Zijn blik werd voor een moment naar het veulentje getrokken, dat op de grond lag te rusten. Het kleine, fragiele lichaampje, dat al vele had moeten verduren lag nu vredig in het gras. Het hoofdje gevuld met dromen, maar waarschijnlijk ook met zorgen, zorgen die zo’n jong dier niet zou moeten hebben. Zorgen die Crusade ook had, en nog steeds heeft, de pijn die het kleintje en Crusade gemeen hadden, was zo groot. Terwijl zijn blik nog steeds op het veulen gericht was veranderde zijn uitdrukking in de ogen. Het masker dat altijd voor zijn gezicht zat, en zo moeilijk weg te halen was, verdween nu bij de ogen. En een zachte blik was te zien, een blik die hij alleen had laten zien bij zijn geboorte, richting zijn moeder. Het voelde aan alsof het zijn eigen veulen was, de band die hij met het kleine merrietje voelde vanwege hun verleden, dat zowat gelijk was. Hij richtte zijn blik weer in de verte, en besloot dat de grot waar ze lagen veilig was, en door zijn getrainde gehoor zou hij dergelijk gevaar wel horen aankomen. Hij keek nog eens naar Ebony en liet zich rustig zakken naast het veulentje. Normaal sliep hij staand, maar het was misschien wel goed als hij het kleine dier wat warmte bood. En door de reis was hij ook moe geworden, enorm moe. Zijn benen hadden weer enkele verse wondjes en striemen erbij gekregen, want toen hij het veulentje liet vluchten, wouden ze achter haar aangaan. En niet alleen zijn benen hadden voor het moment geleden, ook de rest van zijn lichaam. Uiteindelijk was hij gevlucht toen het veulen ver genoeg was, maar zijn benen waren het meest toegetakeld door een snijdende draad die hij nog nooit had gezien. Gelukkig was hij er niet in blijven vastzitten. Hij zuchtte eens. Vandaag was waarschijnlijk een overdonderende dag geweest voor Ebony. Er was veel gebeurd, en ze kon nu het best goed rusten, morgen zouden ze bij hun bestemming aankomen. En dan zouden ze naar Mischa gaan. Hij slikte eens, hij had hun allemaal zomaar in de steek gelaten, maar hoopte dat Mischa niet te kwaad zou zijn, en hem en Ebony hulp zou bieden. Met de slechte gedachte over zichzelf, die zijn kuddegenoten in de steek had gelaten viel hij in een rusteloze slaap.
|| THE NEXT DAY ||
Het zachte gefluit van vogeltjes maakte hem wakker. Meteen schoot zijn blik bezorgd naar links, waar Eony gelukkig nog lag. Hij knikte in zichzelf, op een strakke manier en drukte zijn neus tegen de nek van het veulen aan. Een klein beetje opgedroogd bloed zat aan zijn neus geplakt, iets waar hij nu geen besef van had. ‘Hee.’ Zei hij, met een ondertoon die niet eigen was aan Crusade. Het was zorgzaam, had emotie, en ja, Crusade was niet goed met emoties. Hij had ze nooit mogen uiten. Dus dit was raar voor hem, maar het voelde ook goed. Zijn stem was nu zacht, en op een bepaalde manier warm. ‘Tijd om op te staan, vandaag gaat een drukke dag worden, maar je zult snel kunnen rusten.’ Zei hij. Hij stond op en zag hoe Ebony wou opstaan. Meteen schoot hij haar te hulp, door haar onder haar buik een beetje omhoog te duwen. Hij wist het niet zeker, maar misschien voelde ze zich nog zwakjes. ‘We gaan even wat eten, en drinken, als het water niet te koud is gaan we het meer even in.’ Meldde hij en hij schudde zich even uit. ‘Dan gaan we naar Dream Horses, naar de Quiet Sparkle. Daar zal het beter zijn.’ zei hij, en hij liep de grot uit, om naar het meer te wandelen, dat dicht grensde aan de grot. Langzaam stapte hij erin met een half been, hmm, het was verassend aangenaam, en nu was het ook lekker warm in het algemeen. ‘Kom maar.’ Zei hij, en hij stapte het water volledig in. De opgedroogde bloedvlekken losten op en verwijderden zichzelf van zijn vacht, maar alles verspreidde zich al snel over het gehele meer, waardoor er geen enkel spoor van bloed meer te zien was. Ook de smaak werd al snel weggevoerd naar de grond. Hij bracht zijn lippen rustig tot de rand van het water en keek eens achter zich.
Na een tijdje stond hij te grazen, en ook Ebony deed mee. Het gras hier was sappig, maar was nog niks vergeleken met het gras van de vallei. Kort snoof hij. ‘Kom op, we gaan, we zijn er bijna.’ Zei hij, en hij begon te stappen, Ebony zou toch wel volgen?
*I know, ze zijn nog niet aangekomen, maar doe jij dat dan in jou post?*
|| THE NEXT DAY ||
Het zachte gefluit van vogeltjes maakte hem wakker. Meteen schoot zijn blik bezorgd naar links, waar Eony gelukkig nog lag. Hij knikte in zichzelf, op een strakke manier en drukte zijn neus tegen de nek van het veulen aan. Een klein beetje opgedroogd bloed zat aan zijn neus geplakt, iets waar hij nu geen besef van had. ‘Hee.’ Zei hij, met een ondertoon die niet eigen was aan Crusade. Het was zorgzaam, had emotie, en ja, Crusade was niet goed met emoties. Hij had ze nooit mogen uiten. Dus dit was raar voor hem, maar het voelde ook goed. Zijn stem was nu zacht, en op een bepaalde manier warm. ‘Tijd om op te staan, vandaag gaat een drukke dag worden, maar je zult snel kunnen rusten.’ Zei hij. Hij stond op en zag hoe Ebony wou opstaan. Meteen schoot hij haar te hulp, door haar onder haar buik een beetje omhoog te duwen. Hij wist het niet zeker, maar misschien voelde ze zich nog zwakjes. ‘We gaan even wat eten, en drinken, als het water niet te koud is gaan we het meer even in.’ Meldde hij en hij schudde zich even uit. ‘Dan gaan we naar Dream Horses, naar de Quiet Sparkle. Daar zal het beter zijn.’ zei hij, en hij liep de grot uit, om naar het meer te wandelen, dat dicht grensde aan de grot. Langzaam stapte hij erin met een half been, hmm, het was verassend aangenaam, en nu was het ook lekker warm in het algemeen. ‘Kom maar.’ Zei hij, en hij stapte het water volledig in. De opgedroogde bloedvlekken losten op en verwijderden zichzelf van zijn vacht, maar alles verspreidde zich al snel over het gehele meer, waardoor er geen enkel spoor van bloed meer te zien was. Ook de smaak werd al snel weggevoerd naar de grond. Hij bracht zijn lippen rustig tot de rand van het water en keek eens achter zich.
Na een tijdje stond hij te grazen, en ook Ebony deed mee. Het gras hier was sappig, maar was nog niks vergeleken met het gras van de vallei. Kort snoof hij. ‘Kom op, we gaan, we zijn er bijna.’ Zei hij, en hij begon te stappen, Ebony zou toch wel volgen?
*I know, ze zijn nog niet aangekomen, maar doe jij dat dan in jou post?*