Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

evil is back (Cobrazarao)

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1evil is back (Cobrazarao) Empty evil is back (Cobrazarao) ma 19 sep - 6:29

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

De omgeving was kil. De grijze wolken hadden zich over de hemel gespreid en gunde de aarde geen sprankje warme zonlicht. Er was een guur windje op komen steken. Het had al enkele bomen omver gerukt. De aarde voelde vochtig en koud aan. Het leek of het dagen geen zon was. Er was amper smakelijk voedsel te vinden. Er was alleen maar taaie planten te vinden. De bergen pasten bij de kille gebied. Het leek of het leven was weggerukt. Maar niet ver van de drakenberggebied begon de aarde te beven. Het leek wel of er een kudde zware olifanten recht op de bergen afstormden. Je hoorde het gedender. Het gedreun van... paarden hoeven. Het waren dus paarden. Je hoorde zwaar gesnuif. En agresief geschreeuw. Een zwarte massa verschien. Het was een groepje friezen. Voorop leed Cobrazarao. Zijn hoofd hoog gehoven. Zijn brede lijf viel al meteen op. Zijn lange manen vlogen in de lucht en zijn duivelse ogen bespeurden het gebied. De grond werd steeds meer bezaaid met scherpe stenen. Maar zijn troepen hun hoeven waren grote klompen. Ijzer sterk, ze konden er heus tegen. Zijn troepen zagen er fit en sterk uit. Ze hadden alleen enkele nare littekens. Opeens remde ze. Cobrazarao was gestopt. Same kwam naast hem staan. Hij was erg bezweet. Zijn ogen volgden die van Cobrazarao. Cobrazarao was hier gekomen omdat een grote vijand van hem hier was gaan vluchten. (Toevallig natuurlijk, moest iets verzinnen om te kunnen RPGen.) Ze noemde Aquilia, een arabo alfa friesmerrie. Die een deel van zijn dorpen had aangevallen. Cobrazarao viel terug aan. Haar troepen verloren. Maar zij wist te ontsnappen. Ze is naar Dream Horses gevlucht. Ze volgden haar speur. Maar ze was een zeer slimme merrie. Same leek een spoor te hebben gevonden. Hij richtte zijn neus op een hoge berg top. Maar Cobrazarao wilde geen enkel rizico volgen. "Verspreiden!! Ik wil haar levend!!" Beval Cobrazarao met zijn luide zware stem. Iedereen gehoorzaamde hem. Ze verspreiden met groepjes. Cobrazarao besloot alleen te gaan. Hij klom de berg op vanwaar de geur kwam. Hij ging helemaal naar de top. Daar bleef hij staan. Hij richtte zijn aandacht aan de omgeving. Hier en daar zag hij één van zijn troepen. Grondig aan het zoeken. Hij zal haar wel vinden. Hij bewonderde wel haar moet en kracht. Maar hij haatte haar nu vreselijk omdat ze best wel een flink dossis van zijn toekomstige troepen had vernietigt. Zijn lange zwarte manentop vloog voor zijn roodbruine ogen. Hij piekerde. Even dacht hij aan zijn geweldige zoon Zephyr. Zephyr begon het heel goed te doen als leider. Zephyr begon het te leren. Hij was gevreest en gerespecteerd. Cobrazarao zijn grote neusvleugels waren wijd open. Een ijskoude wind streelde zijn ruwe dikke vacht, besmeurt met bloed. Zijn lange zwarte oren lagen plat op zijn schedel gedrukt. Zijn uitstraling was vals en dominant. Hij was gevreest. Zijn troepen toonden geen angst voor hem. Maar ze toonde respect. Cobrazarao had ze zwaar getraind om niet bang voor hem te zijn. Hij haatte het als zijn leger angst voor hem toonde. Ze waren één met hem. Hij leidde hun,en zij moesten hem volgen. Even werd het doodstil. Zijn leger sloop in stilte, en zochten haar. Met die luide gedender zouden ze zichzelf veraden. En dat was niet de bedoeling. Er liep een druppel bloed van zijn mondhoek. Het was al duidelijk dat het niet lang geleden was dat hij iets had gedood. Zijn hoofd duwde hij naar boven toen hij de eerste regendruppels op zijn vacht voelde. Het begon te regen. Er kronkelde een gemene lach rond zijn mondhoeken. Dan is het feest. Want dit weer was een favoriet van Cobrazarao. Hij hield van zulk weer.

Lees deze spoiler eventjes ^^

Spoiler:

Aquilia

Aquilia

Ze lucht was bedekt met een grijze stapel wolken. Geen enkele straal van zonlicht kwam tussen dat dikke dek door. En op aarde was het donker. Een koude, harde wind waaide er overheen, om de levende wezens kou, en angst te brengen. Kleine wezens vreesden voor zo'n wind, maar de zwarte slanke merrie niet. Ze liep soepel en licht over het Drakengebergte, over de smalle rotsenpaadjes. Ze probeerde zo weinig mogelijk geluid te maken. Elke hoef die ze optilde, en weer op de rotsige grond neer zette werd zorgvuldig gedaan. Ze keek waar ze het hem beste neer kon zetten, om zo weinig van de losse, scherpe en puntige stenen ook maar in beweging te krijgen. Soepel bewoog ze als een schim over die paadjes, met een zwarte schaduw achter zich aan glijdend. Haar oren waren in haar nek gedraaid, en af en toe draaiden deze op of om als ze een geluid hoorde. Plots hief ze haar hals en draaide deze om. Ze hoorde zacht het gedreun van hoeven tegen de donkere aarde. Stenen en stukken aarde werden omhoog gegooid, en ze zag een zwarte vlek langzaam dichterbij komen. Ze kneep haar oogjes tot spleetjes en probeerde enkele details van deze vlek op te vatten. Ze zag de zwarte paarden, en de zwarte leider voorop denderen. Ze had troepen van hem aangevallen. Met haar leger. Eerst leek het een groot succes te zijn, ze, en haar leger hadden vele van zijn paarden levenloos achter gelaten. Maar toen, kwam die hengst. Hij had een leger bij zich, een sterk leger. Sterker dan de hare. Haar oren draaiden in haar nek bij de gedachte. Ze bracht haar slanke lichaam weer in beweging, die wonderbaarlijk ook nog gespierd was. Ze moest nu weer van hem vluchten, hij had haar richting gevonden. De hengst, met zijn verdomde leger had haar leger vermoord. Ze had haar leger verlaten, omdat deze in mootjes werden gehakt. Ze voelde de haat voor die hengst door haar heen vloeien, de adrenaline pompte in haar lichaam. Ze wilde wraak op hem, wraak op degene die haar trotse leger had vermoord. Opnieuw door deze gedachten zette ze haar hoef te hard neer, en enkele steentjes rolden de berg af, wat in haar ogen een kleine stofwolk veroorzaakte. Ze lette direct weer op, en versnelde haar pas nog iets meer. Haar passen werden langer. Ze keek kort weer om en zag dat de Cobrazarao en zijn troepen verbazend snel al bij de voet van het gebergte aangekomen waren. Snel klom ze een heuveltje op, waardoor ze kort in zicht had kunnen zijn, en verstopte zich snel weer achter een van de uitstekende rosten, op een van de hoogste punten op het gebergte. Niet slim, maar daarbij ook weer slim. Sommigen verwachten niet dat je op de top zou verbergen omdat je daardoor te zichtbaar werd, en gingen meer naar beneden zoeken. Ze liep weer een stukje naar beneden, en bleef toen staan in een kleine berg slenk. Ze bleef enkele minuten staan en hoorde toen de geluiden dat de paarden omhoog klommen. Toen hoorde ze de zware, luide stem van Cobrazarao. "Verspreiden!! Ik wil haar levend!!" beval hij aan zijn leger. Ze ademde langzaam, en probeerde zelf dat geluid zo veel mogelijk te dempen. Vervolgens hoorde ze het geschuifel van enkele paarden, haar oren draaiden de kanten op waar ze geluiden hoorde. En toen hoorde ze het geluid van naderende hoeven. Ze keek om en zag een zwart been. Ze schrok en probeerde geluid binnen te houden. Langzaam, maar met beleid tilde ze haar slanke hoeven op en zette deze zacht neer. Ze maakte bijna geen geluid, en Cobrazarao zou het geluid ook kunnen opvangen als geluiden van zijn troepen. Langzaam bewoog ze zich zo voort, en dook toen een bochtje om, opnieuw achter enkele opstekende rotsen. Achter deze rotsen ging het gebergte langzaam een klein beetje omlaag. Ze aarzelde, zo kon ze zomaar uitkomen bij sommige leden van zijn leger die haar zo naar Cobrazarao leidde, zodat hij haar persoonlijk kon vermoorden. Ze zat in de val, maar een kleine kans op ontsnappen was er altijd. En dus nam ze het besluit om langzaam naar beneden te sluipen.

~ Zo, ik hoop dat je er iets mee kunt. :3

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

Hij richtte zijn bedachtzame hoofd naar beneden. Het begon steeds harder te regenen. De regen raakte alles wat hard was. Het duurde maar een paar minuten voordat Cobrazarao doorweekt was. Maar het deed hem niet. De koude wind blies nog eens hard. Zijn roodbruine ogen gleden strak naar de omgeving. Hij snoof luid toen hij een paard achter zich hoorde. Hij keek niet op en liet alleen een oor naar het paard richten. Hij wist al lang wie het was. Same. Same wist dat dit het teken was dat hij mocht spreken. ' We hebben verse geursporen van haar gevonden. Maar ze is een lastig dier die zich goed weet te verstoppen...' Same hield zich groot. Hij wist dat hij waarschijnlijk op zijn donder zou krijgen. En dat kreeg hij ook. Hij zag al dat Cobrazarao zijn rustige houding veranderde naar een zeer onaangename houding. De oren werden nog harder in de nek gedrukt. Zijn rug werd boller. Maar Cobrazarao draaide zich niet om. "Ga, dan verder met zoeken. Ik weet al lang dat ze hier is. Het enige dat ik wil weten is als ze gevangen is. Laat haar niet ontsnappen of ik breek een paar nekken van je beste speurders!! En jij krijgt een litteken er bij en kan je hoge rang wel vergeten." Same zijn gezicht stond strak, maar bleef rustig. Het was een geduldige hengst en begreep maar al te goed hoe Cobrazarao in elkaar stak. Hij knikte (ook al ziet Cobrazarao dat niet) en draaide zich lenig om. Hij ging weer verder. Cobrazarao gromde een paar keer en keek woedend naar beneden. Toevallig merkte hij een vaag figuur dat voorzichtig naar beneden sloop. Cobrazarao tuurde er een tijdje naar en merkte dan op dat het Aquilia was. Hij steigerde wilt en liet zijn zwaar geschreeuw horen. Je trommelvliezen konden ervan trillen. Zo luid was het. Het was heel fasinerend om te zien hoe Cobrazarao zijn grote zware lijf zo kon dragen op zijn twee gespierde achterbenen. Alle paarden keken geschrokken op. Er vlogen vogels doodsbang weg. Cobrazarao liet zijn zware lijf weer op de aarde plaatsen. Zijn vier grote hoeven kletterde op de steenharde grond. Er kwamen zelfs barsten op. Zijn troepen reageerde meteen en stormden achter Aquilia. Cobrazarao draaide zich met een ruk om. Achter Aquilia aan. Hij gooide trots zijn hoofd omhoog en liet zijn hoeven beuken tegen de grond. Hij liet weten dat hij eraan kwam. En ze mocht het weten. De stenen grond was glad. En er stroomde een boel water naar beneden. Toch vlamde Cobrazarao. De paarden gingen op zei als hij voorbij kwam want anders gooide hij ze omver. De geur werd steeds sterker. Sommigen galoppeerde boven achter haar aan. Ze omsingelde haar zodat het onmogelijk was om uit te breken. Cobrazarao zag een glimp van de zwarte merrie. Hij schoot mee de bocht in. Hij hoorde geschreeuw van zijn troepen. Ze melde aan hun troepengenoot dat ze haar gevonden hadden. Iedereen verzamelde zich. De achtervolging was gevaarlijk. Cobrazarao zijn neusvleugels trilden om zo veel mogelijk geuren op te vangen. Ineens schoot er een bliksem langs hem. Enkele verschoten. Maar Cobrazarao deed geen kik. Hij was zo gericht op zijn prooi. Aquilia had hem heel wat zorgen bezorgt. Al had hij maar een kleine deel verloren. Alle beetjes waren belangrijk. Hoe haalde ze het in haar hoofd?! Ze was dapper, maar niet wijs geweest. Nu was ze alles kwijt en werd de dood ingejaagt. Opeens was er een stukje weg afgebroken. Cobrazarao kon niet meer stoppen. En dat was hij ook niet van plan. Hij versnelde en sprong vloeiend de lucht in. Hij nam de springvlucht gemakkelijk en lande soepel. De anderen volgde zijn voorbeeld. Sommigen hadden niet zo veel geluk en eindigde ongelukkig. Maar dat kon hem geen zier schelen. Dan hadden ze meer moeten geven. Hoe stom kon je zijn om die sprong niet te halen. Cobrazarao ontblote zijn tanden toen hij het achterwerk van de merrie zag. Hij had haar bijna.

Aquilia

Aquilia

Dikke regendruppels vielen op haar donkerkleurige vacht. Haar oren waren bedachtzaam iets naar achter gedraaid en ze grijnsde even. Mooi, erg mooi. Regen dat op de stenen op de grond neer kletterde kon goed helpen om haar geluid te dempen. De regen werd al snel een grotere bui, en steeds sneller kwamen de dikke druppels naar beneden vallen. Binnen enkele seconden was haar vacht drijfnat. Haar manen plakten aan haar brede hals. Haar oorden draaiden in een flits naar achteren toen ze Cobrazarao's stem hoorde mompelen. Ze kon het niet volledig verstaan, alleen het stukje dat hij wist dat ze hier zich bevond, en zich hier verstopte. Ze vond het merkwaardig knap dat de hengst zijn land met zijn leger had verlaten, enkel en alleen om haar te pakken. Ze grijnsde. Ze wilde dat ze nu nog troepen over had om nu Cobrazarao's land af te pakken, maar deze waren gestorven. In een strijd tegen hem. Ze hadden trots gevochten, maar het niet overleefd. Alleen zij was van haar trotse troepen in leven gebleven. Ze daalde wat meer, en steeds sneller opdat ze de geur van de zwarte hengst al bijna in haar neusvleugels binnentrad. Toen hoorde ze het verplaats van stenen opeens, en daarboven uit een vreselijk geschreeuw. Het geluid van Cobrazarao. Hij riep zijn troepen, hij had haar opgemerkt. Vogels vlogen angstig op. Ze aarzelde geen moment en zette haar slanke, maar gespierde lichaam in beweging tot een vurige galop. Ze denderde naar beneden en galoppeerde vervolgens in volle vaart vooruit. Ze had snel genoeg gereageerd, want ze had open voor zich. Geen een van Cobrazarao's zwarte dienaren stond haar in de weg, en ze had vrij spel om weg te rennen. Het was gevaarlijk om zo te galopperen, maar ze wist behendig de goeie weg te vinden. Al snel hoorde ze het gestamp van hoeven op de grond achter zich, boven zich, bijna overal. Zijn troepen probeerde haar te omsingelen. Dat lukte ze groot in deels, maar niet voor lang. Ze hoorde dat Cobrazarao op een enorme snelheid dichterbij kwam. Ze bleef goed opletten, door de regen waren de stenen vervaarlijk glad geworden. Water stroomde in kleine riviertjes tussen de stenen door. Zigzaggend een weg naar beneden. Ze gooide haar hoofd op, haar oren waren in haar nek gericht. Ze keek om zich heen. Het was gevaarlijk hier te galopperen, maar ze móest een weg vinden om ertussenuit te knijpen. Ze wist dat de hengst achter haar genadeloos was. Ze keek opzij, en zag dat er een steile wand naar beneden was. Ze aarzelde even, maar nam toch een besluit. Ze draaide zich met een ruk een kwartslag naar rechts en galoppeerde op de helling af. Ze keek over de rand, maar ging toch verder. Ze gooide haar gewicht naar achter, en gleed zowat naar beneden. Remmen deed ze niet, het was nu of nooit. Het was dood of leven. Er was een kleine kans op overleving, en ze moest alles doen om deze kans te pakken. Ze gleed verder naar beneden. Stenen die ze aan de kant werden geschoven rolden naar beneden. Het was bijna over, nog enkele meters, en dan zou ze weer op vlakkere grond komen. Ze hijgde en haar hals was nat van het regenwater, en van het zweet. Adrenaline pompte door haar zwarte lichaam. Door haar aderen. Haar hartslag was enorm verhoogt, en klopte als een bezetene. Toen kwam ze op de grond, en ze galoppeerde door, een lang recht stuk. Ze keek achterom en zag dat die vervloekte hengst nog steeds achter haar aan zat. Opeens werd de lucht verlicht, en een bliksemschicht kronkelde naar beneden en sloeg enkele meters van haar in de grond. Ze hijgde, maar sprong niet opzij. Ze móést doorgaan. Toen ontbrak er een stuk weg voor haar. Stoppen was onmogelijk, en dus spanden de spieren in haar achterbenen zich nog meer aan en met een explosie van kracht zette ze zich af op de rotsige grond. Ze kwam neer aan de overkant en bleef opnieuw met een rotvaart door galopperen. Voor haar was eerst een groot, lang recht stuk waar ze voluit moest rennen. Ze hoorde vervolgens het gehijg achter haar van Cobrazarao. Zijn geur bereikte haar neusvleugels. Een vreselijke geur van rottend vlees. En snoof. Hij was dichtbij, té dichtbij. Ze zag hoe de hengst zijn tanden achter haar ontblootte. Haar achterhand was voor haar in zicht. Haar staart zwiepte met een hoge vaart tegen zijn neus aan. Haar staart, samenkomend in klitten, tot erge dreadlocks. Samen met de regen was het samengekomen tot een stel harde zwepen, en kwam ook zo aan. Ze gooide haar hoofd in ze lucht, en vervolgens omlaag om haar neus tussen haar knieën te doen. Ze gooide haar achterhand omhoog en liet haar benen tegen de onderkant van zijn hoofd en hals komen. Haar scherpe hoeven, waar enkele van die scherpe steentjes in hadden verzameld. Opnieuw draaide ze zich met een ruk om een kwartslag naar rechts en galoppeerde toen snel verder, om de hengst te ontwijken.

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

De achtervolging leek wel een spannende film. Maar in DreamHorses wereld gebeurde dit werkelijk. Cobrazarao zijn neusvleugels waren wijd opengesperd. Zijn lange kletsnatte oren werden in de nek gedrukt. Zijn grote ogen waren wijd. Af en toe zag je een bliksem door de hemel scheuren. Waardoor je af en toe de indruk kreeg dat Cobrazarao zijn ogen duivelse licht gaf. Zijn mond was strak naar beneden gericht. Hij hoorde enkele paarden van zijn troepen. Ver achter zich. Moeite om de merrie te pakken te krijgen. Cobrazarao zijn lichaam deed pijn en voelde zo vermoeiend aan. Maar Cobrazarao was niet van plan naar zijn lichaam te luisteren! Hij dwong het. Het moest doorgaan. Hij vocht met zijn lichaam en zijn longen. Zijn wil was sterk. Hij versnelde steeds. Hij ging steeds vloeiend met de bocht mee. Het leek wel onmogelijk dat Cobrazarao met zo'n lijf door deze tocht heen kon. Maar het was werkelijk. Hij had geen angst, hij had nooit bang. Al weet hij dat hij met zijn leven speelde en dat het elk moment gedaan kon zijn. Hij gaf zich niet over. Hij bleef gaan. Nooit zal hij zich overgeven. Dat kon iedereen wel vergeten. Cobrazarao reikte het achterwerk van zijn prooi. Aquilia probeerde hem nog op afstand te houden om hem een paar meppen te geven in zijn gezicht. Maar ze maakte het alleen maar erger. Woest gooide hij zijn hoop in de lucht. Zijn ogen toonden een akelige uitstraling. Ze schopte hem nog een paar keer. En maakte het dan nog erger. Hij schoot naar voren greep haar staartwortel beet en begon er geweldadig aan te rukken. Zijn tanden schuurden door het vlees en trokken vele plukken manen uit. Bloed ontsnapte. Om te vermijden dat ze hem fatale klappen zou geven plakte hij tegen haar achterhand en duwde haar naar voren. Uiteindelijk liet hij met een ruk los en spuugde de plukken die in zijn mond waren uit. Een valse grijns verscheen op zijn hoofd. Soms was hij echt wel gestoord. Bloed droop uit zijn mond. Hij liet het er niet bij. Hij vertraagde eerst. Het leek wel of hij moe was. Maar dat was een valse hoop. Cobrazarao begon te sprinten en beukte met een goede smak tegen haar aan. Waardoor ze heel erg gevaarlijk naar beneden stijl gleed. Cobrazarao schoof mee naar beneden maar had controle. Zijn hoeven sleepten op de rotsen, ze werden heet. Opeens kwamen ze op een doodlopende weg terecht. Een grote muur van rotsen omsingelde hen. Dit maakte alles natuurlijk beter. Een harde wind blies tegen Cobrazarao. Zijn ogen gleden naa het figuur. Benieuwd wat haar volgende act was. Er was maar één uitweg. En die werd elk moment gedicht door zijn troepen die aankwamen. Hij hield zijn hoofd wat laag en concentreerde zich op de merrie. Het was een leuk spelletje geweest. Hij moest toegeven de merrie heeft hem zwaar laten werken om haar te pakken te krijgen. Zonde dat ze haar talenten had vergooit. Ze had zich nog kunnen aansluiten aan zijn leger. Maar helaas, Cobrazarao was pist op haar. Zijn warme lichaam begon te dampen. Zijn zwarte vacht had hier en daar wat schuimplekken. Maar Cobrazarao zijn lichaam toonde verder geen zwakktes. Want hij was goed in dat vermomen. Zijn roodbruine ogen keken kil naar haar. Hij stond klaar, bereid om in actie te schieten wanneer zij in actie zou schieten. Hij zal haar in zijn greep hebben. Hoe hard ze ook tegerspartelde. Hij liet haar niet gaan.

6evil is back (Cobrazarao) Empty Re: evil is back (Cobrazarao) vr 23 sep - 20:47

Aquilia

Aquilia

Het gevaarte was dichtbij. Te dichtbij. Haar oren waren diep in haar nek genesteld, maar dat beest daarmee afschrikken? Dat lukte toch nooit. Dat beest was voor niks en niemand bang. Een groot beest, met een leger. Ze had overwinning geroken, maar toen kwam hij. Vervloekt dier. Ze gooide haar kop op, en schreeuwde het toen uit. Dat beest had haar nu te pakken. Bij haar staart nog wel. Ze probeerde haar achterhand bij hem weg te draaien. Geen goed idee. Het dier had los gelaten, en in plaats daarvan hadden zijn tanden in haar manenkam gegrepen. Ze hief haar hoofd en hinnikte toen fel. Het moment van vluchten van afgebroken. Nu was het vechten. Het kon niet meer anders. Ze beet het wezen onderin zijn borstkas, en ze was pas tevreden toen ze het warme bloed in haar mond voelde. Maar de hengst was simpelweg sterker. Een paar van haar zwarte lokken was uit haar manenkam gerukt. Hij spuugde ze uit. Walgend keek ze naar hem, en sprintte toen met een hoge snelheid weer weg. Al was haar staartwortel en manenkam erg aangetast, rennen kon ze nog prima. Het beest vertraagde, mooi mooi. Misschien had hij zich overgegeven? Maar toen ze het beest weer op zich af zag stormen wist ze dat dat dier nooit zou opgeven. De zwarte mislukte gedaante kwam tegen haar achterhand aan, hoge snelheid waarbij ze zich niet meer kon weren. Ze viel voorover, en rolde vervolgens op haar zijde. Een steile wand kwam te dichtbij, ze kon haar lichaam niet meer stoppen. Stenen sneden in haar lichaam. Schaafwonden ontstonden. Pijn was het enige woord hoe dit moment kon worden beschreven. Pijn. Toen ze eindelijk met een smak bij het einde was gekomen, zag ze dat ze was opgesloten. Met hoge snelheid klom ze weer overeind. Zweet mengde zich met het bloed dat uit de diepe sneeën stroomde. Langzaam begon ook bloed te vormen uit haar schaafwonden. Het prikte, het deed pijn. Maar overgeven aan die hengst. Geen sprake van. Het dier was inmiddels ook aan de onderkant van de steile helling gekomen. Haar flanken gingen op en neer. Maar ze hield haar hoofd dominant omhoog. Haar benen trilden een beetje, strijdend om haar staande te houden. Ze schreeuwden naar de hersenen van de merrie dat ze moest overgeven aan haar gewicht. Dat ze niet meer kon staan. Maar zwak tonen deed ze niet. Ze keek de hengst aan, haar hoofd trots in de lucht geheven. Als ze nu zou sterven, zou ze dat trots doen. Trots van het gevecht dat ze bijna had overwonnen. Zo stond ze hier. Vechtend voor zichzelf. Vechtend tegen de hengst. 'Wel wel, knap staaltje werk Cobrazarao. Nu heb je me in een val gelokt. En wat nu? Nu ga je me van het leven beroven. Wat ben je een lafaard,' siste ze naar de hengst. Het was de eerste keer op deze bergenmassa dat ze haar zuivere stem liet horen. Ze haalde eens diep adem en blies het vervolgens weer uit. Haar natte manen waren aan haar hals geplakt. Het regende nog steeds ontiegelijk hard. Was maar mooi ook. De regen spoelde het rode bloed van haar lichaam af, en maakte haar wonden direct ook schoon. Ze schudde haar zwarte hoofd en keek even naar de stenen onder haar. Verdomme ze zat in de val. Water met het bloed uit haar wonden mengde zich. Het stroomde door de kiezels heen een weg naar beneden. Ze hief haar hoofd weer, en het geluid van naderende paardenhoeven bereikte haar oren. Ze zag dat enkele van de zwarte paarden zich bij de top van de helling naderde. Enkele begonnen al met de steile daling. Ze keek naar het zwarte leger. En zag toen dat een jonge hengst haar naar de rest keek. Afwachtend wat hij zou moeten doen. Hij stond helemaal aan de rand. Haar ogen vormden tot spleetjes. Haar hersenen werkten met haar mee. Paarden die al achter Cobra stonden bleven daar staan. Afwachtend wat het beest naar hun zou commanderen. De jonge hengst begon aan zijn afdaling. Enkele volgden hem. Ze keek toen Cobrazarao uitdagend aan. Ze rolde met haar ogen. 'Jammer dat ik door jou wordt gedood, ik ken genoeg anderen die mij veel eervoller van het leven zouden beroven. Ik vind het echt om van te huilen,' ze grinnikte en keek hem opnieuw uitdagend aan. 'Janken als een jong veulen. Waarvan ik de moeder vermoorde voor zijn ogen. Een merrie uit jouw land. En genieten van het feit dat het veulen zoveel pijn in zijn miezerige hart had. Wat had jij enorme slechte troepen. Dezen zijn misschien harteloos. Maar die daar niet. Overwinning is zoet vind je niet?' Ze draaide haar hoofd een beetje schuin. Ze stapte enkele passen dichter bij de hengst, totaal geen angst tonend. 'Adios Amigo,' waren haar woorden en galoppeerde met een explosie van kracht weer aan. Recht op de jonge hengst af. Ze pakte het dier net wat achter zijn oren met haar tanden. Ze trok hem met gemak naar de grond toen, en sprong over zijn lichaam heen. Ze klauterde de helling op, waarbij enorm veel stenen naar beneden rolden. Cobrazaroa's troepen aarzelden niet en klommen achter haar aan. Ze schopte met haar achterbenen ladingen met stenen naar ze toe. En toen ze de heuvel op was hinnikte ze even triomfantelijk. Het verhaal begon weer vanaf begin af aan. Opnieuw moest de zwarte hengst haar achtervolgen.

7evil is back (Cobrazarao) Empty Re: evil is back (Cobrazarao) wo 28 sep - 23:11

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

Cobrazarao zijn zwaargebouwd lijf was kletsnat. Regen, zweet en bloed mengde zich in zijn vacht. Hij leek wel versteend. Alleen zijn ogen bewogen af en toe. Hij liet zijn uitgeputte lichaam uitrusten. Want hij wist dat de merrie nog niet van plan was om over te geven. Hij kon het zo van haar lichaam af lezen. Haar ogen waren gerricht op een hengst die nog een groentje was. Er kwamen geen woorden. Alles en iedereen zweeg. Zijn troepen kenden Cobrazarao. Zij moesten zwijgen en naar zijn tekens kijken. Cobrazarao had ze geheime codes geleerd. De merrie had hem een paar raakke klappen verkocht, waardoor hij wat open plekken had. Maar dat boeide hem zo niet. Hij had wel erger voor gehad. Deze merrie was een doorzetter en wist zich steeds een weg te banen. Maar het was nooit simpel om aan Cobrazarao's greep te ontsnappen. Ook al ontsnapte je, hij zal je vinden. Hoe lang het ook duurt. één klein foutje en je bent verloren. Je mag geen enkel spoor achterlaten, geen geur, hoefafdruk of gezien worden. De merrie liet haar stem horen. Cobrazarao zweeg. Hij keek haar strak aan. Hij merkte hoe ze zich gedroeg. Dominant en trots. Niet bereid om voor haar leven te smeken. 'Wel wel, knap staaltje werk Cobrazarao. Nu heb je me in een val gelokt. En wat nu? Nu ga je me van het leven beroven. Wat ben je een lafaard,' Cobrazarao toonde geen emotie. Maar van binnen voelde hij zich ernstig beledigt. Hij liet de bom in zich groter worden. Als de pot eenmaal vol is barst hij volledig uit en zit ze in grote problemen. Hij liet zijn zware stem hoorde. Maar zijn stem bleef rustig. "Ach, ach, dat ben ik zeker van plan. En ik zal genieten, je een zeer pijnvolle dood schenken. Omdat je zo goed geprestreerd had." Antwoorde hij op een neutraale toon. "Schelden doet geen pijn weet je..." Antwoordde hij weer op die toon. Het deed hem eigenlijk niets wat ze hem te zeggen had. Het waren zwakke woorden en dat vond hij echt zielig. De merrie had hem weer iets te zeggen. Hij was benieuwd wat voor zielige woorden ze hem weer wilde meedelen. 'Jammer dat ik door jou wordt gedood, ik ken genoeg anderen die mij veel eervoller van het leven zouden beroven. Ik vind het echt om van te huilen,' Cobrazarao grijnst gemeen. "Hmm, je hebt dan wel een groot voorkeur om afgeslacht te worden door een betere monster dan ik. Ik moet je helaas teleurstellen. Betere dan mij vind je heus niet. En het kan me eigenlijk niet zo veel schelen wat je op dit moment voelt. Huil maar, dat klinkt als muziek in de oren. Je gunt me daar alleen plezier mee." Cobrazarao hoorde achter zich een paar hengsten die moesten lachen om wat de merrie te zeggen had. Een valse grijns toverde hij weer tevoorschijn. Sommigen hengsten begonnen woedend te schrapen en de snuiven. Ze konden het niet verdragen dat de merrie HUN leider beledigde. Ze maakte de situatie alsmaar erger. Hoe woedender zijn troepen werden, hoe sterker ze werden. De merrie speelde duidelijk met haar leven. De merrie was nog niet gedaan met haar geweldige speets, hij was benieuwd. 'Janken als een jong veulen. Waarvan ik de moeder vermoorde voor zijn ogen. Een merrie uit jouw land. En genieten van het feit dat het veulen zoveel pijn in zijn miezerige hart had. Wat had jij enorme slechte troepen. Dezen zijn misschien harteloos. Maar die daar niet. Overwinning is zoet vind je niet?' Opeens begonnen zijn troepen nog harder te lachen. Wetend hoe Cobrazarao hierop zou reageren. "Ken je me dan nog niet? Het kan me niet schelen dat iets lijd, zelfs niet van mijn eigen kudde. Je hebt me zelfs goed geholpen. Dat zielig veulen heeft zich vrijwillig aangeloten in mijn trainingskamp. Zijn haat voor jou heeft hem genezen. Pijn is iets zalig, daar geniet ik van. Toe vertel me nog zo'n verukkelijk verhaal. En slechte troepen. Hij keek alsof hij echt zo verbaast was naar Same. Dat is raar vinden jullie niet? Wij hebben nu het grootste eigendom op de aardbol en hebben nog geen enkele slachtveld verloren. De aarde beeft als we bewegen, alles wat we achterlaten is bedekt met rivieren van bloed en bergen van rottende lijken. Mijn paarden zijn zwaar en gespierd. En dat is niet een geweldig leger? Heb ik jouw zielige troep niet afgeslacht? En wie is hier op de vlucht? Merrie je moet nodig je ogen opendoen." Zijn troepen begonnen hard te hinniken. Woedend dat ze waren. Ze stampten allemaal op de stenengrond. Ze werden ongeduldig en wilden graag haar verscheuren als hongerige wolven. Cobrazarao wachtte nog lekker. Om de honger nog wat te doen kweken. Opeens hoorde hij haar weer. De merrie schoot in actie en greep zijn één van zijn zwakke lid. Ze klom naar omhoog. Hij gaf aan een paar paarden het teken naar boven te klimmen. Maar de merrie maakte het hen moeilijk. Ze liet grote keien naar beneden rollen. Cobrazarao moest snel een plan verzinnen. Zijn ogen gleden naar de brokkelige steile berg. Opeens had hij een idee. "Allemaal beuken tegen de heuvel. Met alle macht die we beheersen!!" Niemand twijfelde en liet zich tegen de heuvel beuken. Cobrazarao liet zijn achterhoeven steeds harder tegen de berg beuken. Na een paar machtige klappen begon de heuvel te scheuren. Grote blokken stenen rolden naar beneden en alles begon in te storten. Cobrazarao hief zijn hoofd omhoog en begon te schreeuwen. Hij had nog een verassing. Er leefde hier een groot troepje hongerige wolven graad mager. Ze hadden angst voor Cobrazarao. Maar Cobrazarao kon hen persoonlijk roepen zodat zij het vuile werk konden afmaken. Hij hoorde gehuil. Een reactie dat ze er meteen aankomen. Om zijn vijand te verscheuren.

8evil is back (Cobrazarao) Empty Re: evil is back (Cobrazarao) vr 30 sep - 22:42

Aquilia

Aquilia

Haar ogen priemden in de ogen van de zwarte hengst. Opgeven zou ze nooit doen, ze deed alles, alles om deze te ontwijken. Hij zou haar niet van het leven beroven, al was het een of andere slechte wannabe, alles was beter dan deze vreselijke zwarte moordmachine. De wonden die ze op zijn lichaam had gemaakt was ze blij mee, zijzelf zat dan er dan ook onder, maar hij ook. Haar manen zaten aan haar lichaam geplakt, nog steeds kwam de regen met bakken uit de lucht naar beneden vallen. De zwarte paarden achter Cobrazarao vond ze zielig. Ze stonden daar alleen maar een beetje te wachten. Een beetje zielig afwachtend wat er zou gebeuren. Ze vond het gewoon mooi om te zien hoe ze achter dat monster te staan. Vermakend. Hoe zielig, ze waren zo zielig. Maar nu was ze doelbewust. Ze was alles tot in de details aan het uitwerken. Ze moest wegkomen, de hengst zo lang mogelijk vermijden. Ze moest geen spoor achterlaten. Die hengst kwam ook overal. En hij moest haar hebben, en waarom, omdat ze een aanval op zijn land had gedaan. Al haar trouwe onderdanen had hij vermorzeld, en nu moest hij haar, haar als loner nog eens even mee afrekenen. Zielig gewoon. Maar hij had deels gelijk, ze zou er ook alles aan doen om hém weer te doodden. Ze wilde hier heen gaan om een nieuw leger te maken. Maar dat beest bleef haar plannen dwarsbomen. Toen de hengst reageerde op haar eerste woorden sierde een grijns haar lippen. Nu kon ze mooi met hem spelen, als hij bleef reageren. Het maakte haar niet uit wat hij allemaal zei, als hij maar iets zei. Zodat ze hem kon bezighouden. "Ach, ach, dat ben ik zeker van plan. En ik zal genieten, je een zeer pijnvolle dood schenken. Omdat je zo goed gepresteerd had." Ze schudde lachend haar hoofd. Man, dit was gewoon grappig. Het was amuse, het was gewoon. Dit hélé verhaal was gewoon voor haar een uitdaging, spelen met de hengst. Allemaal een spel, en hij speelde mee. Geweldig. Al speelde ze met haar leven, ze zou het zorgvuldig doen, hij zou haar niks aandoen. Al wilde hij dat wel, ze zou de hengst, en zijn voltallige leger verslaan in haar eentje. 'Als jij maar geniet hè. Je armoedige legertje krijgt het enkel te zien waarschijnlijk. Zielig als een hoopje toekijken totdat het leven uit me is, en daarna op me rammen of zo? Ik zou het niet weten, ik ben dan toch al dood. Laten we het hier maar op, eigenlijk was ik niet van plan te sterven. Jij staat alleen als een irritante rots op mijn weg, die mij blokkeert. Maar vroeg of laat zou die rots opgeruimd zijn,' zei ze rustig, op een plagende toon. Ze speelde met hem, en hij reageerde er mateloos op. Ze zou zijn groepje wel even nieuwe ervaringen geven, zorgen dat je niet op anderen moet reageren als je een doel hebt. Ze schudde haar hoofd en bleef tegenover hem staan. "Schelden doet geen pijn weet je..." Waren de volgende woorden van de hengst. 'Weet ik wel, het is gewoon leuk om te doen. Denk eens na. Dâh,' zei ze droogjes. Spelend met de hengst. Hij deed dan wel heel neutraal, zijzelf liet zich helemaal meegaan in het gesprek. Ze rolde haar ogen, duidelijk voor de hengst om te zien. Ze zwiepte haar zwarte, doorweekte staart tegen haar flanken, waardoor schuim op haar flank tevoorschijn kwam, en de strepen waar plukken van haar staart neerkwamen, te zien waren. Opnieuw reageerde de hengst op haar volgende woorden. Proberend haar kleiner te krijgen. Ach, hij deed maar. Al zijn woorden deerden haar niet. Ze zou enkel met het paard spelen, wachtend tot het juiste moment. "Hmm, je hebt dan wel een groot voorkeur om
afgeslacht te worden door een betere monster dan ik. Ik moet je helaas teleurstellen. Betere dan mij vind je heus niet. En het kan me eigenlijk niet zo veel schelen wat je op dit moment voelt. Huil maar, dat klinkt als muziek in de oren. Je gunt me daar alleen plezier mee."
Ze lachte er gewoon bij, haar hoofd in de lucht gooiend. ''T is toch om te gieren Cobra! Man, dit is wel de gróótste onzin die ik ooit heb gehoord. Dat jij bovenaan staat op de lijst. Ach nee man, helemaal onderaan. Ik ken génóég betere monsters. En het is beter dan mij, en niet betere meneer. Nederlands is moeilijk hè. En dan nog, ik moet alleen maar janken van het lachen. Dit is ongelooflijk leuk om te horen. Geweldig. Man, je hebt wel gevoel voor humor Cobra,' ze lachte tussendoor veel, en grinnikte nog na. Ze vond het echt leuk om te horen, wat een komiek dat het was. Leuk leuk, geweldig. Leden van zijn troepen werden vreselijk boos. En waarom? Waarom, omdat ze er lol in had. Omdat ze de hengst beledigde. Het maakte haar geen ene fuck meer uit. Het was nu, of nooit. En niks anders. Maar die zwarte troepen achter die hengst waren dan ook wel vréselijk dom. Een zielig hoopje stront om het zo te noemen. Ze keek de troepen even aan. 'Whaha, jullie zijn ook zielig,' grinnikte ze naar de paarden. Niemand zou haar toch aanvallen, dat zou toch niet mogen van Cobrazarao. Haar humeur was omgeslagen tot iets vrolijks, nadat Cobra zo had lopen grappen. Het was nu een beetje bekvechten naar elkaar, en dat was gewoon grappig. Ze hoopte maar dat de hengst er ook plezier in had, nou eigenlijk niet, dan zou het geen bal meer aan zijn. Hij moest woedend worden, dat zou veel leuker zijn. Ze grinnikte nogmaals, en keek de zwarte aan. Na haar volgende woorden moesten de zwarten vreselijk lachen. Blijkbaar was ze ook al heel leuk, maar dat was ze altijd al. Ze keek ze even aan. 'Oké..' ze keek de troepen even aan met zo'n hou-nu-je-mond blik. 'Wij zijn, jullie blijven erbuiten.' snauwde ze even naar het leger van Cobrazarao. Hun moesten inderdaad even hun kop houden, anders was het al lang niet meer zo leuk. En toen kwam Cobra met een hele mond vol brabbeltaal.
"Ken je me dan nog niet? - '- ja wel...' zei ze er tussendoor. ' - Het kan me niet schelen dat iets lijd, zelfs niet van mijn eigen kudde. Je hebt me zelfs goed geholpen. Dat zielig veulen heeft zich vrijwillig aangeloten in mijn trainingskamp. Zijn haat voor jou heeft hem genezen. Pijn is iets zalig, daar geniet ik van. - 'Ah tuurlijk, maar ach, hij moet eerst nog even wachten. Je wilt toch niet nóg zo'n stom beest erbij als die jonge daar achteraan.' grapte ze, ze moest er toch wel even tussendoor komen. '- Toe vertel me nog zo'n verukkelijk verhaal. -' 'Zoals?' '- En slechte troepen. Hij keek alsof hij echt zo verbaast was naar Same. Dat is raar vinden jullie niet? Wij hebben nu het grootste eigendom op de aardbol en hebben nog geen enkele slachtveld verloren. De aarde beeft als we bewegen, alles wat we achterlaten is bedekt met rivieren van bloed en bergen van rottende lijken.-' 'Iewlg, die ruim je toch wel op?' '- Mijn paarden zijn zwaar en gespierd. En dat is niet een geweldig leger? Heb ik jouw zielige troep niet afgeslacht? En wie is hier op de vlucht? Merrie je moet nodig je ogen opendoen." Was zijn laatste zin, steeds moest ze er even tussendoor komen om hem te onderbreken. Hopelijk vond hij het irritant. Ze draaide haar hoofd een beetje schuin en keek de hengst aan. 'Leger! JIJ.' begon ze. Ja, oké dat had hij wel. Even iets nieuws bedenken in haar hoofd. Ze deed zich nu even voor als een raar beest, dat hem aan het uitdagen was. Maar in haar hoofd was ze precies met haar plannen bezig.. 'Gespierd? Geweldig? MIJN troepen zielig. Kijk eens naar je eigen troepen. Hoe zielig díé wel niet zijn. Gewoon sneu om te zien vind je niet? Ik vlucht misschien, alleen omdat ik het erg zou vinden om door een wannabe als jij vermoord te worden. Denk je dat ik mijn mooie kijkers niet open heb. Tuurlijk wel, anders zag ik je niet. NADENKEN.' zei ze opnieuw vreselijk droog, speels en uitdagend. 'En het zijn inderdaad dikke papzakken,' grinnikte ze er achterna. Hij had toch gezegd dat ze zwaar waren? Nou, dat waren ze zeker. Dikke vetkwabben. Dit was gewoon vreselijk leuk. Ze grinnikte weer en keek naar de zwarte hengst. Oké, moest ze weer even haar gedachten op orde brengen. Spelen met Cobrazarao was dan wel vreselijk leuk, maar ze moest weer haar plan rechtzetten. Het plan om te ontspannen. En nu kwam het. Het domme jonge beest zou vallen.

Een bulderende stem van Cobra. Beuken? Heuvel? Ohjeeh. Ze klom sneller, en het stenen gooien was nu minder van belang. Ze stoof omhoog, en toen de heuvels in tweeën brak gleden rotsen onder haar achterhoef naar beneden, richting de spleet. Het viel, haar lichaam viel. Alles leek in slow motion te gaan. Haar been was weggezakt in de spleet. Ze probeerde verwoed omhoog te komen. Onder haar zag ze wolven, zielig, uitgemergeld. Dat kon er ook nog wel bij. Ze bleef bengelen aan het stukje wanhoop. Steeds meer stenen brokkelden af. Stenen prikten in haar buik. Verdomme, het was gewoon, gewoon vreselijk. Ze kon niet op dat ene been blijven steunen. En opeens voelde ze scherpe tanden in het bungelende been prikken. Een wolf had haar. Ze hinnikte woest en gooide haar voorhand op. Zwarte paarden stonden al om hoor heen. Het verdoemde leger. Ze moest niet vallen. Ze verzamelde de kracht en ze kwam weer op drie benen terecht, haar been uit de afgrond ophoog trekkend. De tanden scheurden als rits naar beneden door haar vlees, totdat het uiteindelijk losliet. Ze zette het weer naast zich, maar ze was natuurlijk weer omsingeld. Achter zich, aan de overkant van de spleet stonden er ook enkelen. Ze tilde haar gewonde been op. Fuck, had ze dit weer. Zaten die domme paarden alweer om haar heen. Wolven jankten hongerig bij het ruiken van haar bloed. Dat bracht haar opnieuw op een idee, het was vreselijk riskant maar het moest. Het eerste beste paard dat ze zag zette ze tanden in de hals van het dier. Ze scheurde zijn hals open, omlaag trekkend. Bloed kwam uit de wond. Het stribbelde tegen, maar ze liet zich niet gewonnen. Ze kreeg klappen, maar ze hield vol. En uiteindelijk, toen ze het genoeg vond, trok ze het beest naar de rand. 'Nog laatste woorden,' siste ze. Ze gaf het dier een beuk, bleef doorduwen totdat het tussen de spleet viel, en de wolven hongerig aanvielen. Triomfantelijk keek ze naar Cobrazarao. 'Wie is de volgende vrijwilliger,' siste ze toen vals.

9evil is back (Cobrazarao) Empty Re: evil is back (Cobrazarao) vr 30 sep - 23:33

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

Cobrazarao bleef en bleef maar beuken. De aarde begon hevig te schudden. Uiteindelijk moest hij stoppen. De rots begon in te storten. Hij gaf het bevel om achter dat mormel aan te galopperen. Cobrazarao was woest. Ze had hem beledigt. Zwaar beledigt. Hij was er van overtuigt haar levend te verscheuren en haar rotte lelijke lichaam aan de wolven te voeren. Dat was nog een voordeel van roofdieren. Zij zorgen dat ze volledig is opgeruimd. Cobrazarao had maar een klein leger mee genomen. Die merrie was het heus niet waard. Ze zorgde alleen voor vervelende problemen. Maar hij zal er persoonlijk voor zorgen dat zij hem niet meer kan lastig vallen. Ze gaat er aan. Al vernietigde hij heel Dream Horses om haar te pakken. Hij verlangde het meest naar haar hals. Om haar bloed te laten stromen. Hij kon de merrie haar geschreeuw horen en zag dat ze viel. Een valse grijns sierde zijn grote hoofd. Hij klom omhoog. Hier en daar moest hij ontwijken voor rotsen die naar beneden rolden of opeens kapot braken. Hij hoorde de hongerige wolven. Ze wisten dat het feest was. Ze kregen vlees. Cobrazarao was hun gast heer. Ze zullen veel aan dat vette beest hebben. Aquilia was al omsingeld door zijn krijgers. Ze hadden haar alweer. En zij maar zeggen dat zijn krijgers zwak waren. Zie haar daar nu. Haar been was kapot. Moest ze dit nog overleven moest ze dat been heel haar leven nog meeslepen. Als het nog genas. Aquilia greep een lid beet. En duwde het verwonde dier naar beneden. De hengst werd levend verscheurd. Cobrazarao snoof. Hij was niet van plan om weer te gaan bek vechten. Deze keer liet hij haar niet meer spreken. Hij zal nu met haar vechten. Haar verslinden, haar haten. Cobrazarao zijn krijgers sprongen woest naar voren. Ze wouden allemaal dolgraag dat mormel afmaken. Maar Cobrazarao wilde dit maar al te graag doen. Hij hapte naar een krijger. Ze sprongen allemaal terug achter uit en keken toe. 'Wie is de volgende vrijwilliger,' Cobrazarao hief zijn krachtige hoofd in de lucht. En draafde op een zeer sierlijk tempo op haar af. Hij gooide zijn staart alle kanten op. Hij wilde maar al te graag haar nek breken. Hij gooide zijn voorhoef knallend tegen de stenen grond. Hij ontblote zijn tanden. Hij was bereid te vechten. De wolven bleven op afstand. Maar begonnen ongeduldig te blaffen. Ze hadden honger. Het begon weer neig te bliksemen. De hemel werd regelmatig verlicht. De bliksem scheurde alle kanten op. Rivieren van regenwater zochten een uitweg. Cobrazarao was nog steeds fit. Ondanks de zware inspanningen die hij tot nu toe had beleefd. Cobrazarao begon rond de merrie te draven. Zijn ogen op haar gericht. Zonde dat deze mooie dame haar kansen had vergooid. Ze had nog eens iets kunnen bereiken. Hij heeft al veel prachtige merries af moeten slachten. Omdat ze de verkeerde kant hadden gekozen. Maar ja, merries waren nu eenmaal zo dom. Zijn oren waren in de nek gedrukt. En je zag steeds het wit in zijn ogen. Hij knalde steeds hard tegen de grond als zijn hoeven landen. Hij kon elk moment aanvallen. Maar hij stond ook klaar moest zij opeens aanvallen. Hij kende dat gevallen wel.

Aquilia

Aquilia

Ze hield haar linker achterbeen enkele centimeters van de grond geheven. Ze moest het zo min mogelijk gebruiken, en alleen als het nodig was. De krijgers sprongen naar haar toe. Ze sloot haar ogen, ze zouden haar toch niks doen. Cobrazarao moest en zou haar doden. En ze hoorde het bevel al, direct sprongen de krijgers van de hengst weer achteruit. Ze schudde grinnikend haar hoofd. 'Dat hadden jullie kunnen verwáchten,' zei ze tegen de club van Cobrazarao. Het maakte haar ook niks meer uit, ze vreesde niet meer voor de hengst. Ze speelde maar met haar leven, dat dacht Cobrazarao waarschijnlijk. Ze deed dan wel belachelijk dom, maar ze deed het zoals in haar hoofd stond gepland. De wolven hadden inmiddels het lichaam van de gevallen hengst al verslonden en het karkas achter gelaten. Sommigen van hun zaten de laatste restjes van de botten af te knagen. Heerlijk om te zien. Zo ging het tenminste ook niet stinken. Dat was dan wel zo walgelijk, die geur was zo doordringend. Dat Cobrazarao daar van genoot. Het dier kwam dichterbij, ze bleef staan. Vluchten kon toch niet, en nu al helemaal niet. Het enige wat ze kon doen is alles uitroeien, en dat moest met respect worden gedaan. Ze moest het zorgvuldig doen. Cobra stond tegenover haar, wat te stampen en uit te sloven. Het bloed werd gemengd met het regenwater, en kwam zo van haar been gespoeld, en drupte op de grond. Het stroomde naar de spleet en drupte daar naar beneden. De wolven zouden er vast van genieten. Maar nog blaften sommigen ongeduldig. 'Koppen dicht,' snauwde ze naar de beesten. 'Jullie hebben net eentje op, niet zo ondankbaar zijn,' snauwde ze erna. Ze schudde haar hoofd. Ze zou wel willen wie de volgende op hun menu zou zijn. En het was Cobrazarao à la speciale. Ze grinnikte even en keek Cobrazarao toen aan die klaar stond. Zijn tanden waren ontbloot, en keek haar vals aan. Haar oren waren nog in haar nek gedrukt en keek het dier toen aan. 'Je weet dat jij het zelfde lot kan ondergaan als die arme stakker van zonet hè. Jij staat daar, en als jij toesnelt hoef ik je enkel een drukker te geven. En ik ben niet zo gek om van mijn plaats te komen. Dan is het over voor mij. Dus, ik wacht, en jij kan wachten. Maar jij zal waarschijnlijk zo snugger te zijn om toe te springen,' sprak ze vervolgens uitermate nuchter. Ze schudde haar hoofd, en negeerde ook nog de pijn die uit haar wond kwam. De regen die het schoon spoelde prikte wel, en het stak alsof ze de beet opnieuw voelde. Ze zuchtte eens en keek naar de grond, en vervolgens weer op. Ze bleef letten op Cobrazarao en zijn troepen. Ze schudde haar hoofd, om de manen die aan haar hals plakten enorm kriebelden. Maar het wilde niet, het zat te stevig aan haar hals vast. Opnieuw zuchtte ze, maar dit keer geërgerd. Totaal in zichzelf op gaand, maar ze lette nog wel op Cobrazarao. Zijn leger mocht toch niet aanvallen. Ze zette haar hoef op de rotsige grond omdat het optillen wel enige inspanning kostte. Ze leunde er niet op, nee natuurlijk niet. Dat zou teveel pijn doen. Ze wilde dat Cobrazarao aan zou vallen. Ze wilde hem zien vallen en de wolven op hem zien springen. Ze wilde met hem afrekenen. Maar het probleem was dan dat al die troepen, in een keer op haar zouden springen. Ze gooide haar hoofd op. Dat zwakke leger van Cobrazarao zou ze toch wel aankunnen. Mákkelijk. Ze moest dan wel uitkijken dat ze Cobra dan niet nadeed en ook zou vallen.

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

Cobrazarao gooide steeds zijn hoofd in de lucht. Zijn grote ogen die fijn geknepen waren staarden steeds naar haar sierlijke hals. Hij zal het open scheuren. Zij was nu veel te zwak en liep nu rond met drie benen. En nog steeds dacht ze dat ze de wereld aankon. Ze daagde alles en iedereen uit. Ze dacht dat ze oppermachtig was. Hij moest haar teleurstellen. Hij was oppermachtig. (groot ego) 'Dat hadden jullie kunnen verwáchten,' Riep ze tegen zijn warrior's. Zijn leden keken haar haat vol aan. Ze blafte ook tegen de wolven. Ze maakte ze nog bozer. Wat een dom beest is ze. Hij wist wat haar doel was. Om hem van de afgrond te laten vallen. Pff, dan moet ze maar heel hard haar best doen. Dat zware lijf krijg je niet zomaar omver. 'Je weet dat jij het zelfde lot kan ondergaan als die arme stakker van zonet hè. Jij staat daar, en als jij toesnelt hoef ik je enkel een drukker te geven. En ik ben niet zo gek om van mijn plaats te komen. Dan is het over voor mij. Dus, ik wacht, en jij kan wachten. Maar jij zal waarschijnlijk zo snugger te zijn om toe te springen,' Cobrazarao wilde graag terug antwoorden. Maar deze keer zweeg hij. Hij had al teveel energie aan haar verspild. Nu wilde hij haar alleen maar afmaken. Cobrazarao schoot in de aanval. Net op dat moment schoot er een bliksem naast hen in. Het eerste wat Cobrazarao deed wat tegen haar aan beuken. Zodat ze haar evenwicht verloor. Met een zwaar draaide hij zich alweer op en greep haar gewonde been beet en beet eens fel door. Hij hapte er een paar keer naar. Cobrazarao knalde steeds met zijn borst tegen haar aan. Hier en daar hapte hij stukken vlees uit haar lichaam. Hij beukte weer tegen haar en liet haar op de stenen vallen. Hij knelde haar tussen zijn voorhoeven om te voorkomen dat ze weg zou spartelen. Hij kon haar ook gewoonweg van de afgrond duwen. Maar dan was de lol al zo snel gedaan. Hij wilde er van genieten. Hij liet zijn hoofd naar haar hals glijden en snoof. Er liep een klein beetje bloed van haar hals. Hij likte haar hals. (hij is ziek van binnen xD) Alle paarden keken toe. Cobrazarao ontblote zijn tanden en greep haar nek vast maar beet nog niet geheel door. Dit zou hij langzaam en pijnvol doen ^^.

Aquilia

Aquilia

Ze grinnikte. Ze láchte. Het was allemaal zo.. komisch. En waarom? Waarom? Was ze nou knettergek geworden. Kon ze nog wel nadenken. Het leger van Cobrazarao was boos, de wolven waren chagrijnig, en woedend van Cobrazarao zelf. En het was gewoon.. Ze deden ook wel heel veel moeite. Heel, erg veel moeite. Ze zwiepte met haar staart, het bloed sijpelde uit haar wond. Het water sijpelde van haar staart af. Druppen, overal gleden ze van haar lichaam af. Het bleef regenen, de licht werd steeds verlicht, waardoor het werd beantwoord door een harde donder, die je trommelvliezen deden trillen. En alles, het hele verhaaltje bij elkaar vond ze grappig. Waarom vond ze het grappig. Ze was knettergek aan het worden, maar nog steeds stond er een grijns op haar mond. Een rare, over vrolijke smoel. En alles, ach het was gewoon. Komisch. Het was voorgekauwde fictie. Het was een droom. En het was leuk op te zien. Maar in een droom kon je jezelf geen pijn doen, je kon geen pijn hebben, en waarom prikte die wond dan? Waarom. Ze keek naar Cobrazarao. Hij reageerde niet. Ze stond klaar op hem te wachten. Klaar om hem in de kloof te duwen. Klaar om zijn leven in duigen te laten vallen, en zijn ziel naar hel te laten reizen. Naar de buitenste cirkel van hel. Waar de slechtste slechten zaten. Oftewel, de lelijke wannebes zaten die hun slechte slechte carrière hadden verprutst.
De hengst kwam in beweging. Een bliksemschicht knalde naast hem in. Zijzelf bleef staan. Ze wilde opzij springen toen de hengst er bijna was, maat ze bewoog te traag. Ze bleef op haar vier benen staan, gespreid. Ze wilde haar evenwicht weer vinden. Het beest had zich alweer omgedraaid en beet haar in haar gewonde been. Ze gilde eerst. 'Lafaard,' schreeuwde ze tegen hem in. Haar tanden wisten zijn oor te pakken en zorgde ervoor dat er een scheur in kwam, net goed. Hij beukte, en hapte. Zijzelf probeerde in evenwicht te blijven, en hapte terug. Ze liet zich niet zomaar gewonnen. Een rake beet had ze in zijn bost gedaan toen hij op haar af kwam rennen om weer eens een aanval te plannen. Maar op een enkele moment kon de merrie na een beuk niet meer staan en viel haar lichaam met een dreun op de grond. Ze kneep haar ogen dicht. De stenen die wonden maakten deden niet zo erg zeer, maar de stenen die in haar al gemaakte wonden kwamen waren het ergst. De hengst stond boven haar, op elkaar geklemd tussen haar hoeven. Ze bleef staan, de hengst kwam vervaarlijk dichtbij. Toen ze zijn ruwe tong voelde walgde ze echt. Kokhalzen was er dan net niet. Maar alles in haar lichaam, echt alles duidde erop dat ze walgde. Walgde. Hij genoot blijkbaar van het bloed. Het duurde niet lang of hij mocht zijn eigen wonden gaan likken. Ze voelde de adem van de hengst op haar hals. Ze drukte haar hoofd tegen de stenen, maar was geconcentreerd op een punt van de hengst. Zijn keel. Waar zijn luchtpijn langs zou komen. Als hij te dichtbij zou komen, zou het gebeuren. Niet dat hij al ongelooflijk dichtbij was. Ze kon de rottende stank die van zijn lichaam af kwam duidelijk ruiken. De paarden keken toe alsof het het beslissende moment in een film was. Ziek gewoon. Ze durfden het gewoon niet zelf. Ze hengst pakte haar hals vast, en dat was het moment dat ze toegreep. Haar hoofd schoot omhoog en haar tanden omklemden zijn keel. Hij kneep zijn luchtpijp dicht. Stikken was een wat minder pijnvolle dood. En ze konden elkaar eeuwen in deze greep blijven vasthouden. Al zouden ze samen tegelijkertijd sterven, ze hadden dan allebei wat ze wilden. De ander doodden. Maar het jammere was dan dat ze allebei in dezelfde hel zaten. Erg jammer. Ze moest weer grinniken tussen haar tanden door. Wat was dit een prachtig moment. Ze hoopte maar dat hij eerder niet meer kon ademen. Ze hield hem beet.. Wachtend tot hij realiseerde dat hij moest ingrijpen, of een van zijn troepen. Wat deerde het. We zouden wel zien wie eerder opgaf.

13evil is back (Cobrazarao) Empty Re: evil is back (Cobrazarao) vr 14 okt - 22:27

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

(Hmm, wel heel erg moeilijk. twee paarden die elkaar aan de keel vasthebben. Een onrealistisch move. Maar zal proberen er wat van te maken ^^)

De merrie was werkelijk gek geworden. Ze had er plezier in. Ze lachte en grinnikte. Maar Cobrazarao maakte zich daar niet druk over. Hij liet haar maar plezier hebben in haar laatste minuut. Hier en daar had ze schade op hem gemaakt. Maar hij kon er mee leven. Hij vond haar zielig. Ze deed zo hard haar best om hem te beledigen. Wat was zij toch een wanhopig schepsel. Ze probeerde echt alles. Zijn tanden drukten steeds harder en harder. Hij zal haar pijn laten lijden. En het zal Cobrazarao zeer smaken. Hij was kletsnat en zijn lichaam was gloeiend heet. Zijn vacht begon te dampen. De omgeving was koud. Maar Cobrazarao had het verschrikkelijk warm. Opeens greep de merrie ook zijn luchtpijp. Als één van hen een verkeerde move doet kan het het einde betekenen. Cobrazarao grijnsde vals. Ze gaf het echt niet op. Hij zakte zijn hoofd een beetje. En zo bleven ze daar een lange, hele lange tijd staan. Maar Cobrazarao vreesde niet. Hij had geen angst dat hem misschien het einde kon betekenen. De paarden keken vol verwachtingen toe. Wat zou er gebeuren? Wie zou ontsnappen aan de dood? Is het mogelijk? Cobrazarao leunde met zijn neus tegen de ijskoude stenen grond. Opeens hief hij een voorbeen op en plette Aquilia haar hoofd. Hij knalde regelmatig. Uiteindelijk drukte hij zijn zware hoef tegen haar snuit en rukte zich pijnlijk los. Bloed stroomde naar beneden. Cobrazarao schudde eens met zijn lijf. Hij drukte de merrie nog steeds tegen de grond aan. " Haat je me zo hard Aquilia? Wat een zonde." De warrior's keken verast op toen Cobrazarao zich wist te redden. Zijn lange zwarte manen plakte op zijn natte vacht. Wanneer gaf ze het nu eens op? Wat was ze een stomme koppige merrie. Ze had hem wel een leuke spel bezorgt. Hij was zeer benieuwd hoe het zou eindigen. Zijn ogen waren fijngeknepen. De storm leek eeuwen te duren. Hier en daar leek hij wel een boom te zien omvallen. Zijn hard klopte wilt tekeer. Het leek of het uit Cobrazarao's borst kast wilde springen omdat zijn lichaam zo heet wat. De wind sloeg steeds tegen Cobrazarao.

flutjeee

14evil is back (Cobrazarao) Empty Re: evil is back (Cobrazarao) za 15 okt - 1:00

Aquilia

Aquilia

Ja, ik weet het. Maar ik heb nu wel zo'n geniaal idee. Moet je er wel in meespelen hea. evil is back (Cobrazarao) 435129


Ze kneep haar ogen dicht. Het dier zijn tanden sneden als messen in haar tere velletje. Ze hield hem dan ook stevig vast. Ze moest hem niet loslaten, dat kon ze niet. Lang bleven ze zo staan, haar adem hield het niet lang meer. Haar hoofd begon te bonken. Haar lichaam snakte naar lucht. Haar longen vol te laten lopen. Maar het lukte niet. Opeens voelde een zware druk op haar hoofd. Ze hoopte zo dat haar hoofd niet doormidden zou breken. Haar botten verbrijzeld zouden worden. Ze koude stenen prikten in haar lichaam. Alles bij elkaar was nu lang niet zo grappig meer. Alles deed pijn. Toen zijn hoef eindelijk van haar hoofd werd verwijderd, hij liet los, trok zichzelf los. Ze hoestte enkele keren. Haar ogen bleven dicht. Haar ogen begonnen te prikken, de aarde te tollen. Helder nadenken, dat moest ze. Ze moest een nieuw plan bedenken, ze moest iets doen. Als ze zo bleef liggen, zou ze doodgaan. Ze moest. ARGH. Ze opende haar ogen en zag de zwarte gedaante vlak bij haar. Hij drukte haar tegen de grond, ze kon ook niet opstaan sukkel. Ze probeerde haar ademhaling regelmatig te brengen, dan zou ze kunnen nadenken. Haar hersenen hadden hun welverdiende lucht niet gekregen, en deze konden nu niet meer nadenken. Waarom kon ze dát dan weer wel bedenken. Waarom geen geniaal plan om haar in leven te houden. Ze kneep haar ogen weer dicht. Denk! Smeekte ze in zichzelf. Het bloed kwam uit haar lichaam. Haar ogen opende zich weer. Gelukkig had de slang ook een wond. Opnieuw haar ogen dicht. Het was niet meer helder in haar hoofd. " Haat je me zo hard Aquilia? Wat een zonde." Had de hengst gezegd. Haar oren bleven langs haar nek naar achteren gericht. Haar lichaam kon niks meer. Amper bewegen. Ja, ik haat je vreselijk! Wilde ze tegen de hengst zeggen, maar voordat ze haar lippen van elkaar bracht hadden haar hersenen een plan in haar hoofd gegooid. Ze stopte meteen met haar woorden en opende haar ogen. Je weet niks meer, hadden haar hersenen haar toe gefluisterd. En dát was een ideaal plan.
Ze opende haar ogen, ze keek de bekende hengst aan, die ze onbekend moest voorstellen. Ze bleef met haar hoofd op de grond liggen. 'Auuhaaaauuwwww... au, auw,' jammerde de merrie. 'Pijhiijn!' jammerde ze erachter na. Ze keek de hengst aan. Waarvan ze de naam drommels goed wist, maar dat wist ze niet. Ze wist niks meer. Dat moest ze zichzelf voorstellen, maar de waarheid in haar geheugen achterlaten. Ze knipperde met haar ogen en het beeld verscherpte voor haar ogen. Ze keek de zwarte hengst verbaast aan. 'Wie ben jij nou weer?' zei ze tegen de hengst. Ze bewoog haar hoofd een beetje over de grond en zag de andere paarden ook staan. 'Wie zijn jullie!' in haar ogen begon angst te vormen. 'Wie ben ik, wat doe ik hier!' ze keek bang om zich heen en keek weer naar de hengst voor zich. 'Hoe komt dit.. al die pijn. Het is koud,' jammerde ze, dit keer gericht naar de hengst. In haar achterhoofd lachte ze keihard door haar optreden. Ze wilde dat het zou werken, dat het mooi zou worden. Ze hoopte dat Cobrazarao mee zou werken. Dat hij haar zogenaamd wijs zou maken dat hij in zijn kudde zat. Dat hij zogenaamd.. Ooh wat mooi. Dan zou ze misschien kunnen geheeld worden, dat zou ze misschien nog in leven kunnen blijven. Dit was het slimste wat ze had bedacht, alleen het enige probleem was dat Cobrazarao moest meewerken. Ze keek de hengst even verbaast, angstig en zielig aan in haar rol. Geheugenverlies, wat slim.

15evil is back (Cobrazarao) Empty Re: evil is back (Cobrazarao) za 15 okt - 20:55

Cobrazarao

Cobrazarao
VIP

Hij toonde geen sprankje medelijden. Hij voelde voor haar niets. Het enige wat hij wilde is haar vermoorden. De merrie lag plat op de grond. Ze kon niet meer opstaan. Door het vele bloedverlies. Hij zag aan haar gezicht dat ze iets probeerde te bedenken. Cobrazarao bleef dicht bij haar staan en grijnsde van plezier. Dit is nou iets waar hij van genood. De merrie kon niet meer. Ze zou het nooit overleven zonder hulp. Cobrazarao schudde met zijn zware lijf. Ook hij had veel bloed verloren. Maar dat deed hem niets... Helemaal niets. Hij was doorweekt. Kletsnat. Hier en daar zag je lichtrode schuim op zijn vacht geplakt. Dat kwam door de mengeling van zweet en bloed. Aquilia snakte naar adem. Het was best zielig hoe ze daar nu lang. Opeens begon ze te klagen. 'Auuhaaaauuwwww... au, auw,' jammerde de merrie. 'Pijhiijn!' Cobrazarao zijn hoofd verstrakte. Achter zich kon hij nog net via zijn ooghoek enkele warrior's verbaast naar elkaar kijken. Ze vonden het ook raar dat ze opeens zo veel pijn uitriep. Cobrazarao's ogen gleden weer kil naar de merrie. Hij zag opeens hoe haar houding veranderde. Ze deed opeens heel onschuldig en angstig. Cobrazarao was niet iemand die snel in zulke plannetjes viel. Hij kon heel goed zien wat ze uitspookt. Hij kon duidelijk zien dat ze een nieuw plannetje had gemaakt. Ze speelde te overdreven. Ze acteerde goed. Maar niet goed genoeg. Maar... Misschien moest hij maar mee spelen. Misschien word dit nog een leuker spel. Of hij kon haar nog eens goed gebruiken voor zijn plannen. Ze keek naar hem. Cobrazarao keek haar kil aan. En toonde geen sprankje emotie. 'Wie ben jij nou weer?' Vroeg ze. Cobrazarao gaf geen antwoord. En onderzocht haar nog steeds. Ze richtte zich daarna naar zijn troepen. 'Wie zijn jullie!' Ook geen van hen gaf daar antwoord op. Ze begrepen Cobrazarao maar al te goed. 'Wie ben ik, wat doe ik hier!' Vroeg ze dan alweer. Cobrazarao stapte kil op haar af. "Ik kan jou nog goed gebruiken..." Fluisterde Cobrazarao in haar oor. Zijn zware stem had zo'n kil randje. Zijn stem voelde niet goed aan. Hij hief zijn hoofd omhoog en richtte zich naar de uitgeputte warrior's. "We trekken terug naar The Blood Horses... Maar we hebben een blok aan ons mee. Dus zorg dat ze doorloopt of ik ruk jullie strot er af!!" Gromde Cobrazarao. De reis duurde 3 dagen zonder te stoppen. Maar hij moet gewonde en uitgeputte paarden meeslepen. Het zal wel langer duren dan 3 dagen. Hij hapte in Aquilia haar benen en dwong haar om op te staan. Hij zal het haar niet gemakkelijk maken. Want hij wist wat ze allemaal aan het doen was.

16evil is back (Cobrazarao) Empty Re: evil is back (Cobrazarao) za 15 okt - 21:16

Aquilia

Aquilia

Ze waren verbaast over haar optreden. Ze bleef op ze koude, natte grond liggen. Niet de fijnste plek, maar ze kon hier haar ademhaling onder controle krijgen. Ze keek naar Cobrazarao, die haar optreden niet of juist wel door had. Ze hoopte niet, maar dat was maar een kleine kans. Ze bleef op de grond trillen om te laten zien dat ze zogenaamd bang was, dat ze zogenaamd een klein veulen was. Ze wilde overleven, ze wilde overleven. En hopelijk gaf Cobrazarao haar die kans om haar mee te nemen naar zijn kudde. Niet de meest geweldige plek om te blijven, maar ze kon er tenminste helen. Op haar vraag antwoordde de hengst niet. De anderen antwoordden ook niet. Ze was maakte zich nog kleiner en keek de hengst aan. Die gewoon kil naar haar keek. De hengst kwam dichterbij bij haar laatste vraag. Ze klemde zich nog dichter tegen de grond aan. "Ik kan jou nog goed gebruiken..." Fluisterde hij haar toe. Normaal zou ze walgen, in haar achterhoofd deed ze het ook, maar het was goed. Precies de bedoeling. 'Waar heb je het over..' zei ze even angstig, paniekerig. Ze keek de hengst aan. "We trekken terug naar The Blood Horses... Maar we hebben een blok aan ons mee. Dus zorg dat ze doorloopt of ik ruk jullie strot er af!!" had de hengst geroepen. Nadat hij zijn hoofd had geheven. Een kort glimlachje sierde haar lippen, op het moment dat Cobra niet keek. Maar zodra hij weer bij haar was verdween deze als sneeuw van de zon, en had ze haar acteergezicht opgezet. Ze voelde toen de tanden van de hengst in haar achterbenen. Ze klom overeind, haar been deed ongelooflijk veel zeer, maar ze moest wel opstaan. Ze bleef trillend staan, haar zwaar gewonde been wat van de grond houdend. Ze keek de hengst angstig aan. Ze zouden weggaan, ze zouden nu echt weggaan. Ze zouden naar zijn kudde, maar wanneer, waar, en hoelang zou het duren. Sommigen van zijn leger waren ook gewond. Ze liet haar hoofd hangen en stapte toen enkele passen hinkelend. Het zou wel lukken, niet op een vreselijk hoog tempo, maar het zou lukken om haar lichaam op drie benen te laten balanceren en zo vooruit te komen. Ze hief haar hoofd en keek naar Cobrazarao. Het zou interessant worden. Heel erg.

~ flut. ;3

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum