Zijn ogen stonden strak vooruit gericht, klaar om ieder bewegen 'ding' in zich op te nemen. Rustig gaf hij zijn staart een zwaai en sprong hij aan in een krachtige galop. Kearn' manen stonden strak naar achter en zijn staart ook; dit omdat hij tegen de wind in galopeerde en de wind nogal krachtig was. Maar niks was krachtig genoeg voor hem, gelukkig. Toen Kearn bij een open plek aan kwam en kon zien waar hij naartoe ging kwam er een grijns op zijn gezicht, de Drakenberg. Waarom hij er heen wilde wist hij eigenlijk niet, maar misschien kwam het omdat hij daar al een tijd niet meer was geweest? Nouja, het boeide hem niet zoveel, één ding was zeker en dat was dat hij er naartoe zou gaan. Ongeacht of iemand hem tegen zou houden, hij zou gaan. In een fractie van een seconde drukte hij direct zijn oren naar voren; hij hoorde een harde hinnik over het gebied heen echoën, en hier en daar klonk die hinnik wat bekend. Al wist hij dat er al zo'n soort hinnik bestond die hij kende, maar dan minder zacht en minder hard. Even stond hij helemaal stil en kneep hij zijn ogen tot spleetjes. Was dit niet.. Amani? Amani, waar hij vroeger goede vrienden mee was geweest? Wilde ze iets met die hinnik zeggen, of niet? Hij schudde even zijn hoofd en zijn strakke blik veranderde in een normale. Kearn wist niet waarvoor ze had gehinnikt, maar hij zou er naartoe gaan. Al was het maar om Amani één keer nog te zien, hoeveel ze misschien wel niet was veranderd. Meteen sprong hij aan in galop en galopeerde hij zo hard als hij kon. Binnen een paar minuten rook hij de geur van Amani dichterbij komen. Noujaa.. de geur die op haar leek, hij was hier en daar wat anders maar dat kwam zeker omdat ze ouder was geworden. Voor hij het wist zag hij in de verte Amani staan, met een ander paard. Zou hij er wel naartoe gaan? Kearn wist het niet maar.. Amani was vroeger een goede vriendin van hem geweest en ookal was hij veranderd, hij zou altijd klaar staan om haar nog te helpen. Iedereen uit zijn verleden zou hij wíllen helpen, als het kon. Hij snoof even diep en draafde er een stukje naartoe. Toen hij echter op een stuk of 15 meter afstand stond keek hij naar de twee paarden en maakte hij een knikje, als begroeting. 'Amani..' sprak hij met een zoetere stem als normaal, iets wat hij eigenlijk helemaal niet gewend was, het had ook meer als gefluister geklonken, maar zeker hard genoeg voor Amani om het te kúnnen horen. Rustig bekeek hij haar eens goed en het andere paard ook eens. Even leek het wel of hij een soort van deed 'glimlachen', maar die glimlach was even later ook weer weg. Wachtend op een antwoord bleef hij daar staan, en zette af en toe een stapje naar voren om de paarden dichter te benaderen.