Zephyr was weer eens niet gehoorzaam geweest. Hij had geen behoefte om naar de bomen te staren van de Black Rose Kudde. Het enige wat hij dacht over de woorden van zijn vader waren Blablabla. Buiten de Black Rose gebieden is het veel te gevaarlijk. Boeie. Nou en dat ze hem wilden vermoorden? Hij was typisch de mini Cobrazarao. Hij hield zich echt niet mee bezig met die onzin regeltjes. Hij had ook zo een hobby weet je. Stomme goedzakken verjagen en doden. Hij deed het graag. Er was altijd woede in zijn hard opgesloten. En hij moest zich echt afreageren. En dat was idiaal op paarden. Goedzakken dus. Maar ook de slechte paarden zou hij met plezier kunnen doden. Maar op de een of ander manier kan hij dat maar niet doen. Waarschijnlijk omdat die belangrijk waren om mee te doen bij oorlogen en om een nieuw winst te zijn bij de kudden. Bah. Er moest altijd wel iets in de weg zijn. Hij genoot nog van zijn vrijheid. Want later zou hij een hoop stres hebben. Black Rose zien in leven te houden. Dan moest hij er altijd voor zijn. En zien sterk te blijven. En... later ook een merrie vinden. Maar dat hoeft toch niet? Was een nakomenling echt nodig? Hij kon er maar niet aan denken. Hij hoorde Cobrazarao het elke keer weer herhalen. Hoe belangijk het was. Zephyr kreeg haast koppijn met al dat denken. Hij stapte goed door. Hij was bedekt met littekens en wonden. Maar niet zo overdreven als zijn vader. Hij zou een grote lengte krijgen dank zei zijn vader. Ook had hij spieren. Maar hij moest nog heel hard werken om de kracht van zijn vader te bereiken. Anders was hij echt niet in staat zijn alfa rang te behouden. Vandaar dat hij dus ook veel paarden uitdaagt om te vechten. Zodat hij meer kan leren vechten. Hij werd echt chagarijnig met die stres om zich heen. Zijn toekomst was al lang uitgedacht door zijn vader. Maar ja. Hij vond het ook best een eer. Om de Black Rose kudde later over te nemen. Dan was hij toch voor iets nuttig. Hij zwiepte even met zijn staart en hoorde boven zich gerommel. Fijn, het gaan donderen. Natuurlijk zou het ook gaan regenen. En dat vond hij prima zo. Want nu het zomer was. Wat het echt bloed heet. En hij haatte ook de brandende zon. Zijn ogen waren gewoon niet gewend aan dat fele licht.
(Alleen Laarsje en Zeepje )
(Alleen Laarsje en Zeepje )