S A T A N
Klagend over de vliegen die het op haar lichaam hadden gemund stapte Crush met zoals altijd geleidelijke en elegante passen door het niet zo geleidelijke moeras. Het was kaal, vol vliegen en vol modder. Niet dat ze het ontzettend erg vond. Alleen de vliegen waren vervelend, die sloeg ze dan ook met een ruwe tik van haar staart weg. Haar gezichtsuitdrukking was zoals altijd mysterieus en haar blauwe ogen stonden droog naar voren gericht. Hetgene wat wel aantoonde dat ze liever niet van gezelschap hield waren haar oren, die plat tegen haar schedel waren gedrukt. Ook de rest sprak boekdelen. Eigenlijk was ze een mengeling van ware schoonheid en duisternis. En dat waren dan ook haar handelsmerken. Paarden konden aankomen om een gezellig praatje aan te gaan, maar het eerste wat ze terugkregen was een nauwdrukkelijk gesnauw. Langzamerhand verbreedde het pad zich en de modder veranderde in stenen grond. Nog steeds liep ze met een kille en oplettende blik in haar ogen verder. Ze had besloten om bij de kudde van een of andere Satan te gaan. Tenminste, ze zou een kijkje nemen. Als die Satan met zijn kudde te harden was zou ze er wel in gaan, als ze aangenomen zou worden dan natuurlijk. Maar ach.. Waarom niet? Ze was de duister herself en als ze iets moest bewijzen was ze in de pocket. Door de trainingen die ze van jongs af aan al had gevolgd was ze nu een gespierde merrie, groot voor een gemiddeld paard, zoals altijd bloedmooi en had de precieze vecht en verdedigingstechnieken die een echte vechtmachine nodig had. Zo, nog een reden om me niet toe te laten Satan?, bedacht ze in zichzelf. Ze stopte, gooide haar voorbenen krachtig in de lucht terwijl een zuivere maar toch angstaanjagende hinnik schelging, bedoeld voor onze enige echte Satan. Ze landde weer netjes op vier hoeven en wachtte toen af tot de hengst die zwartkleurig zou moeten zijn hierheen kwam. Haar blik stond nog steeds toonloos, en haar oren lagen nog steeds plat achterin haar nek. Kom maar op, Satan.