Iedereen
The everlong loneliness is killin' me
The everlong loneliness is killin' me
Ogen staarden door een lading ontploffende gassen, die met hele langzame bewingen die bijna niet te zien waren in de lucht resen. De twee ogen staken erg af met de lichtgetinte omgeving - de rest van het lichaam was verscholen in een dek van witte mantels die zich in een stoomversie rond haar lichaam wikkelden. Het bezorgde een aangename hitte, die niet te heet was om haar lichaam letterlijk in de brand te laten vliegen. Het was overgebleven stoom die regelrecht uit de stoomgaten gespoten waren, om in luchtwolkjes rond te drijven zonder enig einddoel. Doelloos stond de schim daar, starend in het niets. Ze had ook geen plannen voor vandaag. Of eigenlijk: wel. Ze wou alles rechtzetten. Álles. Als er überhaupt paarden waren die daarvoor teneer wouden komen. Ze wist dat sommigen niks meer met haar te maken wilden hebben. Ook al wist ze dat ze deze antwoorden zou moeten aanhoren, moest ze van zichzelf iedereen vertellen wat haar precies was overkomen.
Dat ze nu weer 'normaal' was. Dat ze zichzelf op dit moment haatte, om al haar afschuwelijke gedragsverwisselingen. Ze wou vooral met Sultan praten. Op de één of andere manier maakte ze zich heel erg zorgen over zijn meningen. De sterke hoop dat hij haar zou vergeven was iets wat hevig door haar lichaam draaide. Ook de anderen. Ze wilden zó ontzettend graag dat iedereen haar zou accepteren, dat iedereen een woord met haar wilden wisselen of in elk geval wilden luisteren. Ze zuchtte - de rookwolkjes die haar adem veroorzaakte verdween in de rest van de rook. Ze wou ze spreken, nu. Dat was de reden waarom ze haar hals ontkrulde, haar hoofd in de lucht hief en met een typische en emotiebare hinnik de lucht besproeien met zangerig geluid. 'Het doel heiligt de middelen.'
'Kom, alsjullie, alsjullieblieft.'