Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Azacar, i've thought about something...

3 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Salvedir

Salvedir

De roodbruine hengst galoppeerde in een fiks tempo langs de rivier. Over zijn vacht lag een laag zweet, op sommige plekken meer dan op andere, het was duidelijk dat hij al een tijd galoppeerde. Zijn groene ogen keken afwezig naar de omgeving, het gebulder dat de rivier voortbracht leek maar nauwelijks tot zijn gevoelige oren door te dringen, zijn gedachtes waren duidelijk ergens anders. Zijn ravenzwarte manen konden de littekens die over zijn nek liepen niet verhullen aangezien ze nu meegevoerd werden door de wind, de kolkende golven wierpen spetters omhoog tegen zijn vacht. Salvedir, de hengst, wist van de kudde de Bleeding
Soal. Hij was sterk aan het twijfelen of hij er bij wilde. Normaal gesproken zou hij gezegd hebben; Niemand staat boven mij. Maar een kudde had voordelen, en hij had gehoord dat de leider echt slecht was, en geen fake. Bovendien was het een goed georganiseerde kudde. Salvedirs donkergroene ogen leken op de rotsige oever voor hem gericht te zijn, maar in werkelijkheid lette hij er niet zo op. Galopperen deed hij automatisch, zijn hoeven vonden als vanzelf de juiste punten om op neergeplaatst te worden, zodat ze niet weggleden. Toen nam de roodbruine hengst het besluit; Hij zou zich bij de Bleeding Soal voegen, en respect tonen aan de leider. Het was een moeilijk besluit voor de hengst, die niet vaak in gezelschap was en al helemaal nooit onder iemand had gestaan, maar het leek hem het beste. Een slechte kudde, slecht genoeg om samen het goede te vernietigen, onder hun hoeven te verpletteren. Ja, dat klonk goed. Dus stopte Salvedir abrupt met zijn galop, zijn hoeven nog een stukje doorglijdend over de grijze stenen, en verhief zijn voorhand in de lucht, met maaiende hoeven die de lucht doorkliefden met een mysterieus, zoemend geluid. Hij riep naar Azacar, leider van The Bleeding Soal, door middel van een schelle hinnik die door het gebied klonk, weergalmde tegen stenen en bomen. Daarna kwam hij met een dreun en wegspattende steentjes weer met zijn voorhand op de grond. Hij stond daar, onbewegelijk, op het op en neer gaan van zijn borstkas door het ademen na, en zijn flesgroene ogen die over het gebied schoten. Zijn wijd opengesperde neusgaten roken de geurdeeltjes die in de lucht rondzweefden, maar konden er nog geen paard in herkennen. Nog niet…Zijn spieren stonden gespannen onder zijn roodbruine huid, littekens staken nu extra scherp af. Zo wachtte hij af, of de leider van The Bleeding Soal zijn roep gehoord zou hebben.

[Salvedir & Azacar & Deina]



Laatst aangepast door Salvedir op do 4 nov - 8:26; in totaal 1 keer bewerkt

Deina

Deina
VIP

De witte merrie liep langs de rivier. Ze was vaak in hun gebied te vinden. Vaak om te letten op wat nieuwe paarden of om te kijken dat er geen goedzakken door hun gebied liepen. Ze snoof even en keek om haar heen. Haar donkere ogen gleden over het gebied. Haar buik was enorm opgezwollen. Nog een week ongeveer en ze zou gaan bevallen. Ze snoof even en liep erg rustig. Ze had geen zin om moe te worden. Ze had onbekende geuren geroken. Daarmee bedoelde ze geen leden. Al kwam de ene geur lichtjes bekend voor. Ze kon er niet meteen opkomen. Deina keek rond en hoorde iets. Ze hoorde een schelle hinnik van een paard. Het was eentje naar haar vader gericht. Weer iemand die hun gebied betrad om lid te worden. Ze grijnsde vals. Ze hield er niet van dat paarden op hun gebied kwamen. Ook al wilden ze lid worden. Misschien wees haar vader hun af. Ze keek rond en zag opeens een hele bekende hengst. Ze grijnsde en liep rustig naar hem toe. Ze hief haar hoofd hoog en nam een dominante houding aan. Ze waren ongeveer even groot. Al was ze natuurlijk vele breder. Ze sloeg even naar de vliegen met haar grijze staart en drukte haar oren in haar nek. "Zozo, als dat Salvedir niet is" zei ze kil en begon rond hem te cirkelen. "Wat moet je van mijn vader? Ga je hem ook uitdagen net als die andere hengsten? Of weet je dat niet meer?" vroeg ze ijskoud en stopte voor hem. Ze keek hem grijnzend aan en was nieuwsgierig naar zijn reactie. "Je hebt geluk dat ik je toen niet meteen haatte. Natuurlijk wel toen je Unreal liet winnen. Door jou was ik verloren en moest ik lijden" siste ze woedend en keek hem aan. "Maar verder hem je geluk. Anders had ik je zelf eens laten lijden en weggejaagt" zei ze grijnzend en keek kalm. Haar blik en houding waren niet woedend dus hij moest maar weten dat ze hem niet haatte maar het hem alleen nog eens duidelijk wilde maken. Hij mocht van haar zeker in de kudde. Nouja het was natuurlijk haar vaders taak maargoed.

Salvedir

Salvedir

Salvedirs hoofd draaide een kwartslag, toen hij geluiden hoorde. Zijn oren draaiden er alert naartoe, zijn groen ogen knepen zich tot spleetjes. Het was een merrie die hij nu rook, en het was op de één of andere manier een bekende geur. Waar kende hij haar van...Hij zocht door zijn herinneringen, groef in zijn gedachten, op zoek naar dat ene kleine stukje informatie dat hem steeds net ontglipte. Op het moment dat de witte merrie in zijn zicht kwam, herinnerde hij het zich weer. De merrie die hij toen een beetje geplaagd had omdat ze zo chagrijnig deed, waardoord een heel gevecht ontstaan was. Nja, uiteindelijk had hij die zwarte hengst, Unreal, zijn gang maar laten gaan. De merrie had haar oren in haar nek, toen ze hem naderde. Salvedirs oren lagen ook meteen plat naar achteren. "Zozo, als dat Salvedir niet is"b zei ze, en begon rondjes rond hem heen te lopen. Niet onder de indruk hield hij zijn hoofd hoog, en keek schuin naar de merrie. "Zozo, als dat Deina niet is." zei hij op dezelfde koude toon. Maar hij zou zich niet af laten lijden; Hij wilde een plaats in de Bleeding Soal aan gaan vragen, en als die merrie moeilijk ging doen was het haar probleem. Bovendien was ze drachtig, en kon niet veel uit richten. "Wat moet je van mijn vader? Ga je hem ook uitdagen net als die andere hengsten? Of weet je dat niet meer?" Salvedir keek naar de witte merrie, 1 tel lang was er een spoor van verbazing in zijn ogen te lezen, dat hij snel weer onder een masker van kilte verborg. Was zíj de dochter van Azacar? Ontdekking. "Wat denk je dat ik van je vader moet? En aan mijn geheugen mankeert niets." zei hij koud, maar wel kalm. Het was niet handig de dochter van zijn misschien toekomstige leider te beledigen. Maar misschien was het daar al te laat voor, als hij terug dacht aan die ene dag. Met een grijns keek ze naar hem. Salvedir schudde zijn hoofd, kennelijk had ze geen al te grote hekel aan hem. "Je hebt geluk dat ik je toen niet meteen haatte. Natuurlijk wel toen je Unreal liet winnen. Door jou was ik verloren en moest ik lijden" Salvedirs groene ogen keken onpeilbaar in de hare. "Ik hoefde niet te winnen, want ik wilde je niet dekken, vervelend wat er gebeurd is, maar niet mijn zaak. Je had je toekomst niet van een gevecht tussen een paar hengsten moeten laten bepalen." dat klonk niet warm, hartelijk of berouwvol, maar er zat een zekere waarheid in, in het gedeelte dat het vervelend voor haar was. Maar Salvedir was nu eenmaal niet het meest meevoelende paard ter wereld. Staalhard, en hij was niet voor niets een slecht paard. De merrie had zich beter moeten weren, en haar toekomst niet laten bepalen door het gevecht tussen een paar hengsten. Maar het was gebeurd, er kon niets veranderd aan worden. "Maar verder hem je geluk. Anders had ik je zelf eens laten lijden en weggejaagt" maar ze zei het met een grijns. Het was duidelijk dat ze niet meer woedend op hem was, dus was ook Salvedir bereid de strijdbijl te begraven. Als die er ooit geweest was dan. Een kleine grijns lag rond zijn lippen, toen hij haar weer aankeek. "Blij dat ik zó veel geluk heb." zei hij kalmpjes en een tikje sarcastisch, de grijns nog steeds op zijn snoet.

Deina

Deina
VIP

Deina keek de hengst strak aan en grijnsde nog steeds. Dit gesprek was eigenlijk best wel grappig. Het leek op ruzie maar eigenlijk was dat niet zo bedoeld. Ze wilde gewoon kijken hoe zijn karakter verder nog was. Ze snoof kort en keek hem kalm aan. "Je weet mijn naam nog, toevallig" zei ze kil en grijnsde. Ze sloeg met haar staart en keek hem recht aan. "Je lijkt net te zeggen dat ik dom ben. Maar dat ben ik niet, er bestaat iets als sarcasme" zei ze met een grijns en keek hem aan. Haar donkere ogen keken hem aan en hielden zijn blik vast. Ze luisterde naar de verdere woorden en liep weer kalm rond hem heen. "Oh mijn god. Ik lijk net een nijlpaard" zei ze opeens droog en stopte. Ze keek even naar haar buik en dan naar de hengst. "Ik heb het hardop gezegd he?" vroeg ze dan grijnzend en keek hem aan. Ze dacht weer na. Wat wilde ze ook alweer gaan zeggen? Ohja. "Als je slim was en nooit ruzie wilde, ook al is die er misschien niet geweest, dan had je wel gewonnen. Dan moest je me niet aannemen en dan kon je me laten gaan. Nu heb ik een veulen van die hengst moeten baren maar door een training is deze dood" zei ze grijnzend en vals. "Maargoed, het verleden moet achter ons gelaten worden. Het is al een jaar geleden" zei ze kalm en snoof even. "Dus. Je hebt interesse in de kudde? Mijn vader zal er zo aankomen. Je maakt wel een kans" zei ze kalm en knikte even goedkeurig naar de hengst.

Salvedir

Salvedir

Salvedir kreeg de neiging zijn wenkbrauw op te trekken, toen ze zei dat het net leek alsof hij haar dom inschatte. Nah, dat was niet echt het geval. "Sarcasme, wat is dat?" zei hij met een grijns, natuurlijk dróóp het sarcasme van de zin. Ze begon alweer rondjes te lopen, en Salvedir volgde haar stappen. Plotseling zei ze dat ze net een nijlpaard leek. Salvedir schudde met zijn hoofd, zijn grijns verbreedde. "Eigenlijk wel, ja." zei hij even droog terug, zijn toon was emotieloos maar de humor was er van in te zien. Sal was nou eenmaal geen hardop-lach paard, alleen die grijns vond je nog wel eens bij hem terug. Dat stond bij hem ongeveer gelijk aan lachen, of in elk geval iets grappig vinden. Tenzij het zijn gemene, kille grijns was. Dan kon je beter maken dat je weg kwam, want die grijns betekende dat hij vooruit keek naar een gevecht dat eindigde met een dood paard. En hijzelf zou dat niet zijn. Een behoorlijk vaag gesprek was dit eigenlijk. Als er nu een paard bij had gestaan, was die totaal de rode draad kwijt geraakt. Eerst leek het alsof ze ruzie maakten, nu waren ze droge humor aan het uitwisselen. Tsja, maar wat maakte het ook uit wat anderen zouden denken. Zijzelf begrepen het, ongeveer dan. De hengst zelf vond het ook een nogal vaag gesprek. Maar één ding vroeg hij zich nu wel af, de emotie was niet van zijn gezicht af te lezen, dat nog steeds kil was. "Van wie is die daar dan nu?" zei hij, met een hoofdknik naar de buik van de witte merrie. Ze had zojuist gezegd dat het veulen het niet overleefd had. Toen ze zei dat het verleden achter hen gelaten moest worden, keek hij even in haar ogen, onpeilbaar stonden de zijne, en toen knikte hij. Het onderwerp was definitief afgehandeld, er hoefden geen woorden meer aan vuil gemaakt te worden. "Dus. Je hebt interesse in de kudde? Mijn vader zal er zo aankomen. Je maakt wel een kans" zei de merrie, en hij dacht een een spoor van goedkeuring op te merken in haar knik en toon. "Ja, ik heb zelfs véél interesse." zei hij kort. Ze zei dat hij er zo wel aan zou komen, en zijn ogen flitsten over de omgeving, elk detail scherp in zich op nemend. Hmm, als de dochter van de alfa zei dat hij wel een kans maakte, dan moest dat iets positiefs zijn. Het leek er niet op dat Deina het dit keer sarcastisch zei, dus knikte hij even naar haar.

Azacar

Azacar
VIP

Traag tilde de enorme zwarte hengst zijn hoofd op. In al die jaren dat hij op deze aarde rondliep had hij getraind. En niet alleen voor zijn uithoudingsvermogen of om spieren te kweken. Nee ook op zijn zintuigen. Die heeft hij zo ver mogelijk aangescherpt om elk klein geluidje. Elke beweging en zelfs geuren op mijlen afstand te kunnen onderscheiden. Iets wat erg goed van pas kwam nu hij leider was van een kudde. Met zijn eigen gebieden. En deze gebieden wilde hij goedzak vrij houden. Goedzakjes moesten hier niet op genade van de pikzwarte hengst rekenen. Als hij de geur rook van een goede of neutrale kudde viel hij diegene die daar lid van was en ook maar één hoef in zijn gebied durfde te zeggen aan. Zonder ook maar een greintje medelijden of gevoel zou hij ze verjagen of zelfs doden. Zoals dat groepje stomme, jonge hengsten op de sneeuwvlakte. Wat een bloedbad was het geweest maar zo was het wel duidelijk. Want van de vijf hengsten hadden er twee weg weten te komen. Zo zouden ze aan hun rondtrekkende 'groep' kunnen doorvertellen dat met hem niet te sollen viel. En god, wat moesten die jonge beesten nog aan hun techniek werken. Want met meteen stijgeren en aanvallen won je echt geen gevecht maargoed. Azacar zou daar echt geen moeite voor doen. De volgende keer dat hij ze tegen zou komen zou hij zijn karwei wel afmaken. Maar niet nu, hij had genoeg dingen te doen. Zoals het opsporen van het onbekende paard dat nu zijn gebied had betreden. Dit was een perfect gebied, bij de rivier. En hij kwam er dan ook vaak. Om naar het wilde water te luisteren of om te trainen en zijn wonden te wassen. En wonden, die had hij genoeg. Zijn oren waren gespitst en zijn neus stak hij in de lucht toen hij ook Deina's geur rook. Een vage grijns lag op zijn gezicht toen hij zijn massieve lichaam soepel in beweging bracht. Zo ineens versnelde hij, plaatste zijn achterbenen verder onder zijn lichaam en strekte zijn voorbenen ver voor zich uit. Zo draafde hij in een abnormaal hoog tempo zigzaggend tussen de bomen door tot hij de rivier bereikt had en een hinnik zijn oren bereikte. Zo, dus hij werd geroepen. Azacar hield halt en staarde met zijn ijsblauwe ogen strak voor zich uit, liet zijn blik eens over de rivier gaan en stapte toen zonder te twijfelen naar voren. Zijn hoeven zette hij neer op de gladde stenen. Het wilde water rukte aan zijn benen. Menig onervaren paard zou weggegleden zijn en worden gegrepen door de sterke stroming maar hij kwam hier al zo lang dat hij zich er wel een weg door wist te banen. Toen zijn hoeven dan ook vaste grond voelden stapte hij in een ruim tempo verder tot hij een roodbruine hengst bij zijn dochter zag staan. Ze leken in een gesprek en hij ving er flarden van op. Zijn gespierde hals was trots geheven en zijn zwarte manenbos hing er sierlijk maar tegelijk zo wild als de rivier langs. De hele houding van de enorme hengst was trots en dominant. Zo stapte hij voorwaart tot hij vlak voor de hengst halt hield. "Wel, wel. Ik werd geroepen." sprak hij met zijn rauwe, ijskoude stem terwijl zijn ijsblauwe ogen over de hengst heen gleden tot hij hem strak in zijn groene ogen aan bleef kijken. Kort wendde hij zijn blik af om Deina een kort knikje van zijn hoofd te geven waarop hij de hengst weer koud aan keek.

Salvedir

Salvedir

Salvedirs oren vingen het geluid van een paard dat zich een weg door de rivier baande op. Zijn oren richtten zich naar achteren, maar hij keek nog niet om. Nog niet. Hij hoorde hoe zware hoeven op de grond neerkwamen, en het paard hem nog verder naderde. Hij snoof, en rook dat het een hengst was, zeer waarschijnlijk de hengst waarvoor hij hier gekomen was. Toen hij op een paar meter afstand was, draaide de roodbruine hengst zich om, en zag inderdaad dat dit Azacar was. De hengst stond dominant en hij staarde hem recht in zijn ogen aan. Salvedir wist dat hij nu respect moest tonen, alhoewel het tegen al zijn principes in ging een paard respect te tonen voordat die zich bewezen had, Azacar was een leider en dat iemand die rang behaalt had moest al genoeg zijn. Dus boog hij zijn hoofd een stukje, om daarna de hengst nog steeds zonder knipperen terug aan te kijken. "Wel, wel. Ik werd geroepen." klonk zijn stem. Salvedir keek hem aan. "Inderdaad. Ik heb veel gehoord over je kudde. Genoeg om te besluiten, dat ik me bij jullie zou willen voegen." zei hij, op een koude, emotieloze toon. Misschien was het een moeilijk besluit voor Salvedir geweest, maar als hij zijn beslissing dan genomen had, zou hij die ook volgen. Met heel zijn koude hart vechten voor zijn kudde. Want de enige manier om zijn hart weer op te laten vlammen was een gevecht, pure haat die als een klein roodgloeiend kooltje veranderde in een laaiende vlammenzee, samen met ervaring, techniek en spierkracht maakten hem tot een gevorderde vechter. Goedzakjes bleven beter uit zijn buurt.
Maar daar was het nu niet de tijd voor. Salvedir keek terug in Azacars ogen, aangezien die zijn blik vast bleef houden, maar wel met zijn hoofd een stukje gebogen uit respect, terwijl hij het antwoord van de leider afwachtte. Hij hoopte nu hij eenmaal het besluit genomen had, dat hij er ook bij mocht. Het leek hem een geschikte kudde voor hem, eentje die hij zou kunnen dienen. Hij zwiepte nog eens met zijn staart tegen zijn flank.



Laatst aangepast door Salvedir op za 6 nov - 0:04; in totaal 1 keer bewerkt

Azacar

Azacar
VIP

Niet één tel liet hij de blik van de roodbruine hengst los. Elke kleine beweging van hem werd Azacar gewaar zo dus ook het teken van respect wat de hengst hem gaf. Het was niet veel maar genoeg om hem te overtuigen. Meestal hoefde hij niet lang na te denken om iemand in zijn kudde toe te laten ja of nee. Het ging om het gevoel wat hij bij een paard had. Had hij het niet dan wees hij je keihard af. Maar gaf je hem dat kleine beetje vertrouwen dan had je een goede kans. En dan nog, de kudde was nog jong en het werfen van leden ging aardig goed. Voor de komende oorlog zou het helemaal perfect zijn. Niet dat hij zijn kuddeleden als schaakstukken ging gebruiken in een spel tussen de hoogste machten. Nee, hij zou zij aan zij met ze vechten. Wanneer ze zich bij hem zouden voegen zou hij ze beschermen en helpen wanneer ze dat nodig hadden. Want het was belangrijk te weten dat er nog een familie achter je stond. Dat je er niet alleen voor stond. En dat wederzijdse gevoel, als je hem dat gaf dan was je al bijna opgenomen in de kudde. Zijn ijsblauwe ogen bleven op de groene ogen van de hengst gericht toen hij traag zijn hoofd knikte. "En zou ik dan je naam mogen weten?" vroeg hij de hengst met zijn rauwe, koude stem. De hengst zag er goed getraind uit en leek niet zomaar een wannebe slecht paard. Het leek hem een leuke uitdaging de hengst te gaan trainen want voor de oorlog wilde hij iedereen in een topconditie hebben. Aza zette nog een stap naar voren waarbij hij de hengst nog beter kon zien. Bijna was zijn besluit gemaakt aangezien ook Deina de hengst kende. En dit zou vast een goed geval van kennen zijn geweest aangezien zijn dochter de hengst nog heel gelaten had.

Salvedir

Salvedir

De ijsblauwe ogen van de hengst bleven op hem gericht, en Salvedir zag hoe die zijn hoofd langzaam bewoog, een knik. Van goedkeuring? Er was niet veel af te lezen aan zijn houding. Maar waarschijnlijk ook niet aan die van hemzelf, zoals hij daar stil stond, zijn ogen koud zoals altijd. Zijn staart zweefde mee met de wind, de enige beweging aan zijn verder roerloze gestalte, behalve dan het regelmatig op en neer gaan van zijn borstkas wanneer hij zuurstof in en uit ademde. Vandaag was er een dik wolkenpak voor de zon geschoven, zodat er een klamme warmte heerste. De zomer was in volle gang, maar nu leek het eerder alsof er binnenkort een fikse onweersbui kwam, zoals de grijze wolken samenpakten terwijl de warmte gevangen bleef. Alleen bij water in de buurt was het nog verdraaglijk, maar het was geen toeval en ook geen aandrang om bij water te zijn dat Salvedir ertoe had gebracht hier naar de leiderhengst te hinniken, dit behoorde ook tot het gebied van de Bleeding Soal, waardoord de kans groter was dat zijn roep gehoord zou worden. En ja, hij wist dat het gevaarlijk was om slecht gebied te betreden wanneer je niet zelf bij de kudde hoorde, maar toch was hij hier naartoe gekomen om de bovengenoemde reden. Zijn groene ogen waren nu koud, alleen wanneer hij die eerder besproken haat voelde, dan was er een vuur in zijn ogen te lezen, dat op de juiste manier gecontroleerd dodelijk kon zijn. Toch wist Salvedir dat als hij bij de kudde zou horen, hij voor hen zou vechten, nu niet meer alleen voor zichzelf. De zwarte fries begon weer te spreken. "En zou ik dan je naam mogen weten?" vroeg hij. Nu was het Salvedirs beurt zijn hoofd te bewegen in een trage knik. "Mijn naam is Salvedir." zei hij kort maar informatief. Waarom meer woorden eraan vuil maken dan nodig was? Hij had al genoeg paarden meegemaakt die al een heel gedoe gingen maken van het zeggen van hun naam, waar hij een behoorlijke hekel voor aan het ontwikkelen was.
Vanuit zijn ooghoeken zag hij nog steeds de witte gestalte van Deina, de dochter van Azacar staan. Desondanks bleef zijn blik naar voren gericht. Azacar zette nog een stap naar voren, maar Salvedir bleef stil staan, zijn benen vierkant geplaatst, zijn spieren gespannen onder zijn roodbruine huid. Hij wachtte de beslissing van het paard voor hem af, dat een groot deel van zijn toekomst zou bepalen. Alleen rond blijven zwerven, of bij een kudde van slechte paarden horen.

Azacar

Azacar
VIP

Na nog een trage knik van zijn massieve, edele hoofd zette hij een pas naar achteren. "Wel Salvedir. Dan mag je je vanaf nu een volwaardig lid van de Bleeding Soul noemen. Ik verwacht je snel bij de volgende vergadering in één van onze gebieden.". Meer woorden hoefde hij niet te gebruiken. Het was al niet zo gebruikelijk voor de enorme hengst om te spreken en deze hengst had wel bewezen dat hij geschikt was. Op zijn eigen manier. En zo pikte Azacar zijn leden uit. Maar ook met zijn dochter Deina. Want er waren ook leden die het verpest hadden door zich niet netjes te gedragen tegenover zijn dochter. Dan was je kans om lid te worden van de kudde al gauw bekeken en was het heel verstandig dit gebied te ontvluchten en nooit meer een hoef hier binnen te zetten als je leven je lief was. De meesten deden dat dan ook nooit meer omdat ze simpelweg zielige losers waren. Met een korte knik van zijn hoofd gebood hij Deina met hem mee te komen. Er waren nog bepaalde zaken die hij met haar wilde bespreken maar niet hier. Ze zouden naar het Bleeding Soul gebied zijn. Daar waar de rest van de kudde ook bijeen zou komen. Daar waar hij Salvedir zou zien bij de vergadering. En de rest van de kudde. Of diegene die trouw bleven en hun mooie woordjes waar maakten. Azacar snoof eens luid. "Verdere vragen kan je stellen op de vergadering." sprak hij nog eens waarna hij zich soepel omdraaide en zijn weg vervolgde richting de Screaming Mountains.

-topic uit-

[Ik open in de Screaming Mountains een topic voor Deina & Aza ^^]

Deina

Deina
VIP

De witte merrie knikte meteen naar haar vader en grijnsde. Ze boog even en stapte rustig achteruit. Ze luisterde naar het gesprek en keek grijnzend toe. Ze had een goede gedachte over de hengst. Hij had zeker kans om lid te worden. Ook na het gedoe met Unreal en dat veulen. Ze gaapte even en keek rustig rond. Waar zat dat veulen van haar toch. Ze zuchtte en negeerde de dikke buik. Ze keek op toen de hengst zijn naam noemde en daarna in de kudde opgenomen werd. Ze keek dan naar haar vader en zag de knik. Ze knikte goedkeurend terug en keek grijnzend naar Salvedir terwijl ze wat omdraaide. "Goedzo. Ik zie jou ook?" vroeg ze dan en grijnsde kil. Ze keek daarna weer naar haar vader en rustig liep ze achter hem aan. Ze sloeg met haar staart en keek nogmaals achterom. Ze grijnsde en liep daarna verder achter haar vader aan. Ze was nieuwsgierig wat hij haar moest vertellen.

[Inspiloos xd]

Salvedir

Salvedir

Salvedir keek toe hoe de leider een pas naar achteren zette. "Wel Salvedir. Dan mag je je vanaf nu een volwaardig lid van de Bleeding Soul noemen. Ik verwacht je snel bij de volgende vergadering in één van onze gebieden." Salvedir keek nog 1 tel in de ogen van de zwarte hengst, en boog toen even zijn hoofd uit dankbaarheid en natuurlijk het nu al bekende respect. "Ik zal er zijn." sprak zijn stem, en hij zag hoe de hengst zich omdraaide. Deina grijnsde naar hem. Salvedirs lippen krulden in een grijns toen hij haar gezicht zag. "Goedzo. Ik zie jou ook?" vroeg ze, en de roodbruine hengst knikte weer. Hij knikte erg veel in dit gesprek, maar zoals eerder gezegd; Hij sprak kort maar informatief, en anders helemaal niet. "Ja, dat lijkt me wel." antwoordde hij nog, en toen draaide hij zich om. Zonder om te kijken stapte hij weg, zijn hoeven weergalmden op de stenen. Ook de hoefslag van zijn leider en haar dochter stierven langzaamaan weg, tot het enkel een zacht getik in de verte was. Op dat moment zette Salvedir zichzelf aan tot een fikse galop, en hij snoof luid. Vanaf nu hoorde hij bij de Bleeding Soal, en hij zou zijn kudde dienen met zijn leven. Met zijn hoofd fier in de lucht geheven en zijn staart heen en weer zwiepend vervolgde hij zijn weg door het gebied van zijn kudde.

[me to xD]

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum