Spetters vlogen omhoog zodra Sultan met krachtige passen door het water gallopeerde. Nijdig gooide hij zijn achterhand enkele keren in de lucht en schudde daarbij wild met zijn hoofd, een luide en zuivere hinnik klonk vanuit zijn keelgat en met zijn oren ver naar voren geduwd croste hij door het blauwige water. Ondertussen was de hengst zeiknat, van het zee water en het zweet. Na een tijdje had hij er genoeg van en briesend ging hij over naar een langzame draf, zijn benen droegen hem door het zware, lichte en losse zand. Eenmaal om het gras, bracht hij zijn hoofd naar de grond en trok wat verdwaalde grassprieten uit de grond, waar hij tevreden op begon te kauwen. Voldaan snoof de hengst en bracht langzaam zijn hoofd op borsthoogte, zijn ogen vernauwde zicht tot spleetjes en iets wat chagerijnig rimpelde hij zijn neusgaten. Een zomerbriesje blies zijn manen even door de war, waardoor hij eens nijdig zijn hoofd schudde, nu lagen zijn manen geordend langs zijn gespierde hals, waar op enkele plaatsen een litteken was te vinden; veel deerde het hem niet.
Een geur van een hengst vulde zijn neusgaten en het zachte hoefgetrappel vulde zijn oren, abrupt schoten zijn ogen spastisch door het gebied en zijn oren draaide allerlei kanten op. Een donkere schim verscheen in de verte en langzaam maar zeker, kwam het dichterbij. Nieuwsgierig stak hij zijn neus in de lucht en snoof de geur eens op, Sultan kwam tot de conclusie dat hij hem niet kende. Zodra de hengst was gearriveerd, knikte Sul kort richting hem en liet zijn warmbruine ogen over zijn lichaam glijden, flink gespierd. Sultan zocht zijn ogen en zodra hij die had gevonden, hield hij zijn blik vast. Alle spieren in zijn lichaam waren gespannen en zijn oren stonden iets naar achter gericht, een klein en vaag glimlachje liet zijn mondhoeken omhoog wijzen. Even was het stil, maar de zwarte hengst besloot die vreselijke stilte, te onderbreken. ''Hallo dude.'' waren zijn enthousiaste woorden en voor een kort moment schoten zijn oren naar voren. ''Ik ben Sultan.'' stelde hij zich in het kort voor. Met zijn achterhoef op ruststand, wachtte hij geduldig af op een reactie van zijn kant.
[&Tuono]
Een geur van een hengst vulde zijn neusgaten en het zachte hoefgetrappel vulde zijn oren, abrupt schoten zijn ogen spastisch door het gebied en zijn oren draaide allerlei kanten op. Een donkere schim verscheen in de verte en langzaam maar zeker, kwam het dichterbij. Nieuwsgierig stak hij zijn neus in de lucht en snoof de geur eens op, Sultan kwam tot de conclusie dat hij hem niet kende. Zodra de hengst was gearriveerd, knikte Sul kort richting hem en liet zijn warmbruine ogen over zijn lichaam glijden, flink gespierd. Sultan zocht zijn ogen en zodra hij die had gevonden, hield hij zijn blik vast. Alle spieren in zijn lichaam waren gespannen en zijn oren stonden iets naar achter gericht, een klein en vaag glimlachje liet zijn mondhoeken omhoog wijzen. Even was het stil, maar de zwarte hengst besloot die vreselijke stilte, te onderbreken. ''Hallo dude.'' waren zijn enthousiaste woorden en voor een kort moment schoten zijn oren naar voren. ''Ik ben Sultan.'' stelde hij zich in het kort voor. Met zijn achterhoef op ruststand, wachtte hij geduldig af op een reactie van zijn kant.
[&Tuono]