Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Anger is al I have ||Open||

3 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1Anger is al I have ||Open|| Empty Anger is al I have ||Open|| ma 1 apr - 0:05

Synthis

Synthis

Een witte hengst keek spottend om zich heen. Zijn hoeven veroorzaakten doffe geluiden in de zompige ondergrond, af en toen werd een klein stukje van zijn vacht als door een spotlight verlicht door een verdwaalt straaltje zon. Het hoofd van de hengst was geheven, en deinde mee op het rustige tempo van zijn passen. Zijn witte oren vlogen alle kanten op, om zijn alerte schijn op te houden. Ondertussen was hij alleen maar geïrriteerd aan het luisteren naar het stemmetje in zijn hoofd, dat hem beval zich over te geven aan zijn woede. Waarom zou hij ook niet? Het zou veel makkelijker voor hem zijn, en vermoedelijk zou hij ook eerder van deze verdoemde plek zijn dan hij nu zou zijn. Al, nu hij beter rondkeek, paste de plek eigenlijk perfect bij zijn humeur. In het moeras hing een gespannen sfeer, de schijn van geheimen en gevaar liet hem dingen zien die er niet waren, terwijl de hengst zich hier beter op zijn gemak voelde dan hij in dagen had gedaan. Kijk, daar ging weer een hersenspinsel. Een klein konijntje sprong met grotere sprongen dan hij voor mogelijk had genomen over het haast onzichtbare pad dat hij nam. Ongetwijfeld zijn verbeelding die op hol sloeg door zijn ingehouden woede.

Terwijl de woede vanbinnen tegen zijn huid aan beukte en hem het denken langzaam maar zeker onmogelijk maakte, zag Synthis eindelijk iets waar hij voor gekomen was. Een klein boompje viel totaal uit de sfeer, het was groen, fris en jong, en de witte hengst haatte het direct. Het viel uit de toon, hoorde er niet, zoals hij niet in zijn vorige kudde gepast had. Toen hij dat bedacht stormde hij op het ding af, en trok het uit de grond. Trok het uit elkaar tot er niets meer van over was behalve kleine stukjes groen die af en toe nog onder de modder uit piepten. Hij had zijn roeping gevonden, al kon die de verveling maar voor even weg houden en de woede in zijn binnenste niet eens een beetje koelen. Hij zou alles dat uit de toon viel in dit moeras vernietigen. Hij zou net zo lang doorgaan tot er niets meer van over was en hij het enige was dat op deze grimmige plek uit de toon viel. Verderop stond een klein struikje, dat ondanks de kou en de schaduw toch genoeg zon had gevonden om zwak te bloeien. De hengst trok het uit de grond, en begon langzaam met de vernietiging, tot hij plots bevroor in zijn bewegingen. Hij was niet alleen.

||Open||

Corazón

Corazón


Vier vieze, met modder- bedekte hoeven stapten in het drassige moeras- gebied waarvoor haar gevoelens alleen haat waren.
Toch betrad ze het gebied keer op keer weer, deze keer om te zien of er iets of iemand was die ze kon martelen, ze was immers wel een lid van de Horcrux en ze wilde het al zo lang eens doen.
Bij elke keer dat ze haar hoeven weer bevrijdde uit de vieze drab klonk er een ‘plop’ en er bleef enkele tellen een diep gat achter, dan zette ze haar volgende hoef er weer in en klonk er weer een ‘plop’ toen ze die eruit haalde.
De geur van de modder was gemengd met die van een hengst, een onbekende, vrij van de omhangende geur van een kudde die je achterna zou komen wanneer je je aan een leider toegaf,
Ze had het zelf ook gedaan, voortaan luisterde ze naar Aaliyah, voor hoe lang dat duren mocht. De gulden merrie was immers al uitgedaagd door een vreemde merrie, tenminste, een merrie met een vreemde naam; Paneermiddel? Iets met pan.. Pandabeer? Nee, het kwam wel in de buurt misschien.
Kleine spettertjes van modder vlogen omhoog en belandden op haar lippen en tastharen, vrijwel meteen spuugde ze haar slijm gemengd met modder uit, liet haar tong uit haar bek hangen en schudde met haar hoofd ‘Ppffthhrrppffmhfppffhhrr’ Verliet haar mond en ze zuchtte diep.
De merrie droeg niet alleen de naam Corazón mee, ook haar donkerbruine vacht, haar zwarte manen en staart, haar zon- gelige ogen en de littekens op haar rechterschouder en de kleine op haar hoofd.
Bovendien zou ze voor altijd het geschenk van god mee dragen; haar mentale ziekte. Ja, ja, ze was gestoord, compleet en totaal ziek in haar hoofd. En ze hield ervan.
Haar spitse oren vlogen snel heen en weer terwijl een sneeuwvlok in haar zicht kwam die steeds meer, en meer op een paard begon te lijken.
Wel, wel, wat hebben we hier?’ Sprak ze met een geniepige stem op een heks- achtige toon die haar zo goed stond.
Een sneeuwvlokje is door het dikke bladerdak van het moeras gekomen, hier, in het gebied van de Horcrux, de slechte kudde van Dreamhorses waarvan ik lid ben. Klinkt leuk hé? Ik ben vereerd, net zo vereerd om iemand zoals jij te vinden hier.
Elk woord dat over haar tong rolde had een lading van cynisme, gemeen cynisme.
Zeg eens onbekende hengst, wat brengt jou en je witte vachtje hier in het moeras, lekker plantjes plat stampen die mij nog een beetje goed deden?
Plots was haar stem omgeslagen, het was eerder bedreigend dan gemeen en haar ogen waren tot spleetjes samengeknepen, gericht op het dier.

Synthis

Synthis

De witte hengst keek om, een bruinzwarte merrie stond achter hem geniepig te kijken. Anders kon hij het niet noemen. ‘Wel, wel, wat hebben we hier?' Sprak de merrie op een geniepige toon.
Synthis keek haar zonder angst recht aan, een licht spottende blik had zich in zijn ogen genesteld en liet hem zelfs licht glimlachen.
‘Een sneeuwvlokje is door het dikke bladerdak van het moeras gekomen, hier, in het gebied van de Horcrux, de slechte kudde van Dreamhorses waarvan ik lid ben. Klinkt leuk hé? Ik ben vereerd, net zo vereerd om iemand zoals jij te vinden hier.’
De stem van de merrie, wie dus een Horcrux-lid bleek te zijn, was doordrenkt van cynisme.
De witte hengst glimlachte scheef naar haar, maar de glimlach bereikte zijn ogen bij lange na niet.
Hij keek haar een moment alleen aan, en probeerde te bepalen waarvoor ze gekomen was, wat ze hier deed en waarom ze hem niet simpelweg voorbij was gelopen.
De houding van de merrie tegenover hem veranderde langzaam van gemeen en spottend naar bedreigend terwijl ze haar volgende zin uitsprak.
‘ Zeg eens onbekende hengst, wat brengt jou en je witte vachtje hier in het moeras, lekker plantjes plat stampen die mij nog een beetje goed deden?’
Haar ogen knepen samen en ze was volledig op hem gericht, wat hem eigenlijk niet verbaasde.
Haar woorden verbaasden hem wel, een Horcrux lid dat van groen, fris en vrolijk hield? Toch wel enigzins apart.
'Zo.' Zijn toon was sarcastisch, zijn ogen keken haar enigzins spottend aan. 'Dus ik ben een sneeuwvlok? Daar kan ik nog in komen. Maar een Horcrux lid dat geniet van groen en vrolijk? Verbazingwekkend.'
Er klonk zowel spot als een vraag in door, en hij was benieuwd naar haar antwoord.
'Laat ik terugkomen op je eerdere vraag. Ik draag de naam Synthis.'

Corazón

Corazón


De witte hengst trok zich niets aan van haar lichte bedreiging en praatte op net zo’n sarcastische toon verder als dat zij eerder al deed.
Echt luisteren deed ze niet naar zijn woorden, ze lette pas echt op toen hij ‘Maar een Horcrux lid dat geniet van groen en vrolijk? Verbazingwekkend’ zei.
Haar hoofd kantelde licht en ze fronste haar wenkbrauwen. ‘Is het echt zo vreemd? Planten is immers iets dat ik graag eet, het is voedsel, ik weet of je daar ooit van hebt gehoord.
Ze genoot van haar gesprek en kon niet genoeg cynisme gebruiken bij elk woord en elke letter. De hengst stelde zich uiteindelijk voor als Synthis, een vreemde, onbekende, maar geen lelijke naam. Ze knikte even en hief toen haar hoofd lichtjes.
Wel, aangenaam Synthis. Mij is gegeven, de naam Corazón. En dan, zal ik je moeten vragen om dit gebied te verlaten. Het is niet voor niets, Horcrux gebied.
En bovendien, doe je dat niet, dan zal ik niet zo vriendelijk zijn..

Haar gelige kijkers priemden zich in de zijne, wetend dat haar woorden wel door moesten dringen tot de waarschijnlijk snuggere hengst, al was dat nog niet helemaal duidelijk.
Cora’s spitse oren schoten heen en weer en ze zag hoe een klein konijntje door de modder schoot, hopend zo snel mogelijk weg te kunnen komen van het moeras.
Zo snel als het dier langs haar hoef schoten stapte ze op zijn staartje zodat het niet kon ontsnappen, ze pakte het daarna op met haar tanden in zijn vel in smeet het tegen een dichtbij zijnde boom aan waardoor het kleine beestje piepte en zijn botten kraakten, net zo erg als dat zijn wond bloedde.
Een grijns sierde de lippen van de duistere merrie. ‘Begrepen, sneeuwvlokje?

Synthis

Synthis

De merrie lette duidelijk niet op toen hij praatte, pas op het laatst leek ze enige interesse op te kunnen brengen voor zijn woorden. Pech.
‘Is het echt zo vreemd? Planten is immers iets dat ik graag eet, het is voedsel, ik weet of je daar ooit van hebt gehoord.’ Sprak ze, nog steeds even cynisch.
‘Wel, aangenaam Synthis. Mij is gegeven, de naam Corazón. En dan, zal ik je moeten vragen om dit gebied te verlaten. Het is niet voor niets, Horcrux gebied.
En bovendien, doe je dat niet, dan zal ik niet zo vriendelijk zijn..’

De merrie keek hem diep aan en Synthis verbaasde zich over haar gele ogen.
De donkerbruine merrie, die dus Corazón bleek te heten, werd afgeleid, en de witte hengst volgde haar blik.
Een klein konijntje schoot tussen hen door, en Corazón stapte onverwachts op de staart van het beest.
Ze pakte hem bij zijn nekvel en smeet hem tegen een boom, waardoor het gekraak van de zwakke botten van het beest voor hem nog te horen was.
Een paar wonden van het beest bloedden hevig.
De donkere merrie grijnsde naar hem, en 'Sneeuwvlok' kreeg zin om mee te grijnzen, maar hij deed het maar niet, dat zou niet goed zijn voor zijn gezondheid.
Toch was de lichte zweem ervan te zien om zijn mondhoeken.
‘Begrepen, sneeuwvlokje?’ Het kwam eruit zoals ze keek.
Synthis zocht een naam voor de merrie. Al was het natuurlijk best grappig, een slechte hengst die wit was, zo wit als sneeuw nog wel. Beschamend...
De hengst zuchtte, licht geirriteerd.
'Tja, een witte hengst in zo'n omgeving is natuurlijk redelijk... Opvallend?' Sprak hij vol zelfspot.
Naar het laatste woord moest hij toch even zoeken, en onbedoeld plaatste de hengst een vraagteken achter de zin.
'Moeilijk te geloven dat een wit paard slecht is, natuurlijk. Het niet waard hier te leven, en moet meteen oprotten. Begrepen.'
Zijn grijns verwrong en hij maakte aanstalten zich om te draaien.

Pearl

Pearl
Moderator

De stank van rot en een teerachtige lucht was overweldigend. Het leek onlogisch en alles behalve realistisch dat een gebied waarvan de slechten als leiders waren gekroond ook werkelijk deze duisternis uitstraalde, maar het was werkelijk waar. Pearl had haar reis met moeite afgelegd en probeerde het ademen door haar neus zoveel mogelijk te vermijden. Haar twee groene ogen waren tot spleetjes geknepen en lieten hierdoor vervaarlijk weinig zicht zien, maar het hielp gedeeltelijk tegen de mistige waas die tegen haar netvliezen leek te drukken. De geur van twee anderen paarden bleef tijdelijk ongekend - de stank van het moeras domineerde deze.
Aangezien ze zichzelf maar een paar minuten geleden tegoed had gedaan met een aantal graspollen, was ze nog steeds rustig aan het kauwen. Het kalmeerde haar een beetje. Er was niet te zeggen dat ze een angstig gevoel had bij het betreden van deze gebieden, voornamelijk omdat Aaliyah er de leiding over had. Misschien was dit juist wel een reden om bang te zijn, want de kans dat ze werd gedood of ernstig werd verwond wanneer Aaliyah haar ontdekte was niet bepaald reëel. Toch kwam ze. Zonder reden.
Het was in haar ogen bijna lachwekkend hoeveel er van de Horcrux, Aaliyah en de rest van de bijhorende reutemeteut terecht was gekomen. Dit kon echter komen omdat ze simpelweg nog niks van wel degelijke "plannen" en "complotten" te horen had gekregen. Alhoewel ze van de Horcrux altijd alle leden had weten te benoemen en ze allemaal bij uiterlijk kon herkennen, was het nu minimaal de helft waarvan ze totaal niets wist. Pearl vond het juist belangrijk minstens de beweegredenen van vijanden te herkennen, want dit kwam altijd te pas wanneer het nodig was. Wat je van iemand kon verwachten en wat er in zijn of haar gedachten om zou gaan. Juist om deze reden - dat ze weinig van de leden af wist - moest ze waakzaam zijn. Deze zwakkere plekken van onwetendheid konden net dat verschil betekenen, en deze wilden zij juist tegenhouden. Laten we zeggen dat Pearl hier niet letterlijk gezegd was om spionnetje te gaan spelen, maar meer omdat ze wat bruikbare informatie wilde inwinnen. Al was het maar in welke hoeken één of meerdere paarden te vinden waren in het moeras. Alles was voor haar - en de Quiet Sparkle - bruikbaar.
Nu pas woekerde een van de twee stemmen boven de wind uit. Het eerste wat er te horen viel was "sneeuwvlokje" en aangezien Pearl en de meeste andere paarden waren uitgerust met goed werkende zintuigen, wist ze zich meteen in de juiste richting om te draaien. Twee paarden werden zichtbaar in het door bomen en struiken verwilderde moeras en omdat ze in een enkele seconde besloten had dit risico te nemen, liep ze op hen af. Hier was zeker informatie in te winnen, niet waar? Er was wellicht een kans dat - als een van de paarden überhaupt een lid was - er onbewust iets werd gezegd over een plan. Ze kon hun kennis niet inschatten, maar veel waren nogal flap uiten. 'Je wilt me zeggen dat een lid van de Horcrux een ander paard met "sneeuwvlokje" aanspreekt?' Of de merrie die dit daarnet had gezegd een lid van de kudde was? Een wilde gok.

http://www.dreamhorses.biz

Corazón

Corazón


De geur van de hengst en de vieze modder werd vermengt met die van een merrie, een onbekende geur maar, toen het dier volledig in haar zicht kwam, wist ze al meteen wie het was.
Haar spitste oren schoten wild heen en weer en haar blik stond dodelijk naar de merrie gericht toen ze haar woorden had uitgesproken. ‘Je wilt me zeggen dat een lid van de Horcrux een ander paard met “sneeuwvlokje” aanspreekt?
Oh, ben je beledigt, Pearl? Moet ik jou anders ook een naam geven? Wat dacht je van…Bonte koe? Klinkt wel goed hé.
Ze spuugde haar woorden voor de hoeven van de bonte merrie, sprak haar naam spottend uit en kneep haar ogen geïrriteerd samen, hier binnen stappend en denkend alsof ze alsof weet hé? Gezellig, zeer gezellig zou dit worden.
Langzaam nam de donkerbruine merrie enkele stappen, twee, misschien drie en een half, richting Pearl en hief haar hoofd lichtelijk op. ‘Je kent mij natuurlijk niet, mensen ontmoeten, dat doe ik niet dagelijks. Maar, zodat je het kan onthouden voordat je straks weg strompelt, de naam is Corazón. En wat moet je hier, een Quiet Sparkle in Horcrux gebied?
Met haar hoofd lichtjes gekanteld wuifde ze de aandacht naar de hengst weg en keek niet meer naar het sneeuwvlokje om, starend naar de bonte merrie.
Ze likte met haar natte, roze tong over haar droge lippen waren enkele kleine littekens op te zien waren en grijnsde eens geniepig en gemeen.
En ik zal maar meteen de gedachte van dat ik dom ben, uit je hoofdje slaan. Ik weet wel wat jullie goedzakjes allemaal denken, voor zover dat kan. Ik ben niet zoals anderen, en ik ben zeker geen watje. Dus pas maar goed op je woorden, merrie.
Corazón strekte haar hals naar boven, hief haar hoofd nog iets hoger en duwde haar stevige borst ietsjes naar voren, ze was misschien niet de grootste, maar met de lengte van een volbloed, gemengd met de kracht en deels de bouw van een IJslander was ze sterk én groot, al werd dat niet veel groter dan rond de 1.70, 1.75

Synthis

Synthis

Je wilt me zeggen dat een lid van de Horcrux een ander paard met "sneeuwvlokje" aanspreekt?'
De stem kwam vanuit het duister en de witte hengst spande zijn spieren een moment aan toen een bonte merrie op hen af kwam gelopen. Liever gezegd op Corazón.
Synthis ontspande enigzins, hij zou snel genoeg weer in actie kunnen komen als dat nodig mocht blijken, en was eigenlijk zeer benieuwd naar het gesprek dat ongetwijfeld zou volgen.
‘ Oh, ben je beledigt, Pearl? Moet ik jou anders ook een naam geven? Wat dacht je van…Bonte koe? Klinkt wel goed hé.’
De bruine merrie antwoordde op een snerende toon, en woord werd voor de voeten van de bonte merrie gespuugd alsof het kogels waren, elk woord kreeg dezelfde lading spot mee.
Corazón deed enkele stappen naar Pearl toe, hief haar hoofd lichtelijk op om haar volgende woorden uit te spreken.
‘Je kent mij natuurlijk niet, mensen ontmoeten, dat doe ik niet dagelijks. Maar, zodat je het kan onthouden voordat je straks weg strompelt, de naam is Corazón. En wat moet je hier, een Quiet Sparkle in Horcrux gebied?’
De bonte merrie was dus een Quiet Sparkle. Niet iemand waarvoor de witte hengst, de 'sneeuwvlok', snel in de bres zou springen. Toch redde de merrie hem misschien wel van een wisse dood, Synthis zag de aandacht van de merrie verzwakken, en daarna weer opgebouwd worden voor Pearl.
Bijna geamuseerd keek hij toe, hoorde beide partijen aan, en wachtte hun reactie's af. Zijn blik was bijna nieuwsgierig.
‘ En ik zal maar meteen de gedachte van dat ik dom ben, uit je hoofdje slaan. Ik weet wel wat jullie goedzakjes allemaal denken, voor zover dat kan. Ik ben niet zoals anderen, en ik ben zeker geen watje. Dus pas maar goed op je woorden, merrie.’
De woorden waren dreigend, en Synthis hoopte voor de merrie dat deze inderdaad op haar woorden zou letten.
De witte hengst deed enkele stappen, en hield een lichte afstand. Hij hield overzicht, en stond ongeveer een meter van de twee merrie's af, en zorgde duidelijk dat hij bij beiden niet hoorde.
Niemand zou hem verkeerd begrijpen, hij hoorde bij beide niet. Al zou hij misschien, als het gesprek verder liep en het misschien uit zou lopen op een gevecht, een partij kiezen.
De hengst besloot nog even zijn mond te houden, en stond op zijn plek in een licht trotse, maar toch verdedigende houding.

Pearl

Pearl
Moderator

Een tinteling die door haar lichaam spreidde was nog koeler dan de donkerblauwe, haast zwarte gloed die de onderkant van de horizon sierde. Een doodgewonde vogel die in een boomtop verscholen zat was door vervorming van schaduwen te vergelijken met een galactisch wezen. Zo bevond je je kort geleden in een prachtige omgeving wat leven uitstraalde, zo kwam je terecht in de letterlijke definitie van het woord "vuilnisbelt".
Ah, de paarden hadden haar opgemerkt. Tenminste, in eerste instantie was het de donkere merrie geweest die als eerste een woord terugwisselde. Wat de gedachtegang van de hengst was, was echter moeilijk in te schatten. Hij bevond zich op een wat verdere afstand, die hij zonet had gecreëerd, waarschijnlijk om zich niet in het spel te betrekken. Overigens was Pearl totaal niet van plan geweest onenigheid hier te veroorzaken, want een verwonding of enig tekenen van pijn waren niet te verdragen in haar drachtige situatie. Bij het horen van de dreigende manier van praten kantelden haar oren automatisch een standje naar achteren. Haar spieren waren lichtelijk aangespannen, maar van de rest van haar houding was geen vijandelijkheid af te lezen. Dat was een van Pearl's sterke punten: Zich kalm en beheerst houden. 'Ik ben zeker niet beledigd. Het enige wat mij verbaasde was dat een paard als jou die een reputatie hoog te houden heeft een ander zo benoemt.'
De toon vol onaangename spot waarmee de merrie sprak - die normaal gesproken erg heersend klonk - werd afgezwakt door het uiteindelijke ge-"bonte koe". Niet bepaald overtuigend. De merrie hief haar hoofd op, iets waardoor haar lengte iets werd benadrukt. Haar vijand schatte ze op een hoogte van ongeveer een meter zeventig. Zelf had ze een stokmaat van 175 centimeter. Een onbelangrijk detail, maar dit zorgde voor een klein hoogteverschil.
'Ik doe dat ook niet dagelijks, mensen ontmoeten. Laten we het erop houden dat niemand dagelijks mensen ontmoet, maar soortgenoten. Paarden.' Haar ademhaling ging rustig en het was ook het enige geluid wat er in een straal van een meter of tien te horen was. De rust betekende in een willekeurig ander gebied in Dream Horses vrijheid en kalmte, terwijl het hier dodelijk was. 'Uitspraken zijn in mijn ogen niet je sterkste punt, Corazón. In elk geval: Ik ben hier omdat ik me verheugde op een reünie met mijn maat Aaliyah.' Voor een aantal seconden schoten haar groen ogen opzij in de richting van de afgezonderde metgezel. Of hij behoorde tot de goede of slechte kant, bleef een raadsel. Een onhoorbare zucht schoof over haar lippen, terwijl ze haar blik opnieuw op Corazón richtte. Op de witte hengst had ze nog wel enig vertrouwen, maar de bruine was totaal niet in te schatten.
'Begrijp me niet verkeerd, ik denk zeker niet dat je dom bent, Corazón. Heb je mij dat horen zeggen? Voorlopig ben ik niet degene die iets verkeerds heb gezegd. Jij valt mij gelijk aan met een hoop gesputter, terwijl ik je helemaal niet tegenzit.' De woorden hadden met nog steeds die oneindigende zelfbeheersing haar keel verlaten. Terwijl haar blik en lichaamshouding steevast waren, was het enige wat rondom het starre beeld bewoog haar lange manen. Kort snoof ze - de reactie van de merrie peilend.

http://www.dreamhorses.biz

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum