Een brandende zon scheen op de rug neer van de jonge hengst, wiens oren zoals bijna altijd naar voren stonden. Maar vandaag leek hij wel bijzonder vrolijk. Zijn hals was gekruld, zijn staart hoog omhoog geplaatst. Het gras van de prairie voelde prettig aan onder zijn hoeven. Hij zwiepte zijn staart tegen zijn flank aan. Zijn neusgaten stonden wijd open gesperd, en hij snoof. Hij gooide zijn hoofd op en neer. Hij hinnikte eens vrolijk. Hij was nog jong, dus soms had hij nog een bui, dat hij helemaal los ging. Vandaag was zo'n bui.
Opeens, zo leek het, spurtte hij met een explosie van kracht weg. De vlakke ondergrond van de prairie was perfect om topsnelheden te bereiken. Hij liet een paar spectaculaire sprongen zien. Hij dartelde als een jong veulen in het rond. Hij bleef rond hupsen als een konijn. Toen sprintte hij weer als een gek weg. Hij gooide met zijn hoofd, hij maakte weer een soort sprong dat hij een tijdje vloog. De grond leek achter te blijven lopen. Zijn hoeven kwamen hard weer neer. Grassprieten vlogen de lucht in achter zijn hoeven. Als het bloemen waren geweest, waren ze nu allemaal zielig onthoofd door zijn hoeven. Spijtig.. Maar het waren geen bloemen, dus hij vond dat hij helemaal los kon gaan.
Na enkele minuten, een kwartier, misschien een half uur? Hij wist het ook niet, hij had geen besef van tijd meer. Hij wilde omhoog kijken om het ongeveer te bepalen aan de stand van de zon, maar hij werd meteen verblind. Zijn lichaam zat inmiddels wel onder een laagje zweet. Vooral bij zijn borst en hals hadden het zwaar te verduren gekregen. Hij snoof nog eens. In een proper drafje ging hij vervolgens verder door de prairie. Zijn staart zwiepte een paar heer heen en weer, waarna hij weer keurig hoog geheven achter zich bleef hangen. Zijn staart tikte telkens tegen zijn benen als hij een pas verzette. Hij zwiepte om de zoveel passen met zijn staart, gewoon als een soort tikje. Zijn ogen speurden het lege, vlakke gebied af. Eigenlijk was het hier best deprimerend. Er was niks aan de horizon. Het was een beetje een vlak landschap. Bijna geen bomen. Zo af en toe zag je een klein boompje. Verder waren en niet zo veel dieren. Soms zag je een vogel overvliegen. Maar het enige dier dat hij zo kon bedenken dat op de prairie leefde, was een prairiehond. En die zag hij ook niet.
[fluttig, maar open voor wie wil]
Opeens, zo leek het, spurtte hij met een explosie van kracht weg. De vlakke ondergrond van de prairie was perfect om topsnelheden te bereiken. Hij liet een paar spectaculaire sprongen zien. Hij dartelde als een jong veulen in het rond. Hij bleef rond hupsen als een konijn. Toen sprintte hij weer als een gek weg. Hij gooide met zijn hoofd, hij maakte weer een soort sprong dat hij een tijdje vloog. De grond leek achter te blijven lopen. Zijn hoeven kwamen hard weer neer. Grassprieten vlogen de lucht in achter zijn hoeven. Als het bloemen waren geweest, waren ze nu allemaal zielig onthoofd door zijn hoeven. Spijtig.. Maar het waren geen bloemen, dus hij vond dat hij helemaal los kon gaan.
Na enkele minuten, een kwartier, misschien een half uur? Hij wist het ook niet, hij had geen besef van tijd meer. Hij wilde omhoog kijken om het ongeveer te bepalen aan de stand van de zon, maar hij werd meteen verblind. Zijn lichaam zat inmiddels wel onder een laagje zweet. Vooral bij zijn borst en hals hadden het zwaar te verduren gekregen. Hij snoof nog eens. In een proper drafje ging hij vervolgens verder door de prairie. Zijn staart zwiepte een paar heer heen en weer, waarna hij weer keurig hoog geheven achter zich bleef hangen. Zijn staart tikte telkens tegen zijn benen als hij een pas verzette. Hij zwiepte om de zoveel passen met zijn staart, gewoon als een soort tikje. Zijn ogen speurden het lege, vlakke gebied af. Eigenlijk was het hier best deprimerend. Er was niks aan de horizon. Het was een beetje een vlak landschap. Bijna geen bomen. Zo af en toe zag je een klein boompje. Verder waren en niet zo veel dieren. Soms zag je een vogel overvliegen. Maar het enige dier dat hij zo kon bedenken dat op de prairie leefde, was een prairiehond. En die zag hij ook niet.
[fluttig, maar open voor wie wil]