Souraia gallopeerde met grote passen, haar hoofd opgeheven en haar staart hoog in de lucht, langs de rand van het zand. Af en toe raakte haar voeten het water, waardoor ze iets opzij schoot en vervolgens weer verder gallopeerde. Ze was eindelijk wat aardiger geworden, vond ze zelf. Anders dan dat ze eerst was, teminste. Normaal was ze nu bot op een ander paard af gerent en hem verrot gescholden. Maar dat hielp niks, besefte ze nu pas, na 2 jaar de grote bitch uitgehangen te hebben. Haar sierlijke manen werden door de wind meegenomen, naar links en naar rechts. Haar staart deinsde op en neer. Haar voeten raakte het zand krachtig en namen af en toe wat zand mee. Grote sporen waren achter haar te zien, van rond hoeven die zich in het zand hadden gezet. De merrie keek snuifend om zich heen, op zoek naar een geur, opzoek naar een paard. Ze leek een geur te ontvangen, maar of het van een paard was, was niet compleet zeker. Ze besloot het paard te gaan zoeken en minderde vaart. ''Hallo?'' vroeg ze. Hopend op antwoord ging ze stilstaan en keek om haar heen.
[ Satterd! ]
[ Satterd! ]