Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Baasje van het bos | Nergüi

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1Baasje van het bos | Nergüi Empty Baasje van het bos | Nergüi vr 13 jul - 7:53

Chaitanya

Chaitanya
VIP

Slaperig tilde de grijze merrie haar hoofd op en oriënteerde zich. Zonnestralen van een pas aangebroken middag vielen tussen het bladerdek van de bomen naar binnen. Ze lag net niet in zo'n straal, maar onder een boom. Dat ze daar was gaan liggen herinnerde ze zich nog wel. Hoe laat was het toen ongeveer? Begin ochtend? Er waren toen nog geen zonnestralen doorgebroken. Ach, wat maakte het uit.
Maar dat ze lang had geslapen werd gauw duidelijk toen Chaitanya op stond. Ooooh, haar spieren deden zeer. Ze had ze zeker uren lang geïrriteerd door er zo lang op te blijven steunen met haar 400 kilo. Er knakte iets toen de merrie moeizaam op stond (ze voelde zich haast een oud, krakkemikkig paard). Haar mond was droog, haar spieren waren stijf maar als ze liep voelde het eigenlijk best wel goed. De merrie stapte het zonlicht in, haar witte manen leken haast licht te geven in dit licht, haar magere maar gespierde lichaam glom. Toen liet ze zich door haar voorbenen zakken, kwam met een pijnlijke plof op de zijkant van haar lichaam neer en begon woest te rollen. Stof en gruis dat zich op de grond van het bos bevond kwam omhoog en de merrie kuchte. Het leek wel magisch stof, alsof er allemaal glittertjes waren opgedoemd. Of rook. Dat rook deed haar denken aan vreugdevuren en plotseling had Chaitanya de grootste behoefte hier weg te gaan. Dit was nu de eerste keer dat ze weer aan haar stam moest denken. Ze had er niet over gedroomd. He, dat was de eerste keer in een lange tijd. Ze stond op (wat er voor zorgde dat er nog meer stof de lucht in ging en ze nogmaals moest kuchen) en stapte zelfverzekerd en uitgeslapen van haar slaapplek weg. Ze had behoefte Desolate te zoeken, maar ze had werkelijk geen idee waar haar partner zich bevond. Dat maakte plaats om terug te denken aan haar... Wow, dacht ze nu bijna aan 'vorig leven'? Het idee maakte Chai misselijk, dat ze haar indianenafkomst nu al beschouwde als iets wat zich in het verre verleden had afgespeeld... Terwijl ze zich misschien nog maar drie maanden in Dreamhorses bevond (en dan te bedenken dat ze na een maand alweer iemand vond waar ze dit leven - dat klonk ook weer zo! - mee wou slijten. Maar oki, Desolate was ook een hengst uit duizenden, hij was lief en hij begreep haar.) Ze werd gestraft en beloont. Eigenlijk wist ze niet eens waarom ze gestraft was en waarom ze vervolgens werd beloont of het moest toeval zijn, maar ze geloofde zoals een mens in God kan geloven in Geesten. Geen wonder - ze was een indianenpaard (geweest). Dat verrieden de vage aftekeningen in haar grijze vacht en de mooie dromenvanger in haar witte manen. En ook al was het hier in het wild tien keer beter opletten en tien keer meer eenzamer, toch was ze wel gelukkig. En daarbij hoorde Desolate aanwezig te zijn dus wou ze hem zoeken. Op goed geluk liep ze richting het noorden om te kijken of hij zich daar misschien bevond maar al gauw merkte ze een andere aanwezigheid op. Na ongeveer een half uurtje rustig rond stappen in diepe gedachten bleef Chai staan. Had ze het zich nou verbeeld of had ze heel even toen de wind zich keerde de geur van een onbekend paard geroken?

Nergüi

Nergüi




Met langzame passen slofte Nergüi door het bos. Het was lente, de bomen kregen hun groene kleuren weer terug en versierden zichzelf met witte en roze bloesems. Haar ogen gleden, slechts zo’n veertig centimeter van de grond verwijderd, over de basten van de bomen. Sommige basten waren ruwe en hard, anderen wit en glad. Ze kon ze nauwelijks uit elkaar houden, laat staan dat ze hun namen wist. Waarom was ze hier? Wilde ze zichzelf zo graag kwellen? Misschien. Het leven kwelde haar immers ook, net als de paarden die ze tegen was gekomen in de heuvels. Vergeleken met de heuvels was het bos een meer idealere plek om te zijn als je alleen wilde zijn, maar vreedzamer was het niet. Dit was het bos dat haar moeder van haar had ontnomen en een half jaar later Ganzorig. Ze was al meer dan een jaar alleen en tegen alle verwachtingen in leefde ze nog. Dat had ze volledig te danken aan Ganzorig. Aan zijn zorgen toen ze nog een hulpeloos veulen was en aan alles wat hij haar geleerd had toen hij haar in deze wereld achter liet als een iets minder hulpeloze jaarling. Nergüi zuchtte. Omdat haar neus zich zo dicht bij de grond bevond blies ze hierbij flink wat stof op. Geërgerd briesend trok ze haar hoofd op, het hing nu ter hoogte van haar knieën. Ze kon het zich haast niet meer herinneren wanneer ze voor de laatste keer met geheven hoofd rond had gelopen. Eerst was het een keuze geweest, nu was het laag houden van haar hoofd meer noodzaak. Haar spieren hadden de kracht niet meer om haar hoofd verder op te tillen.

Nergüi stopte in de schaduw van een appelboom die vol in bloei stond. Met een zucht liet ze zich niet al te subtiel op de grond vallen. Nee, subtiel of elegant was ze nooit geweest. Onhandig en klunzig was een beter omschrijving. Sloom kon je er ook nog wel aan toevoegen. En natuurlijk lelijk. Die moest ze vooral niet vergeten. Nergüi sloot getergd haar ogen en genoot van de duisternis die haar nu omsloot. Er was wel een reden waarom ze hier was. Haar geheugen. Ze had Ganzorig een belofte gedaan. Hij had haar gevraagd te blijven zoeken. Te zoeken naar haar naam en naar zichzelf. Het afgelopen half jaar had ze weinig gezocht. Ze was op de vlucht geweest. Op de vlucht voor haar verdriet en haar angst, hoewel ze niet eens goed wist waarvoor ze bang was. Niet voor de dood. Toch? De merrie wist het niet zo goed. Ja, ze verlangde vaak naar de dood. Ze dacht er ook veel over na. Maar toch was ze bang. Even schoten haar gedachten terug naar een winderige dag in de heuvels. Ze had een kloof gevonden, het resultaat van een aardverschuiving. De diepte was peilloos geweest. Urenlang had de appaloosa aan de rand van de kloof gestaan, terwijl de tranen over haar wangen stroomden. Ze had eerst geweend om haar moeder en haar pleegvader, ze had zich bij hen willen voegen. Maar naarmate de uren verstreken en ze haar spieren maar niet in beweging kreeg werden het tranen van verdriet en woede. Verdriet omdat ze haar moeder en Ganzorig nooit terug zou zien en woede omdat ze zo zwak was.

Opnieuw zuchtte de merrie en ze opende haar ogen. Dat waren niet de herinneringen waar ze naar op zoek was. Het probleem was dat het erg lastig was om te zoeken naar iets waarvan je niet wist wat het was. Ja, ze zocht naar haar naam en die van haar moeder, maar waar moest ze beginnen? Nergüi wist niet meer waar in het bos ze was geboren, of waar ze altijd hadden gegraasd, noch kon ze de grot terug vinden waar haar herinneringen begonnen. Dus hoe kon ze dan hopen dat haar hersenen opeens een kickstart kregen? Nergüi kwam kreunend overeind, haar gewrichten knakten alsof ze 30 jaar oud was. Alleen haar sprieterige manen, slungelige figuur en haar korte staart deden vermoeden dat ze wel eens heel jong kon zijn, in plaats van oud. Met langzame stappen zette ze zich in beweging. Ze tilde haar voorhoeven nog net voldoende op om niet constant te struikelen, maar haar achterhoeven trokken ondiepe sporen in de bosgrond. Haar ogen concentreerden zich voornamelijk op de grond voor zich, maar na ongeveer een kwartiertje bereikte een nieuwe geur haar neusgaten. Een, voor haar, zeer alarmerende geur. Een ander paard. Net toen Nergüi om wilde draaien zodat ze het paard kon mijden draaide de wind een seconde. De merrie bromde chagrijnig. Great, nu moest dat andere mormel haar wel geroken hebben. Wat zou het dit keer worden? ‘Schop het stomme paard’? Of misschien wel ‘Laten we doen alsof we haar stem zijn en domme dingen zeggen’. Ook altijd erg amusant. Voor hun dan. Onderhand had Nergüi het andere paard in het oog gekregen. Een witte merrie, duidelijk heel wat ouder dan haar. Nergüi slikte even. Ze kon het beter niet nog langer uitstellen. “H-Hallo,” sprak ze met een droge, rasperige stem. Het was al weer drie weken geleden sinds ze voor het laatst had gepraat en haar rauwe keel liet nu duidelijk merken dat hij het er niet mee eens was om zo plotseling gebruikt te worden. Damn, misschien had ze toch wat meer moeten drinken.

OOC: Daamn, sorry voor de late reactie! Was dit topic helemaal vergeten :/

889 woorden

http://ccdragon-93.deviantart.com/

Chaitanya

Chaitanya
VIP

Note: Chai's uiterlijk is inmiddels een beetje veranderd.

De merrie hief haar hoofd en haar lange, donkere voorpluk schoof over haar oog. Ze had haar oren naar voren gedraaid en keek naar een... Tja, mooi kon ze haar niet noemen, en wat onzeker, en jong waarschijnlijk, en waarschijnlijk zwak, want haar stem klonk erg rauw en haar hoofd hield ze niet zo hoog. De grijze merrie voelde een beetje medelijden en liet haar hoofd weer wat zakken en nam een meer ontspannen houding aan. Chaitanya was absolúút niet het typ dat anderen beoordeelde voor hun uiterlijk of eerste indruk of wat dan ook dat zo kortzichtig door de bocht kon gaan. Erger nog; ze had er een hekel aan wanneer dat gebeurde. Gelukkig was dat in haar stam niet zo heel vaak voorgekomen. En ze was ook niet van plan dat bij dit paard te doen, dus liet ze haar onderzoekende ogen rusten op het gezicht van het paard, zoals ze altijd deed, op een niet zenuwachtig-makende manier.
Oki, genoeg gedag-droomt. Chai keek het dier vriendelijk aan en zei met een heldere stem: ‘Goeiemiddag!’ Ze zei het een beetje aarzelend, amper op te merken, omdat ze niet wist of het wel middag was (het was tenslotte lente, dus het kon net zo goed nog ochtend of vroege avond zijn), en omdat ze gewend was altijd wat te vragen nadat ze had gegroet, iets zoals 'hoe gaat het?' of iets meer persoonlijker, maar ja, dat was op dit moment een beetje ongemakkelijk. Ze kende dit paard immers niet.
Plotseling kwam er iets bij de merrie op. ‘Ik ben Chaitanya, mag ik vragen wat jouw naam is?’ vroeg de merrie. Ze wachtte even zodat het onbekende dier voor haar antwoord kon geven, en vervolgde toen, nog altijd even vriendelijk, maar dit keer weer een beetje meer aarzelend: ‘Waar is je kudde?’ Ergens deed die vraag zelf bij Chait pijn, want het herinnerde haar weer aan haar stam. Ze had in de tussentijd wel in een kudde gezeten, de Utopia. Hij was in die tijd eenmaal veranderd van leider, van Nanami, van wie ze al tijden niets meer had gehoord, en vervolgens Painted Black, maar de kende ze nog slechter. En toen had ze de kudde verlaten. Ze trok nu op met Desolate. Oh ja, ze zou hem nog gaan zoeken. Later.

Note2: nog niet af Razz

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Soortgelijke onderwerpen

-

» # Nergüi #

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum