Het geklapwiek van vleugels was snel achter elkaar te horen, de zon stond hoog in de lucht. En verwarmde de zwarte vacht van de merrie, even als de zwarte raaf met zijn mysterieuze witte randje. De merrie lied een luide hinnik horen, ze schudde haar hoofd. Het zand stoof alle kanten op. Uiteindelijk maakte ze een sliding stop. Gleed door op haar kont. Kwam tot stilstand. Gooide haar voorhand in de lucht. Gaf nog een luide hinnik, en kwam toen met een zachte plof weer terecht. Ze schudde haar hoofd, schraapte even met haar hoef. En merkte hoe de raaf tussen haar oren landen. Haar oren die ze neutraal had hangen, bewoog ze even op haar eigen manier. Haar mondhoeken trokken lichtjes op. Langzaam liep ze door, hier en daar kraaide een vogel. Waar op Amenia weer antwoordde, ook door te kraaien. Het was toch speciaal, om een vogel te hebben, een roos op je kop, en een veer tussen je manen. Speciaal, wat betekende dat woord eigenlijk? Wat was nou echt speciaal? Iedereen was speciaal. Iedereen was uniek. Iedereen had wel iets speciaals in zich. De ene had het geweldige recht om kudde leider te zijn. De ander had zo’n speciale karakter trek, of een speciaal uiterlijk. Iedereen had wel iets speciaals. Toch moest de zwarte merrie toegeven, dat zij wel heel erg speciaal was. Als eerste kon ze niet goed horen en zien. Ten tweede kon ze enorm goed ruiken. Ten derde had ze een roos op haar kop, die onder alle omstandigheden bleef zitten, net als de veer achter haar oren. Ten vierde koos ze geen kant. Niet neutraal, niet goed, niet slecht. De zwarte merrie schudde haar hoofd, ze stopte en keek trots rond. Trots op het feit dat zij kudde leider was. Dat ze een zo’n trouwe raaf voor zich had. Die nu tussen haar oren zat, en ook een beetje rond keek. Trots op het feit dat ze kon zeggen dat ze geen kant koos. Niet neutraal, niet goed, niet slecht. Gewoon lekker Ravena, het feit dat de meeste neutrale zeiden dat ze geen kant kozen, terwijl ze neutraal zijn. Dat was toch wel echt lachwekkend. Bij de gedachte alleen al, kon Ravena soms in lachen uit barsten. En als ze het dan ook werkelijk uit de mond van iemand hoorde. Dat was helemaal hilarisch. Ravena schudde even triest haar hoofd. Ergens had ze wel medelijden met die arme neutrale. Wie zou haar volgende slachttoffer worden die ze lekker kon uitlachen? Wie weet was dat vandaag wel. Of ze kwam volgende maand pas zo’n lekker snugger iemand tegen. Wie weet… Wie weet… Het kon allemaal Langzaam kwam er een geur haar neusgaten binnen gedrongen. Ze schudde haar hoofd. Waarschijnlijk duurde het nog wel een tijdje. En als ze haar best niet deed om erop af te gaan, doet ze er wel wat langer over. Het duurde een keer ongeveer een halfuur voordat ze bij het dier was. Want op het eind kwam het dier opeens op haar afgestormd, raar als het was. De zwarte merrie schudde haar hoofd. Ravena, dat was haar naam. Die ze pas een maand na haar geboorte had gekregen. Dat betekende dus, dat ze geen 5 jaar was. Maar 5 jaar en een maand was. Geweldig toch. Nee, dat wist ze ook wel. Maar daar wou ze gewoon niet aan toegeven. Wat had ze toch een geweldig karakter, ook niet. Maar daar wou ze ook niet aan toegeven. Ja, Ravena was gewoon... Gewoon.. Gewoon Ravena, niemand anders. Niets meer, niets minder. Lekker Ravena. Inmiddels zweette ze als een gek. Ze schudde haar hoofd. Haar ogen stonden niet meer vrolijk twinkelend. Maar waren dof. Wauw, ze zou echt een betere conditie moeten hebben. Een raar hoestend geluidje kwam uit haar keel. Dat gebeurde nog een paar keer. Haar manen plakte aan haar huid. Ze was nu inmiddels in de Taiga aangekomen. En hoorde een hinnik. De naaldjes prikte haar in haar huid. Ravena snoof even, en keek op. De hinnik kwam bekend voor. Te bekend, naar haar idee. Het was niet waar hé... Daar hadden we haar geliefde broertje, goh wat had ze hem gemist zeg... Ravena schudde haar hoofd even krachtig. En slofte toen op een slakken pas naar haar geliefde broertje toe. Haar mondhoeken trokken lichtjes op. En haar ogen twinkelde sinster. Ze liep even een rondje om hem heen, en haar vacht raakte bijna die van hem. ''Als dat mijn geliefde broertje niet is.'' Fluisterde ze zacht, met een stem geluid dat ze haarzelf nog nooit had horen zeggen. Raar, en vaag. ''Eigenlijk had ik verwacht.... Nee wacht, gehoopt, dat je allang was verslonden door een of ander mormel.'' Fluisterde ze in haar oor. Terwijl ze verder liep met nog een rondje. Toen stond ze weer voor hem. En klakte lichtjes met haar tong. klik, klak, klik, klak. Met datzelfde ritme als een tikkende klok. klik, klak, klik, klak.