Ze bromde wat en kromp eventjes in elkaar toen ze weer eens zo’n verschrikkelijke pijnsteek in haar buik voelde. Weer bromde ze, haar veulentje vernietigde haar van binnenuit. Ze wist nu al dat het geen makkelijke zou worden, tenminste dat dacht ze. Al een paar dagen lang werd ze geteisterd en geterroriseerd door die verschrikkelijke pijnsteken. Ze werd er ziek van, sterker nog ze werd er helemaal gek van. De steken maakte haar moe en futloos. Ze keek vaak naar haar buik, die werd met de dag dikker en dikker. Haar veulen groeide goed en snel, ze vroeg zich af wanneer deze geboren werd. Zou het nog lang duren? Ze hoopte het niet, ze wist niet precies hoe lang ze die steken nog kon verdragen. Een trieste glimlach sierde haar lippen, ze was nu al trots op haar veulen en ze moest de pijn maar doorstaan. De trieste glimlach bleef er, niemand kon haar nu zien en wat niemand hoorde te zien, zouden ze ook niet zien, toch? Ze schudde haar hoofd en gelijk met dat verdween de glimlach weer. Langzaam liep ze de grot uit, ze fronste haar wenkbrauwen en knipperde een paar keer verwoed met haar ogen tegen het plotselinge zo felle zonlicht. Ze keek naar de stand van de zon, het was net ochtend, in de ochtend was de zon altijd het felst als die laag aan de hemel stond, in de middag het warmst, dat was Ravena geleerd. Het was nu rond een uur of 7, 8. Ze wist het niet precies zeker. Haar manen golfde sierlijk langs haar nek in onverzorgde stukken van elkaar gescheiden. Haar manen zagen er vet uit. De dracht had haar inderdaad uitgeput, niet alleen geestelijk uit lichamelijk en de dracht had ervoor gezorgd dat ze er minder verzorgd uit zag. De watervallen kletterde vrolijk naar beneden terwijl de vogeltjes hun ochtendliederen zongen. Ze liet haar hoofd langzaam door de lucht naar beneden glijden, daar liet ze het zoete en warme water door haar keel heen glijden. Ze genoot van het warme water dat haar weer sterk maakte. Het maakte haar wat frisser en ze voelde zich er gelijk beter door. Ze sloot haar ogen eventjes om er extra van te genieten, het leek eeuwen geleden dat ze voor het laatst water had gedronken.
,,Wel hallo schoonheid…’’ Ravena keek op van haar maaltijd, bestaande uit een karig grasperkje tussen de bomen. Ze trok één wenkbrauw aan en keek de hengst voor haar diep in de ogen, zijn ogen waren zwart als de nacht, diep en ondoordringbaar. Ravena tilde haar hoofd ietsjes verder op, kalm en zelfverzekerd, maar de hengst keek al weg, hij keek naar de rode horizon die boven het zacht op en neer deinzende water streek, hier en daar een wolk zichtbaar. ,,Er is een rode zonsondergang.’’ Zei hij zachtjes mompelend. Weer die wenkbrauw van Ravena’s kant. ,,Blijkbaar.’’ Dit waren de woorden van Ravena, ze was niet blind, Ravena zag heus wel dat die horizon rood was. ,,Er heeft bloed gevloeid vandaag.’’ Sprak de hengst onverstoorbaar verder en alweer die wenkbrauw bij Ravena, deze keer hoger dan anders. ,,En dat merk je op aan een rode zonsondergang?’’ Vroeg ze benieuwd terwijl de wenkbrauw weer gezakt was. De ogen van de hengst kwamen anders te staan een ondeugende gloed boven die ondoordringbare laag. ,,Nee.’’ Zei de hengst kortaf waarna hij weer wegkeek. Ravena daarin tegen bleef hem maar aankijken en aankijken tot de hengst weer zou praten, wat snel gebeurde. ,,Maar ik weet het wel.’’ Nog een keer keek hij haar aan met zijn donkere ogen, toen werd alles zwart.
Ravena opende haar ogen en fronste haar wenkbrauwen, wie was die hengst geweest en waarom had ze deze herinnering opgedaan? Ze was toen niet in Dream Horses geweest, ze had het vermoeden dat het door haar dracht kwam en dat die gitzwarte hengst met zijn lange manen die tot zijn schouders vielen en zijn staart die haast over de grond sleepte iets te maken had met haar dracht. Zou hij haar gedekt hebben? Of zou hij iets anders betekent hebben met de dracht, ze wist het niet. Telkens als ze probeerde te herinneren wat er was gebeurd, de dag of avond of misschien wel nacht van de dekking, was het enige wat ze wist dat ze drachtig was en dat het niet gebeurd was in Dream Horses. De rest was een grote onduidelijk waas die ze koste wat kost weg wou vagen om het mysterie erachter te kunnen ontcijferen. Wat was die ondeugende blik in de ogen van de hengst geweest? Ze geloofde niet dat het enkel het feit was dat hij een moord gepleegd had, met onnodig veel bloed. Zou ze hengstig zijn geweest, toen die avond waarvan ze net de herinnering gekregen had? Ze wist het niet, ze had het niet kunnen ruiken. Het was een herinnering een soort droom, daarin kon je niet ruiken. Zoveel vragen, met zo weinig antwoorden. Het enige wat ze nu kon was vermoeden, denken en hopen dat alles maar goed af zou lopen. Wat nou als die hengst zijn veulen kwam opeisen? Ze zou haar veulen beschermen koste wat kost, maar wat als het haar niet lukte, zou ze haar veulentje dan ooit weer terugzien? Zoveel angsten waren er rondom haar veulen, zoveel onzekerheden. Ze wou voor het eerst in tijden dat haar veulen een vader zou hebben, eentje van wie die kon houden , eentje van wie Ravena kon houden, die ze vertrouwde en die ze lang kende. Niet een vreemdeling zoals de hengst die Ravena gedekt had. Weer sloot ze haar ogen, dit keer zo dat ze niet weer in slaap zou vallen, ze wou er niet nog meer herinneringen en alles bij. Ze at snel wat van het gras en stapte toen voort, op reis, naar ze wist niet waarheen, ergens heen. Plots stopte ze abrupt door een gigantische pijnsteek, ze kreunde eventjes zachtjes door de pijn, maar herstelde zich snel. Ze moest nu niet zwak gaan lopen doen, ze negeerde haar trillende knieën gewoon en liep door. Weer die pijnsteek, ze zakte abrupt door haar knieën heen en bleef hijgend op de grond liggen, op haar knieën.
~Saronse only!
1.028 woorden ~
,,Wel hallo schoonheid…’’ Ravena keek op van haar maaltijd, bestaande uit een karig grasperkje tussen de bomen. Ze trok één wenkbrauw aan en keek de hengst voor haar diep in de ogen, zijn ogen waren zwart als de nacht, diep en ondoordringbaar. Ravena tilde haar hoofd ietsjes verder op, kalm en zelfverzekerd, maar de hengst keek al weg, hij keek naar de rode horizon die boven het zacht op en neer deinzende water streek, hier en daar een wolk zichtbaar. ,,Er is een rode zonsondergang.’’ Zei hij zachtjes mompelend. Weer die wenkbrauw van Ravena’s kant. ,,Blijkbaar.’’ Dit waren de woorden van Ravena, ze was niet blind, Ravena zag heus wel dat die horizon rood was. ,,Er heeft bloed gevloeid vandaag.’’ Sprak de hengst onverstoorbaar verder en alweer die wenkbrauw bij Ravena, deze keer hoger dan anders. ,,En dat merk je op aan een rode zonsondergang?’’ Vroeg ze benieuwd terwijl de wenkbrauw weer gezakt was. De ogen van de hengst kwamen anders te staan een ondeugende gloed boven die ondoordringbare laag. ,,Nee.’’ Zei de hengst kortaf waarna hij weer wegkeek. Ravena daarin tegen bleef hem maar aankijken en aankijken tot de hengst weer zou praten, wat snel gebeurde. ,,Maar ik weet het wel.’’ Nog een keer keek hij haar aan met zijn donkere ogen, toen werd alles zwart.
Ravena opende haar ogen en fronste haar wenkbrauwen, wie was die hengst geweest en waarom had ze deze herinnering opgedaan? Ze was toen niet in Dream Horses geweest, ze had het vermoeden dat het door haar dracht kwam en dat die gitzwarte hengst met zijn lange manen die tot zijn schouders vielen en zijn staart die haast over de grond sleepte iets te maken had met haar dracht. Zou hij haar gedekt hebben? Of zou hij iets anders betekent hebben met de dracht, ze wist het niet. Telkens als ze probeerde te herinneren wat er was gebeurd, de dag of avond of misschien wel nacht van de dekking, was het enige wat ze wist dat ze drachtig was en dat het niet gebeurd was in Dream Horses. De rest was een grote onduidelijk waas die ze koste wat kost weg wou vagen om het mysterie erachter te kunnen ontcijferen. Wat was die ondeugende blik in de ogen van de hengst geweest? Ze geloofde niet dat het enkel het feit was dat hij een moord gepleegd had, met onnodig veel bloed. Zou ze hengstig zijn geweest, toen die avond waarvan ze net de herinnering gekregen had? Ze wist het niet, ze had het niet kunnen ruiken. Het was een herinnering een soort droom, daarin kon je niet ruiken. Zoveel vragen, met zo weinig antwoorden. Het enige wat ze nu kon was vermoeden, denken en hopen dat alles maar goed af zou lopen. Wat nou als die hengst zijn veulen kwam opeisen? Ze zou haar veulen beschermen koste wat kost, maar wat als het haar niet lukte, zou ze haar veulentje dan ooit weer terugzien? Zoveel angsten waren er rondom haar veulen, zoveel onzekerheden. Ze wou voor het eerst in tijden dat haar veulen een vader zou hebben, eentje van wie die kon houden , eentje van wie Ravena kon houden, die ze vertrouwde en die ze lang kende. Niet een vreemdeling zoals de hengst die Ravena gedekt had. Weer sloot ze haar ogen, dit keer zo dat ze niet weer in slaap zou vallen, ze wou er niet nog meer herinneringen en alles bij. Ze at snel wat van het gras en stapte toen voort, op reis, naar ze wist niet waarheen, ergens heen. Plots stopte ze abrupt door een gigantische pijnsteek, ze kreunde eventjes zachtjes door de pijn, maar herstelde zich snel. Ze moest nu niet zwak gaan lopen doen, ze negeerde haar trillende knieën gewoon en liep door. Weer die pijnsteek, ze zakte abrupt door haar knieën heen en bleef hijgend op de grond liggen, op haar knieën.
~Saronse only!
1.028 woorden ~