Ze gooide haar hoofd in de lucht, terwijl haar manen wild mee wapperden met de tollende wind die vandaag iedereens manen wel door de war kon gooien. Ze galoppeerde met een ontzettend snelle snelheid over het strand, vlak langs de zee, eigenlijk half galopperend in de zee. Het schuimende water stoof niet op, ze was te ondiep aan het galopperen. Maar anders zou het waarschijnlijk te zwaar worden om ook nog door het water te stuiven... Ach wat maakt het ook uit! dacht de merrie, terwijl ze dieper in de zee ging galopperen. Ze hield haar hoofd meer naar voren, om meer snelheid te maken, en zodat de zoute en brandende waterspetters niet in haar ogen zouden komen. Haar hoeven kletterden over het water dat niet opstoof en van die leuke spettertjes maakte die zo'n mooi fotoeffect maken wanneer je van een paard rennend in de zee een foto wilde maken. Maar niet dat ze daar aan dacht. Ze kon nog wat sneller, in rengalop, maar wilde haar energie er niet aan verspillen, dan was haar mooie scène van "Queen of the sea"-act weer voorbij, en ze had geen zin om buiten adem tot stilstand te komen, het was een machteloos gevoel. Bij nader inzien moest ze dan maar langzaam tot stilstand komen omdat haar galop ook automatisch haar tot ademhalen zou moeten dringen. Ze ging over op haar normale drafje. Ze hield haar hoofd trots in de lucht, maar hield dit niet lang vol omdat ze alles behalve sierlijk en bekakt wilde zijn zoals die slechtzakjes-arabieren die dan zogenaamd prachtig waren. Uiteindelijk ging ze maar door in een rustgevende stap, terwijl ze genoot van een combinatie van het ruisende geluid van de zee, en van haar ritmische stap, wat eigenlijk nauwelijks geluid maakte door het zand. Terwijl ze op het natte stevige zand bleef lopen om haar benen te drogen in de middagzon, dacht ze aan haar afgelopen week. Niet veel bijzonders, op hetgeen na dat ze bijna was geraakt door een bliksemstraal. Ja, dat was wat raar. Misschien had het lot zich weer verveeld en had het een willekeurig paard uitgekozen om het zeldzame geluk te geven een redelijk dichtbije bliksemstraal te ontwijken, toevallig bij een stuk vaste grond te zijn en daar te landen, en op een paar schaafwonden en brandwonden na niet veel op te lopen. Ja, dat was nogal vreemd... En ze had waarschijnlijk haar geluk voor de rest van de maand moeten inleveren om te blijven leven. Na, en dan had ze het geluk om weer geluk te krijgen en... Ze had eigenlijk gewoon ontzettend veel geluk in sommige situaties, maar ze wist dat er ooit een tijd zou komen dat dat geluk haar wensen niet zou kon beantwoorden, dat het een keer de rug naar haar zou keren. En als ze zich daar niet op zou voorbereiden, zou ze dat moeten betalen met haar leven. Ze zou weer moeten trainen, haar spieren, om haar te kunnen verdedigen. Ze ging weer verder in een drafje, en voelde de wind haar manen in de war laten gooien. Niet alweer, dacht ze, terwijl ze met haar hoofd schudde om geen manen in haar zicht te krijgen, zonder enig resultaat. Ach, als zij voor schut zou moeten lopen, zouden meerdere paarden dat moeten doen. Ze spitste haar oren, en wist dat er een ander paard in de buurt was. Slechtzakje? Goed paard? Beiden kon ze anders behandelen, ze was meer een spiegel dan Visual zelf. Nee, ze was een irritante spiegel, ze vergrootte zoiets tot 40 keer. Irritant? Kon ze net zo goed terug doen. Vriendelijkheid? Kon ze net zo goed terug doen. Ongekende filosofischheid waar ze helemaal niets van begreep? Dat was misschien wat lastiger, maar ze moest zich maar richten op het aankomende paard, terwijl ze haar drafje afremde tot een stilstand.
{{Saronse ;D}}
{{Saronse ;D}}