Met stevige passen liep de witte merrie voort, haar spieren bolde zich onder haar dunne vacht. Een klein laagje zweet vormde zich op haar hals. Ze was al lang onderweg en had nergens rust gehouden. Ze stelde flinke eisen aan zichzelf want ze wou in conditie blijven. Haar witte vacht werd opgelicht door de felle zonnestralen. Het was bijna oogverblindend. Maar zo zag ze zichzelf niet, ze vond zichzelf niet geweldig prachtig of oogverblindend. Maar ze wist dat ze zeker niet onaantrekkelijk was. Een koel briesje speelde met haar manen gleed zachtjes door haar vacht en verkoelde haar wat met deze warme temperaturen. Die koele briesjes kwamen tegenwoordig maar zelden voor. Haar staart wiegde kalm mee op het ritme van haar passen zo af en toe sloeg hij tegen een van haar flanken. De vele vliegen verjagend, ze snoof even kort. Haar neusgaten wijd open gesperd kort trilden ze even door de vele geuren die erbinnen drongen. Haar oren stonden naar voren gespitst, en hoewel haar humeur niet optimaal was bleef ze ten alle tijden vriendelijk. Het beeld dat zich voor haar ogen vormden was geweldig, alle bloemen vollop in bloei. De vele vogels die boven haar hoofd langs vlogen floten allemaal hun eigen lied. En zo af en toe waren jonge pulletjes te vinden waar ze zo veel van kon genieten. Al die jonge eendjes en vogeltjes, maar niet alleen vogels. Ook jonge herten en konijntjes sierden de omgeving. Haar gedachtes waren niet bij waar ze hoorden te zijn. Ze hield halt en sloot haar ogen, liet de koele wind over haar gezicht strijken met haar manen en voorpluk spelen. En teder haar vacht strelen. Ze miste de aanraking van een ander, de aanraking van iemand die echt van haar hield. Haar buik ging traag op en neer, het teken van een kalme maar diepe ademhaling. De blik in haar ogen was warm, mysterieus. De merrie wist een glimlach op haar gezicht te toveren, haar houding veranderde. Niet meer naar afstandelijk en wat kil maar simpelweg haar vriendelijke uitstraling. Eentje die iedereen verwelkomde. Haar oren draaiden even rond, een geluid was tot haar doorgedrongen en al snel had ze de oorzaak gevonden. In de verte tegen de stralen van de zon in was een gestalte verschenen aan de horizon. De merrie glimlachde en wachtte kalm af, zou hij of zij op haar af komen of zou diegene simpelweg doorlopen. Beide optie’s vond ze niet erg, zou hij of zij doorlopen zou ze zelf verder trekken, anders zou ze een gesprek aangaan en een beetje gezelschap vond de merrie ook niet erg.
[ ~ open, niet zo lang als mijn normale posts maar goed ]
[ ~ open, niet zo lang als mijn normale posts maar goed ]