Met een rotgang vloog hij door de bocht, zijn oren naar achter geduwd en zijn ogen waren gefocust op het pad voor hem, achter hem rende een grote wolf. Elke keer kwam het grijze beest dichterbij en nijdig hapte hij naar zijn staart waardoor Sultan nijdig zijn hoef tegen het hoofd van hem peerde, waardoor hij weer een paar meter achter kwam te liggen. Ondertussen droop het zweet van zijn vacht af en bloed stroomde van zijn achterwerk af, een paar minuten geleden had de wolf zijn scherpe nagels in zijn huid gezet en was er daarna langzaam afgegleden, waardoor grote en lange krassen zich gevormd hadden, waar het bloed met watervallen uit leek te stromen, maar opzich viel het wel mee. Na een laatste trap tegen het grote hoofd van het beest, schoof Sultan uit en languit lag hij op de grond, uitgeput. Nu had de wolf een kans en die liet hij ook echt niet schieten, want abrupt sprong hij op het zwarte, bezweten en zeiknatte lichaam van de arabische hengst, een pijnscheut schoot door zijn lichaam en een schrelle hinnik verliet het keelgat van Sul, waarna hij al zijn energie verzamelde om zichzelf op zijn benen te hijsen en na enkele pogingen, stond hij weer rechtop, op vier hoeven. Nijdig liet hij zijn smalle, meer zeer scherpe en sterke hoef op het hoofd van de wolf neerkomen, waardoor botten onder zijn hoeven kraakte en een luid gepiep te horen was. Nadat hij het hoge piepje van zijn ademhaling niet meer hoorde, haalde hij zijn hoef weer weg. Abrupt sloot Sultan zijn ogen en liet zichzelf op de grond ploffen, hij was al zo moe en moest hij verdomme ook nog eens met zo'n achterlijk grijs ding gaan vechten! Ondertussen lag hij nu al een tijdje op het verse gras, waardoor zijn ademhaling regelmatig was geworden, hij was minder moe en dat was ook de reden dat hij zichzelf met gemak op zijn benen kreeg. Triomfantelijk draaide hij zijn hoofd naar achter en liet zijn blik op zijn enorme wonden vallen, veel bloeide het ondertussen niet meer gelukkig, al brandde het wel als de pest. Nadat hij zijn hoofd weer naar voren had gedraait, bracht zijn lichaam hem weer in beweging.
Zacht dreunde zijn hoeven op de grond, door zijn niet heel erg grote gewicht - voor een paard - dreunde de grond niet zo hevig, als een Fries hier had gelopen had je dat zeker gehoord. Zelf was Sul een kruising met een groot paardenras, maar nooit was duidelijk voor hem geworden van welk ras hij ook bloed door zijn aderen had stromen en op de een of andere manier, deerde het hem weinig. Toch zag je in zijn bouw het meeste terug van een arabier, aangezien hij zeker 75 procent Arabisch was, hij leek ook verdomd veel op de moeder, qua bouw dan. Met het karakter en kleur leek hij sprekend op zijn vader, hij was ook zwart en zelf was zijn vader altijd rustig, vriendelijk en kalm. Als het moest, kon zijn pa ook wel vechten en dat had hij zeker meegekregen, zelf kon hij ook wel wat van vechten en soms hield hij er ook wel van. Maar slecht was hij niet en dat zou hij ook nooit worden, het was gewoon niks voor hem. Zowiezo had hij zelf al een grote hekel aan die door en door slechte paarden, die dachten gewoon even te zeggen dat het gebied hun eigendom was! Kom eens op zeg, hij kwam waar hij wilde en wanneer het hem uitkwam, niet wanneer het andere uitkwam. Dat hadden ze maar te accepteren en konden ze dat niet? Dan zochten ze maar een ander gebied en pestte ze daar alle paarden weg, maar Sul was niet weg te pesten. Je zou hem alleen wegkrijgen, als je hem zou vermoorden of bijna dood zou trappen, maar woorden deden hem geen moer.
Na een tijdje rond geslendert te hebben en eens nagedacht te hebben, vulde zijn neusgaten zich met een paardengeur, van een merrie. Meteen spande hij zijn spieren aan en liet zijn warmbruine kijkers door het gebied gaan, niet dat hij super veel zin in gezelschap had maar het kon geen kwaad, toch?
[Und Coktail, IK WEET; flutpost. -fl-]
Zacht dreunde zijn hoeven op de grond, door zijn niet heel erg grote gewicht - voor een paard - dreunde de grond niet zo hevig, als een Fries hier had gelopen had je dat zeker gehoord. Zelf was Sul een kruising met een groot paardenras, maar nooit was duidelijk voor hem geworden van welk ras hij ook bloed door zijn aderen had stromen en op de een of andere manier, deerde het hem weinig. Toch zag je in zijn bouw het meeste terug van een arabier, aangezien hij zeker 75 procent Arabisch was, hij leek ook verdomd veel op de moeder, qua bouw dan. Met het karakter en kleur leek hij sprekend op zijn vader, hij was ook zwart en zelf was zijn vader altijd rustig, vriendelijk en kalm. Als het moest, kon zijn pa ook wel vechten en dat had hij zeker meegekregen, zelf kon hij ook wel wat van vechten en soms hield hij er ook wel van. Maar slecht was hij niet en dat zou hij ook nooit worden, het was gewoon niks voor hem. Zowiezo had hij zelf al een grote hekel aan die door en door slechte paarden, die dachten gewoon even te zeggen dat het gebied hun eigendom was! Kom eens op zeg, hij kwam waar hij wilde en wanneer het hem uitkwam, niet wanneer het andere uitkwam. Dat hadden ze maar te accepteren en konden ze dat niet? Dan zochten ze maar een ander gebied en pestte ze daar alle paarden weg, maar Sul was niet weg te pesten. Je zou hem alleen wegkrijgen, als je hem zou vermoorden of bijna dood zou trappen, maar woorden deden hem geen moer.
Na een tijdje rond geslendert te hebben en eens nagedacht te hebben, vulde zijn neusgaten zich met een paardengeur, van een merrie. Meteen spande hij zijn spieren aan en liet zijn warmbruine kijkers door het gebied gaan, niet dat hij super veel zin in gezelschap had maar het kon geen kwaad, toch?
[Und Coktail, IK WEET; flutpost. -fl-]
Laatst aangepast door Sultan op vr 12 nov - 7:44; in totaal 1 keer bewerkt