Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

What once was.... [Night Dancer]

3 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Nevaeh

Nevaeh

N I G H T D A N C E R




It's raining in my memories, the memories of you.
Now you no longer stand by my side,
now you are gone.
I know now that the rain will continue but it will reduce over time.
The time where I make new memories with someone new.

Regen. Het kwam uit de hemel vallen alsof ook het pikzwarte wolkendek boven haar ravenzwarte hoofd de opgekropte emoties kwijt moest, in de vorm van koude, natte doorzichtige druppels. En het waaide. Het waaide hard, iets wat kenmerkend was voor de late herfst. De winter liet niet lang meer op zich wachten, dat was duidelijk. De gure wind fluisterde haar woorden toe die ze niet kon plaatsen. De dikke druppels werden in haar gezicht gesmeten alsof moeder natuur boos op haar was. Ze voelden als naaldjes aan tegen haar inktzwarte velletje. Door de regen die van haar afstroomde waren de zoute tranen niet te zien. Als een zwarte massa, niet afwijkend van de schaduwen die de hoge bomen creërden bewoog ze zich voort in een slome stap. Het geluid van tikkende druppels die op de grond, en op alles in haar omgeving viel maakte haar haast gek. Haar inkzwarte vacht was doorweekt, haar manen die eens zo krullend en glanzend waren hingen als slappe striemen tegen haar kletsnatte vacht. Uitschudden had geen zin. Alles wat ze hier deed, huilen, jammeren en vloeken, niks had zin. Niks kon haar dochter terughalen. Niks.

Tik tak, tik tak, zo ging het de hele weg door totdat haar eigen hoefslagen haar brein overspoelden. De laatste tijd werd ze geteisterd door dromen, veelal met slechte afloop. Over haar dochter, over Night. Over vroeger. En toen ze vanmorgen haar helgroene ogen opsloeg, wist ze dat Nepturos nooit meer terugkwam. Ze was weggegaan met een onbekende reden, maar elke hinnik die ze geslagen had nooit een antwoord gekregen. Álle gebeiden in DH had ze uitgekamt de laatste weken. Weer of geen weer, elk hoekje had ze onderzocht en gezocht naar haar dochter. Waarom was ze weggegaan? Was ze zo'n slechte moeder? Ze was vast ergens buiten DH aan het sterven... of ze had een hengst gevonden en had hem gevolgd... Duizenden vragen en gedachtes tolden door haar hoofd, tot ze er gek van werd. Gesloten ogen, voortsjokkend zonder doel. De tijden zullen nooit meer hetzelfde worden, ze voelde zich eenzaam en zou zich ook blijven voelen. Ze was jong en sterk, een doorzetter, maar de emoties werden even te veel. Ze had bij zichzelf gezworen nooit meer een veulen te krijgen. Het deed verekkte pijn, zo'n ding in je buik- en dan verlieten ze je zonder iets te zeggen, of zelfs maar op de hinnikken van je moeder te antwoorden. Zonder enig besef van tijd of waar ze was, dwong ze zichzelf haar benen elke keer op te tillen en vervolgens met een spattende klap weer te laten vallen. En zonder dat ze ook maar wist waar ze mee bezig was, sjokte ze recht op een joekel van een boom af.

Een klap, sterren, donker.

Ze dwong zichzelf te blijven staan.

De zwarte massa die ter aarde stortte.

Kloppende aderen. Nattigheid. Een warme vloeistof, die anders aanvoelde dan al het andere, gleed langs haar hoofd. Waren het hoefslagen die daar klonken? Was het niet een bekende geur die haar neusgaten binnendrong? Even sloeg ze haar ogen op, grijs. Alles was grijs, haar ogen deden pijn, haar hoofd deed pijn, alles deed pijn. Ze ademde moeilijk. Een schim werd langzaam zichtbaar, een schim met een chocoladekleur... Ze smeet haar been vooruit, hetgene wat pijnlijk onder haar lichaam lag, langzaam probeerde ze overeind te komen, alles werd steeds duidelijker voor haar ogen.

[Omg, dit is echt niet mijn stijl van posten... Maar het ging wel lekker :3]

Jack Sparrow

Jack Sparrow

De naaldjes prikte in zijn vacht, maakte kleine ondiepe wondjes, zijn staart zwaaide wat heen en weer. En een luid gekraai was hoorbaar, de schaduw van de vogel overmeesterde de hengst. Hij zuchtte even. Stopte sloot zijn ogen en dacht diep na. Enkele paarden liep al langs. Er waren hier ook zo veel paarden, enkele daarvan waren Duister. Net als de zwarte hengst. Het was lastig, en een zware klus om de wereld te verschonen van wannabe’s, goedzakjes, neutrale, om alles wat niet Duister was op te ruimen. En ja zeker, Duister, Duivel, en al die woorden schrijf je met een hoofdletter D. Maar dat deed er nu even niet toe. Wat deed er wel toe? Ja, dat de wereld werd opgeruimd van alles wat niet puur slecht was, niet Duivels. Dat deed er toe. De rest eromheen was misschien wel belangrijk, maar het deed er niet zo erg toe. De zwarte hengst was veranderd, zijn stem geluid was rauw, en iet wat schor geworden. Hij was nog slechter dan vroeger. Liet zich niet meer zo makkelijk omhalen. Opnieuw had hij zich gezworen nooit meer een partner te nemen, en opnieuw stond hij op het punt, om die belofte te breken. Ach joh, wat zou het ook. Het begon te regenen, bakken met water vielen uit de hemel, grote druppels water stroomden over zijn huid naar beneden. Zijn manen kleven aan zijn vacht. En zijn staart tussen zijn billen. Hij brieste zacht, sprong aan in een galop, zijn hals gekruld, zijn neus voor zijn borstkas. Zijn staart een beetje in de lucht geheven. Hij brieste nogmaals. Sprong over een lage broomstronk heen. Uiteindelijk bereikte een geur zijn neusgaten. Hij stopte, ging over in draf. En draafde stevig door, richting de geur, die hem al te bekend voor kwam. Een zwarte schim vaagde in de verte.
De zwarte hengst stopte voor haar. Deed zijn laatste passen in stap. En stond nu zo’n drie en een half meter van haar verwijderd. Hij keek haar even aan. ’’Goedendag.’’ Zei hij kalm, met zijn iet wat schorre, en rauwe stem. Zijn staart zwaaide even heen en weer. Zijn oren bevonden zich in zijn manenbos, zijn staart iets meer in de lucht geheven. Wachtend op het antwoord van Neveah. De zwarte merrie tegenover haar.

Nepturos

Nepturos

Hoge donkergroene naaldbomen waren in zicht. De jonge merrie stond er een kleine twintig meter van af. Ze kon nu nog terugkeren. Het kon nog. Maar dat was laf. Het was ook laf om alle hinniken van haar moeder niet te beantwoorden. Zomaar weggaan zonder te zeggen dat ze vertrok. Zonder ook maar enig teken te geven dat ze er niet meer zou zijn. Ze was ook dom geweest, ze was enorm dom geweest. Die hengst had haar bedrogen, haar misbruikt, haar.. Ze kon alle misdaden opnoemen wat hij had gedaan, maar ze zou hem achter zich laten. Ze zou nu naar haar moeder toegaan en zeggen dat ze er weer was, dat ze er voor altijd weer zou zijn. Dat ze haar had gemist, dat ze zich schaamde. Maar had ze die lef, had zie die lef om naar haar moeder te keren. Van het trotse sterke veulen was niks meer over. Nu kon je het een skelet met een beetje vlees erop noemen. Haar spieren waren afgezwakt. Haar ribben kon je van veraf tellen. Die tocht die hengst achterna, en weer terug was vreselijk zwaar. Haar blauwe ogen stonden dof gekleurd, en van de glinstering in haar vacht was er niets meer over. Ze haalde eens diep adem en zette haar lichaam weer in beweging, de bomen in.

Haar oren waren naar achter gericht, haar staart hing langs haar achterhand futloos naar beneden. Ze voelde al snel de eerste druppen op haar donkerbruine vacht vallen, en al snel waren er honderden van deze druppen. Haar korte zwarte manen waren snel drijfnat en hingen futloos langs haar hals. Geplakt op haar hals, die ook snel donker werd gekleurd door de dikke druppen. De nattigheid drong snel door tot haar fel, waardoor ze het gauw ook erg koud kreeg. Ze had ook nog geen wintervacht. Haar lichaam produceerde het te langzaam. Haar weerstand was ook in zeer slechte staat. Ze sloot haar ogen, zuchtte eens. Een rilling liep door haar ruggengraat, helemaal naar haar staartwortel. Ze liet haar hoofd weerloos hangen. Hoe lang zou haar leven nog duren. Ze moest en Nevaeh vinden, omdat ze haar moeder verschrikkelijk miste, en omdat ze het anders niet zou halen. Ze zou verschrikkelijk op haar donder krijgen van haar moeder, maar ze moest naar haar toe. Regendruppels vermengden zich met de zoute tranen. Ze kon ze niet meer van elkaar onderscheiden. Langzaam bereikte een geur haar neusvleugels. Steeds werd deze duidelijker, en direct wist ze van wie deze was. Nevaeh. Ze beet op haar lip. Ze keek naar de grond en stapte langzaam door. Een velletje aan de binnenkant van haar onderlip. Ze bewoog het langzaam heen en weer tussen haar witte tanden. Ze proefde een druppel bloed. Het velletje had ze open gebeten. Op het moment deerde het haar niet. Haar moeder, ze moest erheen. Haar oor draaide zich naar recht. Een andere geur vermengde zich met die van haar moeder. En erg leuk kwam de geur van haar vader erbij. Moest die er ook bij zijn. Ach, had ze direct alles in een klap. Ze zuchtte en langzaam kwam de ravenzwarte gedaante in zicht. Ze lag op de grond, en probeerde overeind te komen. Haar vader stond er al bij. Tranen stroomden toen snel achter elkaar over haar wangen, die gelukkig niet zichtbaar waren. De regen spoelde ze direct weer weg. Ze draafde aan. 'Moeder,' fluisterde ze. Ze zwiepte haar natte staart, die als zweepslagen tegen haar flank kwam. Door de klitten, en omdat ze helemaal nat waren waren ze tot lange natte sprieten, dat tegen haar flank knalden als een paar zwepen. Maar het deerde haar niet. Ze galoppeerde aan. Drie passen waren voorbij en ze was al bij haar moeder. Ze stond bijna direct stil en drukte haar neus tegen haar voorhoofd. Snel haalde ze deze er vanaf. Ze was soft geworden, maar ze was zo blij bij het zien van haar moeder. 'Het spijt me zo.'

Nevaeh

Nevaeh

Verdomme, was ze nou zojuist tegen een boom aangeknald? Langzaam trok ze zichzelf overeind, haar kop bonkte als een gek en ze voelde hoe het warme bloed langs haar monhoek sijpelde. Terwijl ze nog wat wankelend haar evenwizcht probeerde te hervinden en haar ogen even sloot, drong de stem van de hengst tegenover haar haar fijn gevormde oorschelpen binnen. Ze opende abrupt haar helgroene ogen. Night Dancer. De laatste tijd walgde ze alsmaar meer van hem. Die hengst waar ze iets meer dan een jaar geleden zo close was. En nu, nu had hij die witte merrie, Deina heette ze, verleid en had een goede plek in een kudde weten te bemachtigen. Arme, arme Deina. De inktzwarte merrie had oprechte medelijden met haar. Terwijl Night Dancer haar het hof maakte en hij binnetrad in de kudde die om de week van leider switchte, liet hij haar alleen. Hun prachtige dochter van was aarde geveegd, en zij bleef alleen over. Iedereen verliet haar. Snuivend gooide ze haar kop omhoog. Boven haar linkeroog zat een snee, met wat geronnen bloed en viezigheid erop. Crap, ze haatte littekens. Anders dan die Deina, die deed het er gewoon om. "Je hoeft niet zo formeel te doen, hengst" Snoof ze. Haar oren lagen in haar nek. "Ik heb gehoord dat je een relatie hebt met dat witte mormel. Het zal me benieuwen wanneer het eerste veulen komt, en je haar als een steen laat vallen, net zoals je met mij hebt gedaan" Gromde ze. Ze hoopte dat deze woorden hard bij hem aankwamen, dat hij zich schuldig voelde. Maar zelfs dat kon de keren niet uitgummen dat ze wanhopig naar Nepturos én hem had gehinnikt. Hij moest weg uit DH, voor een of andere taak. Waarschijnlijk was hij gewoon met zijn stomme kop achter de reet van een hengstige merrie gelopen. Damn, wat ze hatte ze hem. En hoe meer ze erover nadacht, hoe erger die haatgevoelens werden. Opeens drong een geur haar neus binnen. Eerst, een paar luttele seconden, wist ze hem niet te plaatsen. Haar linkeroor bewoog naar de kant waar de geur vandaan kwam. Toen herkende ze de geur. Ze verstarde als een blok beton, zelfs haar hart klopte even niet. Tenminste zo leek het. Langzaam draaide haar inktzwarte hoofd, doordrenkt van herfstregen, naar links. Haar ogen vol ontzetting. Was het echt Nepturos, die daar aan kwam lopen? Was het echt haar dood gewaande dochter? Ze kneep haar ogen tot spleetjes en zag hoe ze dichterbij kwam draven. Ze zag er verschrikkelijk uit. Haar ribben staken uit, haar vacht was dof en veel te dun voor de aankomende winter en haar manen en staart hingen er maar futloos bij. Toch was de friese merrie dolgelukkig dat Nepturos nog leefde. Ze liep langzaam op haar af. "Ssssst, stil maar, het komt goed meisje." Haar moederinstinct nam het over en ze boog haar sterke hals over het dunne, doorweekte lichaam van de jonge merrie. Ze was nu even, dit moment, zielsgelukkig. "Rustig maar, kom maar even op adem. Wat zie je eruit! We gaan wat naar het Zuiden, daar waar het warmer is, daar kun je wat bijkomen. Rustig maar" Rustig en zacht was haar stem. Haar helgroene ogen fonkelden als nooit tevoren.

Nepturos

Nepturos

Ze zag haar moeder, een klein beetje bloed kwam uit haar mondhoek. Ze schudde haar hoofd, ze was er bijna. Haar moeder leek niet erg blij te zijn, had ze ruzie met haar vader. Zo leek het tenminste, maar nu boeide het haar niet. Ze was weer bij Nevaeh. De inktzwarte Friese merrie. Haar oren draaiden zich iets naar voren. Tranen stroomden over haar wangen, maar dit was niet te zien. De regen prikte als honderden bijen op haar lichaam, maar alles maakte nu niet uit. Ze was bij haar moeder, en dat was het belangrijkst. Ze snikte eens, probeerde haar ademhaling onder controle te krijgen. En toen stond ze onder de warme hals van haar moeder. Ze drukte zich als een klein kind tegen haar aan. Haar ogen waren gesloten en ze snikte zachtjes. "Ssssst, stil maar, het komt goed meisje." zei haar moeder zacht. Ze knikte even, maar iets zeggen kon ze eventjes niet. Ze was bang, alles deed haar zeer, maar ook gelukkig. Ze was nu weer terug thuis. Ze was vreselijk dom om te vertrekken, maar ze was weer thuis. Ze keek even met haar donkere ogen omhoog naar haar moeder. "Rustig maar, kom maar even op adem. Wat zie je eruit! We gaan wat naar het Zuiden, daar waar het warmer is, daar kun je wat bijkomen. Rustig maar" zei haar moeder. En het stelde haar gerust. Ze haalde eens diep adem, maar ze bleef onder de hals van haar moeder staan, haar veilige haven.
‘Ma-a-amm,’ snikte ze even zachtjes. ‘Ben je nu boos? Ben je nu teleurgesteld dat ik er niet was?’ vroeg ze zacht tegen haar moeder. Zelf voelde ze zich wel heel erg slecht, heel erg laf dat ze was vertrokken. Maar ze kon de tijd niet meer terugdraaien, ze was nu écht weer terug, en ze zou ook blijven. Voor altijd. En niemand zou haar nu nog wegleiden. Zoals dat wel was gebeurd. Ze kneep haar ogen weer dicht, die stomme, gemene, vervloekte hengst. Hij mocht sterven voor haar part wat hij had aangedaan. En, waarom was zonet Nevaeh boos op haar vader. Ze wist ook niks meer, zou er zoveel gebeurd zijn in de tijd dat ze weg was gegaan. Ze wist het ook niet, ze wist al heel lang niet meer wat er allemaal in DH was gebeurd. Haar thuis.

Jack Sparrow

Jack Sparrow

''Ja, blijkbaar kan je niks geheim houden als je in Dream Horses leeft.'' Merkte hij nuchter op. Hij walgde niet van de merrie. Hij haatte haar niet enorm ofzo. Hij mocht haar gewoon niet meer zo erg. Een jaartje geleden ofzo waren ze close geweest. Nu had hij Deina, en hij vroeg zich af of Neveah zich ooit nog aan een partner zou gaan wagen. Het was niet zijn fout dat ze nu uit elkaar waren. De pikzwarte merrie, wou niet meer, alleen omdat ND even uit DH was gegaan. Zo dom, en nou... Nou gaf ze hem de schuld, dat was wel te merken. Hij merkte een schim op. Nepturos.. Night Dancer keek haar lichtelijk verbaasd aan. ''Nepturos.'' Zei hij kalm. Dus zij kwam ook even aanlopen. Aah, een heerlijke familiereünie. Waarom ook niet. ''Teleurgesteld misschien.'' Merkte hij kalm op. Ja, natuurlijk was hij teleurgesteld in haar. Maar ze zou haar training weer kunnen oppakken. Het nieuws van haar ouders zou ze later krijgen.

Nevaeh

Nevaeh

Ze ergerde zich verschrikkelijk aan het eeuwige forumele, dorge gedoe van de chocolade kleurige hengst. Ze voelde het jonge lichaampje onder haar hals trillen. Ze zuchtte even toen hij zich er ook mee ging bemoeien, terwijl Nepturos het duidelijk over haar moeder had. En toen hij wat dichterbij kwam, schoten haar oorschelpen tegen haar schedel en bewoog haar hoofd naar hem. Ze haalde haar doorweekte hals van het merrietje af. "Nou Nepturos, ik moet eerlijk zeggen dat ik het jammer vind dat je niet op mijn hinniken hebt geantwoord. Maar, het gaat erom dat je terug bent!" Ze sloot haar woorden af met een glimlach. Over niet al te lange tijd zou deze merrie, die haast vel over been was, weer helemaal gezond en glansend zijn. Haar hoofd bonkte nog lichtjes, en ze vond het feit dat er een nóg een litteken op haar hoofd zou ontstaan niet al te fijn. Anders dan Deina, het witte mormel, hield ze niet van littekens. Ze bedierven de huid. Ze wierp nog even een strakke blik op de hengst. Waarom hou je niet op met je droge gedoe? En waarom geef je niet gewoon toe dat je me verlaten hebt, precies op het moment dat Nepturos ervandoor ging? Zeiden haar helgroene ogen. Nee, ze wilde niet meer dat Nepturos in de buurt van die vervloekte serpent kwam.

Nepturos

Nepturos

Ze kon merken dat de sfeer tussen haar ouders gespannen was. Wat was er gebeurd? Waren ze uit elkaar? Was er in zo'n klein jaartje zo veel gebeurd. Ze keek even weer naar haar vader, die het antwoord gaf op de vraag die ze stelde, die eigenlijk voor haar moeder was bestemd. Teleurgesteld, natuurlijk. Ze was ook teleurgesteld op zichzelf, ze was boos op zichzelf. Ze was dom geweest, en dat vergaf ze zichzelf niet. Ze keek weer naar haar moeder. Ze had een wond op haar hoofd staan. Ze zei even niks, dat gebeurde nog wel. Ze wachtte eerst op haar antwoord. "Nou Nepturos, ik moet eerlijk zeggen dat ik het jammer vind dat je niet op mijn hinniken hebt geantwoord. Maar, het gaat erom dat je terug bent!" Ze knikte langzaam. ‘Dat spijt me ook heel erg,’ zei ze zacht. Ze keek op naar haar moeder. Ze schudde haar hoofd vervolgens even schuddend. Ze moest het nu vragen. ‘Wat, wat is tussen jullie twee?’ mompelde ze zacht. Ze had het nog heel koud. Ze keek weer even naar haar vader. Ze schudde vervolgens even haar hoofd en bleef dicht bij Nevaeh staan.

~ whaah sorry voor deze enorme flut.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum