I'm a big big girl
In a big big world
In a big big world
Haar smalle hoefjes tilde ze hoog op in de sneeuw. Ze draafde op haar lange, slanke benen voorwaarts. Haar oren stonden naar voren gericht, en haar neus hoog in de lucht, waardoor je duidelijk de elegante deuk erin zag. Het kenmerkende van een Arabisch volbloed. Haar vacht was grijs gekleurd, maar haar moeder had verteld, dat die later sneeuwwit werd, net zoals de hare. Dat vond ze stom, ze wilde niet sneeuwwit worden, ze vond haar grijze kleur veel mooier. Ze zwiepte haar korte staartje wild heen en weer. Er kwamen witte wolkjes uit haar neusgaten. Ze lachte eens en galoppeerde aan. Ze had korte, hoge galop pasjes. Dus stuiterde ze een beetje door de sneeuw. Ze hinnikte eens een kenmerkend veulen hinnikje. Ze gooide haar hoofd op en neer. Toen stond ze plots stil, en brieste eens hard. Waardoor er een grote wolk voor haar gezichtsveld kwam. Ghihi. Ze rende er doorheen, en de wolk spatte uiteen. Ze draaide zich weer vliegensvlug om. En tot haar grote teleurstelling was er geen wolk meer te zien. Haar oortjes draaiden zich naar achteren. Nou ja zeg. Ze stapte weer verder met haar neus arrogant hoog in de lucht geheven. Ze keek op en stak haar tong uit. Toen draaiden haar oortjes zich weer naar voren, en galoppeerde ze op hoge snelheid weer verder. Ze duwde haar neus naar voren. Ze ging vliegensvlug op haar lange stelten. De sneeuw werd omhoog geschopt. Het kwam tegen haar buik en tegen haar benen. Totdat opeens haar voorste benen gekruist waren. Eerst keek ze vragend, en die vragende blik werd vervangen door een heel angstige. Ze knalde keihard voorover in de sneeuw. Haar hele hoofd ging eronder. Ze rolde meteen op haar rug. De tranen ontstonden in haar ogen. Ze spuugde de sneeuw uit, en gilde toen eens luid. En toen begon ze te snikken. Ze krabbelde overeind en keek toen naar haar benen. Een steentje onder in de sneeuw had een kleine schram gemaakt waar een beetje bloed uit drupte. Ze likte wanhopig aan het wondje op haar voorste bovenbeen. Ze kreeg een roestige smaak in haar mond, ze stak haar tong uit, en spuugde het uit. De sneeuw kleurde rood van het binnenste van haar mond. Nog meer tranen kwamen in haar ogen. Ze stapte verder, heel langzaam. Het prikte, al was het maar een heel klein wondje. ‘Aauww,’ piepte ze even zacht. Nu wilde ze dat haar moeder er weer was, maar die was er niet. Ze was van huis weggelopen toen ze de kans kreeg. En nu wilde ze niets liever dan naar huis gaan. Maar ze was hopeloos verdwaald. Eerst leek het spannend zo op pad, maar ze was veel te ver gegaan. Haar staartje was tussen haar billen geknepen. Ze stapte verder, tot aan een kale boom. Daar bleef ze staan, en keek door de takken heen. Het bloed gleed over haar dunne beentje heen naar beneden. Ze vond het een hartstikke eng gezicht. ‘Mamáá,’ zei haar hoge stemmetje zachtjes. Waar was ze als ze die nodig had.
~ Dacoda