Blade ontweek de vele geisers. Soms had hij zoveel schans om net een Geiser te ontwijken. Hij wist dat hij ooit Cobrazarao tegen zou komen, en dat er dan meer kans was om een gevecht te beginnen. Hij was vanzin om Cobrazarao te roepen. Hij had niet echt de beste plek uitgekozen. Maar toch vond hij het niet erg. Het was hier redelijk warm, maar ook redelijk gevaarlijk. Nu was het ook mistig door de rook. Zijn blauwe ogen keken naar alle kanten, op zoek naar een open plekje zonder Geisers of minder geisers. Dat vond hij uiteindelijk. Voor zijn neus kwam een Geiser omhoog. Hij wist als ze hier zouden gaan vechten dat het slecht zou aflopen. Maar toch wou hij proberen om zijn exuzes aan te bieden. Daarom moesten ze geen vrienden worden, maar konden ze wel samenwerken als er terug een oorlog zou uitbreken. Naja, waarschijnlijk zou hij niet kunnen doordringen bij Cobra, maar het was ge moeite wel waart. Hij nam adem en hinnikte hard naar Cobrazarao. Met de vraag van: zou hij wel komen? En is dit het wel allemaal waard? Stopte hij met hinniken. Hij was breed en groot geworden. Maar dat hij kon winnen tegen Cobrazarao? Dat was niet zeker. Cobrazarao was nu 1maal de grootste en de breedste paard buiten een Shire. En daar kon hij niet tegen op. Maar met woorden kan je iedereen verslagen, zelfs de sterkste.
(Cobrazarao en Blade.)
(Cobrazarao en Blade.)