Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

You want to stay alive? Then fight, honey.

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Gast

avatar
Gast

Verveeld stapte de zwarte merrie over de sneeuwvlakte. Hoewel het zomer was, lag de temperatuur hier erg laag en zorgde dat voor de nodige verkoeling. Haar vacht was gitzwart en trok daarom veel warmte aan. Hierdoor had ze het vaak snel warm in de zomers. Een windvlaag streek langs haar heen en ze zwiepte een keer met haar staart. Ze had een paar kleine wondjes over gehouden aan het ‘gevechtje’ met de shetlander. Wat een kapsones had die haarbal zeg. Ze brieste geïrriteerd. Het kleine beest was onuitstaanbaar geweest. Constant had ze haar, Sadira, willen uitdagen. De zwarte merrie, in wiens aderen arabisch bloed stroomde, aarzelde niet om die haarbal te doden, maar had het uiteindelijk toch niet gedaan. Er was ook nog een palomino in het spel. Ze zuchtte en schudde haar manen. Ze was zwaar geïrriteerd. Steeds weer kwam ze goedzakken tegen. De ene na de andere. Het leek wel alsof er duizenden waren. Een soort virus dat DH wilde veroveren. Haar smalle hoeven lieten ondiepe afdrukken achter in de zachte sneeuw en ze zuchtte een keer. Haar neusvleugels trilden. Er zou een eind aan die goedzakken moeten komen. Ze zouden vermoord moeten worden, uitgeroeid. Zodat ze geen irritatie meer konden opwekken met hun “laten-we-vlinders-achterna-huppelen” instelling. Maar aan de andere kant zou het goed saai worden als alle goedzakken weg waren. Dan was er niet veel meer te beleven hier in DH. Er zouden dan niet veel paarden meer zijn om te irriteren, te pesten, te bedreigen of te martelen. Vooral dat laatste was leuk. Iemand tot het uiterste drijven, hem zodanig verwond hebben dat hij op het randje van de dood zat. En hem dan blijven jennen. Een sluwe grijns trok haar mondhoeken omhoog. Pure slechtheid stroomde als gif door haar aderen. Het was de bron van haar leven. Nooit had ze iets gevoeld dat leek op goedheid. O, natuurlijk had ze wel eens gedaan alsof. Vanwege haar slanke en fijne bouw, bezat ze veel schoonheid. Hierdoor raakten hengsten wel eens in de waan dat ze een mooie, lieve merrie was. Even speelde ze dat spelletje dan wel mee, maar al gauw wist ze die mannen te verassen. Het was vals en gemeen, maar dat deerde haar niet. Om eerlijk te zijn genoot ze hier wel van. Ze vond het.. leuk om anderen te zien lijden. Een nieuwe windvlaag streek langs haar vacht en bracht nieuwe geuren mee. Sadira was zintuigelijk erg sterk. Ze snoof diep en bij het identificeren van een nieuwe geur, schoot haar blik over de sneeuwvlakte heen. Vanwege haar donkere kleur was ze een groot contrast met de achtergrond; andere paarden zouden haar van veraf kunnen zien. Echter, in de verte was een ander paard zichtbaar. Ze draaide haar oren naar achteren en er verdween een harde koude blik in haar ogen. Welk paard zou het durven om haar pad te kruisen? Ze versnelde haar pas en snoof een keer diep. De zwarte merrie was niet bang en straalde trots en dominantie uit. Wie ze ook tegenkwam: Hij zou van geluk mogen spreken als hij het er levend vanaf bracht vandaag. Door de verveling was haar humeur tot in haar tenen gezakt en kon ze bij ieder klein vonkje ontploffen. Nouja, subtiel dan. Om het met andere woorden te zeggen: Ze zou vandaag zeker niet aarzelen om de eerste klap uit te delen.

& Impaired

Impaired

Impaired

Met trage passen liep Impaired over de sneeuwvlakte. De sneeuwvlakte was een soort thuisbasis geworden. Ze was hier meestal te vinden. Het was er lekker rustig, en er waren ook niet van die irritante wezens. Goedzakjes bijvoorbeeld, Goedzakjes die denken dat ze heel wat zijn. Die paarden wou Imaired allemaal een voor een vermoorden. Langzaam en pijnlijk, dat het laatste was ze ooit zullen zeggen is: "Ik smeek je, laat me gaan." En net wanneer ze met haar hoef tegen hun hoofd slaat, zullen ze hinikken. Om hulp, van de pijn en de angst. Zei zal lachen, zich omdraaien en weggaan. De bloedgeur zou haar achtervolgen. En het bloed dat ze op haar hoef had zou een spoor achterlaten met elke stap die ze zette.
Als ze hier was gebeurde dat niet. Aan de ene kant vond ze dat jammer. Want ze genoot ervan om paarden pijn te zien hebben. Maar op de sneeuwvlakte was het rustig. Geen paarden in de buurt. Een gure wind streek door haar manen. Die aan elkaar geplakt zaten. Impaired was geen mooie merrie, ze was onwijs gespierd, omdat ze elke dag trainde. Maar voor de rest was ze best slank gebouwd. Ze was ontzettend sterk en kon heel veel paarden aan.
In de verte kwam een zwarte stip dichterbij. Het was overduidelijk een paard. Impaired had wel zin in een gevecht. Zins ze in DH was had ze nog niet gevochten. Ze deed haar hoofd dominant in de lucht, met haar oren naar achter. Het paard kwam dichterbij. Het was een zwarte Arabieren merrie. Ze keek chagrijnig. Impaired glimlachte, dit kon nog leuk worden. Je zag nou al dat het een trotse arabier was die zichzelf heel wat vond. De merrie was gespierd, dat moest ze toegeven. Of ze van de merrie zou winnen, dat wist je nooit. Impaired dacht dat ze het wel kon winnen. Maar Arabieren waren heel slim , snel en wendbaar. Impaired had het alleen met haar kracht te doen. Impaired keek kwaad de merries kant op, als blikken konden doden, was merrie nu dood neergevallen. Impaired ontblootte haar tanden, eens kijken wie die merrie was, en hoe ze zou reageren.

Gast

avatar
Gast

Haar zwarte ogen fonkelden boosaardig en haar blik was strak op de merrie voor haar gericht. Vanaf een afstand bestudeerde ze haar en een van haar mondhoeken trok goedkeurend omhoog. Dit keer had ze niet te doen met een zielig goedzakje, en dat deed haar aan een kant wel plezier. Ze zwiepte met haar staart en vernauwde haar ogen iets terwijl ze dichterbij kwam. Sadira was duidelijk kleiner; zoals gewoonlijk als ze een ander paard tegenkwam. Pony’s waren de enige die kleiner waren. Ondanks dit alles kende de zwarte merrie geen angst. Ze had geleerd hoe je moest vechten en had hier ook geen problemen mee. Ze wist hoe ze moest doden. De geur en de smaak van bloed schrokken haar ook niet af. Sterker nog: dat waren de grootste stimulans om juist verder te gaan. Het waren de tactiek en de snelheid waarmee ze altijd won. De merrie voor haar ontblootte haar tanden en als reactie drukte Sadira haar oren nog platter in haar nek. Ze spande haar spieren en liep vastberaden door. ’Nou, nou.. Wie hebben we hier?’ vroeg ze met haar koude stem waar zo’n kille ondertoon door weerklonk dat je er wel kippenvel van moest krijgen. Ze snoof een keer diep en staarde de merrie recht aan. Sporen op haar lichaam maakten duidelijk dat ze vaak had gevochten. Ze zou een leuke uitdaging zijn. Ze sloeg met haar hoef hard op de grond en hield haar hoofd een beetje schuin. ’Antwoord, als ik je een vraag stel.’ beval ze kil toen ze na een paar seconden nog steeds niets van de bruine merrie had gehoord. De zwarte Arabische merrie was niet in haar beste humeur en eiste een antwoord als ze dat van je vroeg. Vooral op dagen als vandaag. Langzaam liep ze een rondje om de bruine merrie heen en zwiepte ze met haar staart zodat deze de flanken van het bruine paard raakte. ’Je draagt een vreemde geur met je mee. Waar kom je vandaan?’ vroeg ze daarna met een harde stem. De geur die van het paard vandaan kwam, was niet van DH. Ze was duidelijk nieuw hier. Nieuw in de zin van: net aanwezig. Deze bruine merrie was nog niet lang in DH en dat wilde zeggen dat ze laag in de rangorde stond. Desalniettemin had ze er niets tegen als ze een gevecht zouden beginnen. Het zou een gevecht zijn om elkaars kracht te meten. Om elkaars krachten en zwakheden te leren kennen. Niemand zou hoeven te winnen vandaag. Voor Sadira zou het ook weer eens een toetsing zijn. Met een gevecht leerde je ook je eigen zwakke punten kennen. Ze brieste en schudde haar manen en schraapte met haar hoef zodat er een soort geultje in de sneeuw kwam. Haar ranke zwarte benen leken niets in vergelijking met e grofgebouwde benen van de bruine merrie. Maar ook dat deerde haar niet. Ze had genoeg gevechten gewonnen en genoeg paarden gedood. Er was geen enkel paard dat ze vreesde. Haar ogen waren opnieuw strak op het paard voor haar gericht terwijl ze zwijgend wachtte op een reactie. Een reactie die te langzaam kwam.

Impaired

Impaired

Nu stond de merrie voor haar. "Nou nou.. Wie hebben we hier?" Vroeg de merrie. Ze had een kille stem. Impaired was niet echt onder de indruk van de merrie. Ze had vaker van zulke arabieren gezien, ze waren niet slecht, maar gewoon enorme bitchies. Toch was deze merrie iets anders. Ze was meer onder de indruk van deze merrie. Met haar ogen tot spleetjes keek Impaired haar aan." Antwoord als ik een vraag stel." Beval de merrie haar. Impaired lachte. Die kleine merrie dacht dat ze de baas over haar kon spelen. Echt weer is een paard zonder geduld. Dat irriteerde Impaired mateloos. Ze had echt zin om dit paard een kop kleiner te maken, met haar dominante gedrag. Wat dacht ze wel niet! De merrie begon een rondje om haar heen te lopen, echt alsof ze haar ging keuren. Met haar staart zwiepte ze tegen Impaireds flanken. Dreigend tilde Impaired haar achterhoeven op. Ze drukte haar oren nog platter tegen haar hoofd. De merrie werd nu wel heel vervelend. En Impaired stond klaar om aantevallen. ’Je draagt een vreemde geur met je mee. Waar kom je vandaan?" Vroeg de merrie weer. "Je bent wel nieuwschierig, en je hebt een grote bek," Zei Impaired spottend tegen de merrie."Als ik jou was zou ik maar opassen, ik bedoel je lijkt me niet zo sterk." En ze trok haar wenkbrauw omhoog. En keek naar de merrie haar zwake beentjes. "Je durft wel trouwens," ze keek de merrie recht aan. "Wie ik ben gaat je niks aan, waar ik vandaan kom gaat je niks aan. Maar als je het zo graag wil weten, ik ben Impaired, en ik ben van buiten DH." Impaired maakte zich groot. Ontbloote haar tanden en brieste luid en boos. Ze stampte met haar voet. "Wie ben jij en wat moet jij hier, je kan maar beter oprotten als je bang bent voor een gevecht." Impaired grinnikte. "Ik zou het wel snappen, als ik jou was, dat je zou gaan. Nu kan het nog." Weer keek ze de merrie spottend aan. Ze lachte haar recht in haar gezicht uit. Ze verwachte niet dat de merrie verstandig zou zijn, en zou omkeren, daar waren arabarien veel te trots voor. Ze vond arabieren maar domme paarden. Met hun mooie slanke lichaam. Ze wachte op het antwoord van de merrie.

{flut postje Embarassed }

Gast

avatar
Gast

Haar zwarte ogen waren strak op de merrie gericht en ze schudde haar manen een keertje. De woede die ze opwekte bij het paard had ze opgemerkt, maar dat deerde haar niet. Het was vandaag leuk om iemand uit te dagen. Kijken waar de grens zat. Na een paar bedachtzame seconden antwoordde het bruine dier en ze kneep haar ogen samen toen de woorden haar hoofd binnenstroomden. Niemand had het recht om te zeggen dat zij een grote bek had, en haar ogen schoten vuur. In een reflex sloeg ze met haar voorbeen tegen de borst van de merrie aan en haar oren drukten zich bijna in haar schedel van woede. Ze snoof diep en haar neusgaten waren wijd opengesperd. Waar haalde dat beest het lef vandaan? Langzaam drongen ook de rest van de woorden door en ze trok een mondhoek kil omhoog. Kennelijk wist deze bruine merrie niet met wie ze te maken had. Sadira was niet zomaar een paard. Door haar aderen stroomde Arabisch bloed. De slechtheid die als gif door haar aderen stroomde, had ze zelf gecreëerd. Ze had vele paarden bevochten en gedood. Littekens over haar hele lichaam lieten dat duidelijk blijken. Er was niemand die ze vreesde en ook deze merrie bezorgde haar geen angst. De zwarte merrie was klein en fijn gebouwd, maar hierdoor sneller en wendbaarder. Bovendien was ze erg intelligent en wist ze vaak te winnen met een tactiek. Dat was iets wat minder slimme paarden vergaten: dat Arabieren zich goed konden bewijzen. Ze brieste en zwiepte met haar staart. Het was haast bespottelijk dat de merrie, Impaired genaamd, dit niet zag. Haar hoef landde met een klap op de grond en ze sloeg met haar staart. ’Ach Impaired. Blijkbaar moet je nog veel van de wereld leren.’ zei ze met een trieste stem. De kilte die eronder zat gaf een enge, dreigende toon. Ze schudde haar hoofd en een kleine glimlach verscheen op haar gezicht. Doordat haar zwarte ogen boosaardig fonkelden, was het geen warme glimlach. Het was een valse glimlach die niet veel goeds voorspelde. ’Zie ik eruit alsof je mij bang maakt?’ vroeg ze terwijl haar stem steeds zachter werd en hierdoor haar toon steeds dreigender. ’Je bent nieuw hier en staat daarom laag in de rangorde. Je hebt het recht niet om over mij te oordelen.’ Haar zwarte ogen leken te vlammen en ze staarde de merrie furieus aan. Wat dacht ze wel niet? ’Er zijn veel paarden die door mijn toedoen over de eeuwige groene graslanden galopperen. Als jij niet uitkijkt, ben jij er dadelijk misschien ook een van.’ Haar stem was nu haast een zacht gefluister, maar ieder woord was duidelijk te verstaan. Ze sloeg woedend met haar staart en zonder enig andere waarschuwing schoot ze naar voren en zette ze haar tanden in de luchtpijp van de bruine merrie. Ze beet hard door en sloeg met haar voorbeen nog een keer tegen de borst van het dier aan. Daarna liet ze los en brieste ze een keer. ’Met mij valt niet te spotten, Impaired.’

Impaired

Impaired

De zwarte merrie sloeg haar tegen haar borst. Het deed Impaired niet zo veel pijn. ’Ach Impaired. Blijkbaar moet je nog veel van de wereld leren.’ Zei de merrie. Impaired begon te lachen. Het was een gemene valse lag, ze lachte de merrie in haar gezicht uit. Wat dacht die kleine opdonder wel niet, Impaired had al zo veel gezien van de wereld. En die kleine merrie voor haar, die overduidelijk jonger was, zei dat ze nog veel moest leren. Imapred begon nog harder te lachen. "Ach weetje, dat jij nou zo een merrie bent die meteen aanvalt, en niet nadenkt. Maar ik kan ook niet anders van je verwachten, je bent nog jong, en je denkt dat je de beste ben. Maar dat komt natuurlijk om dat je een arabier bent." Zei Impaired en ze keek de merrie vals aan. De kleine grinnik rond haar mond was duidelijk zichtbaar. Haar oren lagen plat tegen haar hoofd. Met haar staart sloeg ze tegen haar flanken. "Zie ik eruit alsof je mij bang maakt." Zei de merrie weer. Impaired keek eens goed naar de merrie. Ze zag er niet uit alsof ze bang was. Maar Impaired ook niet. Want ze was absoluut niet bang voor dat kleine ding voor haar. ’Je bent nieuw hier en staat daarom laag in de rangorde. Je hebt het recht niet om over mij te oordelen.’ Zei de zwarte arabier. Weerlachte Impaired, de merrie was echt grappig. "Hahah denk je nou echt dat die rangoorde mij iets kan schelen, denk je nou echt dat ik me aan de regeltjes van dit gebied ga houden. Ach meisje toch, ik denk dat jij degene bent die nog zoveel moet leren. Jij denkt dat je gemeen bent. Maar diep vanbinnen, heel diep vanbinnen. Ben je een hoopje zielige ellende." Met haar blik keek ze diep in de ogen van de merrie. Ze had medelijden met haar. ’Er zijn veel paarden die door mijn toedoen over de eeuwige groene graslanden galopperen. Als jij niet uitkijkt, ben jij er dadelijk misschien ook een van.’ Zei de zwarte merie weer dreigend. Ze praate dreigend. Ze viel aan, en greep Impaired in haar keel, Impaired was niet onder de indruk. Ze kon dan wel geen adem halen. Maar ze raakte absoluut niet onder de indruk. De merrie liet los en trapte nog eenkeer tegen haar borst. "Met mij valt neit te spotten, Impaired." Zei ze de zwarte arabier weer. "Ach meisje, denk je nou echt dat ik bang voor je ben." Zei de Imapred spottend. Ze steigerde hoog, en raakte de merrie tegen haar rug. Met haar poten ging ze om de nek van de merrie. Ze beet haar en hield haar geklemd.

Gast

avatar
Gast

De zwarte merrie begon langzaam zwaar geïrriteerd te raken en wilde het bruine beest tegenover haar het liefst vemorzelen. Echter, haar formaat was veel kleiner en ranker dus zou het best moeilijk kunnen worden. Bovendien zouden ze er niet veel mee opschieten. Het had absoluut geen zin om haar nu te doden. De merrie wist wat ze deed en het was duidelijk dat ze wist hoe ze moest vechten. Net zoals zij. De bruine merrie sprak opnieuw en Sadira’s ogen schoten vuur toen ze de spot en het sarcasme erin hoorde. Het feit dat ze niet serieus genomen werd, maakte haar nog woedender. ’Als je dat al als aanval ziet, wil dat zeggen dat je zelf ook niet nadenkt.’ sprak ze op zachte, kille toon. Een aanval was voor haar pas een aanval als er ook werkelijk gewonden vielen. De klap die ze had uitgedeeld was meer een uiting van frustratie en tegelijkertijd een uitdaging. Ze brieste en ontblootte haar tanden toen ze de spottende lach op het gezicht van het bruine paard zag staan. ’Ik zei niet dat je bang voor me moest zijn.’ zei ze daarna met een kille stem en ze staarde de merrie woedend aan. Ze moest haar gehoor misschien maar even na laten kijken. En als ze dan toch bij de gehoorspecialist was, kon ze ook maar meteen naar de opticien gaan. Ze sloeg met haar staart en zag dat de merrie in actie kwam, maar voordat ze weg kon schieten, voelde ze al dat ze klem werd gezet. Het was geen pijn wat ze voelde. Het voelde hooguit ongemakkelijk. Woedend wist ze met haar mond de luchtpijp van de merrie opnieuw te vinden en beet ze er hard in. Ze voelde hoe haar tanden in haar vlees drongen en het zou waarschijnlijk niet lang meer duren voordat het eerste bloed zou vloeien. Zodra ze zichzelf had weten los te maken, keek ze de merrie woedend aan en schopte ze haar tegen haar spronggewricht; een zwakke plek.

Sorry, flutpost..

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum