De roodbruine hengst galoppeerde in een fiks tempo langs de rivier. Over zijn vacht lag een laag zweet, op sommige plekken meer dan op andere, het was duidelijk dat hij al een tijd galoppeerde. Zijn groene ogen keken afwezig naar de omgeving, het gebulder dat de rivier voortbracht leek maar nauwelijks tot zijn gevoelige oren door te dringen, zijn gedachtes waren duidelijk ergens anders. Zijn ravenzwarte manen konden de littekens die over zijn nek liepen niet verhullen aangezien ze nu meegevoerd werden door de wind, de kolkende golven wierpen spetters omhoog tegen zijn vacht. Salvedir, de hengst, wist van de kudde de Bleeding
Soal. Hij was sterk aan het twijfelen of hij er bij wilde. Normaal gesproken zou hij gezegd hebben; Niemand staat boven mij. Maar een kudde had voordelen, en hij had gehoord dat de leider echt slecht was, en geen fake. Bovendien was het een goed georganiseerde kudde. Salvedirs donkergroene ogen leken op de rotsige oever voor hem gericht te zijn, maar in werkelijkheid lette hij er niet zo op. Galopperen deed hij automatisch, zijn hoeven vonden als vanzelf de juiste punten om op neergeplaatst te worden, zodat ze niet weggleden. Toen nam de roodbruine hengst het besluit; Hij zou zich bij de Bleeding Soal voegen, en respect tonen aan de leider. Het was een moeilijk besluit voor de hengst, die niet vaak in gezelschap was en al helemaal nooit onder iemand had gestaan, maar het leek hem het beste. Een slechte kudde, slecht genoeg om samen het goede te vernietigen, onder hun hoeven te verpletteren. Ja, dat klonk goed. Dus stopte Salvedir abrupt met zijn galop, zijn hoeven nog een stukje doorglijdend over de grijze stenen, en verhief zijn voorhand in de lucht, met maaiende hoeven die de lucht doorkliefden met een mysterieus, zoemend geluid. Hij riep naar Azacar, leider van The Bleeding Soal, door middel van een schelle hinnik die door het gebied klonk, weergalmde tegen stenen en bomen. Daarna kwam hij met een dreun en wegspattende steentjes weer met zijn voorhand op de grond. Hij stond daar, onbewegelijk, op het op en neer gaan van zijn borstkas door het ademen na, en zijn flesgroene ogen die over het gebied schoten. Zijn wijd opengesperde neusgaten roken de geurdeeltjes die in de lucht rondzweefden, maar konden er nog geen paard in herkennen. Nog niet…Zijn spieren stonden gespannen onder zijn roodbruine huid, littekens staken nu extra scherp af. Zo wachtte hij af, of de leider van The Bleeding Soal zijn roep gehoord zou hebben.
[Salvedir & Azacar & Deina]
Soal. Hij was sterk aan het twijfelen of hij er bij wilde. Normaal gesproken zou hij gezegd hebben; Niemand staat boven mij. Maar een kudde had voordelen, en hij had gehoord dat de leider echt slecht was, en geen fake. Bovendien was het een goed georganiseerde kudde. Salvedirs donkergroene ogen leken op de rotsige oever voor hem gericht te zijn, maar in werkelijkheid lette hij er niet zo op. Galopperen deed hij automatisch, zijn hoeven vonden als vanzelf de juiste punten om op neergeplaatst te worden, zodat ze niet weggleden. Toen nam de roodbruine hengst het besluit; Hij zou zich bij de Bleeding Soal voegen, en respect tonen aan de leider. Het was een moeilijk besluit voor de hengst, die niet vaak in gezelschap was en al helemaal nooit onder iemand had gestaan, maar het leek hem het beste. Een slechte kudde, slecht genoeg om samen het goede te vernietigen, onder hun hoeven te verpletteren. Ja, dat klonk goed. Dus stopte Salvedir abrupt met zijn galop, zijn hoeven nog een stukje doorglijdend over de grijze stenen, en verhief zijn voorhand in de lucht, met maaiende hoeven die de lucht doorkliefden met een mysterieus, zoemend geluid. Hij riep naar Azacar, leider van The Bleeding Soal, door middel van een schelle hinnik die door het gebied klonk, weergalmde tegen stenen en bomen. Daarna kwam hij met een dreun en wegspattende steentjes weer met zijn voorhand op de grond. Hij stond daar, onbewegelijk, op het op en neer gaan van zijn borstkas door het ademen na, en zijn flesgroene ogen die over het gebied schoten. Zijn wijd opengesperde neusgaten roken de geurdeeltjes die in de lucht rondzweefden, maar konden er nog geen paard in herkennen. Nog niet…Zijn spieren stonden gespannen onder zijn roodbruine huid, littekens staken nu extra scherp af. Zo wachtte hij af, of de leider van The Bleeding Soal zijn roep gehoord zou hebben.
[Salvedir & Azacar & Deina]
Laatst aangepast door Salvedir op do 4 nov - 8:26; in totaal 1 keer bewerkt