na te denken en zonder enige twijfel in haar gedachten stormde ze op het andere paard af en stopte recht voor hem, langzaam drukte ze haar neus tegen de zijne en blies haar warme adem uit haar neus tegen de zijne.
SoulSpirit hief haar hoofd en rechtte haar rug, met een stoere grijns op haar kop staarde ze naar de jongen voor haar.

Zipke

Zipke

Hij zag hoe de merrie in een moordend tempo p haar af kwam. Zijn manen wapperden in de warme wind. Zijn ogen ontspanden, zijn houding ontspanden, hij ontspanden. Hij voelde zich goed en op zijn gemak, bij de net nog onbekende merrie. Hij schrok niet toen ze haar neus tegen die van hem aandrukte. Hij brieste terug, naar de merrie. Hij schudde vervolgens met zijn manen en hinnikte, hoog en schril. Het water spatte omhoog evenals zijn voorbenen. Zijn lange benen rezen uit het water en kwamen met een klap weer terug op de bodem. Zijn gezicht stond vrolijk en hij had het gevoel van vrijheid. Hij liet zijn manen meevoeren op een oneindigende reis van de wind. Zijn staart deed ook mee. Zijn normaal nep-vrolijke gezicht klaarde op in het koele water. Zijn ogen spraken boek delen, hij had het naar zijn zin. Hij voelde zich goed, vrolijk, hij had het gevoel dat hij eindelijk leuk gezelschap werd. Hij lied zijn blik over de oneindige horizon glijden. Nog geen seconde later sloot hij z'n ogen. Hij genoot van het weer en het water rond zijn lange benen. Hij genoot van het gezelschap waarmee hij was. Hij was blij....

10Ik neem je mee | SoulSpirit Empty Re: Ik neem je mee | SoulSpirit zo 29 apr - 23:15

Kát

Kát

Een vriendelijke glimlach verscheen op de kop van de jonge merrie, ze verrichtte wonderen bedacht ze zich toen ze naar de hengst keek.
Koele wind gleed over haar haren en ze brieste zacht en ging langzaam naast hem staan.
De merrie staarde naar dezelfde horizon, naar de oranje knop die aan de hemel stond en ze voelde een warmte door haar lichaam glijden.
Met lange, grote passen verplaatste ze zich door het water dat al wat rustiger was geworden, ze ontspande van top tot teen en liet zich nog net niet het water in vallen.
Zonder nog na te denken gooide ze haar hoofd in de lucht en steigerde hoog.

11Ik neem je mee | SoulSpirit Empty Re: Ik neem je mee | SoulSpirit zo 29 apr - 23:25

Zipke

Zipke

De jonge zilver kleurige hengst voelde het water zachtjes tegen zijn lange benen klotsen, tegen zijn buik, tegen zijn hals. Hij voelde hoe het koel over zijn rug gleed, zijn benen verkoelden, zijn vacht nat maakten. Om de een of andere reden was het perfect. Het water, de vogels die zachtjes kraaide, de merrie die steigerde. Het was perfect. Dit kleine momentje maakte dingen goed. Het leek of de goden hem eindelijk leuk vonden. Het leek of de goden hem dat kleine stukje hoop gaven dat hij nodig had om te kunnen leven.

Langzaam schudde hij met zijn manen, de hengst sloot zijn zilver blauwe ogen weer. Hij lied zich meevoeren op het ritme van de wind, het water en de zon. Hij lied zijn manen dansen op het ritme van de wind, op het ritme van het water. Het gaf hem rust, de rust die hij nodig had. Hij voelde zich voor het eerst in die lange 4 jaren levend. Hij opende zijn ogen weer en keek met een tevreden blik naar het water wat nog steeds op en neer deinde. De merrie zag je enorm goed in het helder blauwe water.

Langzaam kwam de hengst in beweging. Hij maakte lange stappen in het verkoelende water. Hij stopte naast de merrie. Ook hij begon te hinniken. Hij kon het simpel weg niet laten. Hij brieste tegen het zouten water. het water klotste tegen zijn benen en over zijn rug. Het gaf een heerlijk verkoelend gevoel. Blij keek hij naar de merrie..

12Ik neem je mee | SoulSpirit Empty Re: Ik neem je mee | SoulSpirit zo 29 apr - 23:44

Kát

Kát

Twee saffieren met turquise glans staarden naar de zilveren verschijning in het rustige op en neer deinende zeewater van Dream Horses en een simpele glimlach verscheen op haar gezicht.
Allemaal herinneringen kwamen plotseling terug en namen alle goede dingen in haar hoofd in; haar jeugd kwam zo ineens terug zonder toestemming te vragen.
De merrie zag haar moeder die tegen haar zei, dat het allemaal wel goed kwam, dat ze alles wat er aan zat te komen wel zou overleven. Ze zag de bergen waar ze woonden met z’n drieën voor zich, de plek in het bos waar haar vader de dood vond, de helse nacht van onweer.
Angst en verdriet overspoelde haar plotseling, waarom? Ze richtte zich tot de hemel en liet langzaam haar oogleden zakken, een eenzame bries verliet haar, en het was alsof haar ziel hetzelfde deed.
SoulSpirit miste de geur en zachte vacht van haar moeder, de aanwezigheid van haar zusje, de vertrouwde warmte van haar vader, alles was zo snel gegaan,
Zonder na te denken hinnikte ze; een eenzame, zielige hinnik vol van angst en verdriet.
Waarom moest dit hier, waarom kwamen deze herinneringen hier terug?

13Ik neem je mee | SoulSpirit Empty Re: Ik neem je mee | SoulSpirit zo 29 apr - 23:53

Zipke

Zipke

Hij keek haar met zijn zilver blauwe ogen aan.
Zijn ogen vol vertrouwen, ze leken precies te snappen wat SoulSpirit mee maakte. Hij voelde haar angst, verdriet. Hij voelde het tot zich door dringen wat zijn gevoelens weer aan wakkerden. Hij voelde zich plots zo eenzaam, zo klein. Zo kwetsbaar. Hij keek de merrie vol begrip aan. Hij liet haar eerst even, hij wist hoe vervelend het was als paarden van alles gingen vragen als je ,je zo voelden. Hij voelde het koude verdriet langs zijn ruggengraat glijden. Het gevoel van angst, verdriet, maar bovenal het gevoel van: Het komt niet goed, nooit meer. Hij was alles kwijt wat hem dierbaar was, zijn ouders, zijn kleine broertje. Zijn broertje had nog niks echt helemaal niks van de wereld kunnen bewonderen. Hij wilde zijn leven voor hem geven, maar zijn broertje liet dat niet toe.Zijn broertje duwde hem de poort in en liet zichzelf...liet zichzelf verpletteren door de enorme rotsblokken die daar toen die nacht naar benden kwamen zetten. Hij hoorde de botten nu nog kraken.

De hengst kroop in een. Dit wilde hij niet! Dit was niet zij n bedoeling! Waarom? Die vraag stelde hij zichzelf al jaren. Maar wat had het voor nut? Had het leven wel nut? Tot nu toe was dat antwoord : Nee geweest. Hij wist day als hij zou over leiden hij bij zijn ouders en zijn broertje zou zijn. Eén zilveren traan gleed uit zijn ooghoek. Het kon hem niks schelen dat de merrie toe keek. Het kon hem niks schelen. Hij liet zijn verdriet de vrije loop gaan. Zijn tranen stroomde geruisloos over zijn gezicht. Hij sloot zijn zilveren ogen. De ogen vol herinneringen. Vol verdriet, vol angst. Vol van vertrouwen, wat in die ene nacht is weggespoeld

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum