[nee titel slaat niet ergens op >.>]
Nevairo was geen bijzondere hengst. Hij was niet uitzonderlijk sterk, slim, groot of snel. Maar dat allemaal maakte de hengst niet uit. Waarom zou hij sterk, groot of snel moeten zijn? Hij was nog nooit in een echt gevecht geraakt en zo snel zou dat ook niet gebeuren. Mocht het toch zo zijn.. Tja, dan was het maar zo. Nev genoot van het leven. Zijn hals krulde op en zijn galoppassen werden langer. Een luide bries verliet zijn neus. De temperatuur was gestegen de afgelopen weken tot een aangename hoogte. De lente was een mooi seizoen. De bloemen kwamen uit, gras begon te groeien en alles werd levendiger. Bovendien was het nog niet zó warm, dat hij last had van de vele vliegende insecten. Dit zoemende misbaksels waren zijn ergste nachtmerrie in de zomer. Ook was de winter niet bepaald prettig. De zweetvos was flink afgevallen, met als gevolg dat zijn ribben nu lichtjes door zijn gladde vacht te zien waren. Zijn hoeven raakten ritmisch de grond. Heuvel op, heuvel af. Zijn oortjes stonden vrolijk naar voren gericht, nieuwsgierig naar alles wat bewoog. Om hem heen was het licht, de zon scheen volop. Onder zijn hoeven veerde de grond en het gras licht in; achter hem werden kleine graspolletjes omhoog geworpen door de krachtige afzet van zijn achterhand. Zijn voorbenen werden naar voren uitgestrekt. Zijn spieren bewogen nog redelijk soepel, ondanks het tekort aan training dat hij had gehad. Een kudde had hij ook niet meer. Waarom wist hij eigenlijk niet, hij was normaal gezien een redelijk sociaal paad. Maar het maakte hem op dit moment niet uit, hij was tevreden. Nogmaals brieste hij en ditmaal sloot hij kort zijn ogen, ondertussen door galopperend.
[Miezel =D]
Nevairo was geen bijzondere hengst. Hij was niet uitzonderlijk sterk, slim, groot of snel. Maar dat allemaal maakte de hengst niet uit. Waarom zou hij sterk, groot of snel moeten zijn? Hij was nog nooit in een echt gevecht geraakt en zo snel zou dat ook niet gebeuren. Mocht het toch zo zijn.. Tja, dan was het maar zo. Nev genoot van het leven. Zijn hals krulde op en zijn galoppassen werden langer. Een luide bries verliet zijn neus. De temperatuur was gestegen de afgelopen weken tot een aangename hoogte. De lente was een mooi seizoen. De bloemen kwamen uit, gras begon te groeien en alles werd levendiger. Bovendien was het nog niet zó warm, dat hij last had van de vele vliegende insecten. Dit zoemende misbaksels waren zijn ergste nachtmerrie in de zomer. Ook was de winter niet bepaald prettig. De zweetvos was flink afgevallen, met als gevolg dat zijn ribben nu lichtjes door zijn gladde vacht te zien waren. Zijn hoeven raakten ritmisch de grond. Heuvel op, heuvel af. Zijn oortjes stonden vrolijk naar voren gericht, nieuwsgierig naar alles wat bewoog. Om hem heen was het licht, de zon scheen volop. Onder zijn hoeven veerde de grond en het gras licht in; achter hem werden kleine graspolletjes omhoog geworpen door de krachtige afzet van zijn achterhand. Zijn voorbenen werden naar voren uitgestrekt. Zijn spieren bewogen nog redelijk soepel, ondanks het tekort aan training dat hij had gehad. Een kudde had hij ook niet meer. Waarom wist hij eigenlijk niet, hij was normaal gezien een redelijk sociaal paad. Maar het maakte hem op dit moment niet uit, hij was tevreden. Nogmaals brieste hij en ditmaal sloot hij kort zijn ogen, ondertussen door galopperend.
[Miezel =D]