Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

I'm not scared of the goodies.

3 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Kharrea

Kharrea

Kharrea draafde triomfantelijk door richting het zilveren meer. Ze sloeg een paar stomme vliegen weg. Haar oren waren in haar nek gedrukt en haar ogen stonden als die van een leeuwin die zou gaan aanvallen. Ze was niet bang van die goedzakjes en vond het ook uitermate gezellig om hier wat black rose geur te verspreiden. Kharrea was zeker van haar eigen. Ze liet haar niet tegenhouden door een goedzakjeskudde. Haar hoeven beukten in op de grond. Haar geur bleef lekker achter. Ze ging over tot een stap toen ze bij het zilveren meer was. Met een geamuzeerde kwaadaardige grijns ging ze tegen een paar bomen schuren. Ze schudde haar hoofd eens zodat haar zwarte manen wat minder irritant gingen liggen. Ze zwiepte met haar staart. De laatste tijd had ze weer meer tijd voor haar eigen. Nu dat Renesemee ouder werd moest ze meer voor haarzelf leren zorgen. Dat vond Kharrea een voordeel voor haar. Dan kon ze meer dingen doen zoals nu, waaronder goedzakjes pesten en hun territorium binnendringen. Haar donkere moordende ogen vlogen over het te vrolijke gebied. Luid brieste ze. Ze stijgerde eens en bokte tegen een boom op die luid krakend protesteerde. Een barst was zichtbaar in het dunne boompje. Kharrea vond dat toch al ietsje beter dan al die mooie gezonde boompjes. Die goedzakjes gaven ze ook werkelijk te veel kans op overleven. Hier zag je geen enkele dode boom. Kharrea walgde er gewoon van net zoals die walgelijke zoete geur die hier rondhing. Ze sloeg een uitdagende maar toch verveelde hinnik uit. Het duurde haar te lang voordat een van die goedzakjes haar de les kwam spellen. Och ja, zo kon ze nog wat meer ravage aanrichten. Weer schuurde ze tegen de bomen aan. Ze bleef haar geur er lekker aan hangen. Ze gaf een rake klap tegen een dikkere boom. Vaagjes zag ze haar hoefafdruk er in staan. Ze schraapte eens met haar hoef over de grond en wat gras begaf het onder haar geschraap. Als er nu nog eens een goedzakje kwam die met haar wou vechten kon ze nog meer ravage aanbrengen. Dan zou er bloed vloeien. Zo was het altijd. Daagde je haar uti vloeide er bloed.

Mystic Light

Mystic Light

Met ruime grote passen draafde Mystic Light rustig naar het zilveren meer. Ze had erge dorst. Gelukkig dat Quiet Sparkle en The Eagles bondgenoten zijn, misschien zou ze anders aangevallen worden. Het zilveren meer vond ze altijd best vreemd. Het twinkelde niet als de zee, zoals haar ogen, maar het reflecteerde al het zonlicht, of het nou s' ochtends, overdag of s' avonds is. Voorzichtig liet ze haar kleine hoofd zakken. Nou ja, klein. Ze was een Lippizaner, die waren nou eenmaal best klein. Ze dronk met kleine zorgvuldige slokken, zodat ze zoveel mogelijk water binnenkreeg. Een geur probeerde haar neus in te dringen. Maar Mystic Light had dringendere zaken aan haar hoofd: Drinken. Toch bleef die geur hangen, die verschrikkelijke geur. Mystic Light hief haar hoofd weer omhoog en snoof de geur op. Meteen zette ze zich af in een strijdlustige houding, als een Romeinse soldaat in volle wapenuitrusting op een tocht gaat van 500 kilometer lang en dat die dan ook nog moet vechten. Ze rook een vuile geur, niet van The Eagles of een andere bondgenoot. Nee, van een Black Rose, de slechtste paarden van allemaal. Ze schraapte haar hoef over de grond, waarbij wat mos overdonderd op elkaar gepropt lag. Toen ging ze in rengalop op de geur af, met haar oren plat in haar nek.
Ook al was het niet gebied van Quiet Sparkle, het was van haar bondgenoten, haar vroegere kudde, en die doet ze maar al te graag een plezier. Ze zag een bruine merrie staan. Mystic Light liep voorzichtig en wantrouwend ernaartoe. Maar toen plotseling ontblootte ze haar tanden en legde haar oren plat in haar nek. "Wie waagt het het gebied van mijn bondgenoten te betreden?" vroeg ze kwaad. Ze keek kwaad naar de merrie. Als die een gevecht wilde, mocht ze het krijgen. Snel was Mystic Light, en wist wel wat statistieken. Moest Mars maar niet zoveel tegen haar vechten.

Kharrea

Kharrea

Kharrea keek uit de hoogte naar de lippizaner. "Geeuw. Moet ik nu gillend weglopen?" Vroeg ze toen verveeld. Ze had haar oren in haar nek en stond dominant. Haar ogen stonden als die van een leeuwin die zou gaan aanvallen. Haar houding was ontspannen en zoals een leeuw die over zijn rijk uitkeek. Ze was niet bang van die goedzakjes. "Zeg maar als ik wakker moet worden hoor. Ik kan net zo goed even gaan slapen terwijl jij daar met je tanden ontbloot staat. Weet je. Met je oren zo in je nek hoor je minder." Zei ze ijskoud en vals. Zelf had ze haar oren ook in haar nek liggen maar niet plat. Dat had ze trouwens nooit. Ze was slim genoeg om ze een klein, klein beetje uit haar nek te houden om alles optimaal te horen. Haar nek was hoog gehezen en ze keek neer op de merrie. Klein was kharrea niet echt. Meschien 1.69m ofzo. Ze was fier op haar redelijke grootte ondanks dat stomme heethoofdjes bloed in haar. Och het had zo zijn voordelen. "Goedzakjes durven gewoon niet te vechten. Oh ja, Dat kunnen ze gewoon niet." Zei ze toen spottend op een ijskoude en valse toon.

(kort maar moet door :s)

Coktail

Coktail

Coktail stapte kalmpjes langs de oever van het Zilveren meer. Weer een warme, zonovergoten dag. Je kon duidelijk zien dat lente overgegaan was in zomer, en eigenlijk nog meer voelen dan zien. Maar bij de zomer hoorden onvermijdelijk de vliegen, die nu steeds door Coktails zwiepende staart verjaagd werden. Die irritante beesten kriebelden vreselijk vond ze.
Na een tijdje zo kalmpjes voortstappen, kreeg ze dorst. Het water van het Zilveren meer trok haar nu nog meer dan anders, het oppervlak glansde en het water was zuiver en helder. Dus stopte ze op een willekeurig gekozen moment, zette haar twee voorste hoeven in het water en boog haar hals naar beneden. Haar manen vielen sierlijk langs haar nek naar beneden, de voorste plukken raakten een beetje vochtig doordat ze in het water hingen. Ze dronk het koele water naar binnen, het smaakte ontzettend verfrissend en toen ze haar hoofd weer ophief had ze er nieuwe energie van gekregen. Terwijl ze een paar druppels van haar snoet af schudde met een korte beweging van haar hoofd, zette ze zichzelf aan tot een drafje. Ze strekte haar benen goed zodat ze met weinig moeite veel snelheid maakte.
Haar hoofd schoot omhoog toen een bepaalde geur haar reukzin bereikte. Het was de geur van de Black Rose, in het gebied van haar bondgenoten! Daar zou ze wel eens snel een stokje voor steken, bedacht ze. En ook de geur van een ander, goed bekend lid van de Quiet Sparkle bereikte haar; Mystic Light was al bij het slechte paard, en Coktail versnelde nog wat. Ze moest al helemaal gaan als er een kuddelidjah bij was, ze moest haar natuurlijk helpen. In een snelle maar geconcentreerde galop schoot ze tussen de bomen door, tot ze de witte merrie Mystic zag en een onbekende, bruine merrie, waar de geur van de Black Rose omheen hing. Ze ving haar laatste zin op; "Goedzakjes durven gewoon niet te vechten. Oh ja, Dat kunnen ze gewoon niet." Één van Coktails wenkbrauwen kwam langzaam omhoog, meestal een teken dat ze het ergens niet mee eens was. Ze ging naast Mystic Light staan, en begroette haar luchtig. “Halloha, Mystic. Wat voor een ongedierte loopt er in het territorium van onze bondgenoten rond?” zei ze kalmpjes, alsof ze haar vertelde hoe geweldig het weer vandaag wel niet was. Haar blik werd langzaam op de bruine merrie gericht. “Hallo daar. Jij zal de weg wel kwijt geraakt zijn, meid. Het gebied van de Black Rose is de andere kant op. Dus. Move it. En ik denk dat je die theorie, over het niet kunnen vechten van de goede paarden, nog niet op mij uitgeprobeerd hebt. Begin er ook maar niet aan.” Zei ze nu liefjes, haar toon mierzoet. Maar haar ogen waren lang zo lief nog niet; Die stonden staalhard, en dwingend. De boodschap was duidelijk.

Kharrea

Kharrea

Kharrea geeuwde eens. Die witte was duidelijk haar tong verloren. Kharrea stond rustig ontspannen met een hoef op rust. Ze viel haast in slaap hier in deze gebieden. Hier was echt niets te vermoorden. Geen enkel paard of dier was het gewoon waard. Kharrea zwiepte eens met haar staart. Die vliegen deden haar niets. Doordat ze erg snel sloeg hoorde je zachtjes het geluid van de wind die door haar staart werd geduwd en de slag tegen haar achterhand. Het deerde haar niet. Het grote litteken op haar voorhoofd had ze gewroken. Die merrie keerde nooit meer terug. Fontanella was dood. Het bloed sierde nog steeds haar vacht. Nog steeds galmde die laatste waardeloze hinnik door haar oren. Voelde ze het bloed nog over haar voorhand vloeien. Die merrie had haar verdiende loon gehad. Verminkt en langzaam de dood in gaan. Nog paarden zouden de dood door haar vinden. Daar was ze zeker van. Er zou oorlog komen en de black rose zou winnen. Die bonte zou vernederd, verminkt en vol angst zich ergens gaan verstoppen. Zo laf was die bonte nu eenmaal. Kharrea was een echte vechter. Stond het haar niet aan zou je het wel voelen. Toen ze nog een andere miselijk makende bonte af zag komen slaakte ze een valse lach. Haar ogen stonden geamuzeerd als een leeuw die met haar prooi speelde voor ze de genadeslag gaf. Ze rechte haar hals en keek de merrie toen weer verveeld aan. "Oh jah, vergeten. Goedzakjes kunnen ook nooit iets alleen doen. Ze hebben altijd hulp nodig van anderen. Who cares. Ik denk dat jij zo'n beetje het noorden kwijt bent bonte. Moet je niet in het gebied van die bonte gaan rondhuppelen? Black rose leden gaan en staan waar ze willen. Dat zullen ze altijd doen. Niemand houdt hen tegen. Niemand overwint hen. Wij hebben tenminsten onze eigen stem en volgen niet blindelings onze leider." Zei Kharrea botweg. Verveeld keek ze de merrie aan. Ze zette haar gespierde lichaam in beweging. Haar spieren bolden onder haar vacht en haar hoeven verwoestten alles wat er onder kwam. Ze schraapte al het leven weg van de grond bij elke stap. Ze begon langzaam rondjes te stappen rond de bonte merrie. Ze sloeg eens met haar staart in het gezicht van de merrie. Ze grijnsde eens vals en ontbloote haar tanden.

Mystic Light

Mystic Light

Meteen begon de bruine merrie haar uit te dagen, en te plagen. Mystic Light rolde zuchtend haar ogen. Niet op in gaan, dacht Mystic Light, daar kon ze zo slecht tegen. Maar slechtzakjes genoten daar alleen maar van. Toen drong er een geur binnen van een mede-kuddelidjah, nota bene van dezelfde rang. Meteen begon Coktail over het allerdaagse "weer" te praten, maar de bruine merrie werd het zat. Ze begon rondjes om Coktail te lopen, alsof ze lucht was. "Wauw zeg, moeten wij bang zijn voor een nutteloos Roos-dingetje die denkt dat ze bij de Zwarte Roosjes horen? Laat ik dan maar een ding zeggen dingetje. Een, als de leider jullie zo met rust laat, heb je geen bewijs dat je in die kudde zit. Twee, ik kan niet geloven dat jouw "leider" je zomaar het o zo gevaarlijke gebied van goedzakjes laat binnendringen." Dat leider, zei ze heel erg ongeloofwaardig. En ergens had zijzelf wel een punt. Het was niet echt stoer als je slecht was om het gebied van een goede kudde binnen te lopen. Het zou beter zijn als ze bij elkaar naar binnen liepen en dan daar gewoon het uitvechten. Ze wist dat dit een best belangrijke zaak was, maar daar was nu geen tijd voor. Spotten is het beste wapen tegen slechtzakjes, alleen proberen slechtzakjes het terug, omdat ze stoer willen doen, maar dat lukt hen niet. Dan moesten ze maar bij een goede of neutrale kudde aansluiten, als ze zo graag succesvol wilden zijn met dit soort dingen. Vroeger zat Mystic Light ook bij The Eagles. Maar ze miste het kuddegevoel, dat gevoel dat je bij elkaar bent, gewoon. Maar dan wel erop uit gaat, maar bij de activiteiten samenkomen voor wat actie met elkaar. Zo'n gevoel, dat ze als familie waren... Naruto... Mystic Light schudde onzichtbaar haar hoofd, ze moest daar nu niet aan denken nu een slechtzakje het o zo gevaarlijke gebied aan het veroveren was, door middel van haar geur achter te laten. Maar ze vond het raar, de Black Rose. Waarom had bijvoorbeeld deze merrie geen rang? Bij Quiet Sparkle had iedereen een rang zo ongeveer, en iedereen hoorde erbij. Ze spitste haar oren en stond in een ontspannen houding, afwachtend hoe het verder zou lopen, maar wel oplettend of er niet een trap of schop tegen haar aankwam. Ook al was trap en schop hetzelfde qua betekenis...

Coktail

Coktail

Toen de bruine, naar zwarte roosjes stinkende merrie een valse lach uitslaakte kwam ook Coktails andere wenkbrauw omhoog. Een zelfverzekerde uitstraling ging van haar uit, ze moest en zou haar kuddelidjah helpen, en ook haar bondgenoten. Daarbij hoorde het verdedigen van hun gebied, en die taak zou Coks zonder klagen op zich nemen. Nee, het was juist goed dat ze eens een keer zo'n slechtzakje een lesje konden leren. Dat zou ze leren uit hun gebied weg te blijven, en Coks was bovendien al helemaal niet bang voor een licht krankzinnige bruine merrie met capsones. "Eh ja, mogen we even weten wat er zo grappig is? Ik zou namelijk héél graag meelachen, weetje." zei Coktail, maar het sarcasme droop van de zin. Haar ogen stonden neerbuigend op de bruine merrie gericht. Yeah right, wat scary was ze toch. Not. "Oh jah, vergeten. Goedzakjes kunnen ook nooit iets alleen doen. Ze hebben altijd hulp nodig van anderen. Who cares. Ik denk dat jij zo'n beetje het noorden kwijt bent bonte. Moet je niet in het gebied van die bonte gaan rondhuppelen? Black rose leden gaan en staan waar ze willen. Dat zullen ze altijd doen. Niemand houdt hen tegen. Niemand overwint hen. Wij hebben tenminsten onze eigen stem en volgen niet blindelings onze leider." Coktails wenkbrauwen stonden op hun hoogste punt, wat meestal een teken was dat ze het ergens zwaar mee oneens was. Nog steeds op haar kalme toon antwoordde ze de slechte merrie. Coktail keek overdreven in het rond, en toen weer onschuldig naar haar. "Sorry, maar ik zie onze leider nergens, dus niemand om achteraan te lopen. En je bent behoorlijk primitief bezig; Die bonte, die andere bonte, zo duidelijk is het nog niet, snap je wel? Ik ben Coktail en ik hóópte toch wel dat je de naam van de leider van een vijandelijke kudde zou weten. Zoals Mystic zei..." ze wierp even een blik op de witte merrie naast haar, die al eerder haar zegje had gedaan. "Begin ook ik me af te vragen of jullie Zwartje Roosjes wel zo goed georganiseerd zijn, en of je er überhaupt bij hoort. Ik bedoel maar, come on, Cobra leert jullie toch wel wat van de naam van de leider van een vijandelijke kudde is? Of houdt hij jullie dom?" zei ze overdreven dramatisch, nog steeds met die staalharde glans in haar lichtgrijze ogen, die nog steeds niet bang stonden -en dat waarschijnlijk ook niet gingen staan. De slechte merrie begon een rondje om haar heen te lopen, en de paint merrie rolde ongeïnteresseerd met haar ogen. Toen ze een zwiep van een staart in haar gezicht kreeg, bleef ze gewoon stil staan. Haar wenkbrauwen ontspanden zich weer maar dit betekende niet dat haar humeur anders was, of in elk geval haar gevoelens jegens het zwarte roosje. En die waren niet happy, helemaal niet happy. Ze liep op haar beurt een rondje rond de merrie, en knalde haar staart met een flinke zwiep eraan in haar gezicht. Ze liet zich niet intimideren en dat mocht ze weten ook. Haar zintuigen stonden allemaal op scherp en haar ogen knepen zich tot spleetjes toen ze weer naast Mystic ging staan, en even een blik van waardering en vertrouwen op haar wierp. Ze waren allebei kuddelidjahs en ze waardeerde de merrie, ze vond haar erg aardig. Samen waren ze Guanda, en bovendien had ook zij besloten om de gebieden van hun bondgenoten te beschermen en de chago merrie voor hen tegen te houden. Toen keek ze snel weer naar de ander, haar oren richting haar nek en haar staart tegen haar flank aan zwiepend, wat een luide 'klets' veroorzaakte. Ze was niet bang of onzeker, en dat kon je aan haar houding zien ook.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum