Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

A fairy tale of lies | Open

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1A fairy tale of lies | Open Empty A fairy tale of lies | Open do 9 feb - 9:36

Seafra

Seafra

Soms vroeg hij zich af waarom hij perse had moeten vertrekken, waarom hij zijn leven had achter moeten laten. En daarmee had hij de liefde van zijn leven verlaten, diegene zonder wie hij niet compleet was en van wie hij hield alsof er geen morgen meer zou zijn. Maar die vragen kon hij niet beantwoorden. Iets in hem had hem gewoon verteld dat hij moest gaan. Echter was hij niet gegaan zonder haar te beloven dat hij terug zou komen, haar te vragen op hem te wachten en voor hun twee dochters te zorgen. Beide meisjes waren een combinatie van de kleuren van hun houders. Een valkkleurige bonte merrie met twee blauwe ogen en de jongste was een perlino bonte merrie. Een dubbele verdunning afkomstig van haar beide ouders. Seafra was niet een zwartbonte hengst, vanaf zijn vader had hij het smoky gen meegekregen, vandaar dat zijn aftekeningen ook niet zwart waren maar meer naar bruin negen. Om het correct te zeggen was hij smoky zwartbont, ook wel smoky black piebald genoemd. En net zoals hij het van zijn vader had gekregen gaf hij het door aan zijn veulens, ten minste; tot nu toe was dat telkens het geval geweest. Een diepe zucht gleed van tussen zijn lippen toen hij zijn hoofd een stukje liet zakken om zichzelf eens uit te rekken. Hij was in een volstrekt vreemd gebied beland zonder te weten wat hij hier precies kwam doen. Hoogst waarschijnlijk zou hij hier in ieder geval een tijdje rondhangen, om misschien daarna door te trekken en andere gebieden te doorkruisen. Of er moest hier iemand zijn die hem hier hield, zoals hij in het verleden had gebleven omdat zijn hart verkocht was geraakt aan een merrie. Om meerdere merrie’s had Seafra gegeven, maar er was er maar één geweest die hij met zijn hele hart liefhad. De andere waren gewoon zijn kuddemerries, zijn familie geweest. Een van hen had hem gezegd ook van hem te houden, maar hij had haar niet meer kunnen bieden dan liefde in een vriendschappelijke manier. Ja, ze was zijn merrie, maar als ze het zelf wilde mocht ze gaan en staan waar ze wilde, hij zou haar niet opsluiten in het gebied. Uit eigen wil had ze hem ook een dochter gebaard. En deze dochter was voor hem niet anders dan de andere twee, hij was ontzettend trots op alle drie en niemand zou die trots van hem afnemen.

De kruising Fries-Tinker hengst stapte met een krachtige opwaartse beweging waarbij zijn witte sokken alle kanten op danste en zijn zwart en witte manen deinden op het ritme van zijn passen mee. Uitzonderlijk groot van stuk was hij niet, maar de rassen waar zijn ouders tot behoorden en waarvan hij een kruising was waren beide niet enorm groot, de meeste warmbloedrassen hadden paarden die groter werden. In Seafra’s geval werd het gemis in grootte –oké, oké, zo klein was hij met zijn 1.60m ook niet – werd gecompenseerd met zijn brede bouw. De spiermassa was duidelijk zichtbaar en in de loop der jaren was hij ook flink uitgezwaard. Toch was hij niet echt lomp te noemen, hij wist zich nog op een manier te bewegen die er tamelijk goed uit zag. Natuurlijk huppelde hij bij lange na niet zo licht als een Arabiertje of een Welsh Pony, maar hij had wel degelijk anderen gezien die stukken minder elegant liepen dan hijzelf. Of dat nu kwam door lak aan eigenwaarde of gewoon omdat ze zo ongelofelijk incorrect gebouwd waren, god mocht het weten. Nadat hij eens een luide bries had horen stuwde hij zijn lichaam wat naar voren vanuit zijn achterhand en verruimde zijn passen voor een overgang naar een vlotte draf. Hierbij gingen zijn sokken echt alle kanten op en deden zijn manen en staart vrolijk mee. De dikke en lange bos die hij had waren gedoomed om regelmatig in de klit te raken, hier viel ook niets tegen te doen. Net zoals de witte delen van zijn vacht, die waren gewoon veel besmettelijker en veel eerder vies. Ach, wat maakte dat toch ook uit? Ze liepen niet mee in een schoonheidswedstrijd, alleen extreem ijdele paarden zouden hun lichte vacht schoon houden door regelmatig te baden. Strikt gezien was dat niet eens echt goed voor je. Daarmee werd niet alleen alle viezigheid en slechte bacteriën weggewassen, maar ook de goede bacteriën die ervoor zorgde dat je weerstand hoger was. Deze beschermde je zodat niet allerlei soorten ziektekiemen je stelsel in kunnen via de open huidporiën.

De winter had ervoor gezorgd dat de temperaturen erg laag waren, zelfs voor de tijd van het jaar. Er waren dagen waarbij het overdag niet boven het vriespunt kwam, om daarna gevolgd te worden door dagen met een temperatuur van een graad of zes. Dezelfde winter had ervoor gezorgd dat Seafra’s vacht ontzettend dik en lang geworden was, er was zelfs een snorretje op zijn bovenlip te vinden en de haren aan de onderzijde van zijn hoofd waren zo lang dat het haast een baard leek. Voor hem niet meer dan normaal, de meeste grove type paarden kregen dat in de winter; gezamenlijk met hun ontzettend dikke wintervacht. De smoky black piebald was op deze regel geen uitzondering. In een poging ergens water te vinden dat niet met grof geweld gebroken hoefde te worden had hij zijn weg tegen de stroming in vervolgd. Hier hoopte hij uiteindelijke snelstromend water te vinden waar de lage temperaturen nog geen invloed op hadden gehad. Ondertussen nog steeds alert op alles wat er om hem heen gebeurde.

A fairy tale of lies.



Laatst aangepast door Seafra op za 11 feb - 2:35; in totaal 1 keer bewerkt

Aaliyah

Aaliyah
Moderator

Eerlijke mensen kennen het verdriet, oneerlijke mensen lopen ervoor weg.


Verdrietig slofte ze door de sneeuw. Sneeuw werd vooruit geschopt, ongewild slachtoffer van de vier hoeven van het kleine wezen. Diepe sporen in de sneeuw waren zichtbaar van degenen die haar voor waren geweest in dit gebied. Vertrapt was de sneeuw nu, modderig en duf. Nieuwe sneeuwvlokken lieten het weer opbloeien. Maakten het schoon en glanzend. Voor zover sneeuw glanzend kon zijn dan. Maar het maakte niet meer uit. In de bruine kijkers van het veulen was het nog altijd duf en dood. Niets leefde meer. De bomen waren dood en kaal. Verdrietig over de strenge winter. Vogels die niet naar het zuiden gingen verstopten zich, bang voor de strenge winter. Soms kwam je hopen dode bladeren tegen dat diende als reserve voorraad voor de winterdieren. Tenminste. Als de dieren het eten nog vonden. Anders gingen ze dood. Dood. De dood. Werk van De Satan. Hij werd gestraft door God door zijn slechte daden. En op die manier was Aaliyah pijnlijk gestraft. Alsof een deel van De Satan in haar zat. Ze werd gestraft op de aller wreedste manier. Zo wreed dat ze niet kon geloven dat God dat deed. Uit de hemel. En die straf was onterecht. Haar beste vriend was van haar afgenomen. God liet hem wegrennen voor wat De Satan in haar had gedaan. En daarmee had God een stuk hart meegenomen. Haar hart was niet compleet. Gebroken. Gepijnigd. Duister zwart en afstervend. Hoe kon Hij? Hoe kon die goede macht haar zo slecht pijnigen. Nog altijd waren de tranen op haar wangen gegrift. Ze deed geen moeite om ze te verbergen. Haar leven was over als ze haar vriend niet meer vond. Of als ze hem dood aantrof, getroffen door de wolven, slechte paarden of andere krachten wat God naar de aarde stuurde zodat Aaliyah zou moeten boeten.
Voor één daad zou ze zeker gestraft móeten worden. Een onschuldige slachtoffer was gevallen. Bloed had gevloeid toen De Satan pijn kreeg door God. Het brandde. Aaliyah was buiten haarzelf getreed. Gek geworden toen haar hart uiteengereten werd door het feit dat Eyes weg was. De jaarling was niet opzij gegaan voor haar toen ze daar zo stond. Trillend en bang. Verward en on-begrijpend. Ze had het niet begrepen. Dat deed ze nu ook niet. Alleen een beetje.
De jaarling was gestorven toen De Satan wraak nam op God. Het was zeker wraak geweest. Maar een soort wraak wat Aaliyah niet wilde. Ze had iemand gemoord. Ze was dan niet haarzelf geweest. Gek van angst, vol adrenaline. Ze was als een dolle stier doorgedraaid. De stoppen waren doorgeslagen en toen vlogen haar hakken al in de lucht. Ze kwamen tegen de slaap en hersenen van de jaarling en het beestje was neergevallen. Aaliyah was vervolgens weggerend maar teruggekeerd. Nu moest ze boeten. Nog erger. Nu zou God haar helemaal weerhouden en alles in de strijd zetten zodat zij haar geliefde vriend niet meer zou zien.
Wanhopig keek ze uit haar ogen. Nog altijd sloffend en lusteloos. Ze wou zich sneller voort brengen maar haar gehavende lichaam liet het niet meer toe. Haar honger nam toe. Haar dorst werd erger nadat ze niet echt goed at. Maar dat was ook al niet met Eyes erbij dus dat gaf niet echt iets.
Op haar lichaam zaten overduidelijke sporen van de oorlog die toen viel. Ze had niet echt zozeer verloren maar ook niet gewonnen. En als jaarling waren haar kansen overschat. Niet gelukt, ookal had ze niet gedacht dat ze zou winnen.
Ze bracht zich nog altijd op hetzelfde trage tempo voorts. Ze probeerde ook maar een beetje te versnellen maar werd gestraft voor die poging. Alles was stram in haar lijf. Haar spieren waren pijnlijk en brandden enorm.
Gelukkig was ze nu veel nuchterder dan een paar dagen geleden. Toen het veulen slachtoffer was geworden van Aaliyahs paniekbui.
Al had ze het paard wel vaak verzocht om aan de kant te gaan. Het paard had niet bewogen en ze was doorgeslagen. Haar zenuwstelsel was overbelast met adrenaline en prikkels. Het veulen zat er vol mee. Ze trilde op haar benen en het bonte paard vertikte het om opzij te gaan. Daarna. Daarna wist ze het niet meer.
Een nieuwe vlaag angst waaide binnen toen ze eraan dacht. Over Eyes. Of ze hem nog zou zien.
Ze werd depressief van deze gedachtes. Een nieuwe traan rolde over haar wang. Nog een streep over haar donsvacht.
Ze schrok op van haar negatieve, blauwe gedachtes toen ze iets rook. Paard. Hengst, maar daarin kon ze zich ook vergissen, ze wist niet of ze haar hoofd nu kon vertrouwen. Het bedroog haar. Haar hoofd was het deel waar een piepklein deeltje van De Satan weer op krachten kwam. Als hij nog in haar hoofd zat dan.
Plats. Nog een druppel. In de verte zag ze door de wazige laag heen een bont geval. Ze knipperde hevig met haar ogen om scherper te kunnen kijken. Haar adem beverig. Misschien een tikkel angstig. Angstig voor zichzelf. Nu ze iemand had vermoord vertrouwde ze zichzelf niet meer bij onbekende paarden. Op een veilige afstand van de hengst bleef ze staan. Ondanks haar uiterlijk –gewond en verdrietig- was er een brutale blik in haar ogen. Ze keek naar de hengst en hief haar hoofd iets, om te vertellen dat ze ook nu niet met zich liet sollen.

ahw. wat is ze toch schattig C=

Seafra

Seafra

In een gestaagd tempo was de smoky zwartbonte hengst langs de rivier op blijven lopen, in tegengestelde richting. Bewust genoeg ruimte overlatend tussen hemzelf en de oever, een misstap en hij zou op het ijs terecht komen. IJs dat heel onbetrouwbaar kon zijn omdat het water eronder hard stroomde en misschien was het water eronder wel gezakt qua niveau, waardoor het zwevend ijs was, en het allemaal nog eens gevaarlijker maakte. Want als je eenmaal onder het ijs zou belanden zou het zeker een verdrinkingsdood betekenen, dan maakte het niet uit hoe sterk, groot of snel je was. Eenmaal onder het ijs betekende onherroepelijk de dood. Hij had het wel eens zien gebeuren, hoe jonge veulens in een speelse bui het ijs oprenden en er vervolgens doorheen zakten. En volgens Seafra was het een van de meest hulpeloze gevoelens die je kon hebben. De ouders hadden langs de kant gestaan, lopen schreeuwen. Een van hen had het jonge dier zelfs achterna willen gaan, gelukkig maar dat diens partner het had belet. Anders waren er twee levens nutteloos verloren gegaan, het verlies van een was al verdrietig genoeg. Echter wist hij ook dat als het een van zijn drie dochters was geweest die het ijs op was gegaan had hij er ook achteraan willen gaan. Het was zijn taak om hun veiligheid te waarborgen, nouja, dat was het geweest. Ondertussen waren ze alle drie oud genoeg om hun eigen leven te leiden, om voor zichzelf te zorgen. Eigenlijk was dat een taak waarvan Seafra vond dat hij in handen lag van de leidende hengst, die had de taak zijn merries te beschermen. Niet alleen tegen roofdieren, maar ook tegen andere hengsten. Hijzelf was ook met regelmaat uitgedaagd of was er geprobeerd een van zijn geliefde merrie’s te stelen. Alles, alles zou hij gedaan hebben om zijn familie te beschermen, om zijn familie bij elkaar te houden. Dat was een taak waar hij niet in geslaagd was, een onbekende drang had hem het gebied doen verlaten.

Hoe verder hij langs de rivier liep hoe sneller het water begon te stromen. Het ijs was langzaam aan dunner en dunner geworden zodat er uiteindelijk een plaats kwam waar het water helemaal niet bevroren was. De meest ideale plaats om te drinken was het niet. Hij zou zijn aandacht heel gericht op alles om hem heen moeten richten, maar tijdens het drinken zou zijn zicht al belemmerd zijn –doordat hij zijn hoofd omlaag bracht en doordat zijn lange manen naar voren hingen en zijn ogen deels bedekten– en zou het ruiken van geuren van paarden lastig worden, omdat zijn neus zo dicht bij het water was. Seafra wou het niet riskeren om water in zijn longen te krijgen, wat ongetwijfeld zou gebeuren als hij een diepe adem teug zou halen met zijn neus zo dicht bij het water. Zin in een longontsteking had hij niet, want hier in de wildernis zou dat in de meeste gevallen de dood betekenen omdat zoiets als antibiotica niet bestond. Er waren geen artsen die het in je systeem konden spuiten. Hier was de enige remedie tijd en rust, je kon simpelweg niets doen om een genezingsproces te versnellen of te helpen, alles zou via de natuurlijke weg moeten gaan. Voor hem en ieder om hem heen zouden er geen uitzonderingen zijn. Magische planten of dieren bestonden er niet.

Nadat hij kalmpjes aan genoeg gedronken had hief de smoky zwartbonte hengst zijn hoofd weer op, wat druppels vielen van zijn kin en lippen terug in de snelstromende rivier en verdwenen na het maken van kleine kringeltjes dien in een cirkelvorm steeds verder uitliepen en uiteindelijk ook verdwenen. Een poosje stond hij zo te kijken, oren naar achteren gedraaid om alle geluiden achter hem op te vangen, en te genieten van de stilte. Hij was niet het type dat vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week behoefde had aan anderen in de buurt. Gezelschap kon heerlijk zijn en het liefst had hij zijn familie dan ook in zijn directe buurt, maar hier in dit vreemde land was er niemand die dichtbij genoeg stond om hem de vreugde te schenken die diegene die hij had achtergelaten hem wel konden geven. Even dacht hij terug aan zijn laatste keer dat hij zijn favoriete merrie gezien had. Het was zwaar geweest, haar vertellen dat hij weg ging. Ja, hij had beloofd terug te komen en haar gevraagd om op hem te wachten. Maar hij wist ook dat ze het recht had haar eigen leven verder te zetten, opnieuw naar liefde te zoeken en deze ook te vinden. Seafra zou haar niet zomaar vergeten, hij hield oprecht van haar.
Geluiden achter hem zorgden ervoor dat hij terug kwam in de realiteit. Zijn neus vertelde hem dat er een ander paard in de buurt was, een merrie. De kruising Fries en Tinker draaide zijn lichaam zodat hij kon zien wie de vreemdeling was. Een glimlach trok over zijn gezicht toen hij een jonge palomino zag staan. Automatisch moest hij even aan Kipper denken, een van zijn dochters. Hoewel alle drie zijn dochters al volwassen waren kon hij de beelden van hen als veulen nog gemakkelijk ophalen. Echter leek de uitdrukking verreweg niet op die van zijn nageslacht. Vele malen brutaler en een houding waar je u tegen kon zeggen, alsof ze eiste van anderen dat je haar met aanzien behandelde. Nou, dat kon het kleine ding dus mooi vergeten. Toch weerhield haar houding hem ervan haar erop aan te spreken, ze zag er niet naar uit nog een tegenslag te kunnen gebruiken. ”Wat is er gebeurt, kleintje? Je ziet eruit alsof je met een zwaar hart rondloopt” sprak de bonte hengst haar vriendelijk toe. Doordat hij zijn hoofd iets liet zakken maakte zijn lange, dikke manen een soort golfbeweging terwijl ze meebewogen met de stevige hals waar ze aan vast zaten. ”Mijn naam is Seafra, hoe heet jij?” vroeg hij vervolgens onverstoord. Ondertussen weken zijn ogen niet meer van haar gestalte af, maar de rest van zijn zintuigen waren nog steeds volledig op de wereld rond het gefixeerd. Hij hoefde geen roofdier op zijn rug te hebben omdat hij even met ander dingen bezig was.

A fairy tale of lies.

Aaliyah

Aaliyah
Moderator

Haar ogen gleden over zijn oppervlak heen. De hengst was hooguit vijf of zes. Volwassen. Zijzelf was niet volwassen. Ze was nog maar een tijdje geleden één geworden. Twaalf maanden. Haar vriend was vijftien maanden. Ze had hem ontmoet toen zijzelf nog maar één maand was. Hij was toen vier maanden.
Ze keek toe hoe de rivier snel stroomde. Dit deel van de rivier was niet bevroren geweest, verder terug wel maar heel dun. Daar zou je gelijk doorheen zakken en dan zou je meegevoerd worden door de rivier. Niet bepaald de mooiste dood en vredigste dood.
Haar tong gleed even over haar lippen. Ze proefde waterig overblijfsel van bloed wat op haar huid bevond. De woorden van de hengst drongen haar oren binnen. Ze luisterde. ’Niets.’ Haar stem klonk verbazingwekkend kortaf, ondanks haar verdriet slaagde ze er nog steeds in om de allerdaagse klanken in haar stem te stoppen. De hengst liet zijn hals iets zakken waarbij zijn dikke manen meebewogen. Aaliyah snoof zachtjes en keek weg van de hengst. Nogmaals keek ze naar de rivier. Vanuit haar ooghoeken zag ze dat, vanwaar ze vandaan was gekomen nog wat vers bloed lag. Dat bloed was afkomstig van haar. Haar wonden waren dus weer open. Ze verloor niet veel bloed en het meeste bloed kleefde aan haar wintervacht. Aaliyah hoorde hoe de hengst zich voorstelde. Seafra. Had het nog enige betekenis? Het was een aparte naam. Aaliyah keek de hengst aan. ’Ik ben Aaliyah.’ Ze keek even langs de hengst heen. Het was een gewoonte geworden om daarna gelijk te zeggen dat het hert naast haar Eyes heette maar nu stond hij niet aan haar zijde en ze had geen zin om haar hart te luchten bij deze vrijwel onbekende hengst. Alleen een paar kuddegenoten hadden het verhaal gehoord. Verder had ze geen zin om het te vertellen. Even zwiepte haar staart tegen haar flanken.
Aaliyah snoof zachtjes. Er was niets om te vertellen voor haar dus ze hield haar mond maar genoot niet van de stilte. Ze hield niet van stilte.

flut

Seafra

Seafra

Koppig weigerde hij het aan zichzelf toe te geven dat deze jaarling ontzettend op zijn inmiddels drie jarige dochter leek, nou ja, een van de twee dan. Duidelijk voerde zij ook het Friese bloed dat hijzelf en zijn nageslacht ook voerde en daarnaast had ze ook duidelijk een verdunning geërfd van haar andere ouder. Hetzelfde was het geval geweest bij Kipper, zijn enige dochter die hij niet van zijn Harlet had gekregen. Lichtelijk schudde de fors gebouwde hengst zijn hoofd waarbij hij zijn ogen enkele seconden sloot. Het was niet iets waar hij spijt van zou krijgen, zijn andere zintuigen waren alert genoeg om zijn omgeving in de gaten te houden. Zo zou hij de jonge merrie naar voren horen komen als ze van plan was hem aan te vliegen, of zou hij haar ouders horen aankomen als ze dachten hun kind te moeten beschermen tegen een vreemde. Hijzelf zou dat ook gedaan hebben, niemand kwam aan zijn jonge en nog ongeschonden dochters. Dát konden ze vergeten. Hij had de taak als leider op zich genomen en daarmee zijn familie beloofd hen te beschermen. Hij zou ontzettend ver gaan voor zijn gezin, niemand kon hen zomaar van hen afnemen. Uiteindelijk was hij er ook ontzettend in geslaagd om zijn familie veilig te stellen, maar wat er nu van hen was? Hij wist dat zijn geweldige valkkleurige merrie eerder naar een kuddeloos gebied zou trekken dan zich bij een andere hengst aan zou sluiten, maar hij hoopte dat Raven en Blaze zo verstandig waren wél op zoek te gaan naar een hengst die hen bijzijn waardig was, beide waren allebei geweldige merries. En hoewel met een zwaar hart; hij hoopte ook dat zowel Saranyu, Kipper al Verdiana zo verstandig waren hun moeders te verlaten en op zoek te gaan naar een plaats waar ze hun eigen leven konden gaan leiden. Als geen ander kende Seafra de plaats die merries hadden in het land waar hij geboren was, waar diegene was waarvan hij hield alsof er nooit meer een morgen zou zijn, waar zijn nageslacht geboren was en waar hij ooit weer naar terug zou keren. Merries waren meestal het slachtoffer van de grillen van de aanwezige hengsten, hun families konden zo verscheurd raken als een uitdaging verloren werd. De smoky zwartbonte hengst mocht zichzelf gelukkig prijzen dat het hem nooit was overkomen, hij zou het verschrikkelijk gevonden hebben als een of andere vreemde op zijn familie aasde en er ook nog in geslaagd was een van hen van hem af te nemen. En volgens de wetten kon hij zijn familielid alleen terug krijgen door ervoor te vechten of haar stiekem weg te stelen.

De kuddes hier, in Dream Horses, zou hij ook als vreemd ervaren als hij ervan te horen kreeg. In zijn ogen waren het meer de koninkrijken die hij in Beqanna gekend had, waar hij er zelfs in een van hen opgegroeid was. De kuddes bestonden simpelweg uit één volwassen hengst met een groepje merrie en diens veulens, waarna die wegtrokken zodra ze de volwassen leeftijd bereikten. De koninkrijken waren meer zoals de kudde ideeën hier. Een koning en/of koningin die bovenaan stonden en volgelingen die allemaal een rank konden bekleden. Meestal hadden ze een tak met soldaten en een tak met ambassadeurs, soms ook een spionnen tak. Hijzelf had nooit de drang en behoefte gehad een onderdeel te zijn en te leven onder een King of Queen. Zijn familie was genoeg voor hem geweest. Het was dan ook verbazend dat deze jonge merrie helemaal alleen rondzwierf, zijn dochters hadden het gebied nooit verlaten toen ze dezelfde leeftijd hadden. Vandaar dat Seafra onbewust ook de omgeving probeerde te pijlen voor háár ouders. Haar antwoord was zoals hij verwacht had, waarom zou ze het ook zomaar vertellen aan een vreemde hengst? Met een rustige beweging hief hij zijn hoofd weer op waarna hij zich eens uitschudde. Het resultaat was dat zijn lange manen wild over zijn hals kwamen te hangen voordat ze langzaam weer naar hun eigen plek terug schoven. ”Oke, goed dan. Maar overweeg dan een bad te nemen zodra de temperaturen weer geschikt zijn, zoals je er nu bijloopt zou iedereen denken dat er wat aan de hand is” was zijn kalme antwoord. Hij zou niet doorvragen als ze daar zelf niet op zat te wachten, maar zij was naar hem toe gekomen, misschien bewust misschien onbewust, maar dan kon je dus wel verwachten dat hij op een bijna vaderlijke manier zou reageren. Misschien kwam dat ook wel doordat ze hem zoveel aan Kipper deed denken.

Van de vraag die door haar hoofd ging kreeg Seafra niets mee, maar haar vermoedens waren juist. Zijn naam had een betekenis en was van Ierse afkomst. Het was namelijk zo dat zijn moeder hem perse een Ierse naam wou geven. Ze was een Tinker geweest en hij had haar maar een week gekend. Zijn vader was helemaal een vraagteken, de smoky zwarte Friese hengst was nooit onderdeel van zijn leven geweest. Nouja, op het feit na dan dat de hengst hem verwekt had én eigenlijk ook de vader van zijn Harlet bleek te zijn. Ach, daar konden ze nu ook niets meer aan veranderen, zijn gevoelens voor de merrie bleven hetzelfde. De stem van de palomino jaarling voor hem trok hem uit zijn gedachten. ”Aangenaam kennis te maken, Aaliyah” sprak hij haar glimlachend toe. Kort gleden zijn ogen opnieuw over haar gestalte, onderzoekend of ze onder haar eigen bloed zat of dat van een ander. Onbewust vroeg hij zich af wat er in hemelsnaam gebeurd moest zijn dat ze op zo’n jonge leeftijd al was blootgesteld aan geweld en zo te zien ook de dood. Elk jong wezen had recht op een zorgeloze jeugd.


A fairy tale of lies.

Aaliyah

Aaliyah
Moderator

Jeesz man. Jij post zo verschrikkelijk cool lang xD. Dat doe ik je in deze post zeker niet na =’D


De hengst deed haar denken aan niets. Hij was niet bekend in haar oren. Ze had hem nog nooit eerder gezien, nog nooit eerder geroken en nog nooit eerder over hem gehoord. Dus conclusie was waarschijnlijk snel getrokken. Hij was nieuw. Misschien niet meer zo heel erg nieuw ofzo maar Aaliyah kon niet beter weten. Het zei haar totaal niets. Seafra was de meest aparte naam die ze ooit had gehoord. Zulke namen vergat ze echt niet. Wel leek het erop dat hij een gezin had. Ze wist niet waarom ze dat dacht maar ze dacht het gewoon. Nouja. Het boeide haar ook niet zoveel meer. Al had de hengst de grootste familie ever, het boeide Aaliyah amper. Bovendien had haar vader al de reputatie dat hij een behoorlijk grote familie had. De hengst voor haar was geen player. Tenminste daar leek hij niet op.
Aaliyah snoof zachtjes en schopte wat in de sneeuw. De hengst was in gedachten, kon ze raden. Dus ze wachtte geduldig op enig reactie van de hengst.
Eindelijk leek de hengst weer voor haar te staan in plaats van ergens in de ruimte. Hij zei iets tegen haar. Aaliyah knikte maar gewoon. ’Fijn dat je zulke interesses toont in mij. Ik zal je raad zeker opvolgen.’ Zei ze ongeïnspireerd. ’Ik zal zeker een bad nemen. Zodra de temperaturen minstens boven de vijf graden zitten misschien.’ Maakte ze haar zin compleet. Grappig. Nu pas zei de hengst dat het aangenaam was. Meestal zeiden ze dat vóórdat je interesse toonde. Aaliyah grinnikte heel zachtjes in zichzelf en schudde haar hoofd. Wanneer zou ze Eyes weer zien? Hopelijk vond ze de vriend.

Naja. Bruintje post

Seafra

Seafra

Haar geur vertelde hem meer dan hij in eerste instantie moest weten. Haar geur was volledig vermengd met de omgeving, een typische geur die hij had geroken sinds hij een hoef in het gebied had gezet. In combinatie met haar leeftijd –ze was nu eenmaal nog ontzettend jong, te jong om alleen op pad te zijn in zijn ogen– kon hij concluderen dat ze hier geboren moest zijn. Óf ze was vlak na haar geboorte met haar moeder hierheen gekomen. In ieder geval had ze heel haar jeugd hier doorgebracht en ze zou het dan ook goed moeten kennen. Hij kende de verschillende plaatsen in Beqanna in ieder geval wel door en door. Waar hij geboren was, waar hij geaopteerd was, waar hij vervolgens zijn jeugd had doorgebracht en dus was opgegroeid. En zijn eigen gebied zou hij nooit vergeten. De plaats hoorde bij hem zoals hij zijn naam had gekregen. Een naam van Ierse afkomst, een naam die zijn moeder hem had gegeven. Ciareann had daarbij dus mooi het feit vergeten dat zijn vader van Friese afkomst was geweest. Maar ja, zowel hij als zijn moeder kende zijn vader niet. Voor zover Seafra wist had hij de smoky zwarte hengst nog nooit gezien. En herinneringen van zijn moeder had hij ook niet. Wat hij wist was dat ze net zoals hem zwartbont was –wel zonder zijn smoky factor– en ze lange manen had gehad. Ja, hij kende haar naam. Maar hij was haar kwijtgeraakt toen hij een week oud was geweest. Afgeleid door een vlinder was hij steeds verder van haar zijde afgeweken tot hij haar uiteindelijk niet meer kon zijn of wist waar hij was. Uren had hij rondgelopen op zoek naar de merrie die hem op de wereld had gezet, maar het hij had het uitgeput op moeten geven. Toch had zijn pleegmoeder een poos nodig gehad om hem te overtuigen dat hij haar niet meer terug zou vinden. Een glimlach zorgde ervoor dat zijn mondhoeken opkrulden en er even een vredige uitdrukking over zijn gelaat trok. Zijn herinneringen aan Aceline en Harlet waren nu eenmaal iets wat voor een gelukkig gevoel zorgde, ja, hij miste beide, maar nee, voorlopig zou hij hen nog niet terug zien. Zeker zijn pleegmoeder zou hij niet zo snel meer terugvinden. Als hij had geweten wat er was gebeurd zou hij hals over kop terug gaan, maar niemand had hem verteld wat er van haar geworden was. En waarom zouden ze ook? De merries van de Jungle hadden niets met hengsten, dus waarom een pleegzoon van een van hen wel vertellen wat er met Aceline was gebeurd? Zelfs Harlet wist van niets, en Aceline was haar moeder.

Seafra kon niets weten van de vragen in Aaliyah haar hoofd, maar wat ze van zijn naam vond gold andersom ook. Haar naam klonk volstrekt uniek in zijn oren, nooit eerder had hij iets met die klank gehoord. Waarschijnlijk zou de naam van Arabische afkomst zijn, maar hoogstwaarschijnlijk zou ze dat zelf niet eens weten. Dat zijn naam Iers was had een logische verklaring, hij was immers half Iers. Toch was de betekenis iets waar hij zelf vrij weinig mee had; ’Vrede van God’. Zacht snuivend verplaatste hij het gewicht dat hij eerst over alle vier zijn benen verdeeld had naar drie benen en zette zijn rechterachterbeen op rust. Zo, dat was net wat comfortabeler als je een poosje stil moest staan. En in zijn ogen was er geen directe bedreiging. Deze zag hij niet in Aaliyah voor zich, maar ook niet in alles wat zijn zintuigen om hen heen oppikte. De enige geluiden die hij hoorde waren hun stemmen, het kabbelen van de rivier achter hem en de geluiden van kleine dieren in het bos. Niets gevaarlijks dus. Hetzelfde gold voor wat hij zag en rook. Vandaar dat hij zijn aandacht volledig op de jaarling voor hem kon focussen, voor zolang ze dat op prijs stelde. Weglopen kon ze als ze wilde, hij zou haar niet achteraan gaan om zijn zin door te drammen. Maar als ze wilde kon ze met haar verhaal bij hem terecht, een luisterend oor had hij haast altijd wel. ”Ach, Aaliyah. Je bent niet de enige die ik dit zal zeggen als ze zo voor me verschijnen, maar ja, ik toon wel oprechte interesse voor je.” Ze was niet iemand zoals vele anderen in zijn ogen, maar hij zou elk ander dat zo voor zijn ogen verscheen hetzelfde advies geven. Gewoon omdat het voor hen beter zou zijn. Hoe kon je je nu prettig voelen als je er totaal niet uitzag? Je vacht besmeurd met bloed was namelijk niet een van de meest prettige aanzichten, dat kon dus ook nooit goed voor je humeur en stemming zijn. Seafra zelf kon zich er niets bij voorstellen. En het aanzicht van zijn Harlet besmeurd met haar eigen en andermans bloed had zijn hart in duizend stukjes doen breken. Het was gewoon verschrikkelijk geweest haar zo te zien, alsof ze totaal niet voor zichzelf had gezorgd. En dat was iets wat hij zichzelf dan verweet, hij had er moeten zijn voor haar. Aaliyah’s woorden betreft de temperatuur deden hem doen knikken. ”Dat zal ik inderdaad doe ja, met deze temperaturen is het absoluut niet goed voor je” antwoorde hij instemmend. Zeker nu de temperaturen laag waren was het dubbel slecht. Je zou niet alleen in heel koud water stappen, maar dat koude water waste ook de vetlaag van je huid weg die je juist tegen neerslag en kou beschermde. Daar ging je eigen isolatie dus. Dat waren omstandigheden waar je goed ziek door raakte, iets goed was het dus absoluut niet. En helemaal niet voor een jong iemand zoals Aaliyah voor hem.


A fairy tale of lies.

Aaliyah

Aaliyah
Moderator

De jaarling was verzonken in haar eigen gedachten, net als de hengst voor haar. Haar moeder was dood, Aaliyah wist niet eens hoe ze eruit zag, wat voor een karakter ze had en hoe ze klonk. Misschien was haar moeder de goedste goedzak van dreamhorses. Met die gedachte fronste ze en sloeg met haar kleine, donzige staart tegen haar kont. Inmiddels had ze meer hoop gekregen over Eyes, ze zou het hert wel terugzien, koste wat het kost. De plannen voor de toekomst wist ze niet, misschien bleef ze voor altijd in de kudde van Deina of ging ze er zo spoedig mogelijk uit. Het was waarschijnlijk echt de tweede keus, Deina had spoedig een lid minder, waardoor er juist meer wannabe’s in de kudde zaten. Misschien raapte ze ooit de moed bijeen om de andere leider; Fawn te roepen en vragen of ze in de Valkyrie mocht. Maar dat wist ze niet zeker want de verhalen die ze hoorde over Fawn waren, eh, vaag zegmaar, plus dat er meer níet werden gekozen dan wel, daar was ze misschien het meeste bang voor, teleurstelling. Teleurstelling, dat was iets wat niet bepaald fijn was, dat zware gevoel in je hart, zoals ze had gevoeld bij het verraad van Deamon. Maar die kreeg zijn wraak wel, Aaliyah zorgde dat hij daar niet zonder kleerscheuren vandaan kwam. Aaliyah stak haar neus iets meer naar voren en keek Seafra rustig aan, nog altijd niet veel reactie bij de gevlekte hengst. Daarom vloog haar concentratie bij de hengst voor haar weg en keek ze over hem heen naar de sneeuw en het ijs. De wind speelde met haar staart, tilde het van haar hielen af en liet los, zodat haar dreadlocksachtige plukken tegen haar benen botsten, soms lichtte ze haar staart zelf op om de dreadlocks tegen haar dikke, pluizige wintervacht laten zwiepen, wat een grappig geluid maakte volgens haar. Verschrikt uit haar gedachten spitste haar oren tot het uiterste en luisterde naar de klanken van de hengst. ’Hm-m.’ Pas toen drong het tot haar door dat de hengst ook werkelijk iets zei en herhaalde zijn woorden –tot zover ze het had opgevangen- en dacht na. ’Nou bedankt voor je interesse Seafra. Enneh. Dankje?’ Jaja, ze had het niet goed verstaan dus kraaide maar wat, stoute zij. De volgende keer zou ze beter opletten. Toch was dat niet bepaald het geval en betrapte zich op het feit dat ze er niet met haar gedachtes bij was toen Seafra weer begon te praten. ’Nee want we willen niet ziek worden.’ Afwezig draaide ze haar oren naar achteren en draaide met haar hoef rondjes in de sneeuw, wat ze vervolgens weg schopte, richting de hengst maar niet kwaadwillend. Ook onlogisch, sneeuw naar iemand schoppen om kwaad te doen, Aaliyah was niet kwaadwillend. Nu niet en hopelijk later ook niet maar dat kon veranderen wist ze.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum