De merrie moest nog best moeite doen om tegen de wind die er op de sneeuwvlakte stond, in te lopen. Het was een felle wind, en daardoor nam die ook sneeuw mee. Kyara keek door haar manen, opzoek naar een grot. Ze zag er een. Ze verlegde haar pas en zette haar koers naar de grot. Af en toe werdt haar been vast gehouden door de sneeuw, maar met een paar rukken kon ze dan weer verder. Eenmaal aangekomen keek ze eens rond en schudde zich uit. Vleermuizen werden krijzend wakker en vlogen naar buiten, om vervolgens meegenomen te worden door de wind.
(Azacar)
(Azacar)