Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Her whisper is the Lucifer [a n y o n e]

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Nephthys

Nephthys

Her whisper is the Lucifer.
Wild klotste de rivier tegen de stenen die op haar pad lagen aan, door de sterke stroming en botsingen met obstakels schuimde het diepblauwe water flink. Bij elke slag en bij elke stoot ontstond er meer schuim, dat vervolgens genadeloos werd meegesleurd. De herfst was dit jaar niet echt zachtzinnig te noemen, de droge momenten waren schaarser dan de momenten waarop regen met grof geweld uit de lucht kwam storten. Doordat het water in grote hoeveelheden naar beneden zette waren de wateren overvol. De rivieren traden steeds verder buiten hun oevers, hoewel ze op droge dagen weer slonken. De meren stonden overvol en voerde meer water af via de rivieren, die uiteindelijk in de zee uitkwamen. En door het woeste beuken van het water kwam al het witte schuim ook in zee terecht. Als een herfstblaadje, zoals elke herfst gebeurde, naar beneden viel en toevallig in het meer terecht zou komen, zou die een hele ruwe weg te gaan hebben voordat deze de open zee bereikte. Van het zilveren meer zou het met het overtollige water, gezien het blaadje zou blijven drijven, meestromen richting de wilde rivier waar veelal de slecht gemutste paarden hun dorst kwamen lessen om daar vervolgens tegen elke willekeurige steen aangesmeten te worden, om vervolgens door de volgende watergolf weer meegenomen te worden. Hulpeloos heen en weer gesmeten door het wilde water, meegesleurd richting watervalletjes en uiteindelijk totaal overdonderd even onder water getrokken worden voordat het water het bruine, verkreukte blaadje weer boven water mee zou voeren in de richting van de open zee. Voor een paard zou de woeste stroom niet minder prettig zijn. Hoewel het snelstromende water absoluut niet diep oogde wisten diegene die de rivier kende beter. Zeker nu de rivier buiten zijn oevers was getreden was de stroming verraderlijk sterk.

Het gebulder van de rivier was al van een grote afstand hoorbaar. De merrie spitste haar crème kleurige oren om zo de locatie van de rivier te bepalen. Haar neus vertelde haar dat dit water zoet was, niet zout zoals dat van de zee. Waarna ze met de conclusie kwam dat deze rivier haar oorspong moest hebben in een meer of andere zoetwater bron. Het kon natuurlijk ook zo zijn dat dit het restant was van smeltwater, van ijs en sneeuw hoog in de bergen dat in de zomer smolt en naar beneden stroomde. Maar dat zou het niet logisch maken dat de rivier zo ontzettend snel stroomde, voor elk geoefend oor was dat gemakkelijk hoorbaar, je kon het water tegen de stenen horen slaan. De cremello kleurige merrie vond haar weg door het bos, wat blijkbaar vrij dicht langs de rivier liep. De passen warmee ze liep waren ruim en kalm, daarnaast had Nephthys een zelfverzekerde tred. Echter was ze niet zo dom om een mogelijke vijand te onderschatten, hoewel ze een onbekende ook nooit té hoog zou inschatten. Bij elke pas deinde haar manen lichtelijk heen en weer om vervolgens weer precies zoals daarvoor over haar hals te vallen. Haar manen waren minder dik en lang dan die van haar tweelingbroer; Arguzil, maar zo hadden zijn manen ook een licht koperen kleur en die van haar hadden dezelfde tint als haar lichte, crème vacht. Haar blauwe ogen waren gericht op hetgeen wat er voor haar gebeurde, maar haar oren veranderde met regelmaat van positie, zodat ze alles om zich heen in de gaten kon houden. Neph zat er niet op te wachten dat er ineens een of ander roofdier op haar rug zou zitten. Niet dat ze zo onbekwaam was om deze eraf te werken, maar het zouden onnodige verwondingen zijn. Net zoals de inspanning, die voorkomen had kunnen worden als ze maar op haar omgeving lette. De cremello Irish Draught merrie naderde het water op een aardig tempo, het bulderende geluid werd alsmaar luider en luider. Nog verscholen tussen de bomen stopte ze haar kalme passen zodat ze haar blauwe ogen rustig langs de kanten van de rivier kon laten gaan. Ook vergat ze niet om naar de oever aan de andere kant te kijken, zodat ze wist wat daar bevond. Niet dat er iemand zo stom zou zijn het wildstromende water nu over te steken, dat zou waarschijnlijk de dood voor die stommeling betekenen. Nephthys kantelde haar hoofd lichtelijk en stak haar neus de lucht in, om eens goed de geuren uit haar omgeving tot zich te nemen. De meeste geuren waren niet oud en niet recent te noemen, goed genoeg dus. De jonge merrie zag het niet zozeer als een probleem als een andere op haar af zou stappen, maar ze wou niet verrast worden doordat de ander zomaar ineens tevoorschijn zou komen. Nee, ze zou voorbereid zijn.

Met rustige stappassen kwam ze tussen de boomgrens door tevoorschijn. Het bleke zonlicht, wat af en toe door het wolkendek brak, bescheen haar crèmekleurige vacht zodat er een warme gloed over viel. Op het moment dat ze haar hoofd naar het water liet zakken, nadat haar oren nog even snel hadden rondgedraaid, vielen haar manen ook lichtelijk mee naar voren toe, waardoor de langste punten het water raakte, net onder haar kaaklijn. Na een paar slokjes hief de merrie haar hoofd een stukje op, waarbij er druppels water van haar kin en lippen terug vielen en direct werden meegevoerd door de snel stromende rivier. Zacht briesend hief ze haar hoofd weer en stukje, juist op het moment dat de eerste druppels naar beneden vielen. Je hoorde de regen niet in het water vallen, daarvoor maakte de rivier al teveel lawaai, ook kon je het niet echt zien, de druppels werden meteen meegenomen. Maar Nephthys voelde de druppels duidelijk op haar eigen vacht vallen. Doordat ze maanden door besneeuwde gebieden had gezworven was haar vacht al goed dik en daardoor ook waterafstotend genoeg voor een korte stortbui. De regen hinderde haar niet.



A n y o n e , just óne other horse!
En a.u.b. mijn hele post lezen..

Gjaldur

Gjaldur

Lange, uitgestrekte, grijze gekleurde wolken bedekten de hemel. Er was niks te zien van de hemelsblauwe kleur, geen stip, geen kleun streepje, helemaal niks. Alleen de deprimerende grijze kleur. Er was weer eens een stortbij op komst. Een die zeldzaam was in deze herfst. Het was zeer nat, en dat was ook de reden dat de rivier vaak buiten haar oevers trad, en dat deze nóg gevaarlijk maakte. Iedereen moest wel weten dat de rivier gevaarlijk was, geen enkel verstandig dier zou ook maar proberen door het water over te steken. Het los van dit dier zou tragisch aflopen. Alleen wel heel erge sukkels zouden zich in het water wagen. Het water zorgde er wel voor dat de stumper zou sterven. De stroming was enorm sterk, en niemand zou tegen die kracht op kunnen. Niemand. Moeder natuur liet zich niet zomaar kennen. Ze onderschatten haar, en niemand zou haar kracht moeten onderschatten. Ze was krachtiger dan al het levende op aarde. En iedereen zou ook maar moeten proberen zich hier bij tegen te werken.

De chocoladebruine hengst bewoog zich traag voort tussen de stammen van de bomen. De sinistere kale takken waren boven zijn hoofd te zien. Zijn brede hals was lichtjes in een krul gevormd, en verkleurde, verdorde bladeren, die de takken van de bomen hadden losgelaten knapten onder zijn donkere hoeven, wat een krakend geluid maakte. Het geluid van de woeste rivier had al lang zijn fijne oren bereikt, en deze draaiden naar het geluid. Hij opende zijn mond eens langzaam, en sloot deze weer, wat een zacht smakkend geluid veroorzaakte. Zijn passen waren klein, en zijn benen bewogen traag heen en weer. Langzaam strekte hij zijn hals naar de grond en snoof met zijn koper gekleurde snoet eens aan de harde aarde. Zijn snorharen werden gekieteld door verschillende kleine kiezelstenen, bladeren, en af en toe was de donkerbruine aarde zichtbaar. Na zijn korte inspectie van de grond, ook om op te merken of hij andere geuren kom opmerken veerde zijn hoofd weer omhoog, terug in de krul die zijn hals al eerder had gemaakt. Zijn neus had een recent geurtje op gemerkt. Een geur van een ander paard, en dat maakte hem nieuwsgierig. Hij draaide zijn oor toen naar achter bij het horen van een opvliegende vogel. Toen hij had geconcludeerd dat het niks was vloog zijn oor weer naar voren. Ook deze had de chocoladebruine kleur die op zijn vacht was te vinden, alleen was het puntje donkerder van kleur, even als het randje van zijn oor. Donkerbruin, bijna zwart van kleur. Zijn donkerbruine ogen vlogen tussen de stammen door. Het geluid van de rivier was luider geworden, en ook de geur van een ander paard. Blijkbaar was het dier dichtbij. Hij verruimde zijn passen iets, en bracht zijn lichaam in een hogere versnelling. Hij schudde eens met zijn dikke manenbos, die weer dezelfde kleur had als de punten van zijn oren. En ook waren zijn onderbenen zo gekleurd, vanaf zijn knieën, tot zijn hoeven toe. Zijn stevige benen bewogen zich sneller heen en weer. Hij zwiepte zijn donkerbruine staart eens tegen zijn chocolade gekleurde flank aan. Hij liep eens richting de bosrand, waar de bomen ophielden, en waar hij het schuimende water van de rivier al in het oog had gekregen. Hij strekte zijn hals langs een dikke boomstam langs en speurde de oever af of er een ander dier was te vinden. En dan speciaal de geur die hij had opgemerkt. De geur was hier redelijk sterk, en daarom had hij ook het crèmekleurige snel in het oog gekregen. Een glimlach sierde zijn gezicht. Zijn mondhoeken werden omhoog gekruld en zijn ogen gleden over het lichaam van het dier.

~ Ik heb het eind helaas een beetje moeten afraffelen. Ik hoop dat je er iets mee kunt.

http://www.highholdback.actieforum.com

3Her whisper is the Lucifer  [a n y o n e] Empty Her whisper is the Lucifer di 18 okt - 9:27

Nephthys

Nephthys

Her whisper is the Lucifer.
De zomer was ongelofelijk warm geweest, niet normaal en absoluut ook niet prettig warm. Eigenlijk kon het prima benoemd worden als té heet, veel té heet. En overal waar ‘te’ voor stond was niet als iets positiefs te zien. Echter waren er geen sporen meer te zien van die warme zomer, van een nazomer was ook helemaal geen sprake meer geweest. Sinds de temperaturen waren gedaald was het alleen maar kouder en kouder geworden. En met die kou was de regen gekomen. Op de zeldzame momenten dat het droog was bleef de grond vochtig en modderig en de rivieren bleven uitzonderlijk breed. De heldere momenten waren zelfs nog zeldzamer, er kwam haast geen nacht meer voor dat er ’s avonds sterren te zien waren aan de hemel. Als je ’s avonds sterren wou gaan loeren kon je nog het best richting de bergen gaan, daar was het vaak zo dat maar één kant van de berg bewolkt was, de andere kant was vaak helder. Dit verschijnsel kwam voort uit de verschillende lucht temperaturen. Warme lucht steeg op, maar zodra deze afkoelde en hoog genoeg was om over de toppen van de berg te drijven, konden ze minder vocht bevatten waardoor ze weer daalde en niet meer voorbij de bergen konden. Koude lucht kon nu eenmaal minder vocht vasthouden en dus regende het aan de ene zijde van de berg, terwijl het aan de andere kant droog en helder was. De cyclus van het water was net zo’n apart verhaal. Het was niet zo dat er alleen water met de regen naar beneden viel, want dat zou betekenen dat er uiteindelijk zoveel water op de planeet was dat deze in haar geheel zou overstromen. Nee, het water wat in de rivier voor haar stroomde zou uiteindelijk, in ieder geval gedeeltelijk, weer opstijgen. Als het regende vielen de dikke druppels omlaag, drongen diep de grond in waarna ze door ondergrondse bronnen richting open water zouden worden gevoerd of vielen al in bestaande waterstromen zoals de rivier voor haar. Vervolgens zouden ze meegevoerd worden door de stroom, zowel onder de grond als aan het oppervlakte, om uiteindelijk in de zee te eindigen. Op de open zee, als de zon er op scheen of als de temperatuur ergens te wereld warm genoeg was, zou er water verdampen en daarmee in een gasvorm opstijgen en alle condens tezamen zouden weer wolken vormen. En als er ergens lucht verplaatst neemt andere lucht deze plaats in, dus worden de wolken uiteindelijk richting het land gedreven om die bewoners weer eens flink te laten meemaken hoe een stortbui weer in elkaar zat.

De wereld bleef iets fascinerendst hebben voor Nephthys. Elk wezen en elk verschijnsel had zo zijn of haar eigen cyclus, allemaal even uniek en verschillend. Het waren dingen waar ze op het ene moment rustig bij stil kon staan en over na kon denken, maar het volgende moment interesseerde het haar geen bal. Op sommige momenten was het helemaal niet interessant om je af te vragen hoe het kwam dat paarden ontstaan waren. Iedereen was verschillend, maar hoe konden ze zo verschillend zijn als ze uit een paar ontstaan waren? Ergens moest een begin zijn en hoe was dat begin ontstaan. Waren haar voorouders zomaar uit de lucht komen vallen? Op momenten zoals deze kon ze prima haar tijd verdoen door hierover na te denken en erbij stil te staan. Als ze samen met Agurzil was deed ze dit echter nooit, als hij aan haar zijde stond was het niet nodig om aan nutteloze dingen te denken. Echter was dit ook geen moment om bij natuurverschijnselen stil te staan. Haar oren, die nog steeds oplettend van plaats veranderde, hadden Nephthys verteld dat ze benaderd werd. Het knisperen van de dorre bladeren doordat er op gestaan werd was duidelijk te horen. Aan de manier van lopen kon ze vertellen dat het niet ging om een roofdier, die haar zou besluipen in een veel trager tempo. Het ging hier om een soortgenoot; een ander paard. Vervolgens duurde het niet lang of haar neus kon het bevestigen dat het om een hengst ging. De geur was onbekend, totaal onbekend, net zoals het land waarin ze zich bevond. Echter was zijn geur niet vermengd met de geur die dit land, Dream Horses, met zich mee voerde. Hieruit maakte de crèmekleurige merrie op dat deze hengst net zoals zijzelf nog niet lang in dit nieuwe land verbleef. Neph draaide haar stevig gespierde hals lichtelijk om waarbij ze haar hoofd ophief en haar hals lichtelijk krulde. De Irish Draught was een elegante merrie, dus waarom zou ze dat niet benadrukken door de spieren in haar hals duidelijk te tonen en hierbij een elegante pose aan te nemen? Kort snoof ze toen de kleine chocolade bruine IJslander hengst in haar gezichtsveld trad. Net zoals hij was hij door het bos op de rivier aangekomen en liep hij niet langs de oever zelf. Dit zou trouwens niet een heel gemakkelijke weg zijn, de rotsblokken en stenen konden het lopen een stuk lastiger maken. En waarom zouden ze moeite doen en de kans lopen zichzelf te blesseren als het ook gemakkelijker kon? Het was niet zo dat de cremello een uitdaging uit de weg ging, maar ze has ook absoluut geen zin om het zichzelf lastig te maken als het niet nodig was. En in dit geval was het in haar ogen zo. Terwijl ze zo half achterom naar de vreemdeling stond te kijken draaide haar oren naar achteren, nog niet plat in haar nek omdat de kleine hengst haar daar nog geen rede toe had gegeven, en sloeg ze haar staart eens fel door de lucht. Hierbij raakte haar blonde staart haar eigen flanken. Nephthys haar blauwe ogen waren gericht op de hengst die ondertussen volledig tevoorschijn was gekomen, maar ze vergat niet om de rest van de oever in de gaten te houden. Voor hetzelfde geld gold deze hengst alleen als afleiding, terwijl een ander haar vanaf de andere kant zou besluipen. Voor zichzelf zorgen kon ze zonder problemen, maar als je verrast werd werkte de verrassing altijd tegen je.

De zeker 1.60 meter grote merrie draaide haar lichaam een kwartslag, zonder de hengst uit haar ogen te verliezen. Heel even draaide haar oren snel rond, om uiteindelijk weer naar achteren gedraaid tot stilstand te komen. De manier waarop hij al zelfingenomen glimlachend naar haar keek beviel haar niet, hij keek alsof ze een soort van keurwaar was die snel te horen zou krijgen wat er van haar gevonden werd. En dat was absoluut geen manier waarop de jonge merrie bekeken en behandeld wou worden. Ze was een levend en intelligent wezen en geen handelswaar of een bezit. Luid snoof Neph nogmaals, ze weigerde het om als eerst te spreken. Liet hem maar vertellen waarom hij doelbewust naar deze plaats aan de rivier was gekomen. Zijn neus had hem allang verteld dat zij zich hier bevond, dus hij moet het geweten hebben. Daarnaast stond zijn blik haar gewoon nog steeds niet aan.

[1.196 woorden ^^]

Gjaldur

Gjaldur

Het was een strenge zomer geweest, en het zou ook een strenge winter worden. Dream Horses, hoe dit gebied werd genoemd waar hij nog maar zo'n drie dagen in bevond, begon steeds meer op een landklimaat te lijken. Eerst had het de kenmerken van een zeeklimaat. De zomers waren niet extreem, even als de winters, maar dit veranderde. Ze zomer was echt gewoon extreem geweest, en zo verwachtte de chocoladebruine hengst de winter ook. De herfst was al bagger, de temperaturen waren laag, erg laag, en het regende bijna hele dagen. Droge momenten waren schaars, en stortbuien kwamen ook steeds vaker voor. Ook al was de brede hengst voor lage temperaturen gemaakt, dat maakte nog niet dat hij het prettig vond, integendeel, hij vond de zomers altijd fijner om in door te brengen, maar de zomer van dit jaar was ook niet fijn. Hij tikte soms wel eens de veertig graden aan, en dat was echt extreem gewoon. Al die regen, daar was vast een verklaring voor te bedenken, waarom en hoe moeder natuur dit veroorzaakte, maar hij was niet geïnteresseerd in dat soort verhalen, hij was meer geïnteresseerd hoe het leven eruitzag op het moment. Welke dingen je op dat moment konden verwonderen. Dat vond hij interessant, moeder natuur kon prachtig zijn, maar ook zeer dodelijk. Je moest niet met haar sollen, of je einde zou extreem dichtbij zijn. Toeval bestond niet, alles had een rede. En ook al leek het zo vreselijk onwaarschijnlijk, iemand had er voor veroorzaakt, en er was altijd een grote kans dat moeder aarde er in meespeelde. Zij bemoeide zich overal mee. Ze zag alles. Werkelijk alles.

De hengst kantelde zijn hoofd even en kneep zijn ogen tot spleetjes. Tussen de bomen door dacht hij gezien te hebben. Hij verroerde zich niet meer en keek of de hengst wat bewegende activiteit kon opmerken, en al snel had hij dit gevonden. Hij opende zijn donkerbruine kijkers weer en zag er een hinde met haar jong lopen. Hij kantelde zijn hoofd. De hinde was volledig in een bruine kleur gehuld, het jong daar in tegen had nog witte stippen op haar achterhand. Hij schudde zijn hoofd even en bracht zijn lichaam weer in beweging, waardoor de hinde en haar jong opschrokten en snel wegsprongen tussen het dichte struikgewas. Hij zwiepte zijn staart eens toen hij iets op zijn flank voelde. Snel voelde hij het weer. Hij hief zijn hoofd en keek ophoog. Het enige wat hij zag waren de sinistere kale takken, en de grijze wolken. Toen voelde hij hetzelfde precies in het midden van zijn voorhoofd. Hij schudde zijn hoofd, waarbij zijn dikke manen in mee bewogen. Hij snoof even en stapte toen stug door. Het moment van droogte was voorbij, helaas. En moeder natuur zou haar water over de wereld sproeien. Opnieuw.

Toen de geur van de crème kleurige merrie zijn neusvleugels binnendrong, en zijn hersenen het hadden verwerkt wist hij direct dat hij er bij moest zijn. Zijn nieuwsgierige gedrag was hoog, en hij zou ook snel gevaar opzoeken als hij iets perse moest zien, maar anders zou hij niet de moeite nemen om gevaar te zoeken. Door gevaar op te zoeken werd je nog niet dapper. Paarden die nooit bang waren, waren ook niet dapper. En nooit bang zijn kon niet, dat bestond niet. Iedereen was wel eens bang, al kon je het niet meer herinneren. Wat zou je gedaan hebben als veulen? Dat weet je niet meer, dat is te lang geleden, vervaagt in je geheugen. Alleen de zware dingen kon je onthouden, maar het meeste niet. Hij wist ook al lang niet meer wat hij als veulen had gedaan. Nee, hij herinnerde alleen zijn ouders, en dan vooral zijn vader. Roskur was zijn naam, dat was pas een hengst, en hij had hem ook altijd vereerd. Hij wilde als klein veulen net zoals hem worden. Een leider hengst van een grote kudde. En dat zou hij ook worden. Daarom was hij weggetrokken. Om te worden als zijn vader. Het was een wilde gok, maar dat was echt iets van hij van droomde. Zijn mondhoeken krulden omhoog. Nogmaals zwiepte hij met zijn staart tegen zijn flank. Zijn staart zwaaide daarna nog even lichtjes heen en weer, en toen tikte deze weer tegen zijn achterbenen bij elke stap.
Zijn neus volgde de geur van de merrie, hij brieste eens kort. Hij zou haar vinden, maar haar geur was sterk, en zo te zien bevond ze zich bij de rivier, die je van veraf al kon horen stoeien. Was ze uit haar oever gebroken? Dat kon hij niet zien, maar dat zou hij zo wel opmerken. Zijn hals was nog telkens in de lichte krul te vinden, zijn staart was net iets van zijn billen af geheven. Hij draaide zijn hoofd schuin en verruimde zijn passen. Zijn donkerbruine onderbenen bewogen snel heen en weer. Hij nam niet de moeite om te draven, dat koste meer energie, en iets sneller stappen bezorgde je ook al meer afstand in zoveel tijd. De geur werd sterken, het rechteroor van de hengst was naar binnen gedraaid die het geluid van de rivier volgde, de ander stond naar voren gericht. Hij luisterde nog even naar het gebied om hem heen, voordat hij tussen de bomen vandaan kwam. Hij hield halt, en keek naar de crème kleurige merrie.

Zijn oren werden naar voren gericht, de puntjes naar de merrie gericht, die veel schichtiger leek te zijn. Ze stond er dan wel elegant bij, ze draaide haar lichaam een kwart slag. Hij keek naar het slanke postuur van de merrie, waar ook nog eens heel wat spieren op zaten. Ook zijn spieren waren te zien in zijn hals. Ook al was hij wel wat kleiner dan de merrie, hij was groter dan een normale IJslander. Hij het veel bloed van een IJslander in zich, ja, heel veel. Maar hij had ook nog eens een klein beetje bloed van een warmbloed door zijn aderen stromen. Zijn vader was echt dat beter te zien, maar zijn moeder was honderd procent IJslander, en daarom leek hij daar dan ook zo extreem veel op. Iedereen dacht dat hij een IJslander was, en steeds verbeterde hij iedereen. Hij was geen IJslander, ja, groot in deels, maar niet helemaal. Hij brieste eens zacht en opende zijn mond even. Die weer sloot en het zachte smakkende geluid op leverde. De merrie leek niet zo blij met zijn komst, haar oren waren naar achteren gericht, terwijl die van hem naar voren waren gericht. Vriendelijk. Maar als ze het uiteindelijk slechtjes ging spelen, dat kon hij ook wel. Hij kon in elke rol stappen die hij wilde, om degene voor hem meer te amuseren. Wie het ook was, iedereen. Zijn vacht werd steeds donkerder van kleur door de druppels die op zijn vacht neerstreken en langzaam in zijn vacht nestelden, en daarna zijn huid af te rollen. Hij kantelde zijn hoofd eens even en zijn ogen rolden nog even over de merrie haar lichaam heen, om de laatste details in zich op te nemen. Opnieuw opende hij zijn mond, dit keer om geluid te produceren aangezien de merrie dat niet deed, waardoor een grijns zijn mond sierde. 'Hallo merrie, een tong verloren of zal je nog vriendelijk zijn om mij te begroeten,' zij hij speels, uitdagend, en misschien ook wel een beetje droog tegen de merrie. Hij moest dan wel een beetje met haar spelen, nou, hij noemde het niet spelen, haar te laten spreken. Wel zei hij het dan weer ongemeend vriendelijk, en het woord "merrie" sprak hij extra flauw uit. Zijn oren stonden dan nog wel naar voren gericht, naar de merrie waar hij op lette.Hij draaide zijn hoofd recht en bracht zijn hals in een hoge krul, om zichzelf groter te maken. Dit was dan een van de punten die de chocoladebruine hengst interessant vond.

[1.305 woorden. Meow]

http://www.highholdback.actieforum.com

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Soortgelijke onderwerpen

-

» Her whisper is the Lucifer.

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum