The sun shines always
It feels warm on my skin
I like the sun
It's hot and give me a good day
It feels warm on my skin
I like the sun
It's hot and give me a good day
De kleine merrie hield van het wilgenwoud. Ze kwam er graag. De stilte was altijd aanwezig. De stilte hier deed haar goed. Kai had een druk leven. Daarom snakte ze soms wel eens naar de stilte. Even alleen zijn. Alleen met de natuur en de zon die op haar stralend witte vacht scheen. De zon verwarmde haar. Gaf haar de kracht om door te gaan in moeilijkere tijden. Het hield haar staande. Kai keek naar de blauwe lucht. Het was nog winter, maar de lente liet niet lang meer op zich wachten. Kai kon haast niet meer wachten. De merrie keek om haar heen. Waarom dat wist ze niet. Ze had het rare gevoel dat er iemand in de buurt was. Ze wist niet wie het was. Haar reebruine ogen speurden de omgeving af. Er was niet veel anders te zien dan wilgenbomen die zachtjes op het ritme van de wind mee dijnden. Kai zuchtte een keer moe. Ze had al een tijdje niet meer goed geslapen. Steeds had ze van die nare nachtmerries gehad. Ze kwam er maar niet vanaf. Hoe graag ze het ook wilde. Het lukte gewoon niet! Weer zuchtte Kai vermoeid. Ze had nog steeds het nare gevoel dat iemand aanwezig was en haar bekeek. Ze stak haar neus in de lucht om de geuren van de omgeving op te vangen. Ze ving als eerste de geur van een kuddelid op. Verder ving ze geen verontrustende geuren op. Afgezien van een wolf die op jacht was. Kai wist dat die wolf het niet op haar gemund had. Kai richtte haar aandacht weer op de geur van een naderend kuddelid. Toen zag ze haar verschijnen. Het bleek Puck te zijn. Ze kende de merrie niet zo goed. ''Hey Puck,''groette Kai vrolijk. Ze liep naar de merrie toe. Ze wachtte op een antwoord van haar.
@Puck.