Hoef afdrukken werden gezet, in de modder. Stap voor stap, steeds maar weer. Keer op keer.. Twee benen die tegelijk te lucht in gaan. Zich met kracht afzetten en weer neerkomen. Manen die wapperen met de wind, een staart die een klein beetje heen en weer vliegt. De lente was over, de killende zomer kwam eraan. Maar hier in het moeras, is dat verleden tijd. Hier in het moeras, was het duister en donker. Nooit zal hier het vrolijke licht van de zon vallen. Ergens in de verte was er een vogeltje, niet wetende dat het nooit meer hier weg zou komen. Gebrek zou hebben aan daglicht, en voedsel. Het zong vrolijk een melodie. Om gek te worden. De herfst kwam eraan. Hoewel het hier duister en donker was, stond de zon hoog aan de hemel, zijn felgele tot fel oranje kleur, weerspiegelde over de modder. Maar enkele straaltje’s zonlicht waren krachtig genoeg, breken door, door de sterke taken en de sterke duisternis van het moeras. Nooit zal hier de vrede keren, nooit.
Een schim vormde zich in de verte hij kwam dichter bij. Krachtig zette hij zich af, bij iedere pas. Iet wat meer bij een omgevallen boomstam, soepel sprong hij erover heen. Gesnuif was hoorbaar vanuit de hengst, die de modder omhoog liet stuiven. Over een tijdje zou hij voor de derde keer vader worden, maar nu was er iets anders te regelen. Hij had een missie, en die zou hij volbrengen. Zijn oren bevonden zich op de standaard plaats, tegen zijn schedel aan gedrukt. Zijn staart en hoofd fier en trots de lucht in geheven, maar alles behalve dominant. Night Dancer was zijn naam. Hij snoof bij het horen van een vrolijk zingende vogel. Even hapte hij ernaar. En de vogel viel dood neer. Dat zou ze wel leren, Night Dancer stopte. Nu was het zo ver, hij zou naar Deina roepen. Zich bij haar kudde voegen. Night Dancer schraapte met zijn hoef over de modder, en stampte. Modder kwam op zijn benen terecht, littekens waren zichtbaar. En wonden, ja hij had ze veel. Maar niet uitzonderlijk veel. Night Dancer hapte naar adem en hinnikte luid en scherp. Dit was een hinnik dat paarden rillingen zou bezorgen. De hinnik was voor maar een iemand Deina, met de Horcrux. Zijn houding had iet wat respect, voor als ze kwam.
Een schim vormde zich in de verte hij kwam dichter bij. Krachtig zette hij zich af, bij iedere pas. Iet wat meer bij een omgevallen boomstam, soepel sprong hij erover heen. Gesnuif was hoorbaar vanuit de hengst, die de modder omhoog liet stuiven. Over een tijdje zou hij voor de derde keer vader worden, maar nu was er iets anders te regelen. Hij had een missie, en die zou hij volbrengen. Zijn oren bevonden zich op de standaard plaats, tegen zijn schedel aan gedrukt. Zijn staart en hoofd fier en trots de lucht in geheven, maar alles behalve dominant. Night Dancer was zijn naam. Hij snoof bij het horen van een vrolijk zingende vogel. Even hapte hij ernaar. En de vogel viel dood neer. Dat zou ze wel leren, Night Dancer stopte. Nu was het zo ver, hij zou naar Deina roepen. Zich bij haar kudde voegen. Night Dancer schraapte met zijn hoef over de modder, en stampte. Modder kwam op zijn benen terecht, littekens waren zichtbaar. En wonden, ja hij had ze veel. Maar niet uitzonderlijk veel. Night Dancer hapte naar adem en hinnikte luid en scherp. Dit was een hinnik dat paarden rillingen zou bezorgen. De hinnik was voor maar een iemand Deina, met de Horcrux. Zijn houding had iet wat respect, voor als ze kwam.