Vol zelfvertrouwen liep Colyat langs de hoge bomen in het bos. Er hong en stevige wind die zijn manen warrig deed maken.
Ze waren nu best wel lang, door dat hij hier al lang was was het nu dus wel gegroeid.
Colyat stond stil en keek voor zich uit, Het enige wat hij zag was bossen, en dus ook alleen maar bossen.
Het leek alsof er geen andere paarden in de buurt waren, het was stil en kil en daar hield hij natuurlijk wel van.
Hij keek naar de grond en zag de bladeren onder hem weg dwarrelen. Met kleine bewegingen begon hij weer te lopen door het bos. Het zag er maar dor uit. Ineens spitste Colyat zijn oren en keek naar boven. Boven hem waren twee kraaien bezig met een nest maken en hij kon het niet laten om ze te storen.
Met een aanloop trapte hij vollop tegen de boom aan waardoor de kraaien hard gingen krijsen en wegvlogen.
Hij grinnikte toen er een paar takken weer uit de boom vielen. Zo, dat moest gewoon even, hij had al zo lang niemand meer kwaad gedaan.
Colyat probeerde niet te denken aan het kwaad, dan kreeg hij alleen maar meer zin om iemand pijn te doen.
Met zijn zwierende manen in de wind stapte hij voldaan verder. Hij verveelde zich best wel.
Zijn oren vlogen een beetje in het rond toen hij een geluid uit de bossen hoorde."Wie is daar? Kom onmiddellijk tevoorschijn!" Snauwde hij met zijn oren naar achter geduwd."Als je nu niet komt haal ik je zelf wel uit de bossen"
Colyat stapte naar voren naar het bosje
Ze waren nu best wel lang, door dat hij hier al lang was was het nu dus wel gegroeid.
Colyat stond stil en keek voor zich uit, Het enige wat hij zag was bossen, en dus ook alleen maar bossen.
Het leek alsof er geen andere paarden in de buurt waren, het was stil en kil en daar hield hij natuurlijk wel van.
Hij keek naar de grond en zag de bladeren onder hem weg dwarrelen. Met kleine bewegingen begon hij weer te lopen door het bos. Het zag er maar dor uit. Ineens spitste Colyat zijn oren en keek naar boven. Boven hem waren twee kraaien bezig met een nest maken en hij kon het niet laten om ze te storen.
Met een aanloop trapte hij vollop tegen de boom aan waardoor de kraaien hard gingen krijsen en wegvlogen.
Hij grinnikte toen er een paar takken weer uit de boom vielen. Zo, dat moest gewoon even, hij had al zo lang niemand meer kwaad gedaan.
Colyat probeerde niet te denken aan het kwaad, dan kreeg hij alleen maar meer zin om iemand pijn te doen.
Met zijn zwierende manen in de wind stapte hij voldaan verder. Hij verveelde zich best wel.
Zijn oren vlogen een beetje in het rond toen hij een geluid uit de bossen hoorde."Wie is daar? Kom onmiddellijk tevoorschijn!" Snauwde hij met zijn oren naar achter geduwd."Als je nu niet komt haal ik je zelf wel uit de bossen"
Colyat stapte naar voren naar het bosje
-Casmira