Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Their saying i'm not save here.

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Streya

Streya

Langzaam draafde ze aan. Ondanks dat er overal, en dan ook echt overal sneeuw lag. Was het hier heet, bloedheet. De vacht van Streya was dit keer niet nat van de sneeuwstormen, en de regens. Of de gewone sneeuw vallen. Dit keer was die nat van de vreselijke hitte. Dit was het gebied van de slechte. Dit was het gebied van Valkyrie, het gebied van Horcrux. Om beter te zijn, het gebied van Deina, die ze al eens eerder ontmoet had. Ze zeiden dat ze hier niet veilig was. Ze zeiden dat als je hier niet dood ging aan de hitte. Het wel was van de slechte die hier overal en nergens verspreidt waren. Ze zeiden dat ze je wegjagen, alsof je een vogeltje was. Ze zeiden dat ze je wegjagen, hoe dan ook. Dat ze je anders zouden vermoorden. Ze zeiden dat als je er eenmaal in gegaan was, je er niet meer uit zou komen. Je zou er niet meer zo uitkomen zoals je er in ging. Dat was wat ze zeiden. Wat alle paarden zeiden, alle paarden die niet in een van de kudde's zaten. Streya geloofde ze niet. Zelfs als ze ze geloofde, zou het haar nog niet er van weerhouden. Hier eens eventjes op bezoek te gaan. Eens eventjes te kijken, wat de wannabes en de echte slechte van tegenwoordig haar te bieden hadden. Ergens miste ze de tijden in haar vorige gebied. Waar Streya zelf aan de macht was. Maar toen brak dat idiote virus uit. Het virus van striem, zoals Streya het noemde. Iedereen die er door werd besmet, werd vreselijk oud opeens. Ze konden niks meer, alleen maar staan. Ze konden niet meer praten, ze konden amper ademen. En zo gingen ze een pijnlijke en vreselijke dood tegemoet. Streya zelf was snel genoeg weggegaan. Ze schudde haar zelf uit. Een sterke geur kwam in haar neus terecht, sterker dan de twee kudde geuren die er hingen. Haar mondhoeken krulde heel eventjes kwaadaardig op. Toen stonden ze weer strak. Nu zullen we het meemaken. Flitste er door haar gedachte heen. Haar blik was moordlustig en kwaadaardig. Haar hoofd had ze fier en trots in de lucht geheven. Trots liep ze op het paard af. Eens zien wat die te bieden had. Wat die Streya voor een lol kon geven. Ze stopte voor het wezen. Het was slecht dat was duidelijk, de rest was niet duidelijk. Streya zwaaide uitdagend met haar staart. Ze had wel eens behoefte, met een fikse ruzie met een echte slechterik. Zo eentje, waarbij de meest nieuwe scheldwoorden aan bod kwamen. De meeste waren dat soort scheldwoorden, die Streya maar al te graag in haar woordenboek wou opslaan. De gene die ze zeker te weten moest onthouden. Ze snoof eventjes, en stampte met haar hoef op de grond, om het dier te laten weten dat ze niet van wachten hield. En dat ze zelf ook zeker te weten niet van plan was om te beginnen met praten. Streya haar littekens waren goed te zien in het felle licht van de zon. Ze had het warm, maar ze was hier pas heel eventjes. En de dorst was bij haar nog niet toegeslagen. Ze zou wel eens zien of wat ze zeiden allemaal waar was. Streya moest toe geven dat de meeste die dat zeiden goed waren. Maar er zaten enkele neutrale in en enkele slechte. Streya miste de tijden van de echte slechten zeker.

~Een ander slecht paard~

Anaïs

Anaïs

De sneeuw heerste over elk gebied waar ze doorliep. Ze begon het nu echt wel beu te worden. Ze wilde hier niet langer doorgaan. Ze wilde kunnen trainen zonder sneeuw, ook al moest ze het allebei kunnen. Ze zuchtte diep en dacht aan de gesprekken van de dagen die voorbij waren. Ze had veel gesprekken gehad zoals met Zephyr of Kay. Dat waren de grootsten en belangrijksten. Ze hoorde nog steeds de woorden van Zephyr door haar heengaan. Wijze woorden die ze nu zeker en vast zou gebruiken. Je bent gevuld met gif. Je bent in staat om de domste dingen te doen. Weglopen is niet de oplossing. Je moet voor je rechten staan. Als je steeds zo'n probleem hebt en er steeds van weg loopt toon je zwakte. Ze luisterde ook naar hem. Hij was een belangrijke hengst met macht net zoals zij. Zij had ook macht, maar nu interesseerde haar dat nog niet. Ze was niet zoals haar idiote moeder. Ze zou niet zomaar respect afdwingen van iemand. Ze zou niet iedereen wegjagen van hun gebied. Hier hadden ze niet echt een gebied. Wel voorkeuren om rond te lopen, maar iedereen liep hier wel eens rond. Het veulen snoof luid en draaide met haar oren heen en weer. Ze bekeek de omgeving eens goed en voelde de hitte al snel opkomen. Sneeuw was aan het smelten door de zon die tevoorschijn kwam. Het was raar, heel raar. Ze schudde haar dikke wintervacht uit die het haar doodsbenauwd maakten. Ze was dan wel een slecht veulen, niet iedereen kon goed tegen hitte. Zeker niet als je met een wintervacht rondliep. Het veulen keek om haar heen en zocht naar wat schaduw. Ze snoof de geuren eens op en een onbekende geur drong haar neus binnen. Het was de geur van een merrie die ze nog niet kende. Ach, waarom ook niet. Rustig liep het jonge veulen in de richting van de merrie toe. Ze zag haar al snel staan. Het was aan Andalusiër. Een merrie. Ouder. Meer wist ze dan ook niet. Ze had een aantal littekens dat haar aard al goed verraadde. Anaïs knikte een keer naar de merrie en bekeek haar nog eens. Ze snoof zacht en drukte haar oren plat tegen haar schedel. "Hallo." Haar jonge stem hard en zonder emotie. Net als haar donkere ogen, die ze van haar moeder geërfd had. Veel had ze nog niet te zeggen omdat ze de merrie niet kende. Al hing de kuddegeur een beetje rondom haar. Ze had vast en zeker haar moeder of iemand anders ontmoet. Ze draaide een oor schuin naar voren en sloeg met haar staart heen en weer. Wachtend tot de merrie zou reageren.

Streya

Streya

Er was geen wind, er was geen wind die aan haar manen en staart rukte. Er was geen wind die haar snorharen deed trillen, die in haar ogen sneed. Er was geen wind die haar kleine sokjes tot leven blies. Er was niks, niks en nog eens niks. Het enige wat er was, was hitte, een felle zon. En nog een keer hitte. Haar staart zwaaide heen en weer, om te dienen als een kleine verkoeling. Eens in de zoveel tijd, was er een klein en zacht zuchtje wind te voelen. Eentje die net genoeg was om haar een heel klein beetje te helpen, om tegen de hitte te strijden. Streya schudde haar zelf uit. Ze snoof eventjes, de geur van een ander paard kwam dichterbij. Het dier rook sterk naar de merrie die ze al eens eerder tegen gekomen was. Ene Deina. Ook droeg het dier de geur van de kudde Horcrux. Een slechte kudde. Streya haar oren ruste nog steeds in haar dikke golvende manenbos. Haar houding was fier en trots. Haar ogen moordlustig, vol met herinneringen die voor het grijpen lagen, zodat je ze kon zien. Maar ze werden zwaar bewaakt door het monster binnen in Streya. Niemand mocht ze zien, misschien schaamde Streya haarzelf wel voor de herinneringen. Niemand mocht ze weten, mocht ze zien, mocht ze horen. Streya had geen goede herinneringen aan vroeger, ze schaamde zichzelf er zelfs voor. Ze wist niet waarom, zij kon er niks aan doen, dat dat stomme virus uitgebroken was. Dat dat stomme virus haar hele macht in een keer had uitgegroeid. Iedereen van wie ze toen hield, was gestorven aan het stomme virus. Het was alsof iemand haar aan het straffen was, want Streya was de enige die het virus overleeft had. Echt de enige. Ze zuchtte eventjes. Haar ogen hadden een kwaadaardige moordlustige gloed. Ze snoof nogmaals. Langzaam kwam er een veulentje aan. Het was een bruin veulentje, haar ogen leken verdomde veel op die van Deina. Het kleine bruine veulentje, met de ogen van haar moeder, had een wit kolletje in de vorm van een omgedraaid hartje. Streya bekeek het veulentje eventjes aandachtig. Ze snoof nogmaals, om de geur van dit wezen in haar op te nemen. Het dier was hoogstens een jaar, Streya schatte haar wel wat jonger. Ze luisterde naar haar woorden. Streya huiverde niet van de harde stem van het dier. Zoals vele paarden wel deden, geschrokt door hoe zo'n klein en leuk veulentje zo'n stem kon hebben. Streya kende het, zij was vroeger als klein veulentje op straat gedumpt. Zij had geen melk gehad, zij had zich moeten redden met alleen maar water. Ze was toen pas een maand, dat maakte haar zo sterk en hard. Ze had haarzelf getraind, ze wou wraak nemen op haar ouders. Ze zou ze langzaam een voor een vermoorden, als wraak. Ze waren allebei slecht. Dat was het enige dat Streya van hun wist. ''Goedendag.'' Streya haar stemgeluid was puur, melodieus, zuiver, maar toch ook moordlustig, en kwaadaardig. Haar ogen doorboorde die van de merrie. ''Wat is je naam?'' Vroeg Streya met datzelfde stemgeluid...

Anaïs

Anaïs

Haar donkere ogen bekeken de merrie eens. De merrie was donkerbruine of bijna zwart en had een paar aftekeningen samen met littekens. De merrie schatte ze jonger dan haar moeder, maar beter. Ze bedoelde slechter en.. Ze wist niet hoe ze het moest uitleggen. Haar moeder was een idioot en ze haatte haar, maar de merrie die nu voor haar stond was anders. Ze hoopte het toch. Idioten waren er al genoeg op de wereld. In Dreamhorses waren er al genoeg. Een geïrriteerde zucht verliet de keel van het veulen en rustig draaide ze haar oor naar voren om de woorden van de merrie te kunnen horen. Anders lette ze toch niet altijd op. De merrie begroette haar ook terug en vroeg meteen wat haar naam was. Ze had een zuivere stem, maar je hoorde ook de kwaadheid erin. Het veulen keek haar emotieloos aan. Goedzakken zouden huiveren van het veulen. Ze was best eng voor haar leeftijd, tegenover goedzakken dan. Ze hoefde slechte paarden niet bang te maken want dat lukte je niet bij échte slechte paarden. Ze was gewoon zo. Haar blik kon niet veranderen net als haar houding. Het veulen had al een klein litteken op haar borst dat afkomstig was van een gevecht met een veulen. Ze had het meteen afgemaakt. Ze grijnsde even bij die gedachte en richtte haar dan weer op de donkere merrie. "Mijn naam is Anaïs." Opnieuw was die harde stem te horen waar vele paarden de rillingen van zou krijgen, maar ze wist goed genoeg dat de merrie dat niet kreeg. Ze had het misschien zelf meegemaakt toen ze een veulen was. Goed, weer terug naar het echte onderwerp. Het gesprek dus. Ze moest opnieuw proberen een gesprek op gang te krijgen, en dat zou nu wel lukken. "Onze kuddegeur hangt rond je, wie heb je ontmoet? Of was het die idiote witte merrie, dan hoef ik het niet te weten." De woorden kwamen er heel gemeen uit, maar toch meende ze de woorden. Ze was nog steeds razend op haar moeder en veel wilde ze niet over de merrie horen. Ze wilde even alleen zijn en zichzelf opvoeden. Daarom wilde ze die naam niet eens horen vallen. Ze snoof en wachtte op een antwoord van de merrie.

Streya

Streya

Haar ogen gleden heel eventjes over de hete woestijn heen. Toen schoven ze door haar oogkassen terug naar de kleine merrie. De Andalusiër keek naar het kleine littekentje op haar borst. Die ze waarschijnlijk van een veulen had gekregen of een roofdier als een wolf. Het was niet echt een mogelijkheid voor zo'n veulentje om het op te nemen tegen volwassen paarden en tegen berg leeuwen of iets anders. Streya snoof eventjes. Iedere keer dat ze weer geuren oprook, waren haar neusgaten wijd opengesperd. Haar staart zwaaide nog steeds af en toe tegen haar buik aan. Terwijl het haar manen soms naar voren deed blazen. Om de zoveel minuten schudde ze haarzelf uit, zodat er nog een beetje doortocht was op haar lichaam. Hier en daar zag ze grote rotsen. Maar er waren zelfs kleine bergen. Of hoe je dat ook noemen mag. Haar manen hingen nog steeds nutteloos langs haar hals op, enkele punten staken eronder uit. Haar manen zorgde ervoor dat het onder haar manen vreselijk warm was, en verschrikkelijk zweette. Laconiek en kwaadaardig keek ze het veulen aan en luisterde naar haar woorden. Ze knikte eventjes als antwoord. Streya zal zelf wel bepalen wanneer het veulen het waard was om haar naam te weten. Nu nog niet in ieder geval. Nu mocht het kleine merrietje haar fantasie laten los gaan. En de meest rare namen voor Streya bedenken. Alleen degene die het waard waren zouden haar naam weten. En de dieren die ze tegen gekomen was, waren het nog niet geweest. Enkele zouden het ook zijn. Streya maalde op een goed antwoord. Ze snoof nogmaals, en toen weergalmde haar pure, zuivere melodieuze stem, met de moordlustige en sinistere ondertoon. ''Drie. Een witte, twee zwarte.'' Begon Streya, haar stemgeluid weergalmde over een vertrek van zo'n negen vierkante meter. Ze schudde haar zelf uit, en begon weer met praten, met precies hetzelfde stemgeluid eigenlijk. ''Thron, Tornado, Deina. Allemaal even gestoord. Behalve de witte, alhoewel zij er ook wat van kan.'' En dit was in haar ogen alles behalve een leugen, en ook waarschijnlijk in de ogen van de meeste echte slechten...

Anaïs

Anaïs

Het jonge veulen sloeg met haar staart heen en weer terwijl haar donkere ogen weer over de omgeving heengleden. Haar gedachten gleden weer weg, hier ver vandaan. Ze dacht weer aan haar moeder met haar idiote voorstel. Ze wou echt dat ze met die grote hengst samen ging. Hij die veel ouder dan haar was en zij als fijn klein veulen onder hem. Hoe gek kon je zijn. Ze snoof en sloeg met haar hoef op de grond. De sneeuw begon hard te kraken en haar ogen schoten naar onder. Ze snapte niet waarom de sneeuw niet helemaal smolt. Het was hier veel te warm. Anaïs schudde haar vacht uit om even wat frisse wind te voelen, want een gewone wind kwam hier niet langs. Zelfs geen briesje. Het veulen sloeg met haar staart om het wat frisser te krijgen, maar simpel was het niet. Ook de merrie had het veel te warm en dat begreep ze goed. Anaïs grijnsde licht en luisterde licht geïnteresseerd naar de merrie. Ze vertelde wie ze allemaal tegengekomen was en in plaats van alleen één lid waren het er drie. "Gezellig. Je trekt onze kudde aan." Licht plagend sprak ze deze woorden tot de merrie. Het was niet de bedoeling om haar uit te lachen of kwaad te maken, maar plagen hoorde er ook wel eens bij. Ze draaide haar oren naar voren en hoorde de rest dat ze te vertellen had. Het veulen knikte even. "En een bruine, mij dus. Maar mijn moeder, Deina, is nog erger dan die twee. Ze is een idioot." Vals sprak ze tot de merrie. Ze had het duidelijk over haar moeder en haar stem vertelde de merrie dat ze het meende. De rest van de kudde viel mee, maar haar moeder was de ergste. Ze zou nog wel eens weglopen als het erger zou worden. Anaïs had ook opgemerkt dat de merrie haar naam nog niet had verteld. Ze had misschien een plan om het pas te vertellen als ze het waardig was. Dat snapte ze ook wel, maargoed. Ze snoof kort en voelde de hitte opnieuw. Ze stapte even heen en weer om wat lucht te krijgen, maar simpel was het niet. Het meeste was alleen maar warme lucht en dat maakte het er niet veel beter op.

Streya

Streya

Haar staart gleed heen en weer, haar ogen flitsten over het gebied. Het was eigenaardig, hoe het kon dat het licht er zo lang over deed om op de aarde te komen. Het was eigenaardig hoe het licht er hoogstens 8 minuten over kon doen, om van de zon naar de aarde te komen... En dan toch nog zo warm zijn, toch nog zo vreselijk warm. Zo warm, dat het de ijzige kou in de andere gebieden tegen hield. Zo warm dat het alle kou tegen hield. En het hier overdag toch nog steeds naar de veertig graden liep. Het was raar hoe het kon dat paarden konden lopen, konden bewegen. Hoe het kon dat zij een ziel hadden, en hoe het kon dat ze voor zichzelf konden denken. Het was allemaal raar, zeer raar in de ogen van Streya. Maar Streya was dan misschien ook wel de enige die over dit soort onbelangrijke dingen nadacht. Tussen haar plannen door, haar plannen naar de macht. Ooit was ze de machtigste merrie geweest in haar vorige gebied. Ze had iedereen in haar macht, en toen was er een virus. En binnen een week was iedereen dood behalve Streya. Omdat zij werd gestraft. Geloofde Streya altijd nog. Ze hoorde de merrie spreken. ''Of de Horcrux word aangetrokken door mij. En het is maar wat je gezellig noemt.'' Sprak ze zachtjes en mysterieus, op haar eigen manier van praten. Haar eigen duivelse manier. Ze klakte drie keer met haar tong. Daarna gleed die eens langs haar lippen. ''Wie heeft jou zover gebracht om zo over je moeder te praten. Ik praat ook zo over mijn ouders, maar die reden is logisch, en bestaat misschien zelfs wel uit geluk.'' Streya had gelijk, over wat ze zei. Ze had geluk gehad dat haar ouders haar gedumpt hadden, ergens in dat ene gebied waar zij de macht had. -nog steeds vreesde iedereen, -die het overleefd hadden enkele dus, maar vreemd genoeg vertelde zij alle verhalen over Streya door,- haar- Streya schudde zich uit. Ja, als haar ouders haar niet gedumpt hadden, was ze waarschijnlijk nooit aan haar macht gekomen en was ze nooit zo duivels geworden....

Anaïs

Anaïs

Het jonge veulen keek naar de merrie en opnieuw viel er even de stilte tussen hen in. De jonge merrie reageerde er dan ook even niet op en bekeek de omgeving. Nog steeds was het enorm warm en schudde ze af en toe met haar hoofd om het wat frisser te krijgen. Ze had geluk dat ze nog niet zo'n dikke en lange manen had, want dan had ze het nog erger. Ze bekeek de merrie nog eens die echt dikke manen had. Het was er vast heel erg warm onder. Anaïs zuchtte even en schudde haar vacht uit om lucht te krijgen. Haar staart zwiepte dan ook de hele tijd heen en weer voor frisse wind. Het was lastig en ze had geen zin om hier nog een uur te blijven, maar ze bleef wel tot het gesprek echt afgelopen zou zijn. De merrie begon daarna mysterieus te praten over de kudde die ze aantrok, of de kudde werd aangetrokken door haar. Het maakte voor de jonge merrie niet zoveel uit wat ze wou geloven of denken. Ze had geen zin om verder in de gaan op de woorden, maar wel toen ze het over haar moeder had. Ze vond dat ze niet zo over haar moeder mocht praten. De merrie deed het wel zelf maar misschien uit geluk. Het jonge veulen snoof even. "Ik heb een goede reden om zo over haar te praten. Ze wil mij dwingen om met een vierjarige hengst partners te worden. En waarom? Gewoon omdat zij hem niet kon krijgen. Ik ga echt niet meedoen met die idiote spelletjes." Haar stem was hard en gevuld met haat. Ze meende wat ze zei. Ze wilde echt niet meedoen. Ze zou niet eens naar de witte merrie luisteren. Vergeet dat maar. Zo gek was ze nog niet.

Fluuuut ~

Streya

Streya

Er viel een stilte een lange stilte, Streya was geen prater. Kalm wachtte de zwarte merrie op het antwoord van het kleine bruine veulentje. Haar staart mepte nogmaals in de lucht. De zon ging onder, en daardoor werd het wat behaaglijker. Het was niet meer zo warm. Maar het koelde snel af, en kon hier s'nachts zo'n 30 graden onder de nul worden. En dat wou je niet mee maken, zeker niet. Een rare plaats de woestijn. Een zeer rare plaats. Ze schudde haar zelf uit. Nog steeds wachtend op het antwoord van de merrie. Haar gedachten zonken weg, naar haar oude kudde. Waar zij de macht had gehad. Waar zij degene was geweest die de kudde had geleid. Nog steeds zat het haar dwars dat het virus was uitgebroken. Ze schudde haar zelf uit. Het maakte Streya allemaal niet uit. Maar niemand mocht haar gedachte lezen, niemand mocht weten wat er gebeurd was buiten DH. Alleen degene die ze volledig vertrouwde. En dat zullen alleen haar partner en haar veulens zijn. Uiteindelijk begon de merrie te praten. En te praten. Iets over het gene dat ze een reden had. Streya trok haar wenkbrauw eventjes op. Toen barstte ze in een luid gelach uit, angstaanjagend, duivels en moordlustig. Maar ook kwaadaardig. ''De een die hunkert naar macht, is de een die slap is.'' Was haar raadselachtige antwoord. Streya zelf was ook uit naar macht, maar ze hunkerde er niet naar. Ze wist dat ze hem zo kon krijgen, met enkele volgelingen die er genoeg te vinden waren in het gebied, waar zij haar eerste macht zou krijgen.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum