Chico huppelte in het rond. Tot hij bij het korenveld aankwam. Daar hield hij hald. Hij begon te lachen.Gewoon, zonder reden. Best raar. Maar zo was hij nnu dan. En zo zijn was leuk. En hij bleef zo. Ja, voor altijd. Hij glimlachte. Spring spring, hij sprong in het koren veld. En sprong de hele tijd door.
Hij voelde zich zo blij, ineens.
waarom wist hij niet. Maar hij wist wel dat dit nog een leuke dag werd. Een dag die je nooit zal vergeten. Waarom dacht hij dat? Iets in hem zei dat hij gewoon op zijn gevoel moest gaan.
Dus dat deed hij, hij volgede dat stemmetje altijd. Dat stemmetje zorgde voor geluk. Maar inhem was ook een nep stemmetje. Die zorgt voor ongeluk. Zo dacht hij.
Zo zat het in zijn kop, en voelde hij zich veiliger. Chico sprong wer verder. Tot ergens in het midden.
Daar ging hij liggen, hij was uitgeput. Hij deed zijn ogen dicht. Maar het nep stemmetje begon te klagen. Hij zeurde van; doe je ogen open! Ga niet slapen!
En zo van die dingen. Best irrietant. Maar hij deed zijn ogen toe. Hij sprak altijd tegen. Hij luisterde er nooit naar.
Te eigenwijs dat hij was.Hij hoorde iets achter zich. Hij ssprong recht en draaide zich meteen om. Daar zag hij een zwart paard staan. Hij wachten af tot het zwarte paard iets zei.
~ Voor Keyaz mijn Pleegvadertje ~