De imposante zwarte hengst liep op een hoge draf langs de rand van het zilveren meer. En natuurlijk kon je wel raden wat: Een merrie. Natuurlijk zou hij niet gelijk laten merken wat hij van plan was met haar, en natuurlijk zou ze het ook niet kunnen raden, aangezien de hunters van de kudde van Tuxedo allemaal toneelspelers waren in hun vak. Echter was Belbo een van de weinige die er een soort van lolletje in had. Hij vond het leuk om de merrie's dusdanig te klieren dat ze hem vanzelf gingen vertrouwen, zonder dat hij er iets voor hoefde te doen. Kortom : Hij was een monster. Een zwart monster ook wel gezegd.
Nou, terugkomend op het lopen van hem. Hij zag een witte merrie, duidelijk een merrie, anders had hij er geen aandacht aan besteed. Een hengst was voor hem als gevaar. Ja, gevaar, concurrent, whatever je er van zou maken. Aghja, hij liep rustig op de merrie af, zijn staart omhoog en zijn donkerbruine ogen keken speels, evenals zijn oren die naar voren stonden. Voorzichtig naderde hij de merrie van de zijkant, zodat ze niet op zou schrikken als hij ineens vlakbij haar stond. "Wel, hallo. Wie hebben we hier? Ik ben Belbo, en hoe mag ik jou noemen?"
Nou, terugkomend op het lopen van hem. Hij zag een witte merrie, duidelijk een merrie, anders had hij er geen aandacht aan besteed. Een hengst was voor hem als gevaar. Ja, gevaar, concurrent, whatever je er van zou maken. Aghja, hij liep rustig op de merrie af, zijn staart omhoog en zijn donkerbruine ogen keken speels, evenals zijn oren die naar voren stonden. Voorzichtig naderde hij de merrie van de zijkant, zodat ze niet op zou schrikken als hij ineens vlakbij haar stond. "Wel, hallo. Wie hebben we hier? Ik ben Belbo, en hoe mag ik jou noemen?"