oké, eerst eentje over vleermuizen:
en misschien later nog een 2e verhaaltje =)
- Spoiler:
Proloog
Azure vloog door de grotten van Azië. Af en toe waren er kleine flikkeringen van een rode gloed, en soms kwamen er steekvlammen omhoog. Hij zigzagde tussen de steekvlammen door, en af en toe vlogen zijn ogen wijd open van schrik bij het bemerken van het beeld van sommige skeletten. Dat waren zijn vrienden. Daar, Hermes! Hij wist maar op het nippertje de steekvlam te ontwijken die voor het lichaam van zijn vriend omhoogschoot. 'Hermeees!' riep hij wanhopig. Maar het was al te laat. Het verkoolde lichaam van zijn vriend viel naar beneden om opgeslokt te worden door de woeste grottenrivier. Plots viel zijn oog op een naar adem snakkende, prachtige jonge vleermuis, die oorspronkelijk wit hoorde te zijn, maar de as maakte het bijna onmogelijk om dat te zien. 'Amethyst!' hij maakte een noodlanding en knalde tegen de rotswand aan. Hij verbeet de pijn in een van zijn oren, die pijn deed door de klap. 'Amethyst! houd vol! Ik ben het, Azure!' de vrouwtjesvleermuis blies zodat sommige delen van haar vacht weer wit werden. 'Azure.... ons kind.. help hem! ik red de uitgang niet meer, ik zal in de rivier vallen. mijn vleugels zijn te moe...' Ze hief voorzichtig een vleugel op, en daaronder zaten twee babyvleermuisjes rillend tegen elkaar aan gedoken. 'Amethyst! zo mag je niet denken...' maar hij wist dat het waar was. Amethyst was gezond, maar met moeie vleugels zou het onmogelijk te zijn om buiten te geraken. tenzij.... 'Klim op mijn rug, snel!' Amethyst klemde haar vleugelklauwen krampachtig aan zijn vacht vast. Samen circelden en wervelden ze rond om de vlammen te ontwijken. Toen zagen ze het licht van de uitgang. Azure's vleugels konden nauwelijks meer. Toen kwam er een reusachtige golf. Net toen ze buiten waren. Hij hoorde vaag de stemmen van de mensen die het vuur probeerden te doven om een bosbrand te voorkomen. Hij werd achteruit geworpen, maar was te zwak om te zwemmen. Hij kon niet meer. Hij wierp nog een blik naar buiten, naar de opkomende zon. toen werd het zwart voor Azure's ogen. hij was verdronken.
Amethyst wist nog net haar kop boven water te houden. Met haar laatste krachten duwde ze haar kleintjes omhoog. Eentje, het jongetje, was verdronken. De ander keek doodsbang om zich heen. Amethyst zag dat er een nieuwe golf aankwam, en wist dat ze snel moest handelen. Ze wierp met haar klauwtjes de babyvleermuis in de lucht, die meteen onhandig wegvloog. 'Houd moed, kleintje! Op een dag zul je groot zijn. Ik noem je...' toen kwam de golf die al het leven wegspoelde. Net toen de kleine vleermuis veilig en wel was. nog een keer klonk een stem over het water en bereikte de oren van de kleine vleermuis, die in een boom zat te snikken van angst. 'Azure!...' Daarna was er in de grot alleen nog af n toe het geluid van een klein golfje. Verder was het doodstil alleen levenloze voorwerpen waren er nu nog. En twee lichamen spoelden op de rotsen aan. twee vleermuizen. Een zwarte, en een witte die elkaars vleugels krampachtig vasthielden. En voor wie goed keek, twee wolkjes damp stegen op uit de lichamen, vermengden zich en zweefden naar de buitenlucht. Naar boven. Steeds verder. En toen waren ze uit het zicht verdwenen.
THE LIGHTNINGTRIBE
LightningTribe/Clan
leader: Europa, grijze vrouwtjesvleermuis met blauwe ogen
warriors:
Euripedes, bruine mannetjesvleermuis, meestal mopperend, maar toch wel aardig leerling: Aurora
aphrodite, zwarte vleermuis
poseidon, grijsblauwe vleermuis leerling: Azure
hera, zwarte vleermuis leerling: Athena
nereus, bruine vleermuis
apollo, witte vleermuis leerling: Ares
arthemis, grijze vleermuis
leerlingen:
Azure, Witte vrouwtjesvleermuis
Athena, grijze vrouwtjesvleermuis
Ares, zwarte mannetjesvleermuis
Aurora, glanzend bruine vrouwtjesvleermuis
Pomona, bruine vrouwtjesvleermuis
oudsten:
-----
moedervleermuizen:
Hera, zwarte vleermuis
Europa, grijze vrouwtjesvleermuis met blauwe ogen
HOOFDSTUK 1
Azure ritste omhoog, door de boomtoppen. 'Laat maar zien of je me kan pakken!' brulde ze. 'Ik krijg je wel!' schreeuwde een zwarte jongensvleermuis naar boven. Azure lachte en begon sneller te vliegen. plots hield ze halt. Waar was Ares? Plots voelde ze iets met een plof op haar vleugels landen. 'Haha! jij bent hem, Azure!' hoorde ze Ares' stem van boven haar. Azure kon zichzelf wel voor kop slaan. Ze had kunnen weten dat Ares die oude truc had gebruikt. 'Wedden dat ik sterker ben dan jij!' riep Azure vechtslustig. 'Kom maar op!' Azure vouwde haar vleugels rond haar lichaam, en dook naar beneden met angstwekkende snelheid. Op een haar na wist Ares te ontkomen, maar vlak voordat ze voorbij Ares was, spreidde Azure haar vleugels om af te remmen, en dook weer omhoog. Daar had Ares niet op gerekend. Azure botste met haar kop tegen hem aan, en samen vielen ze naar beneden, in een kluwen vleugels. Ze ploften neer op een hoop bladeren. Azure maakte een hipje en drukte met haar achterpoten Ares tegen de grond. 'Gewonnen!' riep ze triomfantelijk. 'Oke oke. Ik geef het toe, jij bent best wel cool voor een meisje.' zuchtte Ares. Plots klonk de stem van een volwassen vleermuis van achter hen. 'Wat doen jullie hier, stelletje leerlingen! Ga jagen, dan doen jullie tenminste iets nuttigs. De tribe heeft voedsel nodig!' Geschrokken keken Azure en Ares om. Daar vloog Euripedes. Hij keek hen een voor een bozig aan. 'Nou, komt er nog wat van?' vroeg hij bars. 'Ja Euripedes, we gaan jagen.' Zei Ares braaf. Wat was dat nou? Azure keek haar vriend verbaasd aan. Hij was normaal nooit zo braaf! Maar aan de guitige blik in de ogen van de leerling zei genoeg. Euripedes keerde zich om en fladderde weg. 'Eindelijk leren ze het... stelletje eigenwijs... ...zal me verbazen als ze vroeg krijger worden...' mompelde hij. Toen hij weg was keken Azure en Ares elkaar aan en barstten in lachen uit. 'Moest je dat gezicht zien!' gierde Ares. 'Ja, en dan hoe hij weg fladderde!' Azure deed nog nahikkend een mal vluchtje na. Ze gierden het weer uit van het lachen. Toen Azure uitgelachen was werd haar blik weer serieus. 'Hij heeft gelijk, we moeten wel meer prooi vangen als we vervroegd krijger willen worden. Laten we maar gaan beginnen.' Ares knikte instemmend. Ze vlogen op weg naar de Slangenplaats. In de avondschemering waren er vele mugjes. En zelfs beervlinders! 'Kom op, wie er de meeste vangt en mee terug neemt!' riep Azure, en ze vloog op de beervlinders af. Toen ze dichterbij was, stoof de zwerm uiteen. De zwakken, die waren het makkelijkst om te vangen. Maar wanneer ze daarmee aankwam, zouden de andere leerlingen niet verbaasd opkijken. Dat was een makkie. Nadat ze twaalf vlinders had doodgebeten en op een tak had gehangen, viel haar oog op een stel zijdemotten. Die waren pas zeldzaam! Ze wist er 7 van de tien te vangen. Nog wat muggen en... 'Klaar!' riep ze. Ares kwam dichterbij. Ze begonnen te tellen. 'een... twee... drie... vier... ze- nee vijf...' 'Drieëntwintig!' riep Azure trots. 'Die van jou waren er twintig.' 'jij hebt gewonnen, Azure.' Ze gingen samen aan een tak hangen en keken naar de maan. Ares is echt aardig. Hij is nog best wel knap ook. Mijn vriendin Athena zei nog dat ik geluk had... ik begrijp echt niet wat ze bedoelde... maar diep in haar hart wist ze het wel. Ze moest zich er gewoon bij neerleggen dat ze Ares écht wel heel leuk vond. 'Maar dat zijn later zorgen.' Sprak ze hardop tegen zichzelf. 'Wat... wat is later?' zei Ares verbaasd. 'Oh niets...' samen keken ze naar de opkomende zon. Toen hij bijna helemaal op was, zei Azure; 'Ik denk dat we terug moeten. De tribe zal ons wel missen, en ik denk dat we niet te laat moeten gaan slapen. De ouderen zullen wel muggen nodig hebben.' Fluisterde ze. Snel vlogen ze terug naar de grote grot die als slaapplek en huis diende voor de tribe. 'Azure! Ares!' een jonge grijze leerling vloog bijna tegen hen op. 'Hoe was het? Ik moest vandaag voor de ouderen zorgen. Alleen maar omdat ik op Perseus kwaad werd omdat hij me een lastpak vond.' Azure grijnsde. Haar vriendin Athena had ook altijd haar woordje klaar. 'Ja, die ouwe Perseus is wel vaker mokkig. gewoon avondhemeur, niet op letten.' lachte ze. 'Ik ga naar mijn ouders, de vlinders laten zien.' zei Ares. Dat stak Azure als een dolk. Ouders. Het leek haar fantastisch om ouders te hebben. Maar ze waren lang geleden omgekomen, ergens door. Net als vele anderen. Het scheen dat haar moeder, Amethyst, net zo'n witte vacht had als zij. En dat haar moeder haar Azure had genoemd. Athena kwam dichterbij vliegen. 'Ik weet hoe rot het is. Mijn vader ging bijna dood in een gevecht. Het is een wonder dat hij erbovenop is gekomen. Ik en mijn moeder waren toen zo bang, niemand mocht bij hem in het hol komen. Het was zo eng.' fluisterde ze. Azure spreidde haar vleugels zo veer ze kon, en maakte een halve salto. 'Zullen we gaan slapen?' vroeg ze aan Athena. 'Wacht op mij!' brulde die, en even later hingen ze allebei aan het plafond van de grot. Met haar vleugels dicht tegen zich aan keek Azure met een slaperig oog naar buiten. De zon stond hoog aan de hemel. Ze zuchtte, sloot haar ogen en viel langzaam in slaap.
HOOFDSTUK 3
Azure krijste en krauwde met haar nagels over de rotsmuur om niet weg te glijden, het vuur in. Waarom werkten haar vleugels niet? Ze hijgde en krijsde. Plots doemde een zwarte schim op uit de mist. ‘Help! Help!’ schreeuwde ze. De schim zijn twee gloeiende ogen priemden belangstellend op haar in haar netelige positie. Het vuur veranderde langzaam in een kolkende rivier. Nog erger! Ze voelde ijskoude spetters tussen haar haren spatten. ‘Help me dan toch!’ schreeuwde ze. Nu begon ze echt haar grip te verziezen. Zwakjes krabbelden haar nagels, maar het werd haar bijna te veel. ‘Aahr-‘ begon ze. ‘H…ulp..’ haar stem klonk schor en deed pijn, en haar gedachten warrelden door de warmte en kou heen. De schim vloog dichterbij. Een grote vleermuis van… haar adem stokte. De Darktribe had hun… De vleermuis lachte schril, het geluid ging bij Azure door merg en been. Ze rilde en viel bijna. De vleermuis kwam dichterbij, en trok haar klauwen los van de muur. Zwak als ze was, het lukte Azure toch nog om de vleermuis weg te schoppen. Maar het was al te laat. De rots brokkelde af, en met een ijzingwekkende schreeuw van wanhoop, verdriet en angst viel Azure in de kolkende rivier. ‘Aaaaaaaargh!’ Azure schrok wakker en viel bijna van het plafond af. ‘Mhrr?’ bromde Athena. ‘Wat is er?’ ‘Ik…’ hijgde Azure nog na. ‘had een nachtmerrie.’ Athena keek haar even aan en gaapte. Ze lachte slaperig en zei: ‘Nu je me toch wakker hebt gemaakt, kunnen we net zo goed gaan vliegen. Zullen we Aurora meenemen?’ Azure dacht even na. ‘goed idee. Zal ik dan Ares vragen?’ Athena keek Azure hoofdschuddend aan. ‘Jaja, veel succes ermee!’ zei ze lachend en verdween om Aurora te halen. Azure keek om zich heen om Ares te zoeken. Waar was hij? Aha, daar. Ze zag hem rondvliegen rond de grote pilaar. ‘Ares!’ riep ze. ‘Kom je mee met Aurora, Athena en mij?’ ‘Ja, graag!’ antwoordde hij. Azure glimlachte. Hoe meer vrienden er mee gingen, hoe beter. Ze had haar reputatie in de groep leerlingen aardig weten op te bouwen. ‘Azure! Kom je?’ hoorde ze Athena roepen en ze schoot eropaf, met haar vleugels strak langs haar lichaam gevouwen.
~als iemand het wat vind meer~
en misschien later nog een 2e verhaaltje =)