En el desierto del corazón, dejar que comience la sanación. En laprisión de sus días, enseñar al hombre libre para glorificar.
Een sterke wind maakte het verlaten gebied onrustig. Trok alle zandkorrels op de bovenste laag mee de lucht in, en liet het over de rotsen schuiven. Zoals je in een woestijn verwachte, was het warm. Er was nergens water te bekennen, de lucht was een blauw schildersdoek, zonder een wolkje, en er was alleen een klein stipje te zien, dat de zon moest voorstellen, die boven aan de hemel stond in het midden van de dag. Een hagedis kroop onder een hoopje zand vandaan, en maakte snelle, reflexe bewegingen richting een gat in de bruinroodgekleurde rots. Boven op de rots verscheen een gestalte, dat erg opviel ten opzichte van de woestijn. Zijn sterke kaaklijn strekte zich uit toen de donkergekleurde hengst een zucht blies. De wind dwarrelde en suisde van achteren over zijn rug heen, tussen zijn gespierde benen door, en bereikte zijn manen die krullende bewegingen begonnen te maken. Hij genoot van de vrijheid, die hier zo duidelijk voelbaar was. Een heel leven, van hem alleen, hij had het nooit met een ander hoeven te delen. Het op hoeven te geven. Maar het werd tijd dat hij die vrijheid zou gaan gebruiken voor iets zinvols. Twee donkerbruine ogen schoten open, toen er een sissend geluid van achteren kwam. Een slang bewoog onopgemerkt met het opgestegen zand mee, en kwam in een traag, waarschuwend tempo op Alejandro af. Dit was zijn jachtplek. Bij het omdraaien van zijn hoofd kneep de hengst zijn ogen samen tegen het zand dat werd meegesleurd. Tussen de geelbruin gekleurde slingers ving hij de dreigende blik van de slang op. De groene ogen waren het enige dat opviel, want zijn schubben hadden dezelfde kleur als de uitgedroogde omgeving. Een korte grijns.
Hij spande zijn spieren aan en zette af, in een sierlijke maar machtige beweging sprong hij van de puntvormige rots. Met een kloppend hart van de adrenaline begon hij zijn tocht. Alejandro was hier nu. En kon niet meer terug. Dit zou zijn nieuwe thuis zijn. Een hoofd omlaag geheven tegen de zandstuivingen, ogen open voor het spotten van een plek met water. De droge lucht stroomde door zijn luchtpijp, maar zijn lichaam snakte naar vocht, en het zou niet lang meer duren voor hij echt zou gaan uitdrogen. Esta noche. Vannacht zou het gebeuren. Hij sloot zijn ogen en het beeld van Diëgo verscheen in zijn gedachten. “Jij zult mijn opvolger zijn, Alejandro. Jij zal de nieuwe Zorro zijn.” Op dat moment leek het allemaal nog zo onwerkelijk, hij had daar gestaan, geen idee van wat hem te wachten stond. En nu was hij hier, aan het begin van zijn tweede leven. Overdag, gewoon Alejandro; een egoïstische jonge hengst. Maar s’ nachts als Zorro, als niemand hem zou herkennen in het duister. Was hij wel in staat om die verantwoordelijke taak te vervullen? Zou hij de eer die de naam Zorro droeg niet beschamen? Basta, para. Het was voor Joaquín, weet je nog? Je broer. Wiens leven zo maar werd afgenomen, door ongerechtigheid. Ongerechtigheid, het moest gestopt worden. Daar waren jullie al mee bezig vóór je Diëgo ontmoette. En het had zijn tol geeïst, maar dat zou hij gaan rechtzetten. Hij zou zorgen dat alle moeite die ze gedaan hadden het waard was.
“Me oyes? Hoor je me, Joaquín?!”
Hij miste hem. Zoveel. “Dit is voor jou. Ik doe het voor jou…” Het leek alsof zijn stem samenging met de wind, die het overdroeg aan de oren van alle levende wezens die zich in deze woestijn bevonden. Was het de droogte die zijn gedachten zo op hol bracht? Hoe kon hij alles opzij zetten, als hij mensen moest helpen, redden. Hoe moest hij zijn gevoelens verbergen als hij in de ogen zou kijken van zijn vijanden. Diëgo, de gek, had er een antwoord op geweten. Zorro.
[Graag alleen als je toestemming hebt van mij]