--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
E V E R Y O N E - M U S T - T A K E - T I M E - T O - S I T - A N D - W A T C H - T H E - L E A V E S - T U R N . ~ O K A M I
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
E V E R Y O N E - M U S T - T A K E - T I M E - T O - S I T - A N D - W A T C H - T H E - L E A V E S - T U R N . ~ O K A M I
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Met luchtige, elegante stappen liep de merrie door het Wilgenwoud. Het werd herfst, en dat kon je zelfs hier zien. Alle treurwilgen, die met hun takken naar beneden hingen en daarom de bijpassende naam had gekregen, verkleurden zelfs. De groene kleur werd langzaam doffer, en later zou het eruit te komen zien, als de kou van de vorst de aarde had geraakt, als witte bomen, met dunne takken die naar beneden hingen. De vorst zou de takken bedekken met een dunne, witte laag van de kou. De bomen moesten hun voorraden opbergen en dan in de lente alles eruit laten om opnieuw hun prachtige groene kleur te laten zien. Maar nu was het nog lang niet zover. De bomen waren nog groen, en dat zouden deze nog wel een poosje blijven. Nahja, helemaal groen was het ook dan weer niet. Een beetje dof, maar nog altijd groen.
Magnifico stapte tussen die bomen door, met lichte hoefdrukken achterlatend in de donkerbruine aarde. Haar zwarte staart tikkend tegen haar achterbenen, bij elke stap dat die de merrie verzette. Haar oren meedraaiden naar de geluiden van de dieren die in het bos leefden. Ze schudde haar manen eens, waarna haar zwarte manen in de war op haar hals terecht kwamen. Briesend kwam ze tot stilstand en had uitzicht op een klein meertje. Nieuwsgierig zette ze nog enkele passen dichterbij, totdat ze tot stilstand kwam bij het heldere water. Ze keek erin, en zag het spiegelbeeld van zichzelf er in getekend staan. Een glimlach sierde haar gezicht en kwam met haar neus dichterbij het water. Even blies ze wat lucht uit haar neusgaten, waardoor kringetjes in het water ontstonden. Ze zag haar donkerbruine ogen in het water staan afgebeeld, en in die ogen was vrede te zien. Eindelijk was ze weer gelukkig, maar ze wist dat er nog één belangrijk deel uit haar leven miste, maar een grote kans dat die leegte voor eeuwig bleef bestaan. Er was maar zo'n kleine kans dat ze die leegte kon vullen. Maar één iemand kon dat doen, en die was er niet.
Haar oren vingen een geluid op van achter, wat haar hoofd omhoog deed veren en haar donkerbruine ogen het gebied achter haar afspeurden. Er was iemand anders, en ze was er op voorbereid. Ze spande haar spieren aan en keek richting de bomen. Je wist dan ook maar nooit wat voor paard er tevoorschijn zou komen, goed, slecht neutraal. Maar je kon je beter eerst agressief opstellen. Wat als er een slecht paard tevoorschijn kwam, met drang om te moorden, dat had je je spieren al opgesteld om te vluchten. Maar als je een goed paard tegen kwam had je misschien een slechte eerste indruk, maar je had dan tenminste wél laten zien dat je niet niks was. Nou, Magnifico was zéker niet niks. De jaren van reizen hadden haar gespierder gemaakt, maar dan ook zeker intelligenter. Ze wist wat ze tegen kon komen in de natuur. Maar ze wist ook dat je op de natuur moest passen, voordat het verwoest werd. Met haar oren naar achter gericht, keek ze tussen de takken van de treurwilgen door, totdat ze eindelijk een glimp opving van enig leven. Enig leven van een groot wezen. Het leven van een paard.