Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Stuck here, some help would be great

3 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Mezaj

Mezaj

Zijn lichte staart zwaaide om zijn billen, vol met groenig bruine vlekken en vastgekoekte slierten gras en modder. Mezaj vervloekte zijn eigenwijsheid, waarom omlopen als je ook dwars door de modder kunt? Hij brieste geirriteerd toen hij nog een paar passen door het slijmerige water zette, en zakte iets weg in de blubberige ondergrond. Hij voelde hoe onvast het was onder zijn hoeven, maar er was geen weg terug. Dan zou hij vast en zeker komen vast te zitten. Pas na pas werkte hij zich door het onogelijke terrein, zijn lichte vacht besmeurend met vieze vlekken die roken naar wegrottende plantenresten. Het zou hem niets verbazen als er hier in deze halve hel nog andere dingen lagen dan dingen zonder ziel. Dode paarden? Het idee bezorgden hem rillingen, en op het moment dat hij klaar stond op de volgende pas te zetten, merkte hij dat zijn rechter achtervoet bleef steken. Zacht trok hij er iets harder aan, maar hij zat toch echt vast.. Hij wrikte wat heen en weer, terwijl het water tegen zijn buik klotste door zijn schokkerige bewegingen.
Wat heb je je nou weer op de hals gehaald, oen.. mopperde hij binnesmonds. Mezaj bleef staan, want hij was intelligent genoeg om te begrijpen dat hij hier niet uit zou komen door te draaien en te trekken. Aan de splinter net onder zijn kogel te voelen was het een tak of iets dergelijks, waardoor hij nu zo vast stond als een boom in de grond. Jammergenoeg zag het er hier niet al te bewoond uit, en had hij ook nog niet één paard gezien. Toch maar proberen, was zijn gedachte, die hij zelf als wanhopig beschouwde. Hij snoof licht en liet een diepe donkere hinnik uit zijn keel rollen, die de lucht vulde met de trillingen van zijn klank.

Nirvana

Nirvana
VIP

Nirvana was aan de rand van het moeras, toen er een luid gehinnik uit het moeras kwam. Het klonk spookachtig door de afstand die het geluid had afgelegd, en bovendien moest het door de altijd aanwezige mist. De witte merrie fronsde. Wie wilde er nou zo opvallen? Voor een paar minuten bleef ze staan, twijfelend. Haar hoofd ging van links naar rechts. Er was hier niemand te zien, en eigenlijk verveelde ze zich nog best wel. Maar toch, het moeras. Er verscheen een grimas op haar gezicht. Het moeras - wálgelijk vond ze het gewoon. Na een korte twijfel zette ze zich toch in beweging de blubber in. Het duurde niet lang, of ze was omgeven door kronkelende bomen, modder en vocht. Een vreselijke stank walmde naar boven. Vastbesloten vocht de merrie zich een weg naar waar ze dacht dat het geluid vandaan was gekomen. Ze was hier vaker geweest, en wist de hele diepe plassen te ontwijken. Toch zat ze al gauw onder de modder en viezigheid. Het maakte haar echter niet zoveel meer uit. Al met al, was ze in een best goed humeur.
Na een klein tijdje lopen, bereikte ze de bron al. Het viel mee hoe diep hij in het moeras was. Het was een redelijk grote hengst die stil in het water stond. Nirvana was verrast toen ze zag dat de hengst eveneens een Andalusiër was; zó vaak kwam je ze hier ook niet tegen. "Ook hallo," begroette ze hem en bekeek zijn situatie toen fronsend. Waarom stond hij hier en had hij gehinnikt..? "Wat is er?" klonk het dan ook al snel.

Mezaj

Mezaj

Nog geen seconde nadat hij zijn hinnik had laten klinken wist hij dat hij een stomme fout had begaan. Hij kende dit drassige gebied niet, hij wist niet wat voor paarden hier leefden, en of hier überhaupt wel paarden leefden.. Het konden roofdieren zijn, en als het paarden waren was er ook nog een kans dat ze vijandig waren tegenover vreemdelingen. Dat had hij vaak genoeg meegemaakt. Brommend gaf hij zich over aan zijn lot, waarvan hij nog niet precies wát het was.
Toen hoorde hij gespetter en geplons, en hier zijn hoofd hoog op. Dit was het, het kon goed zijn, het kon slecht zijn. We zien wel, speelde door zijn gedachten. We zien wel, we zien wel. Zei zijn moeder vroeger ook altijd, toen ze nog met hem was rondgetrokken. We zien wel waar we beschutting vinden, we zien wel hoe we aan water komen, we zien wel hoe we aan de roofdieren ontsnappen. Mezaj schudde zijn hoofd, zijn kenmerk, hoewel hij overigens nergens lang genoeg bleef zodat het anderen kon opvallen.. Op dat moment werd zichtbaar wie zich naar hem toe bewoog, een witte merrie.. Ze zag er niet al te intimiderend uit, maar je wist nooit. Toch wilde Mezaj niet agressief of kwaadgezind overkomen, en keek haar een beetje hulpeloos aan met zijn droevige blik. Toen ze sprak spitste hij bijna onopmerkbaar zijn oren in haar richting, haar stem was zacht en vloeiend, bijna alsof ze zong, hoewel haar woorden minder lieflijk waren, eerder bot. Ze had eerst nogal verrast gekeken, maar dat kon Mezaj haar niet kwalijk nemen. Alleen haar toon en de manier waarop ze hem bekeek beviel hem niet. Toch, dit zou hulp kunnen zijn zodat hij uit deze stinkende brei zou kunnen komen. Ik zit vast. antwoordde hij, nogal sullig, zijn stem was diep maar zijn toon was onveranderbaar minachtend. Heel erg vast.. vervolgde hij, en probeerde met zijn blik zijn harde toon te verzachten.

Nirvana

Nirvana
VIP

Ze stond de situatie nog kalm te observeren, zich afvragend wat het probleem zou zijn, toen de hengst begon te praten. Ik zit vast, klonk het minachtend. Direct snoof de witte merrie en gooide haar hoofd iets omhoog. Haar oren schoten naar achteren. "Als je hulp wilt, mag je best dankbaar zijn dat ik ben gekomen," gromde ze. Heel erg vast... herhaalde de hengst, en nogmaals snoof Nirvana. Ja ja, dat wist ze nu wel. Nog steeds een beetje kwaad bekeek ze de hengst iets beter. De blik in zijn ogen viel op. Langzaam verdween haar gespannen houding en gingen haar oortjes weer naar voren. Deze hengst was niet zoals zijn stem klonk, leek het. Nog even wachtte ze, toen zuchtte ze licht en knikte. "Goed." Plotseling verdween er een brede grijns. Eigenlijk was het best wel humoristisch, dat hij hier vast was komen te zitten en om hulp had moeten roepen. Maar hij had geluk gehad; voor hetzelfde geld was er een krokodil op zijn geluid afgekomen. Nirvana bewoog naar zijn achterhand; het was duidelijk dat zijn rechterachtervoet vast zat. Even wierp ze een waarschuwende blik op de hengst. Als hij haar nu zou proberen te trappen, of als hij haar voor de gek hield... Al gauw richtte ze haar blik op de voet. Door het modderige water was er echter weinig te zien, dus ging ze met haar voorbeen langs zijn voet. Vlak onder de kogel vond ze de oorzaak. Het leek een tak of plant te zijn, door zijn bewegingen strak getrokken en als een soort val dichtgeklapt. Geconcentreerd haalde ze haar voorbeen weer omhoog en gaf toen een gerichte trap. Ze raakte de tak niet vol, omdat ze bang was zijn been te raken, maar het gaf lichtjes mee. Nogmaals gaf ze een trap, harder en dichter bij zijn been dit keer, en ze voelde beweging. Was het nu los? Ze draaide haar hoofd en keek de hengst vragend aan. Misschien zou hij nu in staat zijn, zijn voet daar weg te trekken.

Mezaj

Mezaj

Haar eerste reacite had Mezaj niet verbaasd, hij had niet eens raar staan kijken als ze zich met een ruk omgedraaid had en was weggelopen, hem hier achterlatend. Want zo had ze hem een paar ogenblikken aangekeken. Maar hij was blij toen ze zich in beweging zette, richting zijn achterhand. Tegelijk met dat liet ze haar gespannen houding vallen en toen ze sprak klonk haar stem minder brommend en afstandelijk. Dankje.. zuchtte Mezaj. Toch leek ze hem nog niet helemaal te vertrouwen, op haar waarschuwende blik afgaand..
Mezaj bleef rustig staan en draaide zijn hoofd met haar mee toen ze langs hem liep. Hij schokte even toen ze met haar been langs zijn achterbeen streek, het was lang geleden dat een ander hem had aangeraakt, in ieder geval op deze manier. Toen ze de eerste klap uitdeelde kreunde hij even zacht, de splinter leek zich verder in zijn vlees te dringen, maar hij wilde niet thuisgeven. Hij was geen softie, maar dit waren gemene pijntjes, die zelfs de grootste meest stoicijnse hengst niet kon verdragen. Bij de tweede slag was hij bang dat ze zijn been zou raken, maar het was de tak die kraakte, niet zijn bot. De merrie keek hem hoopvol aan, en hij dacht even te zien dat ze echt hoopte dat hij los zou komen. Maar hij wilde geen spoken zien, dat had hij zich te vaak laten gebeuren. Zoals vroeger met zijn vader, hoe graag Mezaj had gehoopt dat hij hem zou meenemen om hem te leren hoe je moest leven als een echt hengst. Maar zijn vader was nooit een echte vader geweest, ondanks zijn eeuwigdurende geloof in dat het ooit allemaal goed zou komen. Niet dus.
De merrie stond hem nog steeds aan te kijken en Mezaj besefte dat hij weer eens te ver weg was gedreven in zijn gedachten. Hij schudde zijn hoofd, en zuchtte even. Toen trok hij met zijn been en even leek het mee te werken, even leek het alsof hij los zou komen. Hij verzette zijn andere achterbeen om nog meer kracht te kunnen zetten, maar zijn hoef gleed weg over de bodem, waardoor zijn hele been onder zijn lijf wegschoof. Mezaj vloekte kort, en trappelde om overeind te blijven, maar te vergeefs. Zijn al met modder besmeurde kont plonste met veel dramatisch geluid in het water. Vervolgens gaven ook zijn voorbenen het op en zijn hele lijf zonk in het water.. Beschaamd en stuntelig als een pasgeboren veulen krabbelde Mezaj overeind, met trillende spieren van de adrenaline die door zijn lijf suisde die de val teweeg had gebracht. M'n voet is tenminste los.. grinnikte hij zacht, en keek de merrie dankbaar aan.

Nirvana

Nirvana
VIP

Het duurde een tijdje voordat ze enige reactie kreeg, en ze stond bijna op het punt zijn aandacht weer terug te roepen, toen hij zelf blijkbaar al doorhad dat hij was weggedwaald. Er verscheen een glimlach toen hij zijn hoofd schudde. Blijkbaar was het iets wat wel vaker gebeurde. De glimlach verdween toen hij zich probeerde te bevrijden, gespannen keek ze toe... En barstte toen in luid gelach uit. De ene seconde had de hengst nog naast haar gestaan, toen lag hij half in de modder. Breed grijnzend zag ze toe hoe hij, ietwat onhandig, weer overeind kwam. De lach kwam terug toen hij sprak. "Mijn voet is tenminste los..." Nog steeds nalachend keek ze hem aan. "Dát is in ieder geval waar," grijnsde ze en deed een stapje achteruit. Ze lette echter extra goed op dat zíj niet uit zou glijden - dat zou nog eens wat zijn! Haar ogen twinkelden nog na van de komedie van net en ze keek hem aan. "Ook prettig kennis te maken, ik ben Nirvana," stelde ze zich maar voor. Haar blik gleed naar zijn lichaam, dat vol modder en viezigheid zat, en direct kwam de grijns terug. "Ach, bekijk het zo. Als je in het water gaat liggen ben je voor alles en iedereen onzichtbaar," lachte ze. Het was lang geleden dat de merrie iets écht leuks had meegemaakt, maar dit maakte het weer helemaal goed. Het beeld van de hengst die, eerst op zijn achterwerk, toen helemaal in het moeras belandde, zou voorlopig niet meer uit haar gedachten verdwijnen. Zelf was ze echter ook niet schoon gebleven; de hengst had een ware waterval doen opspetteren toen hij in het water viel, en zelf zat ze nu ook onder de moddervlekken. Toen ze dat zag grimaste ze, maar haar dag kon niet meer stuk en ze had er op dit moment schijt aan hoe ze eruit zag. Kort schudde ze haar hoofd om haar manen te herordenen die nu voor haar ogen hingen. Eén been zette ze nu op rust en wachtte kalm de reactie van de hengst af.

Ithilwen

Ithilwen

Zonder acht te slaan op het feit dat ze zich misschien op gevaarlijk terrein begaf draafde het jonge veulen rond. Haar onderbenen zwaaiden bij elke pas licht naar buiten in een maaiende beweging, een typische trek die ze van haar moeder had geërfd. Haar lichte oortjes prijkten vrolijk naar voren, een teken dat werd bijgezet door het op en neer dansen van haar korte piekerige manen. Aan haar kogels vormden zich enkele dunne plukjes haar, later, als ze ouder was zouden die uitgroeien tot korte sokken, bij lange na niet zo weelderig als die van haar vader maar toch echt sokken te noemen. Genoeg over later, in het hier en nu glansden de ogen van Ithilwen, ze broedde op een streek. Misschien kon ze een nietsvermoedend paard overvallen en hem blijven stalken, dat soort dingen deed ze wel eens vaker. Maar op dit moment bevond ze zich in een ijdele bui en deed ze zoiets niet. Nee, nu moest het iets zijn waar ze niet van ging zweten of vies van zou worden. Een lage boomstam bevond zich op het pad voor haar, automatisch trok de merrie haar voorbenen in en lande soepel aan de andere kant. Plotseling stond ze stil, dat was de geur van Nirvana! Haar moeder, wat deed die hier? Nieuwsgierig naar haar moeders zaken versnelde ze haar passen en kwam uit bij een ongelooflijk stinkende drab. Getver! Wat had haar moeder hier nou weer te zoeken. Zo te ruiken was Cionaodh, haar vader dus er niet bij. Maar door alle rottende zooi heen rook ze wel een andere geur. Hmm, een afspraak of een toevallige ontmoeting? Vastbesloten om hier het fijne van te weten te komen sprong ze de modder in, al haar waardigheid en ijdelheid vergetend. Shit, dit was glad! Ze trok een moeilijk gezicht en probeerde haar evenwicht uit alle macht te bewaren, ten slotte belande ze op haar knieën in de drek en gleed een stukje door. Het bah! Nu was zij ook zo goor, die geur zou nog een eeuwigheid blijven hangen. Nouja, eenmaal gebeurd was niks meer aan te doen, dacht ze berustend en krabbelde weer overeind. De sterke en o zo bekende geur van haar moeder volgend kwam ze uit bij een bekende witte merrie en een schimmelkleurige hengst. Ze hinnikte hoog en speels en stormde op Nirvana af, haar neus beukte tegen de grijze flank aan en prompt stond ze stil. 'Mam!' Riep ze blij en met een vrolijke twinkeling stapte ze naar voren. Even negeerde ze de ranzige hengst voor haar, dat zou ze later wel uitzoeken.

Mezaj

Mezaj

Toen Nirvana naar hem glimlachte smolt Mezaj half, ze was ontwapenend. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht, en hij was van plan die te behouden. Hij stelde zich voor met,Mezaj is mijn naam. Hij zwiepte even met zijn staart, en de smerige klodders vlogen in het rond. Briesend snuitte hij de modderdruppels uit zijn neus, en tegelijkertijd begon hij te merken hoe doordrongen van stank hij begon te worden. De moeraslucht overtrof álles, zelfs een hengstige merrie zou hier veilig kunnen rond-dartelen zonder ook maar bang te zijn dat iemand haar geur zou oppikken.
Op haar grapje over zijn camouflage reageerde hij half, met een grinnik, en wierp vervolgens een keurende blik op haar. Ik wil niet heel erg veel zeggen..., begon hij, Maar jij ziet er ook niet meer behoorlijk spik en span uit, dame. Een ogenblik later sloeg hij met zijn voorbenen in het vuile water, zodat er nog flink wat drap door de lucht heen vloog. Misschien is het goed om een wat droger stuk land op te zoeken.. mompelde Mezaj vervolgens, half aanwezig. De andere helft van zijn bewustzijn doolde weer door de eeuwig lange gangen van zijn herinneringen en gedachten, zoals altijd. Hij was nog nooit in een moeras geweest, en nu had hij het van wel héél dichtbij beleefd. Zou hem wel bijblijven, en goed ook. Waarom eigenlijk nooit eerder? Hij had woestijn gezien, steppen, prairies, hij was in hoge bergketen geweest, waar het zo koud was dat je niet kon blijven stilstaan anders vroor je dood. Hij was langs stranden getrokken, door adembenemend mooie bossen die leken alsof daar de beroemde sprookjes hadden plaatsgevonden. Hij was in ondergrondse gangen geweest waar het zo benauwd was dat je dacht dat je er zou sterven en geen paard je zou vinden. Maar nee, nog nooit moeras.
Hij vermomde dit keer het schudden van zijn hoofd door te doen alsof hij zich uitrekte, om zich klaar te maken om een weg terug door de drab te banen. Precies op dat moment plonsde het wat, een eindje van hen vandaan. Enkele momenten later kwam er een veulen tevoorschijn. Op de een of andere manier verbaasde het Mezaj niet dat het veulen Mirvana "mam" noemde. Qua kleur kwamen ze niet overeen, qua bouw wel. Het veulen negeerde hem volledig, iets dat hij als niet erg respectvol beschouwde, maar hij liet het gaan. Wat kon het ook schelen.

Nirvana

Nirvana
VIP

Mezaj, heette de hengst blijkbaar. Het was een aparte naam - eentje die bij de hengst paste, die zo te zien ook niet bepaald normaal was. Ze knikte na zijn woorden ten teken dat ze hem verstaan had. "Ik wil niet heel veel zeggen... Maar jij ziet er ook niet meer behoorlijk spik en span uit, dame," klonk het daarna. Nirvana briesde en hief haar hoofd. Meestal was ze snel beledigd, maar nu hield ze de schijn niet lang op en al gauw verscheen er een brede grijns. "Ach, wat maakt het ook uit," lachte ze. Ze zou zich later wel wassen. Bovendien, ze was het gewend niet spierwit te zijn, dat kreeg je nou eenmaal als je buiten leefde. Ze brieste toen er wat modder in haar neusgaten terecht kwam en schudde kort haar hoofd, haar ogen dichtgeknepen. Een paar keer moest ze knipperen voordat ze de hengst weer recht aan kon kijken. "Prima idee," was ze het met hem eens, maar de hengst leek haar niet meer te horen, hij was weer in gedachten verzonken. Even twijfelde de merrie of ze hem een duwtje of iets dergelijks zou geven, maar ze besloot zijn gedachtengang niet te onderbreken en stond geduldig te wachten. Plotseling klonk er gespetter en kwam een veulen tevoorschijn. En niet zo maar een veulen; Ithilwen! Ze hinnikte zacht en stak haar neus naar het kleine, voskleurige lichaampje om haar te begroeten. Toen hief ze haar hoofd en keek ze Ithilwen boos aan. "Ith, wat doé je hier! Je mag niet in het moeras komen, het is gevaarlijk!" sprak ze haar dochter aan. Al snel kon ze echter niet boos zijn op het altijd vrolijke, maar ondeugende veulen. Ze slaakte een theatrale zucht. "Ith, dit is Mezaj," stelde ze de hengst voor haar voor - hoewel ze hem zelf nog maar net had ontmoet. "Mezaj, dit is Ithilwen." Dit voorstellen ging dwangmatig, aangezien Ith nog geen aandacht aan de hengst had geschonken. Ze grimaste even in zijn richting. "Kom, we gaan uit het moeras," zei ze vooral tegen Ithilwen en duwde haar met haar neus een beetje de goede richting op.

Ithilwen

Ithilwen

Het vossige veulen voelde de neus van Nirvana over haar rug strijken, ze fleemde half bij de aanraking en keek de hengst voor haar moeder zijdelings aan. Wie was hij? En hoe kwam hij zo vies? Had hij in de modder liggen rollen ofzo. Nieuwsgierig twinkelden haar ogen en draaide ze zich een kwartslag om zodat ze recht naast haar moeder stond. Nog voordat ze zachtjes aan de witte merrie kon vragen wie deze hengst was werd ze voorgesteld. 'Hoi, meneer Mezaj.' Zei ze ademloos terwijl ze hem met grote ogen bekeek. Onder de stank en de drab bevond zich een Andalusier, hij was goedgebouwd en knap om te zien. Ithilwen was reddeloos verloren, snel wendde ze haar blik af en om de dartelende veulenverliefdheid te onderdrukken trok ze een koppig gezicht en keek naar Nirvana. 'Ik ben weinig gevaarlijks tegengekomen hoor.' Sprak ze met haar neus opgeheven om haar moeder recht aan te kijken. Ondanks dat de geur haar reukzintuigen afstompte en zelf ook tot aan haar buik onder de kleffe zooi zat, was het een gewoonte om eerst tegenwerpingen te maken voordat ze luisterde. Desondanks deed ze enkele stappen in de richting vanwaar ze gekomen was toen Nirvana haar aanduwde. Altijd hetzelfde liedje mompelde ze in zichzelf. Nooit mocht ze leuke dingen doen, alleen op onderzoek uitgaan of het "gevaar" opzoeken. Als het aan haar moeder lag zat ze stil op één plek tot ze groot was. Maar Ith was niet van plan om aan die gedachte mee te werken, haar avonturierlijke aard en aantrekkingskracht voor wat haar moeder onverantwoordelijkheid noemde maakte dat ze iedere keer harder protesteerde. Maar nu Mezaj, die hengst die haar een rode kop bezorgde als ze alleen al naar hem keek, er was, vond ze het maar het beste om in te binden en gehoorzaam te zijn. Haar lange benen hadden niet heel veel houvast in de blub, maar zonder al te veel problemen volgde ze haar eigen, langzaam volgelopen hoefsporen weer terug naar vastere grond. Langzaam maar zeker kon ze zich beter afzetten, liep ze niet meer zo sloom en al gauw draafde ze, altijd vrolijk, voor haar moeder uit. Dit was beter, als eerste zou ze op zoek gaan naar een stroom om de moeraslucht en drek van zich af te wassen. Het begon hard te worden en belemmerde haar bewegingsvrijheid enigzins. Snel keek ze om of haar moeder en Mezaj er nog waren.

Mezaj

Mezaj

Mezaj bekeek gefascineerd de conversatie tussen moeder en dochter. Zo'n band had hij nooit gekend, en als veulen had hij de andere veulens met zo'n band benijdt. Hij grinnikte toen hij de toon hoorde waarop Nirvana Ithilwen terechtsprak. Ze had gelijk, als hij als sterke volgroeide hengst als vast kon komen te zitten, wat kon er dan wel niet met dat kleine lijfje gebeuren. Als het struikelde, voorover viel in het water en vast kwam te zitten met haar nek of hoofdje... Een gruwelijk stel beelden vormden zich in zijn hoofd, en hij schudde opnieuw. Kappen nu, herinneringen op z'n tijd waker oké, maar dit soort dingen maakten dat hij zich soms een freak voelde.
Hallo Ithilwen.. zei hij met zijn diepe minachtende stem, en keek haar diep in haar ogen. Ze leek hem op het eerste gezicht een opstandig ding, eentje die het liefst altijd het tegenovergestelde deed van wat haar moeder haar zei. Ze draaide opeens haar hoofdje weg van hem, en keek haar moeder aan, waarna ze op een stoere toon haar zegje deed. Mezaj begon langzaam in beweging te komen, spande zijn spieren en begon zich voorzichtig door de drab te bewegen, bang om weer vast komen te zitten.
Ook het veulen leek zich bedacht te hebben en voor deze keer braaf te zijn, ze had zich voor hen geplaatst en liep in haar eigen smalle voetsporen terug. Mezaj lette goed op of ze niet uitgleed of struikelde, hij voelde een soort bezorgdheid, oplettendheid, die hij nooit eerder had gevoeld. Alsof hij bang was dat haar iets zou gebeuren. Maar dat zou wel iets algemeens zijn, wat ieder volwassen dier had bij een jong. Zacht snoof hij en keek naar Nirvana om te zien of ze er goed doorheen kwam. Opeens overspoelde hem nog een vreemd, onbekend gevoel, nu hij hier zo liep met de merrie en het veulen. Het verlangen om de beschermer te zijn, van wat hij liefhad, van iets wat zijn bloed in zich had. Maar hij had niets, niemand, nooit gehad, zou hij nooit hebben. Hij moest zich niets in zijn hoofd halen.
Toen het veulen zich omdraaide en hem aankeek, werd t hem even teveel. Hij versnelde zijn pas en ging over in een ploegende galop, een beetje een andere richting op, en stopte pas toen hij vaste grond onder zijn hoeven voelde. Daar stopte hij, maar keek niet achterom. Stevig schudde hij zich uit, en liet zijn hoofd een beetje zakken om het zand aan een boomstam af te schuren.

Nirvana

Nirvana
VIP

De witte merrie had wel door dat er iets door Ithilwens hoofd spookte. Dat was op zich natuurlijk nauwelijks bijzonder. Wat wél bijzonder was, was dat haar dochter eindelijk eens naar haar luisterde. "Dat maakt me niet uit Ith, ik wil niet dat je iets overkomt," sprak ze haar dochter toe, terwijl ze begonnen te lopen. Het klonk echter niet eens streng. Nirvana kón het gewoon niet, tegenover haar eigen dochter. Ze grimaste. Misschien zou ze Cio eens moeten roepen, misschien dat hij haar kon leren hoe ze strenger kon worden. Hoewel Cio meestal alles goed vond, waren er momenten dat hij iets echt niet wilde hebben, en dan luisterde Ithilwen wel naar hem. Ze lijkt teveel op mij, dacht Nirvana grijnzend - hoewel dat gedrag toen tegen haar vader gericht was. Uiteindelijk had het de breuk tussen hen bewerkstelligd. Een plotselinge angst overviel haar. Angst om Ithilwen kwijt te raken, zoals haar vader haar was kwijtgeraakt. Nooit zou ze het beeld vergeten van haar vader, toen ze was teruggekomen - maar te laat. Even sloot ze haar ogen. Haar hart was een slagveld, tussen verdriet en angst. Beiden veroorzaakt door Ithilwen. Ze hield zielsveel van het voskleurige, eigenwijze veulen dat nu voor hen uit huppelde. Nirvana struikelde over een boomstam. Op het laatste moment wist ze nog snel haar andere been op de grond te zetten om niet te vallen. Met een half geschrokken blik keek ze naar Mezaj - had hij iets gezien? - en toen naar Ithilwen. Die had helemaal niks door en ploeterde nog steeds door de modder, dat voor haar een stuk dieper was dan voor de grotere paarden. Toch wist de merrie dat het veulen er geen moeite mee zou hebben. Nee, Ithilwen niet.
Uiteindelijk kwamen ze aan de rand van het moeras. De grond was hier een stuk harder. Ithilwen draafde een heel stuk vooruit. Nirvana vond het wel best, ze wist dat Ithilwen nooit zonder iets te zeggen zou verdwijnen. Zelf kon ze ook niet wachten tot ze de modder van zich af kon wassen. Ook al had ze het gevoel dat de moeraslucht zelfs na tien wasbeurten niet verdwenen zou zijn. Ith keek naar hen om en Nirvana glimlachte naar haar; het was goed, ze waren nu uit het moeras. Toen hoorde ze plotseling denderende hoeven. Verbaasd schoot haar blik opzij, naar Mezaj, die nu een andere richting uit galoppeerde. Verward schudde ze haar hoofd. Waar had die nou ineens last van? Zelf draafde ze aan om de paar meters tussen haar en Ithilwen te overbruggen en raakte met haar neus even die van Ithilwen aan.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Soortgelijke onderwerpen

-

» The Great Escape.

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum