~ Each and every time I turn around to leave
I feel my heart begin to burst and bleed so desperately
I try to link it with my head but instead I fall back to my knees
As you tear your way right through me
I forgive you once again
Without me knowing you've burnt my heart to stone
Zwaaien met zijn staart, zijn hoofd laag, zijn passen traag, liep de gitzwarte hengst langs de bomen. Ze waren prachtig. Mooier dan hij ooit had gezien. Het meer dat naast hem lag leek wit tot bijna grijs en lag stil. Vandaag had de hengst even geen behoefte om zich eigen in het water te gooien. Hij zocht rust. Rust was alles wat hij rond deze tijd, nu, nodig had. Zij manen hingen triest om zijn nek. Hij schudde zijn hoofd en zucht, mompelde nogmaals dat er een wonder zou gebeuren en hij iemand vond en stapte toen verder. Hij snoof even, hij rook een geur. Een volledig onbekende geur. Een geur die genoeg zei, maar te weinig om specifiek te zeggen wie, of wat het was. Dus liep Painted nogmaals verder, opzoek naar, hopelijk, een ander paard. Zijn bruine ogen onderzochten de omgeving, zijn wijden neusgaten, op zoek naar een geur. Zijn oren gespitst, opzoek naar geluid. Een kleine tinteling in zijn tong toen het de grond raakte. Hij zuchte nogmaals, hief zijn hoofd weer, keek recht voor zich uit. Opzoek naar een ander paard.
[ Iedereen. ]