Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

se mi vuoi bene, seguire il mio percorso [Celeb]

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Condor

Condor

C E L E B R Í A N




If you love me, follow my path

Met haar warm in zijn gedachten genesteld zakte hij weg in slaap, en met dezelfde haar in zijn gedachten opende hij 's morgens zijn ogen. Soms, als het stil was in zijn brein en als hij alles om zich heen vergat, dacht hij haar te kunnen zien. Dacht hij een glimp van haar op te vangen, slechts een vage vlasblonde veeg in de nacht. Hij voelde dan hoe haar geur zijn neusvleugels binnedrong, overgedragen door de wind, maar dan schudde hij zijn donkergrijze hoofd. Waar was zij, zij die ongemerkt zijn hele leven beïnvloedde? Zij dat het eerste, en het laatste onderwerp in zijn hoofd was? Waar hield ze zich schuil, waar voerde ze haar Duivelse plannen uit? Tientallen, misschien wel honderden gedachtes over maar één hetzelfde onderwerp tolden als watervallen door zijn hoofd. Terwijl hij er haast gek van werd, verplaatste hij zich als een donkergrijze schim door het moeras. Haast onhoorbaar was het geluid van zompende hoefslagen. Hij maakte zich noit of t enimmer los van de schaduwen die de dode bomen veroorzaakten los. Het leek haast één, slechts een stel goede ogen zou ontdekt hebben dat hier één van Zijn dienaren rondsloop. Het was 's nachts, het tijdstip waarop de maan zich als een sikkelvorm aan de hemel begaf. Toch was het onmogelijk voor de zilveren stralen om door de deken van mist heen te komen. Als geesten dwaalden de flarden groene damp hier rond, hem in hu wereld betrekkend en hem als een deken inhullend. Hier was de plek waar hij zich veilig voelde, maar bovenal de plek waar hij haar ontmoet had. Celebrían. Rustig sloeg hij zijn inktzwarte staart van links naar rechts, van links naar rechts en zo werd de cyclus herhaald. Elke spier in zijn hoogbenige lichaam bewoog gracieus en soepel, haast makkelijk bewoog hij zich door de groenige derrie voort alsof er niks makkelijkers was op de wereld dan door de dikke drap heen te sjokken. Zijn fel arabische hoofd was laag aan de grond. Misschien om haar geur te kunnen drinken, misschien om haar hoefsporen te kunnen ontdekken. Hij werd haast gek van zichzelf. Was er dan níks belangrijker op deze wereld dan haar? Telkens stelde hij deze vraag in gedachtne, en telkens antwoordde hij hetzelfde. Nee, want zij was de duisternis die zijn leven verlichtte. Zij was de regen die zijn huid verkoelde. Zij was de sterren die de hemel bevolkten. En bovenal was zij alles wat hij nu nodig had. Voor hij besefte wat hij deed, rolde er een hinnik uit zijn keel. Eentje, speciaal voor haar gecreërd, behoorlijk zacht en zilver. Maar toch was hij hard genoeg voor haar. Waar ze ook was, waar ze zich ook schuilhield; zij zou hem horen.

[Aaw, wat schattig se mi vuoi bene, seguire il mio percorso [Celeb] 192353]

Celebrían

Celebrían
VIP

Het was liefde waaraan zij zich bond. Waarop ze vertrouwde. Waarvan zij werkelijk hield. Want het was het warme gevoel dat door haar hart stroomde en verspreid werd door haar aderen. Dat warme gevoel dat zoveel dingen kon voorspellen – de goede en de kwade. maar zij liet zich hier niet over uit. Niemand wist dat dit gevoel überhaupt door haar omschreven kon worden. Dat dit gevoel bij haar bestond. Het was ongeloofwaardig, onwaarschijnlijk en bovenal onacceptabel. Want zij, met haar zwarte hart. Van haar zou je juist verwachten dat ze het niet kon. Dat ze geen liefde kende en het ook niet wilde kennen. Maar juist omdat zij het was, bewees zij het tegendeel. Kon ze het wél. Wílde ze het ook. En kreeg ze het. Want zij kreeg álles wat zij wilde. Wat voor prijs ze er ook voor moest betalen. Andermans leven kon haar niets schelen. Welk offer ze moest geven om te krijgen wat ze wilde, kon haar nooit deren. Wat overigens een zeer egocentrische gedachte was.
Wie had ervoor gezorgd dat zij zo handelde? Wie had haar ontworpen om haar vervolgens te maken tot wie en wat ze nu was? Het was haar vader. De Schepper. Heersend onder de naam ‘De Dood’. Gevreesd door iedereen. Verafschuwd. Angst bestond voor hem en was in ieders hart aanwezig. Zij die bang waren gingen op hun knieën voor hem. Smeekten hem om vergiffenis en hadden er bijna alles voor over om niet met hem mee te hoeven. En hij, hij lachte enkel. Keek spottend toe hoe de aardlingen door het stof kropen. Creperend, schreeuwend, bloedend.
Die meedogenloosheid werd vererfd. En zo had ook zij geen last van de emotionele factoren die rondom haar afspeelden. Die probeerden om haar te manipuleren. En waarin zij keer op keer weer faalden. Angstig keek het dier om zich heen. Schichtig schoten zijn ogen van links naar rechts in zijn kop. Verlamd van angst. Bang om zich te bewegen. Bang om dood te gaan. Niet willend dat iemand hem hier zou vinden. Ineengedoken. Bibberend. Haast klappertandend. Wat moest hij doen? Wie volgde hem? Wie wist zijn geest te raken. Wist zijn meest ongewilde verlangens naar boven te halen en op zijn netvlies te laten verschijnen. Wie was dat? Of wát was dat? Een fluisterende stem sloop zijn oren binnen en hij kromp ineen van pijn. Waar kwam het vandaan? De woorden, gesproken in een taal die niemand kende en die hij, tot zijn grote ongenoegen, wel kon verstaan, echoden door zijn hoofd. Botsten tegen zijn schedel aan en maakten hem kapot.
Triomfantelijk was de grijns die haar gezicht sierde. Zwart was de glans in haar donkere ogen. Bloed sijpelde langs haar kin naar beneden en drupte op de grond om daar donkere vlekjes achter te laten. Blindelings schreed zij over de paden. Lichtvoetig, snel. Zonder geluiden te maken. Haar staart golfde achter haar aan als een veertje zo licht. Het zou niet lang duren voor ze hem zou ontmoeten. Hij die haar leven net iets meer levenswaardig maken. Zonder woorden had ze dit al lang aan hem verteld. Ze hoefde het overigens niet eens letterlijk te vermelden. Ze was immers nog steeds ongrijpbaar. Hij zou haar nooit zijn eigendom kunnen noemen. Noch was zij van hem. Hij was eerder de hare. Zonder al teveel poespas er rondom heen.
Zijn vacht was iets dikker en zachter geworden. Maar niet lichtergrijs, ondanks dat zijn kleur normaliter lichter werd met de tijd. Dezelfde koele en harde blik stond in zijn ogen gegrift. Iets wat hem in feite ook maar geraden was, want ze hield niet van sentimenteel gedoe. ’Condor.’ melodieus was haar stemgeluid, helder en licht als het tinkelende geluid van zilveren klokjes in de wind. Ze hoefde niet meer te zeggen. Het werd niet van haar gevraagd of verlangd. Vandaar dat ze haar hoofd op zijn rug legde en wat aan zijn manen knabbelde als teken van begroeting en ‘liefde’ die ze voor hem had. Hij zou haar wel begrijpen.

Wat is ze toch lief Meow
En omdat je zolang hebt moetenwachten issie lang :)

Condor

Condor

Pas toen de zoete, zilveren klanken zijn gehoorschelpen binnenstroomden besefte hij het. Zij was hier gekomen, misschien niet alleen voor hem maar ze was gekomen. Tergend langzaam, alsof hij alles nog moest beseffen, draaiden zijn oorschelpen naar de kant waar zij was opgedoemd. En als vanzelf volgde zijn donkergrijze lichaam. De dikke drab maakte zompige geluiden geluiden toen hij zijn ranke benen verzette en uiteindelijk recht tegenover haar kwam te staan. Zij op haar beurt, sprak zijn naam uit en stak haar neus in zijn dikke, pikzwarte manenbos waar hier en daar een stukje gras uit hing. Hij fluisterde haar naam uit alsof het een breekbaar object was, dat elk moment kon versplinteren. "Celebrían, m'n lief. Wat fijn dat ik je weer eens zie" Hij liet zijn zachte kin over haar rug gaan, streek langzaam heen een weer. Ze was niet of nauwelijks veranderd, de tijd had haar geen haar gekrenkt. Alleen hun beide vachten waren iets dikker geworden, als natuurlijke reactie op de kou. Het deed hem goed om haar weer te zien. Nu ze hier was, dicht bij hem, kwam er eindelijk die rust in zijn hoofd. De laatste dagen had hij zich alleen maar afgevraagd waar ze was, hoe hij zichzelf ook uitschold en haatte om zich aan iemand te binden. Zij bindde zich niet aan hem; haar geest en hard waren vrij als de wind. Maar toch was ze hier, en die gedachtes veroorzaakten en ietwta zachtere blik in zijn ogen.

-Mh, hij is een beetje kort :C

Celebrían

Celebrían
VIP

Ergens was ze verbaasd en misschien ook wel verontwaardigd. Haast beledigd. Haar ogen werden samengeknepen tot spleetjes. Het feit dat hij aan haar had getwijfeld, maakte dat zij aan hem begon te twijfelen. Misschien was het onbewust, misschien ook niet. Wie zou het zeggen? Hij. Hij wist het antwoord op al haar vragen, zelfs op die vragen die onmogelijk oplosbaar leken te zijn. Want hij was degene die het alziend oog tot zijn beschikking had. Die het luisterend oor in zijn broekzak had zitten. Het luisterend oor dat elke gedachte kon lezen, ook de hare.
Haar spieren verstrakten, haar blik werd gesloten. Even snel als ze hier was gekomen, leek ze ook weer weg te zijn. Mentaal; fysiek was ze nog aanwezig. Ze ging op in haar eigen gedachten, in haar eigen wereld, waar alles anders was dan hier op aarde. Haar ogen staarden in de verte, in het niets. Leeg was de blik –ze was teleurgesteld in hem. Teleurgesteld door hem. Teleurgesteld in het leven. Niets was meer zeker. Niets zou ooit nog zeker zijn. Alsof ze dolend door het leven ging. Zonder enkele houvast aan wezenlijke objecten. Haar ademhaling was langzamer dan die van ieder ander paard, evenals haar hartslag. Haar geest leek te vervagen, leek uit haar gezogen te worden, maar toch bleef hij op zijn plaats. ~Het was haar brein dat haar in de steek liet.
En hoewel het een normale zaak was dat haar brein niet deed wat haar geest verlangde, was het op dit moment uiterst onprettig. Angst had ze niet, noch was er sprake van paniek in haar gedachten. Ze vertrouwde het zaakje niet meer. Aarzelend zette ze een pas achteruit, en nog een. Verder en verder. Totdat er een afstand van drie meter tussen hen in zat. Hier was ze veilig. Op afstand van anderen. Ze vreesde niets of niemand. Maar haar ziel en hart moesten beschermd worden tegen al het kwaad in de wereld ~zelfs tegen zichzelf.
De indringende lucht van het moeras werd door haar luchtwegen naar haar longen geleid. Een walgende gelaatsuitdrukking was haar reactie hierop en het was alsof ze zich nu pas bewust werd van de situatie waarin zij zich bevond. Opnieuw, leek zij te ontwaken. Ietwat verdwaasd liet ze haar blik rond glijden, waarna een teleurstelling zich in haar ogen nestelde. ’Twijfelde je echt, Condor? Was je er niet zeker van of ik zou komen? Waar is het vertrouwen dat je me had geschonken?’ Triest fluisterend kwamen de woorden over haar lippen. Ze had hem verteld dat ze hem volledig zou moeten kunnen vertrouwen. Dat hij zelf moest vechten voor haar, proberen haar geest te temmen. Hij leek niet op het goede pad te zijn. Integendeel; hij dwaalde af. ’Ontken de waarheid niet, Condor, maar wees eerlijk en vertel mij wat je werkelijk dacht.’ Haar stem klonk vastberadener, de ondertoon vuurde een bevel op hem af. Zij was degene die leidde. En zij was degene die altijd zou leiden.


~Hihi, hier had ik zin in Meow

Condor

Condor

’Twijfelde je echt, Condor? Was je er niet zeker van of ik zou komen? Waar is het vertrouwen dat je me had geschonken?’ Pas toen zij de woorden uitsprak met een stem zo vervuld van verdriet of iets in de richting daarvan, pas toen viel hem de angst op op het gezicht van de merrie. Twijfelend zette ze een paar stappen achteruit. Bij elke stap die ze zette, waarbij het spetterende geluid van de modder maar vaagjes tot hem doordrong, werd hij wanhopiger. Zijn ademhaling begon wat sneller te gaan dan normaal. Zijn asgrijze hoofd bewoog langzaam omhoog. ’Ontken de waarheid niet, Condor, maar wees eerlijk en vertel mij wat je werkelijk dacht.’ Langzaam bewoog hij zijn linkervoorbeen vooruit en zette een stap richting haar. Was het stom dat hij zich aan haar had overgeven? Was het de foute keus geweest om haar te ontmoeten, alles van haar te willen weten? Nee, antwoordde hij in zichzelf. Nee, want zij was alles waard. Alles zou hij voor haar op willen geven, daar was geen twijfel aan mogelijk. Alleen moest hij haar nog overtuigen. Langzaam snoof hij zijn adem uit, proberend zichzelf weer onder controle te krijgen. "Het vertrouwen is nog niet weg, Celebrían. Ik wist dat je zou komen, ookal was je ver weg van hier. Alsjeblieft Celebrían, denk geen dingen over me die niet waar zijn" Bij zijn woorden schudde hij zijn donkergrijze hoofd. Zijn inktzwarte voorlok schoof wat naar links. Zou dit het einde zijn, het einde van het pad? Zou zij hem afslachten, waarvoor zij hem al had gewaarschuwd aan het begin van zijn reis naar haar? Bij die gedachtes zette hij dit keer een stap achteruit. Hij wist waartoe ze in staat was. Maar toch was hij niet bang, verre van. Als zij het zo zou willen, als zij hem creperend van de pijn in zijn hart en lichaam op de grond wou zien kronkelen, dan was dat maar zijn toekomst.

Celebrían

Celebrían
VIP

Dromen. De resultaten van innerlijke verlangens. Enzo.
Je kent het wel.
Het waaide niet in het moeras. De wind die eens zo sterk was, leek zijn kracht te verliezen in dit gebied. De mist zorgde ervoor dat hij zich geen weg kon banen. Belemmerde zijn toch en lachte hard wanneer hij leek te falen. Lachen. Het bracht vreugde. Het bracht leedvermaak. Echter viel er niets te lachen. Voor hem, noch voor haar ~woede leek op te borrelen in haar. Een zwarte vlam wist te ontsnappen uit haar hart, flakkerde in haar fonkelende ogen en beval de gesmolten lava om zich weer te stollen. ’Dwazen weten hun leugens nog beter te voorzien van waarheid.’ De laatste keer dat haar woorden zo ijzig hadden geklonken tegenover hém, was enkele maanden geleden. Ze was vergeten hoe het was om haar woede door haar hele lichaam te laten stromen. Zonder grenzen, zonder zich te hoeven inhouden. En dat maakte dat ze ervan genoot. Iets groots ontpopte zich in haar borstkas, rekte zich geeuwend uit om vervolgens te kunnen brullen; Hij leefde opnieuw. ’Ik ben haast teleurgesteld in je, Condor Zijn naam werd met haat en venijn uitgesproken, terwijl spot en sarcasme zich erin wisten te verweven.Hij was de hare. Ontkennen was onmogelijk. Zijn ziel behoorde tot haar, was haar eigendom. Hij had zichzelf aan haar overgeleverd. Zijn eigen ‘ik’ was niet meer van hem. Dergelijke beslissingen zou zij niet voor hem kunnen maken, maar hij was er toe in staat om alles te doen wat zij van hem vroeg. Alles. En dat gaf haar macht en trots. Ze kon hem ertoe dwingen om zich te verdrinken, om van de hoogste rotsen te springen, om te verhongeren. En hij zou het doen, uit angst, maar vooral uit ~liefde.
Lachend liet ze haar kop wat zakken. Een nieuwe glimlach krulde haar lippen. Een vrolijke twinkel was in haar ogen te lezen. Zijn angst die in de atmosfeer had gehangen, had haar nieuwe kracht gegeven. Had haar laten zien hoe machtig zij was, hoeveel invloed ze kon hebben op hem. Het hoefde niet, van haar. Niet deze keer. Zij zou weliswaar áltijd heersen, maar in dit zeldzame geval was ze bereid om hem ook enige malen aan het woord te laten. ’Wat voor dingen zijn dan waar over jou, mijn lief? Vertel het me.’ De ijzigheid was uit haar stem geslopen, enkel een lichte vorm van nieuwsgierigheid was te horen, gepaard met de bevelende ondertoon die voor de verandering zeer subliem was. Ze kon het niet ontkennen. Haar hart zou eens versmelten met het zijne. Liefde zorgde ervoor dat hun zielen zich aan elkaar zouden binden. Een ragfijne draad. Haar lichaam kwam opnieuw in beweging, ditmaal naar hem toe. Ze liet haar neus door zijn manen glijden, zachtjes. Zijn geur was het enige waar ze zich op focuste en uit puur ~genot sloot ze haar ogen. ’Vertel het me, Condor. Wat is de waarheid die achter jou schuilt?’
Haar excuses zou ze echter nooit aan hem aanbieden. Ze was zich nooit bewust van haar stemmingswisselingen en leefde enkel in het hier en nu. Kon zich niet binden aan de dingen die haar geest haar voorschotelde ~haar brein gehoorzaamde nooit.


~
Hope you like it Meow

Condor

Condor

I can't look

I'm so blind
I lost my hart

I lost my mind
Hoe lang was het geleden? Een jaar, hooguit een paar maanden? Hoe lang was het geleden dat hij zijn ziel, zijn alles aan haar verkocht? Langzaam raspte zijn koude adem over zijn droge, ruwe lippen. Met zijn inktzwarte ogen volgde hij - op het gezicht kalm - zijn adem die als witte damp zich met de mist verweefde. Daarna liet hij langzaam zijn blik over het gestalte voor hem glijden. Het was twijfel dat de kop opstak, zich in zijn brein nestelde en tenslotte een glans in zijn ogen was. Zijn fijn gevormde oorschelpen bewogen naar achteren, alsof ze hem wilden waarschuwen weg te rennen nu het nog kon. Te vluchte, weg van hier. Want zij was niet te vertrouwen. Ze had haar ziel aan haar heerser verkocht en er macht voor terug gekregen. Ongekende macht. Een macht waarvan niemand wist dat hij bestond, laat staan tussen zich bevond in de vorm van een - op het oog - doodnormale merrie. Maar zij was verre van normaal, of het nou postitief of negatief was. Wat moest hij doen, wat kón hij doen? Het was duidelijk dat zij de overhand had, iets wat hij verafschuwde. Steeds maar drukte hij die gedachtes weg, maar nu kwamen ze in zijn hoofd, helder en licht als sneeuwklokjes. Hij was geen volger. Hij was een leider. Zijn bloed vertelde het hem. Geleidelijk begon zijn linkerachterbeen te trillen. Geprikkeld bewoog zijn staart heen en weer. Het was mooi geweest. Dit keer wilde hij de waarheid van haar weten. Dit keer wilde hij weten wat zij van hém vond. "Celebrían" Klonk zijn stem helder na een lange stilte. Hij verafschuwde het vleugje pure twijfel in zijn anders zo zware stem, onhoorbaar voor de meesten, maar zeker niet voor haar. "Mij rest slechts nog één vraag: Als er drie deuren waren, allemaal hetzelfde vanaf jouw oogpunt maar als je zou weten achter welke ik verschool, en één leidde er naar mij, de andere naar het onbekende, welke deur zou je kiezen, Celebrían?" De keuze van zijn vraag was vreemd, was onnatuurlijk. Het paste niet bij hem. Toch stelde hij hem, zijn blik in de hare borend. De mist omsloot hen als een wollen deken. Een wollen deken met naalden erin verstopt.

Celebrían

Celebrían
VIP

When you’re still waiting for the snow to fall
It doesn’t really feel like it’s Christmas at all.
Brullend was hij tot leven gekomen. Schreeuwend en vreugde kreten slakend. De magische woorden waren uit gesproken en enkel Hij had ze kunnen begrijpen. Het was het signaal geweest waar hij al jaren op wachtte. De codetaal die enkel hij kon horen. Wat was hij machtig geweest in betere tijden. De wereld vreesde hem, en hij vreesde de wereld. Vreemde verschijnsels verschenen regelmatig aan hem. En aan haar. Een grijns plooide zijn lippen, zijn vieze en gele tanden werden zichtbaar. Een walm van oudheid kwam van hem af- Het was alsof hij werd opgegraven uit de donkerste dieptes. Zijn neus bewoog, aarzelend alsof hij niet wist of zijn reukorgaan nog werkte, maar zodra de eerste geuren door hem werden onderscheiden van de rest, wist hij dat al zijn vitale functies nog in tact waren. Hij lachte en schudde zijn kop. Hoewel hij zijn eigenlichaam niet kon zien, wist hij hoe monsterachtig zijn uiterlijk was. Zwart, onzichtbaar bij daglicht; onvindbaar in de duisternis. Enkel zijn fonkelende groene ogen wisten zich een weg te banen door dat wat gezien mocht worden.
De woorden van de donkergrijze hengst verstoorden de stilte en haar verbazing kon niet op tijd verhuld worden door de rest van haar ‘zijn’, waardoor ze hem in feite toestemming gaf om verder te kunnen spreken. Haar wenkbrauwen fronsten zich, haar blik werd hard en koud. Even leek het alsof ze zou gaan lachen, maar er was in de verste verte geen greintje humor te bespeuren. Haar lichaam leek te bevriezen en ze hield haar hoofd een tikkeltje schuin. Ze luisterde naar hem. Wellicht voor de eerste keer. Het werd een strijd met zichzelf. De vraag die hij haar stelde, leek zo onschuldig te zijn op het eerste gezicht, maar was het in feite niet. Wetend dat hij eerlijkheid op dit moment boven vriendelijkheid verkoos, sloot ze haar ogen en wendde ze haar blik van hem af. Liet ze ruimte tussen hen in ontstaan, zowel lichamelijk als mentaal. En toch kon ze nog steeds zijn aanwezigheid voelen, was zijn warmte de hare en leek het alsof ze samen één waren. Het léék alsof ze samen één waren. Feitelijk gezien waren ze alles behalve dat. Want altijd zorgde het onbekende ervoor dat dat gevoel verdrongen werd. ’Je zet me voor het blok, Condor. Opnieuw ben je erin geslaagd om verder tot mij door te dringen dan elk ander. Het zou een gave van je kunnen zijn; al is een zwakte van mijn kant ook niet uitgesloten in deze kwestie. Een eerlijk antwoord, is het geen wat je van me verlangt. Je zult geen genoegen nemen met ’Het is onmogelijk om deze vraag te beantwoorden.’ Dat neemt echter niet weg dat het daadwerkelijk onmogelijk is. Vandaag zou ik zeggen dat ik de deur naar het onbekende zou willen kiezen, morgen zou het een andere zijn. Zoals je zelf ongetwijfeld weet, is mijn geest ongrijpbaar… Haar ogen staarden in de verte. Niets zien, omdat de mist haar zicht belemmerde. En toch zag ze alles, voor haar geestesoog. Die beelden waren duidelijker dan ooit te voren. ’Ik zal voor jou kiezen, Condor. Niet omdat dat is wat je wilt horen, maar omdat ik niet in staat ben om je te kwetsen. Het is onmogelijk voor me om je pijn te doen.’ Ze sprak zacht, maar elk woord was duidelijk hoorbaar. Haar mond bevond zich nu ten hoogte van zijn oorschelp. Ze wilde er zeker van zijn dat hij het zou horen. Even legde ze haar ziel aan hem bloot. Het moment duurde slechts seconden. Vlak daarna was het weg. Verdwenen. Alsof het nooit had plaatsgevonden.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Soortgelijke onderwerpen

-

» All the angels cry [Celeb]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum