Een prachtige, arabische merrie liep langs een mooi zilveren meer. De bomen die langs het meer stonden waren al net zo adembenemend mooi als het meer zelf. Een perfect plaatje: de witte, arabische merrie, het zilveren meer en de bomen die er al net zo goed bij passen
De merrie snoof een keer en keek om haar heen. Een koel briesje schreed langs. De zilveren manen van de merrie waaiden op. Kai hief haar staart hoog in de lucht. Ze vond zichzelf heel wat. Dat had je als je in je vorige kudde aanbad werd of je een godin was. Door al dat aanbeden was Kai in een zeer zelfverzekerde merrie veranderd. Vroeger was ze juist altijd heel erg onzeker en bang voor de meeste dingen die vreemd overkamen op haar. De donkerbruine ogen van Kai keken uit over het prachtige meer. Dat meer leek alsof het van zilver was. Het had een zilveren gloed. Kai zuchtte en liep sierlijk met haar staart hoog in de lucht naar de oever toe. In de wind waaide haar staart als een vlag achter de merrie aan. Ze voelde zich intens gelukkig hier. De merrie was nog niet lang in DH. Maar nu voelde ze zich al erg thuis hier. Plotseling hoorde Kai een ander paard. De spitse oortjes van de merrie richtte zich in de richting waar het geluid vandaan kwam. Zo te horen was het een hengst. Kai ging op haar allermooist staan. Hoofd hoog, staart hoog en een sierlijke houding. Alles wat een merrie zoals haar nodig had om een hengst te versieren. Kai vond het altijd lollig om een hengst in te palmen, het was onderhand haar hobby geworden. De merrie moest even glimlachen bij die gedachte. Ze keek met een heldere blik in de richting van de hengst, die zo wel eens tevoorschijn zou komen. 'Hoi.' groette Kai verleidelijk. Het paard verscheen bij het zilveren meer.
De merrie snoof een keer en keek om haar heen. Een koel briesje schreed langs. De zilveren manen van de merrie waaiden op. Kai hief haar staart hoog in de lucht. Ze vond zichzelf heel wat. Dat had je als je in je vorige kudde aanbad werd of je een godin was. Door al dat aanbeden was Kai in een zeer zelfverzekerde merrie veranderd. Vroeger was ze juist altijd heel erg onzeker en bang voor de meeste dingen die vreemd overkamen op haar. De donkerbruine ogen van Kai keken uit over het prachtige meer. Dat meer leek alsof het van zilver was. Het had een zilveren gloed. Kai zuchtte en liep sierlijk met haar staart hoog in de lucht naar de oever toe. In de wind waaide haar staart als een vlag achter de merrie aan. Ze voelde zich intens gelukkig hier. De merrie was nog niet lang in DH. Maar nu voelde ze zich al erg thuis hier. Plotseling hoorde Kai een ander paard. De spitse oortjes van de merrie richtte zich in de richting waar het geluid vandaan kwam. Zo te horen was het een hengst. Kai ging op haar allermooist staan. Hoofd hoog, staart hoog en een sierlijke houding. Alles wat een merrie zoals haar nodig had om een hengst te versieren. Kai vond het altijd lollig om een hengst in te palmen, het was onderhand haar hobby geworden. De merrie moest even glimlachen bij die gedachte. Ze keek met een heldere blik in de richting van de hengst, die zo wel eens tevoorschijn zou komen. 'Hoi.' groette Kai verleidelijk. Het paard verscheen bij het zilveren meer.